bekering

Anna Klein

Bericht door Anna Klein »

Ik zoek God
limosa

Bericht door limosa »

Ik zoek God

Aha, da's op zich een goede zaak. Op welk punt in je zoektocht ben je op de vragen gestuit waar je de topic mee begon?

Ik bedoel, de vraag "hoe laat vertrekt de trein" kun je pas baeantwoorden als je weet op welk station iemand staat en waar tie heen wil . . . Waar je heen wil heb je nu gezegd, maar: waar sta je?
Anna Klein

Bericht door Anna Klein »

Hoi,
Waarom moet je alles van mijn achtergrond weten voor je mijn vragen kunt beantwoorden? Dan ben je volgens mij niet meer objectief.
lo-ruchama

Bericht door lo-ruchama »

Oorspronkelijk gepost door Anna Klein
Hoi,
Waarom moet je alles van mijn achtergrond weten voor je mijn vragen kunt beantwoorden? Dan ben je volgens mij niet meer objectief.
tja... Anna, het is erg moeilijk een een objectief beeld van het geheel te geven. De gemoederen laaien nogal eens hoog op als het over de GerGem gaat. Een trouwe GerGemmer zal het geheel heel wat anders uitleggen dan iemand die weet-ik-veel-waar naar de kerk gaat.
Als we nou weten wat jouw achtergrond is, dan zullen wij proberen om een beeld te schetsen dat past bij jouw achtergrond. We kunnen wel met 'GerGem terminologie' gaan smijten, maar als je dat niet snapt... wordt het lekker lastig.

En als je God zoekt, dan kan je beter niet hier komen. Daar zijn wel betere plekjes voor!!

Liefs,
Lootje
Vortigern

Bericht door Vortigern »

Oorspronkelijk gepost door lo-ruchama

En als je God zoekt, dan kan je beter niet hier komen. Daar zijn wel betere plekjes voor!!

Liefs,
Lootje
Zoals?
jacob

Bericht door jacob »

Bijbel lezen misschien.

en bidden niet te vergeten.
lo-ruchama

Bericht door lo-ruchama »

Oorspronkelijk gepost door jacob
Bijbel lezen misschien.

en bidden niet te vergeten.
Inderdaad... en laat dat misschien maar weg.
limosa

Bericht door limosa »

Waarom moet je alles van mijn achtergrond weten voor je mijn vragen kunt beantwoorden? Dan ben je volgens mij niet meer objectief.

"alles" Is wel overdreven hoor . . . En uiteraard ben je dan niet objectief. Maar het geloof is iets anders dan wiskunde. Een objectief antwoord op jouw vragen bestaat alleen als we het samen eens zijn.

Verder, gezien je vraag veronderstel ik dat je kennis hebt van de GG. Als iemand voor het eerst van het christendom hoort zou ik die vragen niet stellen.
england

Bericht door england »

HELP!!!! Mensen, jullie doen mijn haren overeind staan!!!! Niet normaal meer, zeg!

Ja, Anna, als je God zoekt is Bijbel lezen goed, omdat God alles in de Bijbel heeft laten zetten dat Hij wist dat wij nodig hadden! Dus als je God zoekt, en wilt weten wie jijzelf bent en wie God is, dan kun je dat allemaal tot in details in de Bijbel vinden! En die stuurt je tenminste niet met een kluitje in het riet...En die vraagt ook niet hoeveel je al weet, en of je wel naar de juiste kerk gaat, en of je wel tot het goeie clubje behoort, en of je zoeken wel echt bedoeld is...

De Bijbel zegt: er is niemand die goed doet, er is niemand die God zoekt, ja, zelfs niet EEn! Maar God wil wel gezocht worden, dus blijf zoeken!

Ja, er is een uitverkiezing, maar Spurgeon zei altijd: Je moet eerst op de school van genade voordat je naar de universiteit van de uitverkiezing kan! Dus met andere woorden, wij weten niet wie uitverkoren zijn! Dus zoek daar maar niet naar!

Als je dingen in de Bijbel niet begrijpt, leg het dan maar voor God neer, en wijshet de Heere maar aan! Zijn Geest is degenen die ons in alle waarheid wil leren, niet de kerk, zelfs niet de GerGem!

Ik ken een verhaal hier, waar een predikant het volgende advies gaf aan iemand die helemaal niets wist. Hij zei: bid maar het volgende, elke dag: Heere, toon me mijzelf!

Begin daar maar mee! Sterkte!
En laat je niet van de wijs brengen door allerlei vaag advies, wat alleen maar dooddoeners zijn! Het is niet moeilijk uit te leggen, daar hoef je geen theologie studie voor te doen, of heel OSW door te lezen of wat dan ook!
En het maakt ook niet uit op welk perron we staan, er zijn er maar twee: behouden of verloren! Met God of zonder God. In Christus of buiten Christus! En er is er maar EEn die jou antwoord kan en wil geven, en dat is God in Zijn Woord.

