40 stellingen

Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Beste Voorbijganger,

Op je vraag of opmerking over de overtuiging het volgende. De overtuiging ligt bij mij in het woordje 'verslagen'. De uitroep volgde op dit verslagen zijn. Als we de grondtalen bezien vinden we hier het woord kata'nusso. Voor dit woord vinden we de volgende omschrijvingen:

- doorstéken, doorbóren
- specifiek het gevoel van smart

De AV gebruikt het woord 'prick'. Deze doorsteking, doorboring van het hart leverde ook de klacht vanuit de ziel, nl. wat moeten wij doen.
Als wij nu in het dagelijkse leven zoiets mee zouden maken dat ons hart doorstoken werd dan rennen wij naar een dokter toch? Wij blijven toch niet de wond bezien. Nog eens kijken of hij wel diep genoeg is, want dat verklaart het woordje 'doorstoken'. Nee zo'n wond behoeft de zalf van het lieflijke Evangelie en hiervoor is maar één heelmeester nl. Jezus Christus.
Dat zo'n mens dan de drie stukken gaat doorleven z'n hele leven lang is zeker waar, maar die andere overtuiging kan alleen zaligmakend zijn als ze uitdrijft naar Christus. Dat is ook het verschil wat ik probeer aan te geven met de woorden 'overtuiging' en 'ellendekennis'.

Dat onderscheid moeten we ook maken want we vinden bv. in Lukas 9:43 ook het woordje verslagen echter dan ziet het op een gewone verslagenheid die voortkomt uit een bewondering.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
roseline

Bericht door roseline »

PeterB,

1) Kan God door het kwade verzocht worden?

2) Kan een mens in het vlees blijven en God behagen?

3) Wat is wetteloosheid? Is dat: je verlustigen in Gods wet?
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Beste ndonselaar,

Telkens heb ik het gevoel dat wij van mening niet verschillen, maar dat jij het zo uitdrukt, dat het niet gereformeerd meer is, maar ook verkeerd kan worden geinterpreteerd. Daarom reageer ik maar weer.
1. Er is geen toeleidende weg tot Christus, wel een toeleidende weg vanuit Christus.
3. Ellende komt niet vóór maar na het geloof.
Stelling 1: Ik ben van mening dat er wel een toeleidende weg is, en dat houdt uiteraard vanzelfsprekend verband met stelling 3, ik ben van mening dat de ellende en zonde beleefd (gekend!) wordt eer dat men tot Christus wil en zal komen. De Heilige Geest werkt immers d.m.v. overtuiging van zonde, oordeel en gerechtigheid.
Hierbij citeer ik meteen maar weer uit het bekende boek van ds. Harinck: "Onder hen die een bevindelijke prediking voorstaan, heeft men altijd sterk benadrukt dat een doorleving van eigen zonde en ellende voorafgaat aan het dadelijk geloven in Christus. Dat is op zichzelf niets nieuws. Reeds bij de Reformatoren wordt erop gewezen dat de Heilige Geest ons met Christus verenigt. (..) Zij weten ook van een weg tot Christus. In dit verband spreken zij over de werking van de wet, die veroordeelt, en van het Evangelie, dat vrijspreekt. Zij spreken zich herhaaldelijk uit, dat Christus Zich alleen vertoont aan ellendige, terneergeslagen zondaren. De Nadere Reformatie heeft zich daarbij aangesloten. (..) De oudvaders besteden veel aandacht aan het komen tot Christus. Zij beschrijven de weg waarlangs de Heilige Geest zondaren tot Christus brengt en wat die overtuigde zondaar op die weg ondervindt. Op die manier begeerden zij voor de bekommerde zielen een leidsman tot Christus te zijn.

Even later schrijft deze dominee, ndonselaar, over een gevaar dat steeds meer vanuit de rechterflank der gereformeerde gezindte opkomt, en ik ben zo bang dat ik het ook bij jou meen te bespeuren namelijk wat hij schreef: Anderen vragen zich af, of de Schrift deze bepaalde diepte van de beleving van ellende wel voorschrijft. Zij lezen van voorbeelden in de Schrift, waar deze diepe ellendekennis ontbreekt. Niet ZELDEN keren zij zich daarom af van alle spreken over een toeleidende weg tot Christus en over de beleving van eigen zonde en ellende. Zij vervallen tot een algehele afkeer van het spreken over de ellendekennis. Het gevolg is, dat men alle beleving van zonde en ellende de rug toekeert en ten prooi valt aan een godsdienst van geloven en aannemen van Jezus, zonder bevindelijke kennis van zijn ellende.

Ik weet niet of we wel zo'n scheiding moeten maken van
1. Ellendekennis voor de bewuste kennis en zekerheid van het behoud in Christus
2. Ellendekennis erna

Ellendekennis is toch ellendekennis? Verslagen en arm van geest wordt je toch gemaakt wanneer je door de Wet overtuigd wordt van je doodstaat en dus gaat verlangen naar de gemeenschap met Christus en de verzoening met God (wat volgens Voetius al het wezen des geloofs in zich heeft).
Ik zie in de praktijk niet het verschil tussen ellendekennis voor het eerste geloven, dan ellendekennis erna. Het is uiterst onschriftuurlijk om scheiding te maken tussen deze "twee". Ik vind deze scheiding nergens in de Schrift terug, en het leidt tot meer en meer verwarring.
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Ndonselaar,

Nu ik zo uitgebreid op stellingen 1 en 3 heb gereageerd, wil ik wel even verder vragen.

