geloof

Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Re: geloof

Bericht door memento »

artistiek schreef:
henriët schreef:Wat is het verschil tussen ongeloof en ongelovigheid?
Ongeloof is een daad van een goddeloos mens: En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege hun ongeloof.
Ongelovigheid huist in ieder mens ook na ontvangen genade: Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp.
Ik denk dat je ongelovigheid ook mag uitleggen als twijfelmoedig of geneigd om ongelovig te zijn.
Als we het ongeloof van Gods kinderen maar wel zonde blijven noemen...

PS> Een uitspraak als "Heere, ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp", zou ik eerder als daad van het geloof willen bestempelen, dan als daad van het ongeloof. Geloof is immers het vertrouwen op God, en komt dat vertrouwen niet openbaar in betreffende uitroep? Ongeloof kenmerkt zich dat het afhoudt van Christus, het geloof kenmerkt zich door een vluchten tot Hem.
Gebruikersavatar
Marnix
Berichten: 13464
Lid geworden op: 21 jul 2005, 13:18
Locatie: Hilversum

Re: geloof

Bericht door Marnix »

artistiek schreef:
henriët schreef:Wat is het verschil tussen ongeloof en ongelovigheid?
Ongeloof is een daad van een goddeloos mens: En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege hun ongeloof.
Ongelovigheid huist in ieder mens ook na ontvangen genade: Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp.
Ik denk dat je ongelovigheid ook mag uitleggen als twijfelmoedig of geneigd om ongelovig te zijn.
In die tekst is dat inderdaad zo, de man gelooft maar er is nog ongeloof in hem... en vaak in ons allebei. Maar ik zou dat niet teveel aan die woorden ophangen. Geloof en ongeloof zijn gewoon tegengestelden en ongeloof bij een gelovige hoeft nog niet eens ongelovigheid te heten. Geen enkele andere bijbelvertaling kiest volgens mij voor "ongelovigheid" maar allemaal voor "ongeloof" en de King James Vertaling voor het zelfde maar dan in het Engels: unbelief. En volgens mij betekent het ook gewoon hetzelfde en is er in deze tekst wel wat over te zeggen maar is er geen woordelijk verschil.

Ik weet overigens niet hoe het met de grondtekst zit, heeft iemand daar kijk op?
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Gebruikersavatar
henriët
Berichten: 12915
Lid geworden op: 30 mar 2007, 17:54

Re: geloof

Bericht door henriët »

memento schreef:
artistiek schreef:
henriët schreef:Wat is het verschil tussen ongeloof en ongelovigheid?
Ongeloof is een daad van een goddeloos mens: En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege hun ongeloof.
Ongelovigheid huist in ieder mens ook na ontvangen genade: Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp.
Ik denk dat je ongelovigheid ook mag uitleggen als twijfelmoedig of geneigd om ongelovig te zijn.
Als we het ongeloof van Gods kinderen maar wel zonde blijven noemen...

PS> Een uitspraak als "Heere, ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp", zou ik eerder als daad van het geloof willen bestempelen, dan als daad van het ongeloof. Geloof is immers het vertrouwen op God, en komt dat vertrouwen niet openbaar in betreffende uitroep? Ongeloof kenmerkt zich dat het afhoudt van Christus, het geloof kenmerkt zich door een vluchten tot Hem.
Het zou dan kunnen betekenen dat mensen met een groot geloof ongelovigheid kunnen hebben, wat zonde is.
is het dan zo dat op zo n moment grootgeloof klein geloof wordt? of haal ik nu van alles door elkaar.

wanneer je spreekt van kleingeloof, ( gij kleingelovigen...) kun je dan ook spreken van zwak geloof, of mag je dat niet met elkaar vergelijken?
is het zo dat het klein geloof klein van God denkt en zwak geloof het geloof nog niet durft te benoemen?
Een vriendelijk woord hoeft niet veel tijd te kosten maar de echo ervan duurt eindeloos....
Gebruikersavatar
freek
Berichten: 5711
Lid geworden op: 24 nov 2005, 13:55

Re: geloof

Bericht door freek »