God heeft Zijn Zoon gezonden. Begin maar met nadenken daarover! Want dat toont je hoe ongelofelijk erg elke kleine zonde is! Dat is niet iets om overheen te stappen! Voor een enkele halve leugen van jou zou Christus al hebben moeten sterven, besef je dat?

En die mensen die het allemaal zo goed weten enzo in andere topics, misschien helpt het om maar eens even stil te staan bij het zuivere, eenvoudige evangelie? Hoe ga je God beantwoorden als je voor Hem staat? Neem je een kopietje van OSW mee, en zeg je dan: dit is wat ik denk en geloof?
Geert

Bericht door Geert »

Oorspronkelijk gepost door Anna Klein
Kan iemand uit de Gerefomeerde Gemeenten me uitleggen of het nodig is dat je je bekeert, wat je daarvoor moet doen en hoe het komt dat er zo weinig mensen aan het avondmaal gaan?

Anna, ik ga proberen je vragen te beantwoorden. Ook probeer ik te reageren op je opmerking 'ik zoek God'. Dit doe ik door je meer te vertellen over bekering en het 'vinden' van God. Tot mijn veertigste was ik lid van de GG, nu niet meer. Ik neem aan dat ik het - ondanks dat ik niet meer van de GG ben - ook mag proberen.

Ja, het is nodig dat je je bekeerd. Dat leert ook de GG. Het is namelijk een ronduit bijbelse leer. Ik wil je wijzen op een tekst in Marcus 1:15" en Hij zeide: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie." Dat is de leer van Jezus zelf. Dat is ook de leer van de GG.
Dit zei Jezus tegen de mensen van Zijn tijd, maar ook tegen mij en tegen jou.
Ik heb er een heel oud catechesatie leerboekje van ds. Hellenbroek op nageslagen. Een paar vragen gaan over het genadeverbond en bekering. Hellenbroek omschrijft het genadeverbond als de weg waardoor Christus het eigendom wordt van de zondaar en de zondaar het eigendom van God.

Vraag 9 luidt als volgt: Hoe gaat de zondaar over in dit verbond?
a. God komt eerst tot hem, wanneer Hij de zondaar vriendelijk nodigt en bidt
2 Cor. 5:20 Wij zijn dus gezanten van Christus, alsof God door onze mond u vermaande; in naam van Christus vragen wij u: laat u met God verzoenen.
b. De Heere doet dit met grote ernst en oprechtheid.
c. God neemt al de bezwaren van de zondaar weg.

Vraag 10 luidt als volgt: Wat volgt er op deze ernstige nodiging?
De Heere overwint de zondaar door Zijn goddelijke liefde.
Hos. 11:4 Met mensenbanden trok ik hen, met koorden der liefde; Ik was hun als degenen die het juk van hun kinnebak hieven. Ik neigde Mij tot hem, gaf hem te eten.

Vraag 11: Wat doet de geroepen zondaar van zijn kant?
Hij neemt de Heere aan tot zijn God en geeft zich aan Hem over tot een eigendom.
Hooglied 2:16 Mijn geliefde is van mij en ik ben van hem, die te midden der leliën weidt,

Vraag 12: Op welke wijze geeft de zondaar deze toestemming?
De zondaar doet dit weloverwogen, vrijwillig, als een arme van geest, gelovig en oprecht. Hij stemt volledig in met de eisen en de beloften van het verbond.
ps. 51:8 Zie, Gij wilt waarheid in het verborgene, in het geheim maakt Gij mij wijsheid bekend.

Vraag 13: Wat is het gevolg van deze toestemming?
God gedenkt aan Zijn verbond tot in eeuwigheid en de bondgenoten mogen alles eisen wat tot het leven en de zaligheid nodig is.

Als we in het kort op een rijtje zetten hoe ds. Hellenbroek dacht over bekering, komt het neer op het volgende.
1) God nodigt en bidt de zondaar (door prediking, evangelisatie)
2) God overwint de zondaar door Zijn liefde (o.a. ook door evangelisatie en prediking, maar ook door de Heilige Geest rechtstreeks in het hart van de mens)
3) de zondaar neemt de Heere aan tot zijn God en geeft zich over aan Hem tot een eigendom (een actie van de mens!!)
4) de zondaar doet dit weloverwogen en vrijwillig (maakt een keuze en gebruikt dus zijn verstand en wil)
5) hij doet dit als een arme van geest, gelovig en oprecht (en weet dus nog steeds wie hijzelf is, nl. zondaar)
6) het gevolg is dat God zijn verbond gedenkt en de bondgenoten alles mogen eisen wat tot het leven en de zaligheid nodig is (de kroon: het eeuwige leven)

Het in het grieks gebruikte woord voor bekering, "me’tanoia" heeft als betekenis "verandering van gedachten". Bekering is een radicale omkeer in het leven. Mensen leven van nature voor zichzelf en alles behalve voor God. Een leven in de wereld zonder God. Denk eraan, dat kan ook in de kerk!
Bekering houdt in dat iemand zich omkeert en gaat leven voor God, zoals God het heeft bedoeld. Na bekering kunnen mensen beantwoorden aan het doel waarvoor God hen schiep. Wat is dat doel dan? Leven met God, leven tot eer van God, een relatie hebben met God. In het paradijs zien we wat het doel was van het leven van Adam en Eva. Zij wandelden in de hof met God. Zij spraken met God en hadden een relatie met God.