Wat wordt er bedoeld met: 20. Er zijn geen trappen vóór het geloof...
22. Er zijn geen standen in het genadeleven

Tevens kom ik nog een bedenkelijke stelling tegen:
33. Het Avondmaal des Heeren is ingesteld voor diegenen die weten dat hun zonden en hun overblijvende zwakheden om Christus’ wil vergeven zijn en die begeren dat kleine of grote geloof te sterken.
Prof. dr. G. Wisse schreef in het boekje "Mag ik ten Avondmaal gaan?" het volgende: Zien we nu hoe dit is, en of we ook zonder verzekerdheid mogen aantreden. Ja, zo menigeen is reeds gestruikeld op dit tweede punt: nochtans te geloven, dat de zonden mij om Christus' wil vergeven zijn. Dan redeneert men aldus: zie, ik kan niet ontkennen, dat er werkzaamheden zijn met de Heere Jezus. Ik mag mijn toevlucht bij tijden tot Hem nemen. Maar om nu te zeggen: ik weet dat mijn zonden vergeven zijn, daarvoor sta ik nog, en dus mag ik (nog) niet aangaan. Men diene hierbij dan in acht te nemen, dat onderwerpelijke verzekerdheid nog iets anders is, dan dit vertrouwen zelf. Het is er de volle vrucht of terugwerkende kracht van. Zulk toevlucht nemen toch is in het wezen der zaak reeds vertrouwen. Voorop sta hierbij, dat wie waarlijk zulk een toevlucht nemen tot de Heere Jezus kent, niet behoort te twijfelen aan de gewilligheid van de Zaligmaker, aan de volle afdoende gerechtigheid van Christus. Twijfel daar toch niet aan. De beloften Gods ten dezen zijn hecht en zeker. Uw stand en gestalte mogen in dit opzicht vaak zwak zijn, de beloften Gods niet. Begin niet met te vragen: ben ik nu wel verzekerd; maar begin met uw ganse ziel in haar volle gewicht te laten zakken en zinken op Christus, als schuldovernemende Borg."

Vervolgens haalt hij, net als ds. L. Vroegindeweij overigens, een 'vertrouwd man' als Justus Vermeer aan, die in zijn Catechismusverklaring schrijft: "Ge leest niet in het formulier, of ge gewisselijk gelooft, dat al uw zonden vergeven zijn; maar of gij de gewisse belofte Gods gelooft...Gevolgelijk, zo gaat hij voort, moet men hier onderscheid maken tussen de beloften Gods, die al deze grote dingen inhouden, en tussen het geloof, waarmee die zekere en gewisse beloften worden aangenomen en toege-eigend. Daar staat niet, dat dit een verzekerd geloof moet zijn. Deze grote en zekere beloften Gods, die behelzen de volle rechtvaardiging en vergeving...om des lijdens en stervens Christi wille.
Dit is, zo gaat hij voort, de grote zaak die elk nodig heeft, niemand kan die gewisse beloften Gods missen, zonder verloren te gaan, en naar de grote zaak zijn toch de kleinste gelovigen zelfs uitgestrekt. Derhalve, zegt Vermeer verder, komt het nu aan op het geloof, waarmee die gewisse beloften Gods worden aangenomen; dit nu kan geschieden met een sterk, maar ook met een zwak geloof; met veel verzekerdheid, maar ook met veel twijfelmoedigheid, maar ook met een klein geloof; de zaak is, dat het maar een waar geloof is, en dat iemand met al zijn zonden, zo ellendig hij is, buiten Jezus het niet kan stellen."


De rest kan ik van harte met je meebelijden.
PeterB

Bericht door PeterB »

Origineel geplaatst door roseline
PeterB,

1) Kan God door het kwade verzocht worden?

2) Kan een mens in het vlees blijven en God behagen?

3) Wat is wetteloosheid? Is dat: je verlustigen in Gods wet?
Roseline,
Lees eens wat ik zeg.

1) Jezus ging in de woestijn om van de Satan verzocht te worden

2) Paulus was duidelijk toen hij in vers 26 van Rom 7 zei:
(herhaling)
26
Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de
wet der zonde.

3)
waaruit leidt je af dat ik dat bedoelde?
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Ndonselaar,
Hierbij mijn vragen en commentaar. Deze zijn vet weergegeven. Voor een deel zijn het dezelfde vragen van RJ zie ik.
1. Er is geen toeleidende weg tot Christus, wel een toeleidende weg vanuit Christus.
De juistheid van de stelling is afhankelijk van de definitie van 'toeleidende weg'.

3. Ellende komt niet vóór maar na het geloof.
Alternatief: ellendekennis kan zowel vóór de wedergeboorte als erna plaatsvinden

4. De zaligmakende overtuiging van zonde komt wel vóór het geloof, immers het is de Geest die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel.
Deze stelling lijkt in strijd met stelling 1 en 3. De term 'zaligmakende overtuiging' is alleen theoretisch te gebruiken. Iemand heeft overtuiging van zonden of niet. Pas later blijkt of deze overtuiging 'zaligmakend' is geweest.

20. Er zijn geen trappen vóór het geloof, wel oefeningen in het geloof.
Wat zijn 'trappen'? Is er een relatie met het boekje: 'De trappen des Geestelijken levens' van Brakel? Wat is het verschil tussen trappen en oefeningen?

21. Voor het geloof is er geen verbondenheid met het Voorwerp van het geloof en dus ook geen oefening van dat geloof.
Alternatief: Voor de wedergeboorte is er .......

22. Er zijn geen standen in het genadeleven, wel geloofsoefeningen in het genadeleven.
Is het genadeleven, het leven na de wedergeboorte? Wat zijn standen? Is dit hetzelfde als 'trappen'?

26. Er is geen onbewuste rechtvaardigmaking wel een ordinering van eeuwigheid.
Dit betekent dat elke gelovige zich van zijn rechtvaardigmaking bewust is. Hiermee worden de mensen met het lichtje op hun rug even in een hoek gezet.
Dus niet mee eens.


33. Het Avondmaal des Heeren is ingesteld voor diegenen die weten dat hun zonden en hun overblijvende zwakheden om Christus’ wil vergeven zijn en die begeren dat kleine of grote geloof te sterken.
Alternatief: Het avondmaal des Heeren is ingesteld om de allerkleinsten in het geloof, zelfs degenen die geen raad weten met hun zonden, te troosten en te sterken. Degenen met een 'groot' geloof hebben geen versterking nodig en zij kunnen, samen met de kleinsten de dood des Heeren gedenken.

40. Ooit was het goud van de Reformatie het Sola Scriptura (door het Woord alléén); het Sola Fide (door het geloof alléén); het Sola Gratia (door genade alléén). Belijden en geloven we dit nog?
Dit is geen stelling. Maar een vraag.
Alternatief: Het goud van de Reformatie: het Sola Scriptura (door het Woord alléén); het Sola Fide (door het geloof alléén); het Sola Gratia (door genade alléén) staat vandaag onder druk. Er is een opleving en REformatie nodig.
roseline

Bericht door roseline »

Beste Peter,

Kan God door het kwade verzocht worden?
Jezus ging in de woestijn om van de Satan verzocht te worden
Jezus werd dus verzocht door de Satan? Matt. 4, Heb. 4:14-16.

