Psalm(en)
Matthijs, wat denk je van berijmde andere schriftgedeelten?
Wat ik graag zing is Psalm 119.
Een uit-volle-borst-Psalm is ook 48:6
Want deze God is onze GOd
Hij is ons deel ons zalig lot,
door tijd noch eeuwigheid te scheiden
ter dood toe zal Hij ons geleiden!
Die zongen we vaak als slotzang bij ds. Van der Net.
Persoonlijk zing ik ook graag Psalm 139 in de nieuwe berijming:
Heer, die mij ziet zoals ik ben
dieper dan ik mijzelf ooit ken
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
't ligt alles open voor Uw ogen.
Wat ik graag zing is Psalm 119.
Een uit-volle-borst-Psalm is ook 48:6
Want deze God is onze GOd
Hij is ons deel ons zalig lot,
door tijd noch eeuwigheid te scheiden
ter dood toe zal Hij ons geleiden!
Die zongen we vaak als slotzang bij ds. Van der Net.
Persoonlijk zing ik ook graag Psalm 139 in de nieuwe berijming:
Heer, die mij ziet zoals ik ben
dieper dan ik mijzelf ooit ken
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
't ligt alles open voor Uw ogen.
Bij 7500 postings kom ik weer terug (en af en toe tussendoor als ik zin heb)
o.a. Psalm 27
[size=-2]1
God is mijn licht, mijn heil, wien zou ik vrezen?
Hij is de HEER', die hulp verschaft in nood.
Mijn levenskracht; 'k heb niet vervaard te wezen.
Hij is 't ,die mij beveiligt voor den dood.
Wanneer de macht der bozen sloeg aan 't woen,
En aanrukt om zich met mijn vlees te voen.
Stiet zelf dit rot,dat mij benauwt en haat,
Den voet en viel, omdat het God verlaat.
2
Al zie ik zelfs een leger mij omringen ,
Nog vrees ik niet, 'k verlaat mij op den HEER'!
Al wil men mij door enen oorlog dwingen,
'k Leg mij gerust hierop vertrouwend naar.
Deez' ene zaak heb ik begeerd van God,
Daar zoek ik naar, dit zij mijn zalig lot:
Dat ik, zo lang mij 't levenslicht bescheen,
In 's HEEREN huis mocht wonen hier beneen.
3
Och, mocht ik in die heilige gebouwen,
De vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog;
Zijn lieflijkheid en schonen dienst aanschouwen!
Hier weidt mijn oog met een verwondrend oog.
Want God zal mij, opdat Hij mij beschutt',
In ramp en nood versteken in Zijn hut;
Mij bergen in 't verborgen van Zijn tent
en op een rots verhogen uit d' ellend'.
4
God zal mijn hoofd nu boven 's vijands benden
Verhogen: dies wil ik, met blij geschal,
In Zijne tent het offer opwaarts zenden,
Daar psalm en lied Zijn lof vermelden zal.
Verhoor, o HEER', toon mij een gunstig oog;
Ik zal mijn stem verheffen naar omhoog:
Verhoor mij toch, bewijs mij Uw gena,
En antwoord mij, die voor Uw aanzicht sta.
5
Mijn hart zegt mij, o HEER' ,van Uwentwegen:
"Zoek door gebeen met ernst mijn aangezicht!"
Dat wil, dat zal ik doen; ik zoek den zegen
Alleen bij U, o bron van troost en licht!
Verberg toch niet Uw oog van mij, o HEER'
Ik ben Uw knecht, zie niet in toorne neer.
Gij waart mijn hulp in al mijn zielsverdriet.
O God mijns heils, begeef, verlaat mij niet.
6
Want, schoon ik zelfs van vader en van moeder
Verlaten ben, de HEER' is goed en groot;
Hij is en blijft mijn Vader en Behoeder,
Leer mij, o God, Uw weg in allen nood!
