Jean le Fontain schreef:freek schreef:Jean le Fontain schreef:
Ik ben 't spoor bijster.
Even voor mijn simpelheid:
Is Leiter juist weergegeven in het RD-artikel?
Begrijp ik het goed dat je een verschil zit tussen het eigendom zijn en verlost zijn? Waar zit 'm dat verschil dan in?
Klaas van der Zwaag heeft ingezoomd op één aspect, wat in het boek slechts een aanhangsel is.
Verschil tussen eigendom zijn en verlost zijn? Ik vind het niet zo relevant, want ik discussieer liever aan de hand van de bijbbel. Maar het lijkt me vrij helder. Een christen is het eigendom van Christus; daarmee is de volledige verlossing, van lichaam en ziel voor hem. Hij heeft daar 'recht' op. De realiteit hiervan is er pas, als Jezus terugkomt en wij een verheerlijkt lichaam krijgen. Tot die tijd werkt het lichaam, je vlees, nog tegen.
Oké, maar hoe komt Leiter dan tot de stelling dat het fysieke lichaam onverlost is? Of is dit ook woordspeling volgens jou?
De uiteindelijke werkelijkheid voor iedere christen is dat hij een nieuwe mens is, maar dat is niet de enige werkelijkheid. Hoewel de christen een nieuwe persoon geworden is in zijn diepste wezen, is hij nog niet totaal verlost. De zonde probeert nog steeds te "heersen" in zijn "sterfelijk lichaam". Dit meer oppervlakkige aspect van de persoonlijkheid van de christen wordt in het Nieuwe Testament aangeduid met "het vlees" en dat zal in een later hoofdstuk besproken worden. We kunnen hier volstaan met te zeggen dat het vlees niet voorstelt die de christen "werkelijk is" en dat de macht van het vlees om over de christen te heersen gebroken is. Wanneer onze sterfelijke lichamen tenslotte "verlost" worden, zal ieder spoor van de overblijfselen van de zonde voor altijd weg zijn we zullen ten slotte volmaakt "worden die we werkelijk zijn". (82)
In tegenstelling tot wat vaak geleerd wordt, stelt de bijbel onze oude mens nooit voor als nog steeds levend - of schoppend en strijdend aan het kruis of zich ergens schuilhoudend binnen in ons. De oude mens is dood, begraven en voor altijd weg. "Ik (mijn oude mens, de persoon die ik eens was) ben met Christus gekruisigd; en ik leef, niet meer".
In het licht van deze feiten komt onmiddellijk de vraag op: "Als dit allemaal waar is, waarom heb ik daar nog zoveel problemen met de zonde?" De bijbel beantwoord deze vraag niet in termen van de "oude mens" die voorgoed verdwenen is, maar in termen van het "vlees" dat nog steeds bij ons aanwezig is. De christen heeft een voortdurende strijd met de zonde omdat er één aspect is van zijn persoonlijkheid dat nog niet verlost is - het vlees. Het vlees is het onverloste fysieke lichaam dat gezien wordt als de plaats waar de zonde zich nog steeds probeert te doen gelden. De zonde probeert nog steeds te regeren in het sterfelijke lichaam van de christen.
Het Nieuwe Testament heeft over het vlees als "ons lichaam van de zonde", "het lichaam van deze dood", en ons "sterfelijk lichaam". In deze context kan over zonden (alle zonden, zelfs zonden in je gedachten) eigenlijk gesproken worden als praktijken van het lichaam en kunnen christenen aangespoord worden om hun leden die op de aarde zijn te doden. Dit betekent niet dat lichaam zelf zondig is. Paulus doet de verbazingwekkende uitspraak in 1 Korinthe 6 dat het lichaam is "Voor de Here en de Here voor het lichaam". Dit is precies het tegenovergestelde van het Griekse idee dat het lichaam "de gevangenis is van de ziel". Niettemin stelt de bijbel duidelijk het onverloste sterfelijke lichaam voor als de plaats waar de zonde nog steeds probeert te regeren.
Als christenen wachten we nog op de verlossing van ons lichaam bij de komst van de Heere. Wanneer dit plaatsvindt, zullen we volledig verlost zijn alle zonden. (113)
Uit: Rechtvaardiging en wedergeboorte