‘Laat niemand als hij verzocht wordt zeggen; Ik word van Gods wege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. Maar zo vaak iemand verzocht wordt komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte.’ Jac. 1:13-14.

'Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees - God heeft, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.' Rom. 8:3.

Mijn vraag: Wie ís Jezus eigenlijk?

-------------

Kan een mens in het vlees blijven en God behagen?
) Paulus was duidelijk toen hij in vers 26 van Rom 7 zei:
(herhaling)
26
Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de
wet der zonde.
Lastig, hè, dat herhalen :).
Ik herhaal ook:

‘Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
Gij daarentegen, zijt niet in het vlees, althans, indien de Geest Gods in u woont.’ Rom. 8:7-9.

Mijn vraag: Hoe kan het, dat Paulus wèl een onderscheid maakt tussen ‘zichzelf’, ‘zijn inwendige mens’, ‘zijn gemoed’ aan de éne kant en zijn ‘vlees’, de 'zonde' aan de andere kant? Is dat dan tòch te scheiden? Is er een scheiding tussen het ‘vlees’ en de ‘geest’?


------------------------

Wat is wetteloosheid? Is dat: je verlustigen in Gods wet?
Waaruit leidt je af dat ik dat bedoelde?
Het is een vraag om duidelijkheid te verkrijgen. Dus nogmaals: Wat is wetteloosheid? Is dat hetzelfde als je verlustigen in Gods wet?

Ik nodig je uit om op deze vragen te antwoorden. Het hóeft niet :).

Groeten, Rose.

[Veranderd op 1/11/02 door roseline]
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Beste RJ,

Jij bevraagt me ten eerste over de 1ste en 3de stelling. Waar ik stelde dat er geen toeleidende weg tot Christus is maar wel een toeleidende weg vanuit ben jij van mening dat die er wel is. Ook schrijf je dat ellende en zonde beleefd (gekend) wordt ook vóór het geloof. Vreemd genoeg haal je voor die laatste stelling mijn stelling aan van ‘zonde, gerechtigheid en oordeel’. Nergens ontken ik RJ dat God een mens niet overtuigt van de zonde. Integendeel de mens die God overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel, ziet tegen wie hij gezondigd heeft. Die ziet de heiligheid Gods, die niets anders kan dan toornen over de zonde. Hij ziet een berg Sinaï die niets anders dan dondert en beeft vanwege de Sjechina Gods. Toch, eeuwig wonder, God was daar op de berg Sinaï door Zijn Zoon Jezus Christus anders had Hij het gehele volk moeten wegvagen. Ik zie je gezicht al vragend worden, waarom dan toch dat onderscheid? Wel RJ omdat het woordje ‘ellende’ eigenlijk al iets anders betekent. In zijn oorspronkelijke betekenis betekende dit ‘uitlandig’, dus niet thuis hier op aarde, verlangend naar wat Johannes uitriep in Openbaringen ‘Kom Heere Jezus, ja kom!’ Deze bede komt op vanwege onze ellendige staat, vanwege de geestelijke strijd die de geestelijke mens hier op aarde strijd.

Dan schrijf je: De oudvaders besteden veel aandacht aan het komen tot Christus. Zij beschrijven de weg waarlangs de Heilige Geest zondaren tot Christus brengt en wat die overtuigde zondaar op die weg ondervindt. Op die manier begeerden zij voor de bekommerde zielen een leidsman tot Christus te zijn. Die oudvaders zijn waarschijnlijk de mannen in de Nadere Reformatie. En zeker besteedden dezen veel meer aandacht aan de ‘de zekerheid van het gevoel’ dan de ‘zekerheid van het geloof’. Mag dat dan niet? Jazeker, is ook zeer pastoraal, als we maar nooit vergeten dat het geloof verankerd ligt in Christus en dat we pas mogen spreken van een geloofsleven dat weet van de geloofsdaad.

Over je andere aanhaling wil ik eigenlijk niet veel schrijven. Ik dacht toch wel dat ik duidelijk genoeg was in mijn stellingen aangaande de zaligmakende overtuiging. Je beschuldigt me van iets dat niet terecht is. Wel keer ik me af van het spreken van een toeleidende weg alsof er leven kan zijn voor de geloofsomhelzing. Wel wil ik nadrukkelijk ruimte laten voor het spreken van het overtuigende werk van Gods Geest. Waarom dit geen toeleidende weg noemen? Wel omdat Jezus Zelf zei: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’, ook zegt Hij ‘Ik ben de Deur’. Vaak wordt typologisch de Ark van Noach gezien als Ark van het behoud. Mag ook, en Wie is dan de Deur? Jezus Christus. Is er dan geen toeleidende weg tot die Deur? Ik denk het wel, alleen ‘haast u en spoed u om uws levens wil’! Waarom, o zondaar u bent nog niet ingegaan door die Deur Jezus Christus. Buiten die Deur zult gij voor eeuwig omkomen. Dit beeld vinden we ook bij de vrijsteden. Opgejaagd door de bloedwrekers vlucht de man naar de vrijstad. Bezag die man de weg waarop hij liep? Nee, zijn blik lag voorwaarts naar de vrijstad. Als wij nu die man tegenkwamen wat vraagt hij dan? Beschrijf me de weg waarover ik loop? Nee, waar is de Vrijstad want daarin zal ik geborgen zijn. Daarom gebruikte ook eens het beeld van de naald en de draad van Ralph Erskine. De naald van de Wet wordt onmiddellijk gevolgd door de draad van het Evangelie.

Ik weet niet of we wel zo'n scheiding moeten maken van
1. Ellendekennis voor de bewuste kennis en zekerheid van het behoud in Christus
2. Ellendekennis erna

Ik zie in de praktijk niet het verschil tussen ellendekennis voor het eerste geloven, dan ellendekennis erna. Het is uiterst onschriftuurlijk om scheiding te maken tussen deze "twee". Ik vind deze scheiding nergens in de Schrift terug, en het leidt tot meer en meer verwarring.