Bestuur, om mijns verspieders wil, mijn voet
Op 't effen pad, dat 's vijands euvelmoed,
Mij nimmer treff'; vervoerd door list en dwang,
Getuigt men vals tot mijnen ondergang.
7
Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op den HEER', godvruchte schaar, houd moed!
Hij is getrouw, de bron van alle goed.
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer.
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER'.[/size]
[Aangepast op 10/2/05 door nicname]
[size=-2]1
God is mijn licht, mijn heil, wien zou ik vrezen?
Hij is de HEER', die hulp verschaft in nood.
Mijn levenskracht; 'k heb niet vervaard te wezen.
Hij is 't ,die mij beveiligt voor den dood.
Wanneer de macht der bozen sloeg aan 't woen,
En aanrukt om zich met mijn vlees te voen.
Stiet zelf dit rot,dat mij benauwt en haat,
Den voet en viel, omdat het God verlaat.
2
Al zie ik zelfs een leger mij omringen ,
Nog vrees ik niet, 'k verlaat mij op den HEER'!
Al wil men mij door enen oorlog dwingen,
'k Leg mij gerust hierop vertrouwend naar.
Deez' ene zaak heb ik begeerd van God,
Daar zoek ik naar, dit zij mijn zalig lot:
Dat ik, zo lang mij 't levenslicht bescheen,
In 's HEEREN huis mocht wonen hier beneen.
3
Och, mocht ik in die heilige gebouwen,
De vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog;
Zijn lieflijkheid en schonen dienst aanschouwen!
Hier weidt mijn oog met een verwondrend oog.
Want God zal mij, opdat Hij mij beschutt',
In ramp en nood versteken in Zijn hut;
Mij bergen in 't verborgen van Zijn tent
en op een rots verhogen uit d' ellend'.
4
God zal mijn hoofd nu boven 's vijands benden
Verhogen: dies wil ik, met blij geschal,
In Zijne tent het offer opwaarts zenden,
Daar psalm en lied Zijn lof vermelden zal.
Verhoor, o HEER', toon mij een gunstig oog;
Ik zal mijn stem verheffen naar omhoog:
Verhoor mij toch, bewijs mij Uw gena,
En antwoord mij, die voor Uw aanzicht sta.
5
Mijn hart zegt mij, o HEER' ,van Uwentwegen:
"Zoek door gebeen met ernst mijn aangezicht!"
Dat wil, dat zal ik doen; ik zoek den zegen
Alleen bij U, o bron van troost en licht!
Verberg toch niet Uw oog van mij, o HEER'
Ik ben Uw knecht, zie niet in toorne neer.
Gij waart mijn hulp in al mijn zielsverdriet.
O God mijns heils, begeef, verlaat mij niet.
6
Want, schoon ik zelfs van vader en van moeder
Verlaten ben, de HEER' is goed en groot;
Hij is en blijft mijn Vader en Behoeder,
Leer mij, o God, Uw weg in allen nood!
Bestuur, om mijns verspieders wil, mijn voet
Op 't effen pad, dat 's vijands euvelmoed,
Mij nimmer treff'; vervoerd door list en dwang,
Getuigt men vals tot mijnen ondergang.
7
Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op den HEER', godvruchte schaar, houd moed!
Hij is getrouw, de bron van alle goed.
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer.
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER'.[/size]
[Aangepast op 10/2/05 door nicname]
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Psalm 104:
2 Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een gordijn.
3 Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.
Zulke mooie taal, zo dichterlijk. Gods majesteit!
2 Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een gordijn.
3 Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.
Zulke mooie taal, zo dichterlijk. Gods majesteit!
Be yourself, there are plenty of others.
Ps. 103 in de NBV:
1 Van David.
Prijs de HEER, mijn ziel,
prijs, mijn hart, zijn heilige naam.
2 Prijs de HEER, mijn ziel,
vergeet niet één van zijn weldaden.
3 Hij vergeeft u alle schuld,
hij geneest al uw kwalen,
4 hij redt uw leven van het graf,
hij kroont u met trouw en liefde,
5 hij overlaadt u met schoonheid en geluk,
uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar.
