Adrianus, je maakt een karikatuur van de wedergeboorte op deze manier. Het stukje is geadresseerd: "Twijfelende, verslagen en verontruste zondaar". Een mens van nature voelt zich hier niet door aangesproken. Als er mensen zijn, die hiermee worstelen en zichzelf herkennen als zondaars voor God, mogen en moeten ze heengewezen worden naar de enige Naam onder de hemel gegeven tot zaligheid. Als Gods Geest zondaars ontdekt aan het nodig hebben van de Zaligmaker, dan rust zo'n zondaar niet totdat Christus gevonden is. Een levendgemaakte zondaar wordt bijzonder actief gemaakt.Adrianus schreef:Een redelijk centrale passage lijkt me de volgende te zijn:
Ik heb wat dingen vet gemaakt. De mens wordt aan het werk gezet: vooral goed nadenken en dan conclusies trekken. Het recept voor de geestelijke doe het zelver. Dat is het ten diepste, ondanks alles wat er verder in de brochure wordt gezegd. Natuurlijk wordt beleden dat het geloof een gave Gods is, maar dat functioneert op deze wijze niet meer. Terwijl Gods kinderen het moeten hebben van wat de Heere hen persoonlijk door ZIjn Woord en Geest schenkt. Dat we rechteloos zijn en Gods souverein is klinkt niet door. Omdat dit onderwerp al vele malen is bediscussieerd op het forum volsta ik in dit topic met deze waarschuwende posting.Twijfelende, verslagen en verontruste zondaar, je hebt gelezen, gedacht, geluisterd, gebeden, geworsteld, onderzocht, boeken geraadpleegd die over het geloof handelen en lijsten gelezen die merktekenen van de bekering bevatten, aan anderen gevraagd wat ze voelen en wat ze zien als vruchten van het werk van de genade. Toch ben je niet gerustgesteld over je staat. Je bent als een beest in het slijk; ondanks al je worstelen zink je dieper en dieper weg.
Sla dan een andere weg in, want je pogingen hebben gefaald. Maak je geen zorgen over je vruchten. Zie op Christus; houd je oog op Hem gericht. Denk na over je eigen verlorenheid. Denk dan na over de Godheid van Zijn persoon, de algenoegzaamheid van Zijn verzoening, de volmaaktheid van Zijn rechtvaardigheid, de rijkdommen van Zijn genade, de algemeenheid van Zijn uitnodigingen. Als je dit allemaal inziet, geef je dan aan Hem over om op Zijn wijze zalig te worden. Wacht op de zaligheid die Hij bepaald heeft.
Hoe meer je dat doet, hoe duidelijker en hoe sterker je geloof zal worden. Naarmate je geloof sterker is, zal ook je vrede groter worden. Aan de andere kant zal een gelovige zich in de eerste plaats geen zorgen maken over zijn persoonlijke geloof, maar over de eer van God. Hem alle lof, dankzegging en eer toebrengen is de nieuwe drijfveer die door de Geest zal worden ingeplant. Daarbij valt je vrede in het niet.
Twijfel niet wanneer je niet dadelijk antwoord ontvangt. Hij heeft daar Zijn wijze bedoelingen mee, om te zien of het jou ernst is. Blijf aanhouden en het antwoord zal niet uitblijven. ‘Ik zal u niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent’ (Gen. 32:26)
Misschien wacht je op een gevoelige indruk of een opwelling in je hart, zodat het voor je nog duidelijker wordt dat je mag geloven. Je spant je in om te weten dat je een gelovige bent vóór je echt gelooft. Je wilt er verzekerd van zijn dat je door Christus aangenomen bent, opdat je tot Hem kunt gaan om aangenomen te worden.
Het geloof is niet een zeker weten dat jij een christen bent, maar een voor waar houden dat Christus voor zondaren stierf. Ongeloof is niet twijfelen of jij wel gekomen bent, maar twijfelen aan Christus’ gewilligheid om jou te redden. Laat daarom de verzekerdheid in eerste instantie rusten; je moet er niet over spreken of denken. Op dit moment moet je het geloof in Christus zoeken te verkrijgen. Je moet je ziel doen rusten op de verzoening van Christus, je moet ervan overtuigd zijn dat Hij stierf voor zondaren en dat Hij gewillig is om je te redden.
Waaruit weet je dat je gekomen bent? Hieruit, dat God de eerste plaats in je leven heeft en niet je eigen ik. Dat je wilt inzien dat je niet meer zonder de Heere kan leven en zijn verlossingswerk nodig hebt ter betaling van je zonden.
De wedergeboorte blijkt toch in eerste instantie uit de nood om te moeten geloven en niet te kunnen? Hier wordt pastoraal het juiste medicijn aangewezen: Zie op de verhoogde slang.
En natuurlijk kan het zijn dat niet alle mensen die om Jezus roepen dat het met een waar hart doen, maar daar mag de boodschap van het Evangelie niet onder lijden!
Augustinus waarschuwt bij de gelijkenis van de zaaier om niet de Heere des oogstes te willen zijn. Dat is Gods eer aantasten in het binnenhalen van Zijn Eigen Werk!