Juist verwarrend is het om géén scheiding te maken. Hoe kan een ongeestelijk mens ooit verstaan de dingen die des Geestes Gods zijn. Hoe kan een ongeestelijk mens ooit verstaan de praktijk van het geestelijk leven? Ook Thomas Boston maakt in zijn viervoudige staat onderscheid, wat echter ook Gods Woord doet. Als wij echter dit naast ons leggen en de Schrift lezen alsof die scheiding er niet is, dan lezen we overal dezelfde ellendekennis. Een ellendig ‘uitlandig’ mens spreekt altijd vanuit een bezit! Lees Heman in Psalm 88 ‘de God mijns heils’ dus de God van mijn zaligheid. Dit verstaat een overtuigde zondaar niet! Die is alleen geholpen met Jezus Christus en Dien gekruisigd.

Je bevraagt me tenslotte over stelling 31. Eigenlijk behoef ik hierop niet te antwoorden. Deze stelling komt rechtstreeks uit de Heidelberger, vraag en antwoord 81. Toch wil ik het wel doen. Ik ga niet heel diep in op de citaten van Prof. Dr. G. Wisse en Ds. Vroegindewij. Één citaat van Wisse haal ik aan: Ik mag mijn toevlucht bij tijden tot Hem nemen. Maar om nu te zeggen: ik weet dat mijn zonden vergeven zijn, daarvoor sta ik nog, en dus mag ik (nog) niet aangaan.

Prof. Wisse spreekt toch hier van het toevlucht nemen tot Hem. Dat door allerlei definities het juiste zicht op de omhelzing is weggegaan, is al erg genoeg, toch nogmaals hier wordt gesproken van een geloof. Dit is een geloof wat de toevlucht heeft genomen tot Hem. Dit is een geloof wat mag weten van wat het Hooglied jubelt ‘Mijn ziel gaat uit vanwege Zijn gezegend spreken’. Ja, ziel dan kan Hij zo verborgen zijn voor onze waarneming, dan kunnen wij het niet voor geloof houden als we spreken als een zwarte bruid, maar wie kunnen er nu alleen waardig aan die Dis des Verbonds aangaan? Toch alleen die zichzelf als de onwaardigste inleven, die niets hebben in te brengen dan alleen de bloedgerechtigheid van Jezus Christus. Vriend waartoe zijt gij hier, geen bruilofskleed aan hebbende. Die meende met zijn eigen gerechtigheid een recht van toegang te hebben. Merkt dan op die knecht aan de poort van die bruiloftszaal, daar mogen we ons vuile kleed afleggen en ja dan mogen we aandoen de bekledende Borggerechtigheid van Jezus Christus.

De stellingen van commentaar voorzien van Gerrie:

1. Er is geen toeleidende weg tot Christus, wel een toeleidende weg vanuit Christus.
De juistheid van de stelling is afhankelijk van de definitie van 'toeleidende weg'.
Dat is een juiste conclusie Gerrie. Echter mijn stellingen zijn geponeerd vanuit een bezorgdheid. Vanuit deze bezorgdheid spreek ik alleen van een weg als we ons weten achter de Deur Jezus Christus. Dan leven we op de weg die dikwijls genaamd wordt de geestelijke weg waar we de geestelijke strijd beleven die we zovaak terugvinden in de Psalmen.

3. Ellende komt niet vóór maar na het geloof.
Alternatief: ellendekennis kan zowel vóór de wedergeboorte als erna plaatsvinden

Jouw stelling zou juist zijn als hiermee twee verschillende zaken bedoeld worden. Vanwege het onderscheid wat de Schrift hierin aanbrengt wil ik toch spreken van een ellendekennis van onszelf die we dagelijks inleven als de geestelijke strijd en een overtuiging die God werkt door de spiegel der wet. We leren immers dat er een twee-erlei overtuiging is maar we leren toch geen twee-erlei ellendekennis. Alleen al vanwege dit verschil moeten we ze onderscheiden.

4. De zaligmakende overtuiging van zonde komt wel vóór het geloof, immers het is de Geest die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel.
Deze stelling lijkt in strijd met stelling 1 en 3. De term 'zaligmakende overtuiging' is alleen theoretisch te gebruiken. Iemand heeft overtuiging van zonden of niet. Pas later blijkt of deze overtuiging 'zaligmakend' is geweest.

Is niet in strijd met de andere stellingen, alleen het had waarschijnlijker beter geweest om deze eerst te noemen, maar goed dat is te wijten aan de spontaniteit bij het opschrijven.
Let alleen eens op wat Ds. v.d. Groe hierover schreef:
Een bloot werk van overtuiging, hoedanig het dan ook wezen moge, kan, op zichzelf, niemand enig part of deel aan Christus en aan de zaligheid geven. en vervolgens de volgende stelling Geen overtuiging zal ooit heilzaam of zaligmakend zijn, dan die door de krachtdadige werking des Geestes in 's mensen hart dadelijk doorbreekt tot een oprecht gelovige kennis en omhelzing van de Heere Jezus, zoals Hij ons wordt voorgedragen in de beloften des Heiligen Evangeliums.
We zien hierook ds. v.d. Groe schrijven dat de zaligmakende overtuiging hieraan te herkennen is, nl. het doorbreken tot een oprecht gelovige kennis en omhelzing van de Heere Jezus.
20. Er zijn geen trappen vóór het geloof, wel oefeningen in het geloof.
Wat zijn 'trappen'? Is er een relatie met het boekje: 'De trappen des Geestelijken levens' van Brakel? Wat is het verschil tussen trappen en oefeningen?
22. Er zijn geen standen in het genadeleven, wel geloofsoefeningen in het genadeleven.
Is het genadeleven, het leven na de wedergeboorte? Wat zijn standen? Is dit hetzelfde als 'trappen'?
Deze stellingen van jouw wil ik samen vatten omdat ze veel met elkaar te maken hebben. Laat ik vooropstellen Gerrie dat als Brakel spreekt van trappen des Geestelijken levens hij dit alleen doet in de erkenning dat zelfs de jongeling in de genade weet van de gelovige kennis van de Heere Jezus. Of er verschil is in trappen, standen, of oefeningen als je het goed bedoeld, dat denk ik niet. Echter trappen en standen veronderstelt een groei. Met deze constatering zou op zich ook nog niets mis zijn, mits dat de groei is die ik aanhaalde in mijn brief ‘Hij moet wassen en ik moet minder worden’. Velen zien de standen/trappen tegenwoordig als een groeien en groter worden. Deze standen/trappen komen dan niet voort uit een oprechte begeerte om af te zien van onszelf maar meer om zichzelf te herkennen in de genoemde standen. Dus ik heb echt geen moeite met de trappen of standen als ook hier nadrukkelijk genoemd wordt dat zelfs de kleinste stand in de genade weet heeft aan Christus, hoe klein en hoe toevluchtnemend ook.
21. Voor het geloof is er geen verbondenheid met het Voorwerp van het geloof en dus ook geen oefening van dat geloof.
Alternatief: Voor de wedergeboorte is er .......
Misschien kan ik hem beter beantwoorden, want ik denk dat hij verband houd met je alternatief voor stelling 26. Als dat niet zo is hoor ik het graag van je. Ik laat hem dus nog onbeantwoord.
26. Er is geen onbewuste rechtvaardigmaking wel een ordinering van eeuwigheid.
Dit betekent dat elke gelovige zich van zijn rechtvaardigmaking bewust is. Hiermee worden de mensen met het lichtje op hun rug even in een hoek gezet.
Dus niet mee eens.

