Oorspronkelijk gepost door Refojongere
Moet het prediken van de toeleidende weg (hoe iemand het eigendom van Christus wordt) dan worden overgeslagen?
Ligt in de 'preken' in de bijbel niet de nadruk op de vruchten?
Even heel gechargeerd gezegd: wat moet een gelovige met prediking over de toeleidende weg? Een gelovige wordt toch uit de vruchten verzekerd? Hij/zij moet toch niet telkens weer in zichzelf gaan wroeten en zijn/haar toeleidende weg gaan toetsen?
Hartelijke groet,
Pim.
Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Met uw aller goedvinden een citaat uit een meditatieve nieuwsbrief. Dit mis ik wel eens in de prediking waar het accent op de toeleidende weg ligt....:
Die gemeenskap van die kruis
Dieselfde gesindheid moet in julle wees wat daar ook in Christus Jesus was (Filippense 2:5).
Paulus noem in dié hoofstuk die dinge op wat in die gesindheid van Jesus waarneembaar was: Hy het Homself leeggemaak, Hy het die gestalte van ’n slaaf aangeneem, en Hy het Homself verneder tot by die dood aan die kruis. Dit is hierdie gesindheid wat gewillig was om sy lewe te gee, wat ons moet besiel. Dan deel ons aan die gemeenskap van die kruis.
Paulus noem verder dat die Filippense die troos in Christus en die gemeenskap deur die Heilige Gees moet uitstraal en beoefen. Hiervoor sal hulle toenemend hulle behoefte aan eenwording met Christus voel. Hulle sal weet dat hulle saam met Christus gekruisig moet word, dat hulle vir die sonde dood is in Christus se dood, en dat hulle nou tot eer van God leef. Hulle sal die volle betekenis van Christus ín hulle leer ken, en dat hulle die sondige mens met sy luste en voorliefdes gekruisig het.
So sal hulle geleidelik dieper in die volle betekenis en die krag van mense wat dood is aan die sonde, die wêreld en die self ingelyf word. Elkeen sal, in eie maat, die merke van die kruis dra – die kruis wat die ou mens en selfliefde kruisig. Hulle sal meer en meer soos hulle Verlosser word, en in diep nederigheid hulle lewe aan God oorgee.
Dit is nie ’n haastige leerskool nie. Maar dit sal – deur ’n persoonlike ervaring aan die gemeenskap van die kruis – tot groter agting en ’n dieper begrip lei vir die verlossing van die kruis.
Hartelijke groet,
Pim.
Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Ligt in de 'preken' in de bijbel niet de nadruk op de vruchten?
Even heel gechargeerd gezegd: wat moet een gelovige met prediking over de toeleidende weg? Een gelovige wordt toch uit de vruchten verzekerd? Hij/zij moet toch niet telkens weer in zichzelf gaan wroeten en zijn/haar toeleidende weg gaan toetsen?
Een gelovige moet niets met de toeleidende weg. Echter...het merendeel (ook binnen de kerkmuren) is onbekeerd of ze dat nu weten of niet. Dus je preekt niet alleen voor de gelovigen. Er zitten schapen en bokken onder je gehoor. Onverschilligen, bekommerden en gelovigen.
Oorspronkelijk gepost door Refojongere
Moet het prediken van de toeleidende weg (hoe iemand het eigendom van Christus wordt) dan worden overgeslagen?
Refojongeren en Zeeuw e.a.,
Toch denk ik dat je moet uitkijken om een toeleidende weg te preken. Het gevaar is dat je farizeers kweekt en dat je van de bekering dus inderdaad een soort stramien of systeem maakt. Je krijgt dan vragen als: Want ja, als het zo gaat, dan is het bij mij niet echt, want ik heb dat niet ,etc.
Mijn voorstel(ik denk en meen dat ik hierin de Schrift mee heb) predikt Christus ALLEEN. En dan in Zijn noodzaak. Dat hij kwam om ons te verlossen(inderdaad van de zonde) en de breuk die er in het paradijs gekomen is te niet te doen. Predik Christus in Zijn gewilligheid, in Zijn gepastheid, in ZIjn recht, in ZIjn Borgwerk, etc.