Ik wilde de versie van de Statenvertalers citeren, maar toen ik het in de NBV opzocht, was ik aangenaam getroffen ...
1 Van David.
Prijs de HEER, mijn ziel,
prijs, mijn hart, zijn heilige naam.
2 Prijs de HEER, mijn ziel,
vergeet niet één van zijn weldaden.
3 Hij vergeeft u alle schuld,
hij geneest al uw kwalen,
4 hij redt uw leven van het graf,
hij kroont u met trouw en liefde,
5 hij overlaadt u met schoonheid en geluk,
uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar.
Ik wilde de versie van de Statenvertalers citeren, maar toen ik het in de NBV opzocht, was ik aangenaam getroffen ...

Psalm 23
De HEERE is mijn Herder
De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken
Hij doet mij nederliggen in grazige weiden;
Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.
Hij verkwikt mijn ziel;
Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijns Naams wil
Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen,
want Gij zijt met mij;
Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij
Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht
tegenover mijn tegenpartijders;
Gij maakt mijn hoofd vet met olie,
mijn beker is overvloeiende.
Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen
al de dagen van mijn leven;
en ik zal in het huis des HEEREN blijven
in lengte van dagen.
De troost dat de Heere altijd bij mij is.
Hij ziet mij , helpt mij, vertroost mij, verkwikt mij
Mij zal niets ontbreken......
De HEERE is mijn Herder
De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken
Hij doet mij nederliggen in grazige weiden;
Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.
Hij verkwikt mijn ziel;
Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijns Naams wil
Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen,
want Gij zijt met mij;
Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij
Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht
tegenover mijn tegenpartijders;
Gij maakt mijn hoofd vet met olie,
mijn beker is overvloeiende.
Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen
al de dagen van mijn leven;
en ik zal in het huis des HEEREN blijven
in lengte van dagen.
De troost dat de Heere altijd bij mij is.
Hij ziet mij , helpt mij, vertroost mij, verkwikt mij
Mij zal niets ontbreken......
Psalm 130
1 Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE!
2 HEERE! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
3 Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan?
4 Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
5 Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.
6 Mijn ziel wacht op den HEERE, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen.
7 Israël hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing.
8 En Hij zal Israël verlossen
1 Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE!
2 HEERE! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
3 Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan?
4 Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
5 Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.
6 Mijn ziel wacht op den HEERE, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen.
7 Israël hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing.
8 En Hij zal Israël verlossen
Ps. 89:8
Gij toch, Gij zijt hun roem,
de kracht van hunne kracht,
Uw vrije gunst alleen wordt d'ere toegebracht,
Zij steken 't hoofd omhoog
en zullen d'eerkroon dragen,
door U, door U alleen,
om 't eeuwig welbehagen,
want God is ons ten schild in 't strijdperk van dit leven
en onze Koning is van Israels God gegeven!
Loflied op de verkiezing, waar ik me zo over kan verwonderen omdat ze zo ontzettend onverdiend is. En de Koning Jezus wordt hier ook bezongen.
Ps 27:7
Zo ik niet had geloofd dat in dit leven,
mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop mijn moed gebleven,
ik was vergaan in al mijn smart en rouw,
WACHT OP DEN HEER' Godvruchte schaar
HOUDT MOED, Hij is getrouw, de Bron van alle goed,
zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid,
WACHT DAN...JA WACHT...VERLAAT u op den Heer'.
Een lied voor als je geen krachten hebt om te kunnen geloven. Als alles tegenzit. Als ik geen gunst van God had ontvangen, wat is dat waar! Dan was ik vergaan. En het wachten op de Heere wordt hier zo mooi bezongen. Het is echt een versterkende psalm. De gemeente moedigt elkaar aan om te wachten op de Heere.
Och mocht ik in die heilige gebouwen,
de vrije gunst die eeuwig Hem bewoog,
Zijn lieflijkheid en schonen dienst aanschouwen,
Hier weidt mijn ziel met een verwond'rend oog.