Bekering is een keuze van God voor mensen (en dus Zijn werk), maar het is dus ook voor de volle 100% een keuze en een weloverwogen wilsbesluit en keuze van de mens. De persoonlijke mens - en dus ook jij - is dus voor 100% verantwoordelijk voor deze keuze en dus voor het feit wel of niet bekeerd te zijn. Het gevolg is de kroon: het eeuwige leven.
Nogmaals wat is bekering: een verandering van denken. Een radicale ommekeer in het leven. Eerst is ons denken gericht op onszelf. Wijzelf staan op de eerste plaats. Egoïsme en andere zonden vieren hoogtij zonder dat we het zelf in de gaten hebben. Als we ons bekeren, dan staat Jezus op de eerste plaats. We zien dat Hij voor ons is gestorven (o.a. verstandelijke redenatie maar ook een overtuiging van Gods Geest met onze geest) en dat we Hem nodig hebben. We gaan dus echt anders denken.. We nodigen Hem ook heel bewust uit om in ons leven te komen en ons innerlijk te vervullen met Hemzelf. Zodat er geen plaats meer overblijft voor andere dingen. Bekering - een keuze om anders te gaan denken. Een beslissing om anders te denken. Een beslissing om je leven een andere draai te geven. Een beslissing om je te bekeren van 'je dode werken'. Want voor de bekering is ons leven gevuld met dode werken.
(Hebreeën 9:14 hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen?)

Lees ook eens in de gelijkenis van de verloren zoon. De vader stond elke dag te wachten op de terugkeer van de zoon. Het was de zoon die getrokken werd door de liefde van de vader en omdat hij wist wat hem thuis te wachten stond. De zoon nam zelf de beslissing om terug te gaan naar de vader. Hij wist hoe slecht hij zelf was, en uiteindelijk viel de terugkomst heel erg mee.
Het geeft te denken dat Jezus deze gelijkenis vertelde. Het kan niet anders of Hij wilde onder andere uitbeelden wat de verantwoordelijkheid is van de mens zelf. God staat elke dag opnieuw te wachten totdat jij de keuze maakt om Hem te volgen. Hij wacht op jouw bekering. Heb jij je al bekeerd of laat je Hem wachten..?

Het is een heel verhaal aan het worden. Ik denk dat dit allemaal de leer is van de GG, maar ook de leer van de bijbel. Probleem voor veel mensen in de GG. is volgens mij de leer van de uitverkiezing. En dan niet de leer, maar hoe ze er zelf mee omgaan. Ik ken maar één juiste manier om met deze leer om te gaan - heel in het kort - je bekeren en achteromkijken en tot ontdekking komen dat God jou heeft uitverkoren.

Je tweede vraag: waarom gaan er zo weinig mensen aan het Avondmaal? Ik denk dat veel mensen niet durven en 'de lat ' te hoog leggen. Voor veel mensen is het zo dat je eerst dit en dat moet meemaken voordat je mag aangaan. Je moet eerst zichtbare vruchten in je leven hebben (en die zie je zelf vaak niet!), je moet eerst minder zondigen, je moet dit, je moet dat. Volgens mij willen veel mensen eerst beter worden voordat ze van het Avondmaal gebruik maken. Terwijl het bedoeld is voor arme zondaren die weten dat ze uit zichzelf niets kunnen en daarom alleen kunnen leven vanuit God. Die weten dat Jezus Christus is gekomen voor zondaren en die zichzelf tot die zondaren rekenen.

Anna, als je God zoekt kan ik je maar één dringend advies geven. En dat is dit: bekeer je van je dode werken. En doe dat nu op dit moment!
Zoek niet langer naar de juiste leer en de juiste kerk als je daar misschien mee bezig bent. Geef je deze avond nog over aan God. Hij staat op dít moment op je te wachten, net als de vader op de verloren zoon. Hij ziet zijn toekomstige dochter staan en vraagt zich af "hoe lang nog? "
Anna, geef je deze avond over aan God. Hoe? Door in gebed tot mijn Vader te gaan en Hem te vertellen dat je niet meer zonder Hem wilt leven. Door Hem te vertellen dat je anders wil leven, dat je inziet dat je Jezus Christus nodig hebt als Zaligmaker. Vertel Hem letterlijk dat je Hem (Jezus) wilt aannemen als Verlosser (Johannes 1:12 Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven). In eigen kracht en vanuit jezelf kan dit niet, dat weet ik, maar het is Zijn wil dat je zalig wordt. Daarom zal Hij je de kracht geven om je leven te veranderen. M.a.w. als jij aan de Heere Jezus kenbaar maakt dat je Zijn verlossing graag wilt aannemen, dan zal Hij je leven veranderen.
Er staan heel mooie teksten in de bijbel die ook voor jou zijn. Eén ervan staat in 2 Petrus 3:9 De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. Gods wil is jouw behoudenis, daarom gaf Hij zijn Zoon over in de dood, daarom gaf Jezus zich over in de dood. Laat dit diep tot je doordringen. Zijn oneindige liefde voor jou.