Afgewezen schreef:
freek schreef:
Afgewezen schreef:Hoe moet je dit dan toepassen op het geestelijk leven?
Nou Afgewezen, dat heb je in het verleden toch zelf ook wel gedaan.
Ja, maar ik ben daar niet helemaal uit. Dus leg ik de vraag maar weer eens in het midden. Eén ding moeten we echter voor ogen houden: de geschiedenis van de genezing van de bloedvloeiende vrouw is geen bekeringsgeschiedenis. Wel is de genezing in de Bijbel beeld voor de vergeving van de zonden, maar de genezing van deze vrouw is niet hetzelfde als haar bekering.
Oke, helder. Ik weet het ook niet precies...
Jongere
Berichten: 7757
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Re: geloof

Bericht door Jongere »

Zoals ik zei gebruikt Luther in dat genoemde boekje ook een geschiedenis om daar geestelijke lessen uit te trekken voor het geloof. Hier een citaat waarin hij spreekt over het luid roepen van de tien melaatsen op afstand tot Jezus. Je ziet hier mooi in hoe Luther spreekt over geloof, maar ook op welke manier hij geestelijke lessen haalt uit een geschiedenis. (Bedenk dat van deze tien melaatsen slechts één terugkwam tot Christus!)
Luther schreef: U ziet hier dat zij van Christus een goed beeld hadden, een troostrijk vertrouwen in Hem opgevat hadden en de vaste overtuiging hadden dat Hij hen genadig zou aanzien. Die overtuiging maakte hen moedig en verlangend om Hem openlijk hun nood voor te leggen en in alle ernst en met luide stem Zijn hulp te begeren. Als zij niet eerst dat beeld en die overtuiging van Hem gekregen hadden, zouden zij waarschijnlijk thuisgebleven zijn of waren zij Hem niet tegemoet gelopen. Dan hadden zij Hem ook niet met luide stem gesmeekt, maar dan zou de twijfel hen als volgt geraden hebben: Wat moeten wij doen? Wie weet of Hij het wel goed vindt dat wij Hem vragen? Misschien ziet Hij ons niet eens.
O, dat weifelen en twijfelen levert slechts verkeerde dingen op. Het verheft de stem niet en loopt Hem niet tegemoet. Het mompelt wel veel woorden en jammert veel gezang met grote tegenzin, maar het bidt niet. Het verlangt alleen maar - en wil daarvan graag van tevoren zeker zijn - om verhoord te worden, en dat is niets anders dan God verzoeken. Maar het echte geloof twijfelt niet aan de goede en genadige wil van God, daarom is het gebed daarvan sterk en vast als het geloof zelf. Van dat geloof zegt Lukas niet zonder reden drie dingen: allereerst, dat zij Hem tegemoet gelopen zijn, ten tweede dat zij daar stonden en ten derde dat zij hun stem verhieven. Met deze drie dingen wordt het sterke geloof van de melaatsen aangeprezen en ons tot voorbeeld voorgehouden.
Het tegemoet lopen ziet op hun moed, die gedreven wordt door het troostvolle vertrouwen; het staan ziet op de vastheid en standvastigheid tegen de twijfel, het roepen is de grote ernst van het bidden, dat uit die overtuiging ontwaakt. Twijfel, die krachteloos is, loopt niet, staat niet, roept niet maar draait zich om en kromt zich, laat de kop hangen, laat het hoofd in de handen rusten, spert de mond wijdopen en stamelt altijd maar weer: Wie weet? Wie weet? Stel dat het zeker is? Stel dat het mislukt? En meer van dergelijke schuchtere woorden. Want wie twijfelt heeft geen goed beeld van God en geen vertrouwen in Hem, hij verwacht niets van Hem en daarom ontvangt hij ook niets. Zoals Jakobus zegt in hoofdstuk 1: 'Wie bidden wil, laat hij bidden in een onwankelbaar geloof, want wie twijfelt, moet niet denken dat hij van God iets ontvangt...'(Jak. 1:6,7). Net als de dwaze maagden, die hun olie verspiden, komen zij te laat met hun lege lampen, dat wil zeggen met hun werken, en menen dat God hun kloppen wel zal horen en open zal doen, maar Hij zal niets doen.
Gebruikersavatar
Luther
Berichten: 15857
Lid geworden op: 25 jun 2008, 20:16
Contacteer:

Re: geloof

Bericht door Luther »

Jongere schreef:Zoals ik zei gebruikt Luther in dat genoemde boekje ook een geschiedenis om daar geestelijke lessen uit te trekken voor het geloof. Hier een citaat waarin hij spreekt over het luid roepen van de tien melaatsen op afstand tot Jezus. Je ziet hier mooi in hoe Luther spreekt over geloof, maar ook op welke manier hij geestelijke lessen haalt uit een geschiedenis. (Bedenk dat van deze tien melaatsen slechts één terugkwam tot Christus!)
Luther schreef: U ziet hier dat zij van Christus een goed beeld hadden, (.......) maar Hij zal niets doen.
Dit citaat is van MAARTEN Luther, en niet van mij ;)
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Gebruikersavatar
judith
Berichten: 3809
Lid geworden op: 21 jul 2007, 11:29
Locatie: Geboren in Wageningen;)

Re: geloof

Bericht door judith »

Luther schreef:
Jongere schreef:Zoals ik zei gebruikt Luther in dat genoemde boekje ook een geschiedenis om daar geestelijke lessen uit te trekken voor het geloof. Hier een citaat waarin hij spreekt over het luid roepen van de tien melaatsen op afstand tot Jezus. Je ziet hier mooi in hoe Luther spreekt over geloof, maar ook op welke manier hij geestelijke lessen haalt uit een geschiedenis. (Bedenk dat van deze tien melaatsen slechts één terugkwam tot Christus!)
Luther schreef: U ziet hier dat zij van Christus een goed beeld hadden, (.......) maar Hij zal niets doen.
Dit citaat is van MAARTEN Luther, en niet van mij ;)
:)
Genade: niet goedkoop maar wel gratis.
Gebruikersavatar
Luther
Berichten: 15857
Lid geworden op: 25 jun 2008, 20:16
Contacteer:

Re: geloof

Bericht door Luther »

judith schreef:
Luther schreef:
Jongere schreef:Zoals ik zei gebruikt Luther in dat genoemde boekje ook een geschiedenis om daar geestelijke lessen uit te trekken voor het geloof. Hier een citaat waarin hij spreekt over het luid roepen van de tien melaatsen op afstand tot Jezus. Je ziet hier mooi in hoe Luther spreekt over geloof, maar ook op welke manier hij geestelijke lessen haalt uit een geschiedenis. (Bedenk dat van deze tien melaatsen slechts één terugkwam tot Christus!)
Luther schreef: U ziet hier dat zij van Christus een goed beeld hadden, (.......) maar Hij zal niets doen.
Dit citaat is van MAARTEN Luther, en niet van mij ;)
:)
Tja, een misverstand is immers snel geboren....
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Wilhelm
Berichten: 3240
Lid geworden op: 13 okt 2007, 19:26

Re: geloof

Bericht door Wilhelm »

Zoekend naar een geschikt topic kwam ik bij dit topic uit.

Soms ben je een boek aan het lezen , en dan denk je , wat is dit heldere taal.
Het volgende citaat wat ik graag wil delen komt uit "De zekerheid van het geloof" van E. Erskine, een boekje wat ik van harte aanbeveel !
Ebenezer Erskine schreef:
Ernst van het ongeloof.
Derde gevolgtrekking. Als het de wil van God is dat wij toegaan in de volle zekerheid van het geloof, maak ik daaruit de gevolgtrekking dat het ongeloof, dat of in de goddelozen heerst of in de heiligen overgebleven is, Hem wel ten zeerste moet mishagen en beledigen.