Hiermee komen we op een moeilijk punt. Deze stelling deed Comrie besluiten tot de ‘actus’ en de ‘habitus’. Hierop verdedigde Theodorus van der Groe de ponering dat zelfs het kleinste geloof de zekerheid kent. Toch Gerrie voel ik best wat je bedoelt, maar wat vond je dan van mijn citaat van Prof. Dr. A. de Reuver die schreef ‘één van de verworvenheden van de Reformatie is de zekerheid van het geloof, echter deze zekerheid is gehuld in het gewaad van de hoop die bidden wordt verkregen’.
Vervolgens Gerrie, als we nu van dood levend zijn geworden, we zijn een nieuw schepsel in Christus Jezus, ja we geloven met Paulus dat het geloof nu gelooft de dingen die men niet ziet. Zou dit dan onbewust kunnen gebeuren? Nogmaals ik spreek niet over het hierna volgende geloofsleven wat soms vol strijd en aanvechting kan zijn ook ten aanzien van ons geloof. Dat die mensen soms klagend over de aarde gaan, wel vanwege hun eigen afmakingen, maar ze missen zo Gods Aangezicht. Misschien ben je het nu wel met me eens.
33. Het Avondmaal des Heeren is ingesteld voor diegenen die weten dat hun zonden en hun overblijvende zwakheden om Christus’ wil vergeven zijn en die begeren dat kleine of grote geloof te sterken.
Alternatief: Het avondmaal des Heeren is ingesteld om de allerkleinsten in het geloof, zelfs degenen die geen raad weten met hun zonden, te troosten en te sterken. Degenen met een 'groot' geloof hebben geen versterking nodig en zij kunnen, samen met de kleinsten de dood des Heeren gedenken.
Door het alternatief zouden we de Heidelberger aan moeten passen. Ook denk ik dat zelfs het grote geloof haar of zijn geloof wil sterken, immers dat grote geloof weet zich verbonden aan Gods genadetroon en verlangt naar de gemeenschap met God. Dit grote geloof weet ook af van haar of zijn zonden, en misschien is het wel zo Gerrie dat juist dat geloof wat geen raad weet met haar of zijn zonden een groot geloof heeft, want zij klagen hun nood uit voor de genadetroon en bedelen met die lege hand aan Gods troon en we weten wat God zegt in Zijn Woord ‘armen heeft Hij vervuld’ en ‘rijken heeft hij ledig weggezonden’. Is dat grote geloof rijk? Welnee, ook zij kennen zichzelf alleen zij weten dat Christus haar of zijn zonden heeft weggedragen aan dat vloekhout van Golgotha. Je slotzin is nu wat het hoofddoel is van de tafel des Heeren ‘het gedenken van de dood des Heeren’. In dit gedenken sterkt God het kleine en het grote geloof.
40. Ooit was het goud van de Reformatie het Sola Scriptura (door het Woord alléén); het Sola Fide (door het geloof alléén); het Sola Gratia (door genade alléén). Belijden en geloven we dit nog?
Dit is geen stelling. Maar een vraag.
Alternatief: Het goud van de Reformatie: het Sola Scriptura (door het Woord alléén); het Sola Fide (door het geloof alléén); het Sola Gratia (door genade alléén) staat vandaag onder druk. Er is een opleving en REformatie nodig.

Is volledig waar, maar om een slot te maken, maakte ik hiervan een vragende stelling. Ik kan me dan ook volledig vinden in je alternatief.
Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Beste ndonselaar,
Juist verwarrend is het om géén scheiding te maken. Hoe kan een ongeestelijk mens ooit verstaan de dingen die des Geestes Gods zijn. Hoe kan een ongeestelijk mens ooit verstaan de praktijk van het geestelijk leven?
Je begrijpt me blijkbaar nog niet helemaal. Wie trekt tot Christus, Wie leidt tot Hem? Is het niet Gods Geest Die je trekt tot Hem in de weg van missen, zoeken en vinden? De Heilige Geest leert de mens eerst Gods heiligheid en rechtvaardigheid verstaan. Die verstaat de mens van nature nooit, maar als de Heilige Geest de ogen opent voor de waarheid van Gods Woord en voor de verschrikkelijke waarheid van dat je je van nature in een onbekeerde doodstaat bevindt, dan ga je wel God zoeken. Je zegt zelf dat de Heilige Geest overtuigt door Gods Wet. Toch beweer je dat er geen ellendekennis is. Terwijl toch de ellendekennis door de wet is, en mensen overtuigt door deze wet van hun ellende, zo met al hun last tot Christus komen.
Je kunt simpelweg geen onderscheid maken. Kan een mens die nog niet (bewust) verzoend is met Christus, toch enige geestelijke kennis hebben. JA! Want het is de Heilige Geest Die trekt tot Christus en de arme zondaar leert dat hij anders verloren ligt en gaat en de Geest leert hem dat hij gezondigd heeft en overtuigt zo dat hij dadelijk zoeken gaat naar Christus' gerechtigheid. De natuurlijke mens verstaat daar niks van, maar wanneer een mens door de Geest geleid wordt, dan wel.
Dus: Er is wel ellendekennis voor de verlossing. Niet voor niets heet de drieslag in de HC: Ellende, verlossing en dankbaarheid. Ik snap niet hoe je met de HC in de hand toch kunt zeggen dat er geen ellendekennis voor het geloof is.