Anna, ik ken je niet, ik weet dat je God zoekt en zal voor je bidden. Ik denk dat meer mensen van dit forum het ook zullen doen.

Mijn groeten en Gods zegen toegewenst!
Matthijs
Berichten: 2050
Lid geworden op: 07 okt 2002, 21:03

Bericht door Matthijs »

Anna, neem de moeite om onderstaand verhaal te lezen. Komt uit een dagboek van Icabod Smith Spencer. Het is een oudvader of Puritein, met een zuivere waarheid. Dus geen ger.gem. waarheid of wat voor waarheid dan ook.

Ik zou zeggen: print het uit en lees het rustig door.

Groeten,

Matthijs

Ik kan mijzelf niet bekeren

Een van de ernstigste bijeenkomsten die ik ooit heb bijgewoond, werd op een zondagavond gehouden in een privéwoning. De bijeenkomst werd belegd met het doel over geestelijke zaken te praten en er waren meer dan honderd personen aanwezig; de meesten van hen waren jong of van middelbare leeftijd. Het huis was op een nogal opmerkelijke wijze gebouwd. Er was een ruime hal, ongeveer drie meter lang en twaalf breed, die van de voordeur langs drie woonkamers liep die er alle op uitkwamen; deze kamers waren ook alle met elkaar verbonden. Aan het eind van de hal was een trap, die naar de eerste verdieping leidde. In deze hal waren draagbare banken geplaatst; hier konden de mensen plaatsnemen voor wie beneden geen plaats was. Nadat de bijeenkomsten een paar weken op deze plaats waren voortgezet, werd duidelijk dat de hal de meest begeerde plaats was. Als de verschillende personen binnenkwamen en gingen zitten waar ze wilden, dan werden eerst de stoelen in de hal bezet. Vervolgens werden de traptreden als zitplaats gebruikt tot bovenaan toe; dan werd de eerste verdieping gebruikt en ten slotte de woonkamer. Ik had de gewoonte om, terwijl ik de mensen toesprak, in één van de deuropeningen van de hal te staan, waar ik het volledige zicht had op de hal, de trap en één van de kamers. Ik richtte een vermaning tot het gehele gezelschap, maar ook had ik de gewoonte om met leder persoon afzonderlijk te spreken, waarbij ik van de een naar de ander ging. Allen die zich in de hal en op de traptreden bevonden, konden ieder woord horen dat ik tijdens deze gesprekken uitte, en het meeste van wat iemand tegen mij zei. En dat was de reden, zo veronderstelde ik, waarom de bezoekers een voorkeur hadden voor de hal of de traptreden. Ik had het nooit erg fijn gevonden dat anderen de gesprekken tussen mij en deze of gene persoon konden afluisteren. Ik zou er verre de voorkeur aan hebben gegeven om met ieder alleen te spreken, want dan zou er minder terughoudendheid zijn van hun kant, en wat mij betreft was er meer zekerheid dat wat ik zei werkelijk toepasselijk was en dat er niet iemand was die woorden op zichzelf toepaste die niet voor hem bestemd waren. En verder gebruikten sommige personen soms zulke verkeerde uitdrukkingen tegen mi) dat ik niet wilde dat anderen die zouden horen, omdat ze er schade van zouden kunnen ondervinden. Om dit te vermijden sprak ik gewoonlijk zachtjes; als iemand uitdrukkingen gebruikte waarvan ik vreesde dat ze schadelijk konden zijn voor anderen dan brak ik het gesprek gewoonlijk plotseling af door te zeggen: 'Ik zal u morgen opzoeken'.