In goddelozen
Ik stel dat het ongeloof dat in de goddelozen heerst, lijnrecht tegen de wil van God ingaat. In plaats van tot Hem te gaan in de zekerheid van het geloof gaat de mens die onder de macht van het ongeloof verkeert, bij Hem vandaan vanwege wantrouwen van en achterdocht jegens Zijn genade, kracht en betrouwbaarheid. Salomo zegt in Spreuken 6:34*: ‘Achterdocht is een grimmigheid van de man’. Als wij achterdocht of wantrouwen koesteren jegens iemand ten aanzien van zijn betrouwbaarheid en dat laten merken, is dat voldoende om hem in toom en woede tegen ons te doen uitbarsten. Waarom?
Wanneer wij achterdocht jegens hem aan de dag leggen, maken wij hem in feite uit voor een leugenaar. Als nu een mens, die ijdelheid is, en een mensenkind, dat leugen is, het zo’n belediging vindt als zijn betrouwbaarheid of welgezindheid in twijfel wordt getrokken, hoeveel te meer is het dan een belediging voor Hem voor Wie het onmogelijk is dat Hij zou liegen? Vrienden, het ongeloof is de grootste belediging van een God der waarheid waartoe een schepsel in staat is. Zoals u gehoord hebt, heeft God, om ons aan te moedigen in Hem te geloven en Hem te vertrouwen, alle verzekeringen gegeven die Hij maar kon geven. Zelfs het meest achterdochtige hart ter wereld kon geen betere verzekering van de meest onbetrouwbare persoon op aarde wensen dan God heeft gegeven in Zijn Woord. Want hoewel het Woord der belofte als zodanig genoeg moest zijn om het geloof van alle mensen te vorderen, heeft Hij behalve Zijn Woord gegeven, het ook op Schrift laten stellen. Behalve dat Hij het op Schrift heeft laten stellen, heeft Hij Zijn heilige eed afgelegd; behalve Zijn eed heeft Hij een Borg gegeven; behalve een Borg heeft Hij er heilige zegelen aan toegevoegd en dat alles bevestigd door het eenparige getuigenis van de Drie die in de hemel getuigen, de Vader, het Woord en de Geest. Na al deze verzekeringen nog achterdocht jegens Hem koesteren alsof Hij niet getrouw zou zijn in Zijn belofte dat Hij ons welkom heet en aanneemt in de Geliefde, wat is dat anders dan Hem tot een leugenaar maken? De trouw en de waarheid zijn ‘de gordel van Zijn lendenen’ Jesaja 42:5. Het ongeloof echter — doordat het Hem beschuldigt van bedrog en ontrouw - ontneemt Hem Zijn gordel. U zou het beschouwen als een beschuldiging van een ernstige en verschrikkelijke aard, als iemand u van lastering van God zou betichten. Toch durf ik te stellen dat iedere ongelovige een lasteraar van God is. Is er een grotere godslastering onder de hemel denkbaar dan het feit dat men God tot een leugenaar maakt? Het is werkelijk volkomen zeker dat God waarachtig bevonden zal worden en elk mens een leugenaar. Maar toch doet een ongelovige alles wat in hem is om Hem tot een leugenaar te maken, door geen vertrouwen te stellen in Zijn Woord. Is het dan een wonder dat een heilige en jaloerse God na dit alles zo vertoornd is tegen de zonde van het ongeloof, dat Hij verklaart dat ‘hij die niet gelooft, reeds veroordeeld is’, en ‘dat de toom Gods op hem blijft’ [Johannes 3:18,36]? Weest ervan overtuigd, vrienden, als u doorgaat hier God te lasteren door uw ongeloof, dat u later tot in alle eeuwigheid de tijd krijgt om Hem in de hel te lasteren, met de duivelen en de geesten die vervloekt zijn. ‘Indien gij met gelooft, dat Ik die ben, gij zult in uw zonden sterven’, Johannes 8:24. ‘Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde’, Johannes 15:22.