Het geloof wordt dan 'vanzelf' geboren, onder de predikende Christus. Dan hoef je niet uit een te zetten hoe ze bij elkaar komen, dan komen ze bij elkaar. Echt! Dan mogen we dat inderdaad aan de Heere over laten.
Waar de toeleidende weg, de weg waarlangs, gepredikt wordt blijven er altijd maar weer vragen over van: en ik heb dit niet genoeg, en ik mis dit nog, en ik moet dat nog, en dit is nog niet gebeurt, etc, etc. Altijd maar weer te kort.
Maar als de Christus gepredikt mag worden, gaan we het leren verstaan. Dat wij niets meer moeten, maar dat God alles gedaan heeft wat wij moesten doen. de straf die wij verdienden was op deze Middelaar: Ik voor u.
mvrgr, Grace
Pim,
Krijg jij die ook elke dag? Wat een kostbare juweeltjes zijn dat he? Elke dag n versie, toch?
Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen.(SV, Titus 2:11)
Met het preken van een toeleidende weg moeten we denk ik uitkijken!
Ik hou het liever bij wat ds. Paul (Ger. Gem.) afgelopen zondag aanhaalde.
Volgens hem is het goed als in een preek enkele kenmerken worden aangehaald van een christen. Op deze wijze kan men zich eraan toetsen en er versterking uit ontvangen.
Dus geen toeleidende weg maar enkele kenmerken voor toetsing.
Oorspronkelijk gepost door kridje
Met het preken van een toeleidende weg moeten we denk ik uitkijken!
Ik hou het liever bij wat ds. Paul (Ger. Gem.) afgelopen zondag aanhaalde.
Volgens hem is het goed als in een preek enkele kenmerken worden aangehaald van een christen. Op deze wijze kan men zich eraan toetsen en er versterking uit ontvangen.
Dus geen toeleidende weg maar enkele kenmerken voor toetsing.
Precies kridje. En dan kenmerken die de Heere Zelf in Zijn Woord aangeeft. Houdt een kerkmens de vruchten van de Geest maar voor en de werken die van het vlees Zijn.
Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen.(SV, Titus 2:11)
Krijg jij die ook elke dag? Wat een kostbare juweeltjes zijn dat he? Elke dag n versie, toch?
Zeker! Vers 'n dag!
En er ligt nog een markt open voor een dergelijke Nederlandstalige nieuwsbrief...... Een van mijn gedachtenspinsels. Ik moet echter nog een manier verzinnen dat het me geen tijd kost!
Hartelijke groet,
Pim.
Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Oorspronkelijk gepost door Refojongere
Moet het prediken van de toeleidende weg (hoe iemand het eigendom van Christus wordt) dan worden overgeslagen?
Ja.
Als je 'voorbereidend werk' toeleidend wil noemen moet je ook enige waarde aan dit voorbereidend werk toekennen, zeker als je hierover wilt preken.
RJ, ín de prediking van het Woord ligt de toeleiding opgesloten.
Als het gaat om de weg van de Christus ná de geloofsdaad, ja dan ben ik het voluit met je eens. Deze mensen moeten vertroost worden en dagelijks op hun Losser worden gewezen.
Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Enerzijds zijn jullie antwoorden prima. Anderzijds vind ik dat jullie zo ontzettend snel over die geestelijke blindheid en onmacht heenstappen. Geloof nu maar! En dat is ook zo. En jullie zijn ook wel voor scherpe wetsprediking om een mens tot de voeten van onze Zaligmaker te brengen en dat is een prediker ook verplicht te doen en de prediker zal ook moeten vertellen dat het Evangelie om de wet draait en dat dat geschonden is.
Echter, jullie weten niet om te gaan met mensen die niet kunnen geloven, die zichzelf niet kunnen bekeren en die daar werkelijk mee worstelen: Hoe kom ik tot Christus?!
Kijk, en dan is een schriftuurlijk-bevindelijke lezing over 'het komen tot Christus' van ds. P. de Vries op een jongerenavond perfect als ik het zo mag uitdrukken.
Die predikt beide: "Christus en de christen en hoe die twee tot elkaar komen".