Op de avond waarover ik het nu heb waren alle stoelen gevuld; op iedere traptrede tot bovenaan toe zaten drie personen en velen hadden een plaats gevonden op de eerste verdieping. Het was een kalme en zachte zomeravond en er lag een volmaakte stilte over de verzamelde mensen, die alleen onderbroken werd door het diepe zuchten van een bekommerde ziel. Ik dacht dat ik nooit zo'n stille, ernstige en nadenkende groep mensen had gezien. Ik sloot de buitendeur nadat allen waren binnengekomen en ging op mijn gebruikelijke plaats staan. Ik aarzelde om te spreken. Ik was bang om een woord te uiten. Het leek me dat alles wat ik zou kunnen zeggen minder ernstig, indrukwekkend, leerzaam was dan de dodelijke stilte die heerste tijdens een bijeenkomst van zoveel onsterfelijke zielen, die elk bezocht werden door de Heilige Geest. Ik stond een poosje volkomen stil. De kracht van die stilte was pijnlijk. De mensen zaten voor me als beelden van marmer- ze bewogen zich niet, maakten geen geluld. Het leek alsof ze allen gestopt waren met ademen. Ik doorbrak de stilte door langzaam en met zachte stem te zeggen: 'Ieder van u denkt aan zijn eigen onsterfelijke ziel en aan zijn God.' Opnieuw pauzeerde ik een gehele minuut, want ik was overweldigd en wist niet wat ik moest zeggen. Toen viel ik op mijn knieën en begon te bidden. Ze knielden allen spontaan. Na een kort gebed stelde ik voor om een paar woorden te spreken tot ieder van hen persoonlijk, voorzover dat mogelijk was. Ik vroeg hen allen om te mediteren of in stilte tot God te bidden, behalve de personen met wie ik zou spreken. Snel ging ik van de een naar de ander. Ik had gesproken met allen die in de kamers en in de hal waren, tot ik ongeveer het midden ervan had bereikt; hier kon ieder woord dat gesproken werd worden verstaan door alle aanwezigen. Ik kwam bij een man van ongeveer dertig jaar, die ik daar drie keer eerder had gezien, en ik zei tegen hem:

'Ik had niet verwacht om u hier vanavond te zien. Ik dacht dat u voor deze tijd tot bekering gekomen zou zijn en dat u geen reden meer zou hebben om langer te vragen: 'Wat moet ik doen om zalig te worden?"

'Ik kan mijzelf niet bekeren’ zei hij, met een soort besliste en wanhopige toon, en zo luid dat we er allen van schrokken. Het speet me onmiddellijk dat hij dit op deze manier had gezegd. Maar ik dacht dat het niet goed zou zijn om deze woorden te negeren en ze te laten naklinken in de oren van zoveel onbekeerde zondaren. Ik antwoordde onmiddellijk, terwijl ik voor hem stond, zo vriendelijk en toch zo ernstig als ik kon: 'Wat moet u een verschrikkelijk verdorven hart hebben! U kunt uzelf niet bekeren! U houdt zoveel van de zonde dat u er geen berouw over kunt hebben, dat u haar niet kunt verlaten, dat u haar niet kunt haten! U moet inderdaad in een verschrikkelijke toestand zijn! U bent zo'n grote vijand van God dat u geen berouw kunt voelen omdat u Hem beledigd hebt. U kunt het niet laten om Hem tegen te staan; zelfs nu, terwijl u beseft hoe ongepast en ongelukkig dit is, kunt u er niet mee stoppen om de Heilige Geest te weerstaan, die met u twist om u tot bekering te brengen! U moet een verschrikkelijk verdorven hart hebben!'

'Ik kan mijzelf niet bekeren’ zei hij nogmaals, met een ondertoon van smart en ondraaglijke kwelling. 'Ik kan mijzelf niet bekeren met zo'n hart!'
'Dat betekent,' zei ik, 'dat u te slecht bent geworden om te wensen dat u iets beters zou worden; want niets dan verdorvenheid maakt het moeilijk om tot bekering te komen. En in dat geval gebruikt u de ene zonde als excuus voor een andere. De zonde van uw hart vormt voor u een excuus om te volharden in de zonde van uw hart!'

Nog steeds hield hij vol: 'Ik kan mij zelf niet bekeren! Ik zou het doen als ik kon!' En de tranen stroomden langs zijn wangen. Hij scheen zich hiervan geheel onbewust te zijn, zowel als van de aanwezigheid van iemand anders dan ik. 'Dat u het doen zou als u kon' zei ik, 'is alleen een eigengerechtigd excuus, waarmee u uzelf wilt rechtvaardigen. Uw arglistige hart bedoelt ermee dat u niet zo verdorven bent dat u uw onbekeerlijkheid gewillig voortzet. Het bedoelt dat u uzelf bekeren wilt, maar dat u het niet kunt. U bent bedrogen. U wilt niet. U denkt dat u het wilt, maar u hebt het mis. U zult nooit willen, tenzij God in u de belofte zal waarmaken: 'Mijn volk zal zeer gewillig zijn op de dag Mijner heirkracht.' (Ps. 110 : 3) In deze kracht ligt uw enige hoop, zoals ik u eerder heb gezegd, toen ik u aanspoorde tot gebed. Als u tot bekering wilt komen, wat hindert u dan? Ik wil dat u tot bekering komt. Allen die hier zijn, willen het. Iedere engel in de hemel wil dat u tot bekering komt. Christus, Die stierf om u te verlossen, wil het. God de Vader wil het. De Heilige Geest wil het en twist op dit moment met u opdat u tot bekering zou komen. Wat hindert u dan?! Alleen uzelf! En als u zegt dat u uzelf niet kan bekeren, bedoelt u dat u er niet schuldig aan bent dat u hier vanavond naar toe bent gekomen met een onbekeerlijk hart. U bent op een verschrikkelijke manier bedrogen! God verklaart u schuldig! De hele Bijbel verklaart u schuldig! Uw eigen geweten, hoewel u uzelf inspant om dit het zwijgen op te leggen, verklaart u schuldig! Dit excuus zal geen standhouden!'

