Onmogelijk: Degenen die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid worden ZALIG gesproken door de Heere Jezus. Alleen zij die wedergeboren zijn, zijn zalig! Dus zijn ze wederom geboren.
Ja, weet je waarom ze ZALIG gesproken worden? Omdat er voor HEN verlossing mogelijk is! Voor HEN is verzadiging mogelijk.
Je beweert hierbij indirect dat de mensen die deze bergrede aanhoorden GEEN VAN ALLEN honger en dorst hadden naar de gerechtigheid, want niemand was immers nog wedergeboren? Dat kon pas door Christus' Geest.
Inderdaad kan de last van de zonde een last van geweten zijn, een last van de opvoeding, die de mens aanklaagt, maar ook een last van de wet: immers de wet - als tuchtmeester - leidt tot Christus. De wet overtuigt van zonde, óók koning David werd overtuigd van zonde, maar David was nÃet wedergeboren - slechts IN en DOOR Christus kun je wedergeboren zijn (waarom was Christus anders gekomen?). En ook David had een honger en dorst naar de gerechtigheid. Er staat duidelijk in Heb. 11 dat hij de belofte NIET verkregen heeft (dus niet wedergeboren kon zijn), maar hij zag het vanuit de verte, en hij geloofde, en dat werd hem (en Abraham, Jacob, Mozes etc.) tot gerechtigheid gerekend.
En die last van zonde kunnen we leren af te leggen - als de oude mens - na de wedergeboorte Heb. 12:1.
Ja, weet je waarom ze ZALIG gesproken worden? Omdat er voor HEN verlossing mogelijk is! Voor HEN is verzadiging mogelijk.
Daar geloof ik toch niet zo in. Het is nog veel groter wat onze Heere Jezus daar spreekt. Het is een belofte: Zij ZULLEN verzadigd worden. Zij ZULLEN vertroost worden. Dat alles omdat de 'droefheid naar God een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt' (2 Kor. 7:10b). Ofwel: Zij ZULLEN niet verloren gaan. Het hongeren en dorsten naar de gerechtigheid is reeds een toevluchtnemend geloof. In principe kan een ieder verlost worden door te geloven in Christus. Voor een ieder is verlossing mogelijk door het geloof. Maar zij die treuren zoals de zaligsprekingen vermelden, zullen het ook krijgen.
Je bent het toch met me eens, dat Jezus alleen Zijn volk zalig spreekt. Wie Hij zalig spreekt, zal niet verloren gaan!
Je beweert hierbij indirect dat de mensen die deze bergrede aanhoorden GEEN VAN ALLEN honger en dorst hadden naar de gerechtigheid, want niemand was immers nog wedergeboren? Dat kon pas door Christus' Geest.
Ik beweer niets, JIJ beweert wat. Ik heb nergens gezegd dat niemand wedergeboren kon zijn voor Christus' komst. Niemand kan het Koninkrijk Gods ingaan, tenzij hij of zij wederom geboren worde!
Dat geldt nu, gisteren, morgen, in het OT, NT, en 2002. Wij lezen toch ook van de werking van de Geest die mensenharten bekeert tot God? Die hun harten besnijdt? We lezen er toch van in de Psalmen?
En ook David had een honger en dorst naar de gerechtigheid. Er staat duidelijk in Heb. 11 dat hij de belofte NIET verkregen heeft (dus niet wedergeboren kon zijn), maar hij zag het vanuit de verte, en hij geloofde, en dat werd hem (en Abraham, Jacob, Mozes etc.) tot gerechtigheid gerekend.
In Hebreen 11:33 lees ik anders: Welken door het geloof koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, de muilen der leeuwen toegestopt;
de beloftenissen verkregen,
Dat is, de vervulling der beloften, die hun geschied waren, gelijk daar was de bezitting van het land Kanaän en van enige bijzonder weldaden, als aan Sara, Anna, enz., en ook in het algemeen van vergeving der zonden, aanneming tot kinderen en de erve van het eeuwige leven. Zie hiervoren Hebr. 11:16; Hand. 15:11.
Je doelt waarschijnlijk op Hebreen 11:39: "En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen;"
hebben de belofte niet verkregen;
Dat is, de beloofde zaak, namelijk Christus in het vlees geopenbaard, met de vervulling van al de schaduwen van het Oude Testament, en den stand der Kerk onder Hem door de gehele wereld beloofd. Zie Luk. 10:23,24.
Heb je dan niet door dat jij een hogere roeping hebt dan ALLE mensen uit het O.T.?
Ik in ieder geval wel.
Er zijn mensen die bij het laatste oordeel (dat is na het duizendjarig rijk) behouden zullen worden. OP GROND VAN HUN WERKEN - Op. 20.
Er zijn mensen die in de grote verdrukking als martelaren sterven en behouden worden en als koningen 1000 jaar lang regeren. Op. 20.
Er zijn mensen die met zijn wederkomst VERENIGD MET CHRISTUS zullen zijn! Die op zijn troon zitten gelijk Hij gezeten is met zijn Vader op zijn troon, omdat zij OVERWONNEN hebben! En gerechtvaardigd worden op grond van GELOOF. Op. 3:21.