Natuurlijk blijft de geloofsdaad zelf ten diepste een geheimenis van Gods Geest en dat kun je niet verklaren, maar een ieder zal moeten zeggen: De Heere is me te sterk geworden. Of niet, forummers? Ik moet het elke keer toch weer zeggen, dat het absoluut niet van mijn kant kwam, maar van Zijn kant en kijk, dat geeft tot de stof tot lof! DAT is het, en DAT zijn de momenten waarop je bij die juichende schare wil zijn in de hemelen, dat is als het ware wordt opgetrokken en vervuld met wederliefde wordt.
Maar ik was nog niet klaar.
Waarom bevindelijke prediking onmisbaar is
In de eerste plaats mag men niet blijven staan bij de prediking en ontvouwing van gestalten en toestanden. De kennis van de kwaal is nog niet de toepassing van het medicijn. Niet de christen, maar de Christus moet verkondigd. Het Woord, het volle, rijke Woord moet bediend. Maar wil dat nu ook zeggen dat daarom de ontvouwing van het zielenleven gemist kan of mag worden?
Het schijnt wel eens dat men deze zienswijze is toegedaan. Dan bedenke men, hoe het juist behoort tot de volle verkondiging van het Woord om ook naar en uit dat Woord te doen horen welke ervaringen en toestanden menigmaal voorkomen in het leven van Gods kinderen. Daar is het Woord juist vol van. De psalmen bijvoorbeeld zijn grotendeels niet anders dan de vertolking van zielsbevinding in verband met de Godsopenbaring.
Neem, om een voorbeeld uit het N.T. te noemen, eens een tekst als 2 Kor. 12:7-9, waar Paulus verhaalt van zijn doorn in het vlees. Hoe is het nu mogelijk zonder ontvouwing van dergelijke ervaringen deze woorden uit te leggen en troostend te bedienen?
De apostelen en profeten, de gewijde schrijvers van de Heilige Schrift, zij allen hebben telkens ons het voorbeeld dienaangaande gegeven. Sommigen hebben in woord en geschrift zelfs hun eigen ervaringen meegedeeld. Denk maar eens bijvoorbeeld aan Paulus als hij staat voor Agrippa; ook aan 2 Kor. 12; en vele van dergelijke gevallen kunt u in de Heilige Schrift vinden. Zo is dan het andere gevaar, dat men zou menen: de prediking van Gods Woord sluit de ontvouwing van de bevinding der heiligen uit. De schare die opkomt naar Gods huis brengt haar karakteristieke zielsnoden en behoeften mee. Zal tot heilige vrucht het Woord worden bediend, dan dient men zijn naam te horen noemen, zijn beeld getekend te zien. Bovendien weten velen niet, wat zij van zichzelf moeten denken. Hun moet helder en duidelijk naar de Schrift, worden aangetoond wie en wat zij zijn, opdat zij geraken tot zelfkennis, tot verootmoediging en bekering, of ook tot het troostend inzicht, dat zij op weg naar de hemel zijn. Gods volk moet verder worden gebracht. Maar wie iemand verder wil brengen, moet eerst nauwkeurig weten aan te wijzen waar hij staat, opdat men het punt van uitgang weet, vanwaar zo iemand eerst verder geleid moet worden.
Het is een bekende en gebruikelijke uitdrukking: 'de goddelozen aanzeggen dat het hem kwalijk zal gaan; de rechtvaardige, dat het hem wel zal gaan'. En op zichzelf is deze uitdrukking voortreffelijk en ernstig, zelfs ontleend aan de Schrift. Maar ook dit woord eist nadere zielkundige ontleding en toepassing. Immers, de mens (ziedaar een element van zijn ellende en geestelijke blindheid) geloof vaak, terwijl hij inderdaad nog onbekeerd is, dat hij reeds genade bezit. Zo iemand zal het oordeel de goddelozen met kalmte horen aanzeggen. Hij rekent er zichzelf immers toch niet toe? Hij zal denken: dat is goed voor anderen; maar wat hemzelf betreft: hij is niet ongelijk aan de farizeeer, die enkel danken kon. Ontdekkend preken wil dus niet slechts zeggen: de goddelozen dood en oordeel aanzeggen, maar vooral: ontvouwen wat de kenmerken zijn van een onbekeerde; de mens is van nature onbekeerd en zijn valse gronden, waarop hij de hoop van zijn zaligheid tot nu toe bouwde, moeten worden blootgelegd.