'Ik kan mij zelf niet bekeren,' zei hij opnieuw, met een ruwe, woeste stem, alsof hij boos was. 'Dan kan God u niet redden,' zei ik. 'Want Hij kan niet liegen en Hij heeft gezegd dat de onbekeerden verloren zullen gaan. U zegt dat u uzelf niet kunt bekeren. Hij heeft dat niet gezegd. Hij beveelt u uzelf te bekeren.'
Hij antwoordde opgewonden, maar met een onderworpen toon: 'Ik weet zeker dat ik het lang heb geprobeerd en mijn gemoed is er zeer door gekweld. Het heeft allemaal niets opgeleverd. Ik zie niet in dat ik mijzelf kan bekeren!' 'Andere mensen zijn tot bekering gekomen,' zei ik. 'Er zijn wereldwijd zeer veel bekeerden. Ik heb gemerkt dat er hier vanavond enkele mensen zijn die menen dat ze tot bekering zijn gekomen sinds ze hier de vorige zondagavond waren. Een van hen vertelde me toen nagenoeg hetzelfde als wat u me nu vertelt: dat het hem leek alsof hij zich nooit van de zonde zou kunnen bekeren; maar hij heeft ontdekt dat hij dit wel kan. Wat betreft het feit dat u het zolang hebt geprobeerd, de tijdsduur zal u niet redden. Wanneer een mens de verkeerde richting is ingeslagen, dan wordt hij des te slechter naarmate hij langer voortgaat. Hij zou er goed aan doen om te stoppen en om te keren. Dat is de oproep van de Bijbel: 'Bekeert u, bekeert u, want waarom zoudt gij sterven? Keer weder, en bekeert u van al uw overtredingen, zo zal de ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Heere.' (Ezech. 33 : 1 l; 18 : 30; Jes. 4: 7) Anderen hebben zich tot God bekeerd en u zou het ook moeten doen. Maar uw geest heeft zich gehecht aan het idee van uw pogingen en moeite, en u maakt er een excuus van en een manier om uzelf te rechtvaardigen.'
'Denkt u dat ik eigengerechtigd ben?' zei hij. 'Ik weet dat u het bent; dat is uw grote probleem. U hebt geprobeerd uzelf te redden; u probeert het op dit moment. Toen u uzelf probeerde te bekeren, toen streefde u naar bekering als iets wat u bij God zou aanbevelen. U wilde uzelf een reden verschaffen waarom Hij u vergeving zou schenken en u zou zaligen. Het was niets anders dan het werk van een eigengerechtigde geest. Het was niets anders dan een poging om uzelf te redden. U wilde gered worden omdat u zo godsdienstig was en niet omdat u door het geloof rustte op Christus, om door Hem gered te worden van de toorn. Zo is het 'met iedere onbekeerde zondaar gesteld. De fout is dezelfde; de vormen ervan kunnen verschillend zijn, maar in alle gevallen is het in wezen hetzelfde ding. Paulus heeft er een volmaakte beschrijving van gegeven: 'Alzo zij hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten' - dan hierdoor, dan daardoor - 'zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen, want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft.' (Rom 10 : 3, 4) De ene mens probeert zich een eigen gerechtigheid op te richten uit zijn eigen levensverbetering; een ander uit zijn plichtsbetrachting; een ander uit zijn pijnlijke pogingen of pijnlijke overtuigingen, - zoals u zojuist uw eigen gemoedskwellingen noemde. Het is duidelijk dat u probeert rechtvaardig te zijn voor God door uw pijn en uw bekeringspogingen. En als u op die manier enige vrede zou vinden dan zou dat alleen zelfbedrog zijn, dat geen greintje ware godsdienst bevatte. U behoort uzelf op te laten nemen door de Heere Jezus Christus, als een arme, schuldige, verloren zondaar, om door Hem alleen gered te worden, om gered te worden door genade. U behoort tot Hem te gaan, precies zoals u bent, om gewassen te worden in Zijn bloed, om gekleed te worden in Zijn gerechtigheid, om geborgen te zijn voor de donderslagen van Gods eeuwige Wet onder de bescherming van Zijn algenoegzame verzoening. U zou tot Christus moeten vluchten zoals de doodslager vlucht naar de vrijstad voor Hij wordt geveld door het zwaard van de bloedwreker. U zou meteen moeten gaan zoals de verloren zoon naar zijn vader, zowel met al zijn armoede, honger, lompen als met zijn schuld. U zou moeten roepen zoals Petrus die in de golven verzinkt: 'Heere, behoud mij.' (Matth. 14: 30) Maar in plaats daarvan ziet u alleen op uzelf, probeert u iets in uw eigen hart te vinden of te maken wat u zal aanbevelen bij God. En op deze ellendige manier maakt u de verlossing een veel ingewikkeldere zaak dan God haar heeft gemaakt. U hebt de vrije genade van het Evangelie vergeten, de volkomen verzoening van Jezus Christus door het offer van Zichzelf.' 'Maar,' zei hij, 'ik kan mij niet bekeren en in eigen kracht tot Christus komen.' 'Ik heb nooit gezegd dat u dit zelf kon en wilde nooit dat u zou denken dat u het kunt. Volgens mij wil God niet dat