In gelovigen
Deze lering veroordeelt niet alleen het ongeloof zoals dat heerst in het grootste deel van de hoorders van het Evangelie, maar ook het ongeloof dat in de gelovigen zelf is overgebleven. God weet hoeveel ongelovige gelovigen er onder ons zijn. Er zijn heel weinig gelovigen die zich niet tegenover één beoefening van geloof, schuldig maken aan tien, zo niet aan twintig beoefeningen van ongeloof. Als ik nu juist de gelovigen maar eens door schaamte uit hun ongeloof kon verdrijven! Ik zal alleen maar zeggen dat uw ongeloof veel minder te verantwoorden en te verontschuldigen is dan dat bij anderen het geval is. Waarom? God heeft u niet alleen een grond voor het geloof gegeven zoals Hij dat ook aan anderen gedaan heeft, maar Hij heeft u ook de genade van het geloof gegeven. In zo’n geval niet te geloven is een misdaad van de zwaarste en ernstigste soort. Als een kind, dat is voortgekomen uit zijn ouders en dat het voorwerp is van hun teerste genegenheid, zijn vader, die hem verwekt heeft, een leugenaar zou noemen, zou dat het hart van zo’n ouder niet veel meer kwetsen dan wanneer hij zo door iemand anders behandeld zou worden? Dat is nu juist met u, gelovigen, het geval. God heeft u opgenomen in Zijn gezin, Hij noemt u zonen en dochters en Hij zegt tot u in feite hetzelfde als wat er staat in Jeremia 3:4: ‘Zult gij niet van nu af tot Mij roepen: Mijn Vader!’‘Zult u niet van nu af aan tot Mij gaan als tot een Vader en als uw Vader in Christus in volle zekerheid van het geloof?’ Na dat alles Hem door uw ongeloof toch een leugenaar te noemen en te beweren dat Zijn belofte voor altijd een einde heeft, of dat Hij vergeten heeft genadig te zijn [Psalm 77:9,10], kunt u zich voorstellen hoe zeer dat het hart van uw hemelse Vader kwetst? Het krenken door zonen en dochters, en dan vooral dit krenken door het ongeloof, raakt Hem uiterst gevoelig.

Ongeloof van gelovigen, kenmerken
De vraag komt misschien bij u op waaraan het ongeloof van de gelovigen te herkennen is? Ik antwoord:
Het is daaraan te herkennen dat het voortdurend — en dat onder de schone schijn van nederigheid opkomt — voor de zaak van het ongeloof. Het is voor een mens als ik ben, zal zo iemand zeggen, te groot om zich te wagen in het heiligdom. Het zou aanmatiging in mij zijn om toe te gaan in de volle zekerheid van het geloof en te vragen om vrede en vergeving, genade en eer. Ik durfde gave van God niet aan te raken of Zijn verbond aan te grijpen: mijn vingers zijn te vuil om aan zulke heilige dingen te komen.
Dit is echt een aangrijpende vertoning van nederigheid. Maar, vrienden, het is niets anders dan de duivel van het ongeloof, gehuld in de mantel van Samuël [1 Samuël 28:14]. Het is een opkomen voor de zaak van het ongeloof en een weigeren om te gehoorzamen aan het uitdrukkelijk gebod van God, onder het voorwendsel dat u niet geschikt genoeg bent om te geloven en dat u die en dan weer eens die hoedanigheid mist om te geloven. Wat is dat anders dan een neiging van de oude Adam, iets dat herinnert aan het verbond der werken? Wat ook de vleselijke rede zich mag inbeelden, er is niets op de wereld dat zich meer vernedert en zich meer verloochent dan het ware geloof, hoewel het het vrijmoedigst is. En hoe meer de vrijmoedigheid en de zekerheid van het geloof er zijn, hoe meer er steeds weer de nederigheid zal zijn. De reden daarvan is eenvoudig deze: het geloof, als het met God te doen heeft, weigert om ook maar één blik te werpen op enige genade of hoedanigheid in de ziel zelf, of het moest op haar ledigheid, ellende, armoede en dergelijke zijn. Het stelt zijn gehele vertrouwen op een grond buiten zichzelf, namelijk op de verheven hoedanigheden van de grote Hogepriester over het huis van God.
Verder is het ongeloof van de gelovigen kenbaar aan de zwakke, trage en voorzichtige manier waarop het geloof beoefend wordt, alsof de grond waarop men staat hen niet kan dragen.
Het is net als wanneer iemand op zwak ijs loopt: hoewel hij zich met zijn volle gewicht erop waagt, is hij toch bang dat elk ogenblik het ijs onder hem kan breken en hem in de diepte zal doen verdwijnen. Zo is het ook met vele gelovigen: zij wagen zich op Christus, op Zijn gerechtigheid en op de trouw van God die aan de belofte verbonden is, met een soort van vrees, alsof die het onder hen zou begeven en hen achter zou laten om voor eeuwig om te komen. Wat is dat anders dan ongeloof of een heimelijk wantrouwen dat Gods trouw of Christus’ gerechtigheid niet voldoende zijn om de ziel, als het gaat om haar eeuwig welzijn, te dragen?
Het ongeloof van de gelovigen blijkt voorts daaruit dat zij er te veel op gesteld zijn door het gevoel te leven. Als het zelf niet iets in handen heeft, acht het gevoel de belofte van God geen duit waard. Het geloof echter waardeert de belofte als grond om te staan, ook als het gevoel verdwenen is. De gelovige die door het gevoel leeft, zal de belofte niet geloven of geen vertrouwen hebben in de waarachtigheid van de Belover, als hij er niet evenals Thomas toe gebracht en overgehaald wordt door gevoelige vertroostingen en betuigingen: ‘Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steek in het teken der nagelen, en steek mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven’, Johannes 20:24. Het is met vele gelovigen als met bepaalde onervaren zwemmers: zij zullen zich in het diepe wagen, als u het op u wilt nemen hun hoofd boven water te houden, maar anders niet. Maar dat is niet het echte zwemmen. Het echte zwemmen is als iemand zijn lichaam in zijn volle gewicht in het water waagt; door zijn handen en voeten uit te slaan voorkomt hij, dank zij de kracht van het water, dat hij zinkt. Zo is het het echte geloven niet wanneer iemand alleen op God en Zijn belofte vertrouwt, als hij door gevoelige vertroostingen wordt opgeheven; maar het is wanneer hij rust, steunt en zijn ziel staande houdt op de belofte van God als zodanig, zelfs wanneer die steunsels hem ontnomen zijn. Het is ‘betrouwen op de Naam des Heeren en steunen op zijn God, wanneer zij wandelen in duisternis en geen licht hebben’ [Jesaja 50:10].
Gebruikersavatar
Luther
Berichten: 15857
Lid geworden op: 25 jun 2008, 20:16
Contacteer:

Re: geloof

Bericht door Luther »

Mooi Wilhelm!
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Gebruikersavatar
Gajus
Berichten: 61
Lid geworden op: 13 jan 2009, 23:16

Re: geloof

Bericht door Gajus »

henriët schreef:
memento schreef:
artistiek schreef:
henriët schreef:Wat is het verschil tussen ongeloof en ongelovigheid?
Ongeloof is een daad van een goddeloos mens: En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege hun ongeloof.
Ongelovigheid huist in ieder mens ook na ontvangen genade: Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp.
Ik denk dat je ongelovigheid ook mag uitleggen als twijfelmoedig of geneigd om ongelovig te zijn.
Als we het ongeloof van Gods kinderen maar wel zonde blijven noemen...

PS> Een uitspraak als "Heere, ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp", zou ik eerder als daad van het geloof willen bestempelen, dan als daad van het ongeloof. Geloof is immers het vertrouwen op God, en komt dat vertrouwen niet openbaar in betreffende uitroep? Ongeloof kenmerkt zich dat het afhoudt van Christus, het geloof kenmerkt zich door een vluchten tot Hem.
Het zou dan kunnen betekenen dat mensen met een groot geloof ongelovigheid kunnen hebben, wat zonde is.
is het dan zo dat op zo n moment grootgeloof klein geloof wordt? of haal ik nu van alles door elkaar.

wanneer je spreekt van kleingeloof, ( gij kleingelovigen...) kun je dan ook spreken van zwak geloof, of mag je dat niet met elkaar vergelijken?
is het zo dat het klein geloof klein van God denkt en zwak geloof het geloof nog niet durft te benoemen?
In de bijbel lees ik van een groot geloof van mensen. Ook wordt er 4 keer in het nieuwe testament gesproken over kleingelovigen. Maar eigenlijk wel vermanend en soms zelfs bestraffend. Er is op dat moment te weinig of geen geloof in God bij een bepaalde gebeurtenis. En waar geen geloof is wordt God gehouden voor een leugenaar. Dat heb ik vandaag nog in mijn bijbel gelezen. Het geloof is noodzakelijk. Al is het maar heel klein. Zo klein als een mosterdzaadje, dan kan het toch bergen verzetten.
Plaats reactie