Want God zal mij opdat Hij mij beschut'
in ramp en nood versteken in Zijn hut,
mij bergen in 't verborgen van Zijn tent,
en op eeen rots verhogen uit d'ellend.
De verwondering wordt hier weer bezongen, de vrije gunst en Gods sterkte. Eigenlijk lijken de aangehaalde psalmverzen wel veel op elkaar, daarom vind ik ze ook zo mooi.
Gij toch, Gij zijt hun roem,
de kracht van hunne kracht,
Uw vrije gunst alleen wordt d'ere toegebracht,
Zij steken 't hoofd omhoog
en zullen d'eerkroon dragen,
door U, door U alleen,
om 't eeuwig welbehagen,
want God is ons ten schild in 't strijdperk van dit leven
en onze Koning is van Israels God gegeven!
Loflied op de verkiezing, waar ik me zo over kan verwonderen omdat ze zo ontzettend onverdiend is. En de Koning Jezus wordt hier ook bezongen.
Ps 27:7
Zo ik niet had geloofd dat in dit leven,
mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop mijn moed gebleven,
ik was vergaan in al mijn smart en rouw,
WACHT OP DEN HEER' Godvruchte schaar
HOUDT MOED, Hij is getrouw, de Bron van alle goed,
zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid,
WACHT DAN...JA WACHT...VERLAAT u op den Heer'.
Een lied voor als je geen krachten hebt om te kunnen geloven. Als alles tegenzit. Als ik geen gunst van God had ontvangen, wat is dat waar! Dan was ik vergaan. En het wachten op de Heere wordt hier zo mooi bezongen. Het is echt een versterkende psalm. De gemeente moedigt elkaar aan om te wachten op de Heere.
Och mocht ik in die heilige gebouwen,
de vrije gunst die eeuwig Hem bewoog,
Zijn lieflijkheid en schonen dienst aanschouwen,
Hier weidt mijn ziel met een verwond'rend oog.
Want God zal mij opdat Hij mij beschut'
in ramp en nood versteken in Zijn hut,
mij bergen in 't verborgen van Zijn tent,
en op eeen rots verhogen uit d'ellend.
De verwondering wordt hier weer bezongen, de vrije gunst en Gods sterkte. Eigenlijk lijken de aangehaalde psalmverzen wel veel op elkaar, daarom vind ik ze ook zo mooi.
De mooiste.....
Als de psalm tot je hart mag spreken...
en daar staat wat er in je hart leeft...
dan is tie mooi, dan leeft die psalm.
'k zong pas psalm 5, wetend dat dit de zwanenzang was een geliefde vriend en componist. Dat is zeer bijzonder.
Op zijn begrafenis hebben we psalm 42 en 43 gezongen
Dan ga ik op tot Gods altaren;
tot God, mijn God, de bron van vreugd.
Als de psalm tot je hart mag spreken...
en daar staat wat er in je hart leeft...
dan is tie mooi, dan leeft die psalm.
'k zong pas psalm 5, wetend dat dit de zwanenzang was een geliefde vriend en componist. Dat is zeer bijzonder.
Op zijn begrafenis hebben we psalm 42 en 43 gezongen
Dan ga ik op tot Gods altaren;
tot God, mijn God, de bron van vreugd.
dré
--------
Credo in unum Deo
--------
Credo in unum Deo
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Wat let je ...?Oorspronkelijk gepost door Miscanthus
Ik kan niet 1x een mooiste psalm opgeven,
dat is iedere dag weer een andere.

Mijn psalm van de dag:
138:4 (berijming 1773)
Als ik, omringd door tegenspoed,
Bezwijken moet,
Schenkt Gij mij leven.
Is 't, dat mijns vijands gramschap brandt,
Uw rechterhand
Zal redding ge ven.
De HEER' is zo getrouw als sterk,
Hij zal Zijn werk
Voor mij volenden,
Verlaat niet wat Uw hand begon,
O Levensbron,
Wil bijstand zenden.