u zo denkt. En als u ontdekt hebt dat u uzelf niet in eigen kracht bekeren kunt, behalve door Goddelijke hulp, ben ik er blij mee, want daarmee hebt u een belangrijke waarheid geleerd. Het is volkomen zeker dat God u niet vertelt om in eigen kracht tot bekering toe komen. Hij vertelt u dat 'Christus verhoogd is om bekering te geven.' (Hand. 5 : 3 1) Hij zegt tot iedere zondaar: 'Gij hebt uzelf bedorven, doch in Mij is uw hulp; laat hem Mijn sterkte aangrijpen, dat hij vrede met Mij make; hij zal vrede met Mij maken’. Hos. 13: 9, Jes. 27:5) Omdat ze Hem nodig hebben, heeft Hij de Heilige Geest beloofd 'dengenen die Hem bidden.' (Luk. 11 : 13) God verwacht nooit dat u uzelf zou bekeren zonder Goddelijke hulp, maar dat u het zou doen met die hulp. Hij weet dat u te slecht bent om uzelf te bekeren, dat u zonder kracht bent, hulpeloos, bedorven; Hij weet dat u een slechte zondaar bent! En hier ligt de kern van uw probleem. U hebt geprobeerd tot bekering te komen op een manier die God u nooit verteld heeft, enkel door uw eigen kracht; u zou daarentegen moeten proberen om genade van God te ontvangen en redding door Zijn hulp. U hebt gezien naar de krachten in u in plaats van naar de hulp boven u. U hebt op uzelf vertrouwd, in plaats van uzelf toe te vertrouwen aan de genade van Christus. En dat is precies de reden waarom u gefaald hebt; en nu klaagt u dat u uzelf niet kan bekeren, terwijl u in werkelijkheid dezelfde kracht ter beschikking heeft als alle bekeerden om u heen. Wat hen geholpen heeft, zou uw hulp kunnen zijn; hoe sneller u wordt afgebracht van al dat zoeken van uzelf en vertrouwen op uzelf, hoe beter het voor u zal zijn. U maakt een dubbele fout door het karakter van God te onderschatten en dat van uzelf te overschatten. God is barmhartiger en genadiger dan u denkt. Hij is meer bereid om u te redden. En wanneer Hij u vraagt om uzelf te bekeren, vergeet Hij niet dat al uw hoop ligt in de onmiddellijke hulp van Zijn Heilige Geest. Evenmin wil Hij dat u uzelf probeert te redden zonder deze hulp, door te denken dat u niet zo volkomen hulpeloos bent als in werkelijkheid het geval is.

Hij zegt u dat u niet moet vertrouwen op uw eigen ingebeelde kracht, maar u hebt dit wel gedaan. En nu uw pogingen mislukt zijn, bent u ermee gestopt en klaagt u dat u uzelf niet bekeren kunt. U negeerde de hulp die Hij aanbood, de hulp van de almachtige Geest. En daarom bent u des te schuldiger wanneer u niet tot bekering komt. Die goddelijke Geest is uw enige hoop. Als Hij u overlaat aan uzelf, dan bent u verloren, voor eeuwig verloren! Wees voorzichtig, beste vriend. De grond waarop u staat is heilige grond. Laat de Heilige Geest, Die hier deze avond waakt over de zielen, niet tegen u getuigen in de dag van het laatste oordeel. 'Dewijl Ik geroepen heb, en gij geweigerd hebt.' (Spr. 1 : 24) U kunt uzelf bekeren, precies op dezelfde manier als anderen zich kunnen bekeren, juist omdat God uw hulp is. Vertrouw Hem en steun niet langer op uzelf.'

Terwijl ik deze dingen zei, werd hij zichtbaar minder aangedaan, maar meer bedachtzaam. Zijn tranen en opgewondenheid verdwenen en hij scheen aan mijn lippen te hangen alsof hem werd verteld over een nieuw wonder. Toen ik was uitgesproken, was iedereen doodstil; met een besliste, onderworpen en ernstige stem doorbrak hij die sprekende stilte, door te zeggen: 'Ik hoop dat God mij zal helpen.'