"Een ellendig ‘uitlandig’ mens spreekt altijd vanuit een bezit! Lees Heman in Psalm 88 ‘de God mijns heils’ dus de God van mijn zaligheid. Dit verstaat een overtuigde zondaar niet! Die is alleen geholpen met Jezus Christus en Dien gekruisigd."
Ja, maar dat is toch ook ellendekennis, en zou Heman dan Jezus Christus en Dien gekruist niet nodig hebben? Een ellendig mens kan ook de mens zijn die zich ellendig gevoelt omdat hij God mist en het heil in Jezus Christus.

"We leren immers dat er een twee-erlei overtuiging is maar we leren toch geen twee-erlei ellendekennis. Alleen al vanwege dit verschil moeten we ze onderscheiden."
Zo is dat, er is geen twee-erlei ellendekennis ndonselaar. En er is ook geen twee-erlei geloof. Historisch geloof is in de grond der zaak ook maar ongeloof.
als we nu van dood levend zijn geworden, we zijn een nieuw schepsel in Christus Jezus, ja we geloven met Paulus dat het geloof nu gelooft de dingen die men niet ziet. Zou dit dan onbewust kunnen gebeuren?
Wil je hiermee zeggen dat iedereen in meer of mindere mate de tijd kan aangeven wanneer hij of zij bekeerd werd? Als je niet kunt aangeven wanneer je bekeerd bent, maar van jongsaf al de Heere gevreesd hebt en langzaam de liefde tot de Heere is toegenomen. Moet je dan vrezen dat je nog onbekeerd bent omdat je het niet zo bewust hebt ervaren, de levendmaking?
PeterB

Bericht door PeterB »

Rose,

Jezus was En God En mens.
Hij was mens om de toorn Gods over de zonde te dragen die de mens veroorzaakt had.
Hij was God om de toorn Gods over de zonde te KUNNEN dragen.

Ja er is een scheiding tussen het vlees en de geest. Maar toch leven beide na ontvangen genade in één en het zelfde wezen. Maar de geest zal overwinnen, dat staat vast. Hoewel het er soms op lijkt dat het vlees het wint.

Wetteloosheid is het leven zonder Gods wet.
Het verlustigen in Gods wet het leven MET Gods wet.
Die gaan we lief krijgen.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Aan Refojongere,

Je kunt simpelweg geen onderscheid maken. Kan een mens die nog niet (bewust) verzoend is met Christus, toch enige geestelijke kennis hebben. JA! Want het is de Heilige Geest Die trekt tot Christus en de arme zondaar leert dat hij anders verloren ligt en gaat en de Geest leert hem dat hij gezondigd heeft en overtuigt zo dat hij dadelijk zoeken gaat naar Christus' gerechtigheid. De natuurlijke mens verstaat daar niks van, maar wanneer een mens door de Geest geleid wordt, dan wel.

De term (bewust) verzoend is te zwaar beladen, zie ik. Even verder schrijf je immers: Wil je hiermee zeggen dat iedereen in meer of mindere mate de tijd kan aangeven wanneer hij of zij bekeerd werd? Als je niet kunt aangeven wanneer je bekeerd bent, maar van jongsaf al de Heere gevreesd hebt en langzaam de liefde tot de Heere is toegenomen. Moet je dan vrezen dat je nog onbekeerd bent omdat je het niet zo bewust hebt ervaren, de levendmaking?

Laat ik het dan zo verwoorden RJ. Iemand die gelooft is in meer of mindere mate verbonden met het Voorwerp van het geloof. Minder kan ik het niet stellen, omdat Gods Woord die ruimte niet geeft!
Het andere moet ik afwijzen. Een zondaar buiten Christus is dood en kan geen geestelijke kennis hebben. Het is juist deze aanhaling die mij het onderscheid deed maken. Ook de Heidelberger maakt het onderscheid hierin. Het levensgrote gevaar, wat bij jouw niet bekend zal zijn, is dat je het zo gaat zien:
Een mens wordt ontdekt aan zijn ellende, dit is dezelfde ellendekennis die Paulus uit deed roepen ‘ik ellendig mens’. Ergens op dat pad van die ellendekennis krijgt een mens bewust deel aan de verzoening. Deze leer maakt ‘verondersteld’ bekeerde mensen en meestal ook hoog bekeerde mensen, immers ze hebben niet de diepe rijkdom gezien in Christus en verstaan dus ook niet recht hun diepe vervallen bestaan.

Nogmaals de leer naar Gods Woord is:
De mens wordt overtuigd door Gods Geest van zijn zonde, dit gebeurt door de Wet. Deze zaligmakende overtuiging drijft uit naar Christus. De geloofsdaad die geschonken wordt in de wedergeboorte omhelst Christus. Deze mens is een nieuw mens een geestelijk mens die ook iedere keer weer met een lege hand terechtkomt aan de genadetroon.

Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
de Paus

Bericht door de Paus »

Hier mijn reactie op de 40 stellingen. Ik heb niet alle reacties doorgelezen, dus misschien herhaal ik sommige zaken. Hopelijk draag ik ook nog wat steentjes bij voor een goede discussie. Bij sommige stellingen heb ik juist vragen. Ik zou daar dan graag een antwoord op zien, als het niet teveel gevraagd is. Ik heb dit stukje getikt in Word, dus sommige opmaak-verschijnselen vallen weer weg...onderstrepen... cursief....helaas.

1: Er is geen toeleidende weg tot Christus: Is niet een van de conclusies van ds. Harinck dat er niet gesproken kan worden van 1 toeleidende weg tot Christus, maar van vele toeleidende wegen tot Christus?
Een vraag bij deze stelling is: waar leidt een toeleidende weg vanuit Christus naartoe? Wat voor gevolgen heeft het wanneer we spreken vanuit een weg vanuit Christus?