Eveneens zal omgekeerd menigeen in wie 'de wortel der zaak' aanwezig is, zich toch niet durven houden voor een rechtvaardige, zodat hij de troost mist van de beloften en toezeggingen die aan de rechtvaardigen worden geschonken. Voor zo iemand is nodig dat helder en duidelijk wordt aangetoond waardoor het genadeleven zich meestal kenmerkt en hoe het zich vertoont, opdat hij gebracht wordt tot de overtuiging een kind van God te zijn. (........)
Wie denkt dat kennis van het zogenaamde onderwerpelijke leven weinig te betekenen heeft en neerkomt op wat gemoedelijk gepraat, die vergist zich en geeft blijk de Schrift zelf op dit punt niet genoegzaam te kennen, en laadt de schijn op zich van eenzijdigheid, die niet overeenkomstig is met het begrip van ware wetenschap.
Ik hoorde eens van een leraar, die zei: De verklaring van de tekst, wat de exegese aangaat, kost mij inspanning en studie, maar de toepassing van zo'n woord voor hart en leven, overeenkomstig de behoeften van de gemeente, is voor mij het allerzwaarste en moeilijkste werk. Duidelijke, nauwkeurige uiteenzetting van de kenmerken van geloof, van het onderscheid tussen schijn en wezen, tussen tijdgeloof en zaligmakend geloof, tussen ongeloof en kleingeloof, enzovoort, het is verbazend moeilijk en eist strenge, nauwgezette studie. (......)
Een voorwerpelijke prediking waarin bijvoorbeeld ene algemene verzoeningsleer of enige andere ketterij wordt verkondigd, kan misschien gespeend zijn van alle 'bevindelijkheid', maar is dan toch door en door ziek, zoal niet dood te noemen. En omgekeerd is het ziekelijk, wanneer het bevindelijke leven wordt uiteengezet naar eigen willekeurige maatstaf, los van het Woord van God.
Gezond in de leer is hij die het onderwerpelijke en voorwerpelijk beide handhaaft en dat ontvouwt naar de mening des Geestes, overeenkomstig de Heilige Schrift. (Ds. G. Wisse; "Uit het zielenleven" )
En als in de Schrift duidelijk getoond wordt de ware en onechte droefheid, een waar en een dood geloof, onderscheid tussen schijn en zijn, oprechtheid en huichelarij (Jes. 1; Spr. 16)...waarom zeggen we dan: "Dat weet God alleen?"
Zeeuw, Van harte eens met je posting. Ook ik zie om me heen dat alleen diegene een Zaligmaker zoeken, die Hem werkelijk nodig hebben. Die Hem missen! Je hebt niets aan een Borg, als je geen schuld hebt.
Waar het mij om gaat zijn de mensen die de Heere oprecht zoeken, vanuit een besef om vanwege hun zonden niet te kunnen bestaan voor God en niet voor Hem kunnen verschijnen. Deze mensen mogen zonder omwegen op die Koperen Slang gewezen worden, ter genezing van hun kwalen. De anderen ook, maar daar zal die boodschap geen kracht doen!
Ook ik ben voor een prediking van de Wet. Maar dan inderdaad van een volledige Wetsprediking. Dit betekent dat er niets van de mens over blijft maar dan ook totaal niets.
De Wetsprediking is echter niet: 'je kan niet geloven' en 'de Geest moet het toepassen' en 'het gaat in de weg van...'. Dit is allemaal waar, maar dat is geen Wetsprediking. De Wet vertelt mij dat ik schuldig sta tegenover God. Ik ben vervloekt, als ik niet doe wat Gods Heilige Wet zegt. Het is verloren, want ik ben veroordeelt.
Dat moet verkondigt worden, dat ik schuldig sta tegenover God. Waarom? Omdat ik dit zo ervaar? Nee omdat God het in Zijn Woord en door ZIjn Geest heeft geopenbaard?
En dan mag het Evangelie die Liefelijke Persoon verkondigen, die de vloek der Wet, voor mij, gedragen heeft en deze Wet wel helemaal vervult heeft.
Het geloof mag dan met geestelijke ogen zien op deze Middelaar van het nieuwe verbond!
Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen.(SV, Titus 2:11)