Die roeping heb ik.
En er is nog een SCHARE DIE NIEMAND TELLEN kan (Op. 7), die behouden is door het bloed van Jezus, maar de uitverkiezing zal een EINDIG getal zijn (want anders heeft uitverkiezing geen nut), wat dus expliciet inhoudt dat er verschillende groepen behouden zullen worden, met een verschillende ROEPING.
Ik ga dus niet alleen niet verloren, maar ik maak deel uit van Christus' lichaam, OOK als Hij op zijn troon zit bij zijn Vader. Ik zal met Hem regeren.
Dat is mijn geloofsbelijdenis en mijn roeping.
Het koninkrijk Gods is Jezus Christus zelf, geopenbaard in het vlees, levendgemaakt in de harten van al zijn volgelingen. (Het koninkrijk Gods is bij u, zegt Jezus, in een andere vertaling staat er IN u).
Een ieder die wedergeboren is, zal dat Koninkrijk kunnen zien en het binnengaan, de rest NIET.
Lees alle teksten erop na met 'Koninkrijk Gods' erin, en je zult zien dat daarmee Jezus Christus zelf wordt bedoeld, levengemaakt in de harten van enkel wedergeborenen. En daar maak ik reeds nú al deel van uit!
Nicodemus snapte die wedergeboorte ook al niet dus je bevindt je in goed gezelschap ;-). Gelukkig voor hem en daarmee ook voor ons is het uitgelegd. Die in Hem geloofd, wordt niet veroordeeld, maar die niet geloofd, is alrede veroordeeld . . . daar gaat het om. Alleen de uitverkorenen zullen dat geloof ontvangen maar dat is onze zaak niet. Het is aan God om te verkiezen, wij hebben "slechts" te geloven.
Ik heb het ook wel eens, dat ik het niet meer weet, maar ik ga dan altijd lezen, achterenvolgens Genesis 3, dan Johannes 3 en tenslotte Openbaring 3. Troostrijk!
Mattheus 12:28 Maar indien Ik door de Geest Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen.
Mattheus 19:24 Wederom zeg Ik u, het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.
Mattheus 21:31 Wie van de twee heeft de wil van zijn vader gedaan? Zij zeiden: De laatste. Jezus zeide tot hen: Voorwaar , Ik zeg u, de tollenaars en de hoeren gaan u voor in het Koninkrijk Gods. Mattheus 21:43 Daarom, Ik zeg u, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en het zal gegeven worden aan een volk , dat de vruchten daarvan opbrengt.
Markus 1:15 en Hij zeide: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen . Bekeert u en gelooft het evangelie.
Markus 4:11 En Hij zeide tot hen: U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die buiten staan, komt alles in gelijkenissen,
Markus 4:26 En Hij zeide: Alzo is het Koninkrijk Gods, als een mens, die zaad werpt in de aarde,
Markus 4:30 En Hij zeide: Hoe zullen wij het Koninkrijk Gods afbeelden, of onder welke gelijkenis zullen wij het brengen ? Markus 9:1 En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij zien, dat het Koninkrijk Gods gekomen is met kracht.
Markus 9:47 En indien uw oog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit. Het is beter, dat gij met een oog het Koninkrijk Gods binnengaat, dan dat gij met twee ogen in de hel geworpen wordt,
Markus 10:14 Toen Jezus dat zag, nam Hij het zeer kwalijk en zeide tot hen: Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods.
Markus 10:15 Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan .
Markus 10:23 En Jezus, rondziende, zeide tot zijn discipelen: Hoe moeilijk zullen zij, die geld hebben, het Koninkrijk Gods binnengaan.
Markus 10:24 En zijn discipelen waren zeer verbaasd over zijn woorden, maar Jezus antwoordde weder en zeide tot hen: Kinderen , hoe moeilijk is het het Koninkrijk Gods binnen te gaan.
Markus 10:25 Het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog ener naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat .
Markus 12:34 En Jezus, ziende, dat hij verstandig geantwoord had, zeide tot hem : Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods. En niemand durfde Hem meer iets vragen.
Markus 14:25 Voorwaar, Ik zeg u, Ik zal voorzeker niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar nieuw zal drinken, in het Koninkrijk Gods.
Markus 15:43 Jozef van Arimatea, een aanzienlijk lid van de Raad, die ook zelf het Koninkrijk Gods verwachtte; en hij waagde het naar Pilatus te gaan en het lichaam van Jezus te vragen.
Lukas 4:43 Maar Hij sprak tot hen: Ook aan de andere steden moet Ik het evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen , want daartoe ben Ik uitgezonden .
Lukas 6:20 En Hij hief zijn ogen op naar zijn discipelen en zeide: Zalig , gij armen, want uwer is het Koninkrijk Gods. Lukas 7:28 Ik zeg u, onder hen, die uit vrouwen geboren zijn, is niemand groter dan Johannes, maar de kleinste in het Koninkrijk Gods is groter dan hij.