2: Hier ben ik het in beginsel radicaal mee oneens. Je vergeet namelijk vraag en antwoord 1 van de H.C.: Wat is uw enige troost, beide in leven en in sterven? Dat ik met lichaam en ziel beide, in leven en in sterven niet mijn, maar mijnss getrouwen Zaligmaker Jezus Christus eigen ben.
Hij is nodig om welgetroost te leven en eenmalig te kunnen sterven.

3: Ellende komt niet voor, niet na, maar met het geloven mee. Anders gezegd: ellende(kennis) komt IN en MET het geloof.

4: Ik ken geen overtuiging die zaligmaakt, laat staan een zaligmakende overtuiging van zonde. Ik ken wel Iemand die zalig maakt. Met stelling 5 t/m 12 kan ik dan ook helemaal niets.

15: Moet het perse het gepredikte Woord van God zijn? Op grond waarvan zeg je dat? De tekst die je hier aanhaalt, schrijft dat er toch niet bij?

17: De zekerheid van het geloof ligt in de Gever en Onderhouder van het geloof: de Drie-Enige God.

19: Het geloof kan niet zonder zekerheid. Het geloof is een vaste grond van de dingen die men niet ziet. Hebreeen 11:1 Iedere gelovige heeft op zijn tijd zo z'n twijfels. Daar moeten we niet om heen draaien: het gaat er om waar op je gebouwd staat (welk fundament), of in Wie je geworteld bent.

21: Kun je hier ook een acceptabele link leggen naar de pneumatologie, naar de Geest die het geloof werkt?

23: Volgens mij gaat het op de geloofsschool van de Heilige Geest niet om bevorderd worden of juist niet, maar gaat het om een weg die gevolgd moet worden. Dat voorbeeld laat zich niet makkelijk vervoegen met termen als bevorderen.

25: De term bijzondere openbaring wordt ook vaak anders gebruikt in de dogmatiek. Dit kan verwarrend werken.

26, 27 : Wat versta je onder 'ordening van eeuwigheid' en twee-erlei rechtvaardigmaking' ?

29: Heilshistorie is niet heilsorde Graag enige uitleg bij deze twee termen. .

30, 31: Ik heb helemaal niets met het geloof OEFENEN. Het gaat er in het leven van een Christen niet om, om een geloof te oefenen, maar om een relatie te hebben met Jezus Christus, en om te leven naar wil.
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Ndonselaar,
Een zondaar buiten Christus is dood en kan geen geestelijke kennis hebben.
Andere stelling: Een mens die door Gods Geest getrokken wordt, krijgt onderwijs van de Geest over zijn ellendige staat en gaat bevindelijk verstaan wat ellende en zonde inhoudt en weent daarover, niet vanwege de gevolgen of straf, maar vanwege het feit dat hij de Heere, de goeddoende God, zo verdriet heeft gedaan. Is dat geestelijke kennis, is dat ellendekennis? Als ik Zondag 3 mag verstaan wel. Daarom: Diegene die door Gods Geest getrokken wordt heeft geestelijke kennis van zijn ellende, omdat hij door de Geest onderwezen wordt. Zo leert hij meer en meer verstaan de dingen die des Geestes Gods zijn.
Een mens wordt ontdekt aan zijn ellende, dit is dezelfde ellendekennis die Paulus uit deed roepen ‘ik ellendig mens’. Ergens op dat pad van die ellendekennis krijgt een mens bewust deel aan de verzoening. Deze leer maakt ‘verondersteld’ bekeerde mensen en meestal ook hoog bekeerde mensen, immers ze hebben niet de diepe rijkdom gezien in Christus en verstaan dus ook niet recht hun diepe vervallen bestaan.

Ik zie niet in waarom dit 'verondersteld' bekeerde mensen maakt. Als er duidelijk wordt gemaakt dat men buiten Christus geen leven heeft en dat geestelijke kennis van ellende niet genoeg is tot zaligheid, doch WEL noodzakelijk om Christus recht te leren kennen, dan zal iemand NOOIT roemen in zijn kennis van ellende. Wat ik wel zie is dat een leer die enkel "verlossing en dankbaarheid" predikt en de ellende na de verlossing stelt, verondersteld bekeerde mensen geeft en die vervolgens ook in die waan laat blijven. En dat is nog het ergste.
Ja, ergens op dat pad van de ellendekennis, wanneer een mens aan zijn eind is gebracht en alle gronden hem ontvallen zijn, dan laat hij zich, door de Geest overtuigd, vallen en zakken op de Rots van ons behoud: Jezus.
Nogmaals de leer naar Gods Woord is:
De mens wordt overtuigd door Gods Geest van zijn zonde, dit gebeurt door de Wet. Deze zaligmakende overtuiging drijft uit naar Christus.
Dit wordt in het boek van ds. Harinck de Toeleidende Weg tot Christus genoemd. Dus vervalt stelling 1.
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Beste Ndonselaar,

Als je dingen uitlegt, dan ben ik het vaak wel met je eens. Maar voordat je deze stellingen op een schuurdeur gaat spijkeren, zou ik het toch iets duidelijker formuleren.

Over de zaligmakende overtuiging
In Joh. 16:8-9 wordt gesproken over de Heilige Geest (de Trooster), die de wereld overtuigt van zonde...., omdat zij in Mij niet geloven.....
Hoe zie je dit, als een zaligmakende overtuiging of niet?
Wat Ds. v.d.Groe schrijft over de zaligmakende overtuiging, is voor mij niet het einde van alle tegenspraak. Het is ook wel van belang hoe andere oudvaders daarover schrijven.
Als ik je goed begrijp, dan is jouw mening dat Christen uit Bunjan's christenreis wel een zaligmakende overtuiging had en zich daarom spoedde naar het poortje om redding te vinden in Christus.
Je zou bij stelling 3 eigenlijk duidelijk moeten maken dat je alleen een bepaalde ellendekennis (geestelijke strijd) bedoelt. Het woordje 'ellende' schept daar wat verwarring.
Eenzelfde formuleringskwestie geldt stelling 21. Voor het geloof is er geen verbondenheid met het Voorwerp van het geloof en dus ook geen oefening van dat geloof.
Wat ik bedoelde is: kun je hier niet beter spreken van de wedergeboorte. Je zou ook kunnen zeggen Voor de eerste geloofsdaad is er ......