'Laten we bidden,' zei ik; een kort gebed, dat smeekte om Gods hulp, besloot de godsdienstoefening van die avond. Later had ik talloze redenen om te geloven dat dit een van de meest vruchtbare bijeenkomsten was geweest die ik ooit heb bijgewoond. Onder andere was het geval van mijn vriend, wiens uitdrukking mij enigszins had doen afwijken van de manier waarop ik van plan was die avond te leiden. Hij werd, zoals hij hoopte, een ware gelovige. Hij vertelde mij over de oefeningen van zijn gemoed, over zijn berouw, zijn geloof in Christus, zijn vrede en hoop en zijn vertrouwen op de Heilige Geest. Zijn geest scheen bijna zonder aandoening de grote waarheden van het Evangelie te omhelzen. Hij had geen uitbundige blijdschap of verrukking. Hij had alleen vrede en hoop. Hij vertelde me dat al zijn aandoeningen nutteloos waren geweest; dat ze geen geloof waren en niet tot geloof leidden; en dat hij dacht dat 'zondaars behoorden gehoor te geven aan de oproep van God op een gelovige en zakelijke manier'. En toen ik hem vroeg wat hem zo lang van Christus had afgehouden, antwoordde hij: 'Ik probeerde mijzelf beter te maken, om godsdienst te bezitten in plaats van het vertrouwen in Christus. Wat u die avond tegen mij zei, toonde mij mijn fout; en ik ging naar huis met een dieper gevoel van mijn afhankelijkheid, en een helder zicht op de vrije genade van God aan zondaren, door de verlossing van Christus.'

Zes maanden later deed hij geloofsbelijdenis en sindsdien heeft hij altijd blijk gegeven van een bevestigd en standvastig geloof.

Een predikant zou zich er vooral voor moeten inspannen om de zondaar af te snijden van alle vertrouwen op zichzelf, zijn verdiensten en zijn kracht, zodat hij zichzelf naakt en hulpeloos in de handen van de Heilige Geest werpt om hem tot Christus te leiden in het geloof.

Zondaren behoren zeker tot bekering te komen, want God vraagt dit van hen. Maar volgens mij is het niet de bedoeling dat zij op grond van dit bevel enkel hun eigen bekwaamheid om tot bekering te komen in aanmerking nemen en niet de beloofde hulp van de Heilige Geest. Deze hulp vormt de grote reden waarom dit bevel verplichtend is en het ruimt ieder mogelijk excuus uit de weg. Geen mens kwam ooit tot bekering zonder de Heilige Geest, of zal dit ooit komen; dit is een krachtig bewijs dat geen mens het ooit kan. Er lijkt niets bij gewonnen te worden door een zondaar te doen geloven dat hij in staat is om zich te bekeren zonder goddelijke bijstand. Zo'n geloof zal hem zeer waarschijnlijk misleiden tot een vertrouwen op zijn eigen ingebeelde kracht. En wat betreft zijn overtuiging dat hij schuldig is door niet tot bekering te komen, voorwaar er is een sterke grond voor zo'n overtuiging, aangezien God hem al de hulp aanbiedt die hij nodig heeft -'In Mij is uw hulp' - 'Laat hem Mijn sterkte aangrijpen opdat hij vrede met Mij moge maken.'
Liever Turks dan Paaps
capricornus

Bericht door capricornus »

Liefste bekeerling-in-spe, ik ben eigenlijk niet de meest geschikte om jou te antwoorden, maar ik zie hier zoveel woorden en zo weinig liefde staan dat ik er van omver val.
Wie is God ? JHWH is Ik die Ben Die ben, de Schepper van tijd-ruimte, de verkondiger van Liefde als primum movens en als laatste maatstaf, de Schepper van onze ziel, die dus rechtstreeks afstamt van een onstoffelijke ontijdelijke Liefdevolle origine, en daar alle herinnering en alle kenmerken van heeft, en die zich laat kennen op de mooiste momenten van ons aardse leven.
Als je het gevoel hebt dat je je bekeert tot de Heer, dan is het je ziel die haar mond opendoet en van zich laat horen : hier ben ik, ik verlang naar mijn Schepper. Dan beantwoordt zij de eeuwige roep van de Hoofdserver : mobiel mensje, waar ben je, herinner je Mij, verlang je naar Mij, streef naar Mij, Ik heb je Mijn Zoon gestuurd, luister naar Mijn en Zijn Woord, volg Zijn Pad, consumeer Zijn Brood/Wijn, kom tot Mij en tot Ons.
Liefste medeforumster, ik vind het fantastisch, je kan vanavond in bed gaan liggen en intens bidden : Heer, hier ben ik, Heer, kom, Heer, ik verlang naar u. En met dezelfde idee kan je opstaan : dank u, Vader, nóg een dag, die ik aan U opdraag, een dag waarin ik aandacht zal hebben voor Uw kinderen, mijn broers en zussen, mijn naaste.
O, da's simpel, da's mooi, da's geloof en hoop en Liefde. Da's fantastisch. Dank U, God, voor al dit moois.
Matthijs
Berichten: 2050
Lid geworden op: 07 okt 2002, 21:03

Bericht door Matthijs »

'k geloof dat Icabod Spencer het wel wat anders uitlegt dan jou.

kun jij, wat jij zegt Bijbels onderbouwen?
Liever Turks dan Paaps
capricornus

Bericht door capricornus »

En andersom : kan jij het bijbels afbreken ? Dan bouw ik het binnen 3 dagen weer op, hoor.
Plaats reactie