Wat betreft stelling 26. Er is geen onbewuste rechtvaardigmaking wel een ordinering van eeuwigheid.
Deze stelling zou ik graag willen schrappen. Dan kun je de stellingen
17. De zekerheid van het geloof ligt in het wezen van het geloof.
18. De zekerheid ligt niet in het welwezen van het geloof.
19. Het geloof kan niet zonder zekerheid.
24. De zekerheid van het geloof is gehuld in het gewaad van de hoop, die biddend wordt verkregen en
25. De zekerheid van het geloof wordt niet verkregen door een bijzondere openbaring of vierschaarbeleving.

laten staan.

Je vraagt: als we nu van dood levend zijn geworden, we zijn een nieuw schepsel in Christus Jezus, ja we geloven met Paulus dat het geloof nu gelooft de dingen die men niet ziet. Zou dit dan onbewust kunnen gebeuren?
Ik weet het niet, Ndonselaar.
Misschien niet helemaal onbewust, maar toch.
In J.C. Ryle's boek: Holiness staat het volgende hoofdstuk.
A believer may never arrive at this assured hope, and yet be saved.
Misschien dat de samenvatting van dit hoofdstuk jou kan overtuigen.

Ryle vergelijkt de gelovige, die worstelt met twijfel, angst en vrees, met een brief, die wel is geschreven, maar niet verzegeld. Zo kan de genade zijn geschreven in het hart, maar de Geest heeft het zegel van de zekerheid nog niet gegeven.
Laten we de poort niet nauwer maken en de weg smaller, dan trots en liefde tot de zonde deze al gemaakt hebben.
Zie Joh. 6:37b: die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen
en Rom. 10:11: een iegelijk, die in Hem gelooft zal niet beschaamd worden.
Het geloof is 'leven'. Zekerheid is meer dan 'leven'. Het is gezondheid, kracht, sterkte, energie e.d.


Hoe kijk je aan tegen mensen die de overgang van dood naar leven voor hun beleving zo geleidelijk ondergaan, dat ze geen tijdstip van overgang kunnen aangeven?
Welke dwaling wil je trouwens bestrijden met deze stelling?

Met je reactie op stelling 33 ben ik het volledig eens.
roseline

Bericht door roseline »

Hoi Peter,

Wie wás Jezus eigenlijk?
Jezus was En God En mens.
Hij was mens om de toorn Gods over de zonde te dragen die de mens veroorzaakt had.
Hij was God om de toorn Gods over de zonde te KUNNEN dragen.
Jammer dat je geen bijbelteksten gebruikt. Er zijn zóveel bijbelteksten om het werk en het leven van Jezus te onderstrepen!

Jezus werd verzocht Heb. 4:14-16. Hij had een vlees aan dat der zonde gelijk Rom. 8:3. Daaruit blijkt dus zijn menselijkheid (immers, God kan niet verzocht worden - Jac. 1:13).

Mijn vraag: Als Jezus’ menselijkheid dan dáárin bestond dat Hij in alle dingen op gelijke wijze als wij verzocht is geweest, wáárin bestond dan zijn goddelijkheid?

-----

Hoe kan het, dat Paulus wèl een onderscheid maakt tussen ‘zichzelf’, ‘zijn inwendige mens’, ‘zijn gemoed’ aan de éne kant en zijn ‘vlees’, de 'zonde' aan de andere kant? Is dat dan tòch te scheiden? Is er een scheiding tussen het ‘vlees’ en de ‘geest’?
Ja er is een scheiding tussen het vlees en de geest. Maar toch leven beide na ontvangen genade in één en het zelfde wezen. Maar de geest zal overwinnen, dat staat vast. Hoewel het er soms op lijkt dat het vlees het wint.
Leven beide na het ontvangen van genade?

Ik heb altijd geleerd dat ik mijn vlees, mijn oude mens, gekruisigd moet houden – Rom. 6, Gal. 5:24. Wil dat zeggen dat mijn vlees direct gestorven is? Nee, dat niet, maar het is een aflopende zaak. Het vlees kan in elk geval níet winnen, het is afgelegd, het krijgt steeds minder macht in mijn leven, ómdat ik de dood van Christus te allen tijd in mij om moet dragen – 2 Kor. 4:10-11. Het ís stervende. Mijn hele leven lang, maar het ís stervende. Dus het vlees hoeft nóóit meer de overhand te krijgen! De begeerten die erin leven worden niet meer bevrucht. Jac. 1:12-15. D.w.z. dat ze geen voortbestaan meer hebben! Hoe standvastiger ik ben ten tijde van de verzoeking, hoe meer ik gereinigd wordt van de begeerten des vlezes! En God is almachtig, Hij kan mij daartoe kracht geven! Ef. 6:10-18.
Maar de geest zal overwinnen, dat staat vast
Inderdaad. Ik zou zeggen Geest, met een hoofdletter, immers mijn geest stemt in met Gods Geest dat ik een kind van God ben - Rom. 8. Gods Geest woont in mij! En die zal zegevieren over de zonde en het vlees! Daarom is het ook Gods werk.
Hier is geduld, volharding en geloof voor nodig!

Mijn vraag: Hoe vond deze strijd - de strijd tussen ‘vlees’ en ‘Geest’ - ín Jezus plaats?

----

Wat is wetteloosheid? Is dat hetzelfde als je verlustigen in Gods wet?
Wetteloosheid is het leven zonder Gods wet.
Het verlustigen in Gods wet is het leven MET Gods wet.
Die gaan we lief krijgen.
We zijn het er dus over eens dat wetteloosheid het tegenovergestelde is van het zich verlustigen in Gods wet. Het staat lijnrecht tegenover elkaar. Het een is leven alsof de wet niet voor jou geldt, het andere is Gods wetten graag in acht willen nemen.

Mijn vraag: Kan het vlees zich verlustigen in Gods wet? En kan de geest, de inwendige mens, zich verlustigen in Gods wet?

Hartelijke groeten, Rose.
Plaats reactie