Lukas 8:1 En het geschiedde kort daarna, dat Hij van stad tot stad en van dorp tot dorp trok, verkondigende het evangelie van het Koninkrijk Gods, en de twaalven met Hem, Lukas 8:10 En Hij zeide: U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen , maar aan de anderen worden zij gepredikt in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen .
Lukas 9:2 En Hij zond hen uit om het Koninkrijk Gods te verkondigen en genezingen te doen,
Lukas 9:11 Doch de scharen bemerkten het en volgden Hem. En Hij ontving hen en sprak tot hen over het Koninkrijk Gods, en die genezing van node hadden, maakte Hij gezond. Lukas 9:27 Ik zeg u in waarheid, er zijn sommigen onder degenen die hier staan , welke voorzeker de dood niet zullen smaken, voordat zij het Koninkrijk Gods gezien hebben.
Lukas 9:60 Maar Hij zeide tot hem: Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods.
Lukas 9:62 Maar Jezus zeide tot hem: Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods. Lukas 10:9 en geneest de zieken, die er zijn, en zegt tot hen: Het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen.
Lukas 10:11 Ook het stof van uw stad, dat aan onze voeten kleeft wissen wij af tegen u; doch weet dit, dat het Koninkrijk Gods nabijgekomen is.
Lukas 11:20 Maar indien Ik door de vinger Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen.
Lukas 13:18 Hij zeide dan: Waaraan is het Koninkrijk Gods gelijk en waarmede zal Ik het vergelijken?
Lukas 13:20 En wederom sprak Hij: Waarmede zal Ik het Koninkrijk Gods vergelijken?
Lukas 13:28 Daar zal het geween zijn en het tandengeknars, wanneer gij Abraham en Isaak en Jakob zult zien en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar uzelf buitengeworpen.
Lukas 13:29 En zij zullen komen van oost en west en van noord en zuid en zullen aanliggen in het Koninkrijk Gods. Lukas 14:15 Toen iemand van de disgenoten dat hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig wie brood eten zal in het Koninkrijk Gods.
Lukas 16:16 De wet en de profeten gaan tot Johannes ; sinds die tijd wordt het evangelie gepredikt van het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin.
Lukas 17:20 En op de vraag der Farizeeen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, antwoordde Hij hun en zeide: Het Koninkrijk Gods komt niet zo, dat het te berekenen is;
Lukas 17:21 ook zal men niet zeggen: zie, hier is het of daar! Want zie , het Koninkrijk Gods is bij u .
Lukas 18:16 Maar Jezus riep ze tot Zich en zeide: Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet ; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods.
Lukas 18:17 Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan .
Lukas 18:24 En Jezus zag hem aan en zeide: Hoe moeilijk kunnen zij, die geld hebben, in het Koninkrijk Gods ingaan.
Lukas 18:25 Want het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog ener naald , dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.
Lukas 18:29 En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of vrouw of broeders of ouders of kinderen heeft prijsgegeven om het Koninkrijk Gods,
Lukas 19:11 Toen zij daarnaar luisterden, sprak Hij nog een gelijkenis uit, omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond openbaar zou worden.
Lukas 21:31 Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is. Lukas 22:16 Want Ik zeg u, dat Ik het voorzeker niet meer eten zal, voordat het vervuld is in het Koninkrijk Gods .
Lukas 22:18 Want Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet van de vrucht van de wijnstok drinken, voordat het Koninkrijk Gods gekomen is.
Lukas 23:51 (deze had niet ingestemd met hun raad en bedrijf), van Arimatea, een stad der Joden, die het Koninkrijk Gods verwachtte,
Johannes 3:3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien .
Johannes 3:5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan .
Handelingen 1:3 aan wie Hij Zich ook na zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft.
Handelingen 8:12 Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen.
Handelingen 14:22 om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan.
Handelingen 19:8 En Paulus ging naar de synagoge en trad drie maanden lang vrijmoedig op , om hen door besprekingen te overtuigen aangaande het Koninkrijk Gods.
Handelingen 28:23 En nadat zij een dag met hem hadden afgesproken, kwamen verscheidenen tot hem in zijn verblijf, wie hij met nadruk het Koninkrijk Gods voorstelde, pogende hen te overtuigen ten opzichte van Jezus, uit de wet van Mozes en de profeten, van de vroege morgen tot de avond toe.
Handelingen 28:31 predikende het Koninkrijk Gods, en onderricht gevende aangaande de Here Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering.
Romeinen 14:17 Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest.
1 Corinthe 4:20 Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht.
1 Corinthe 6:9 Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beerven zullen?
1 Corinthe 6:10 Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards , lasteraars of oplichters zullen het Koninkrijk Gods niet beerven.
1 Corinthe 15:50 Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beerven en het vergankelijke beerft de onvergankelijkheid niet.
Galaten 5:21 nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw , zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beerven.
Kolossensen 4:11 en Jezus genaamd Justus, de enigen uit de besnedenen, die mijn medewerkers zijn voor het Koninkrijk Gods, en die mij dan ook tot troost zijn geweest.
2 Thessalonica 1:5 een bewijs van het rechtvaardige oordeel Gods , dat gij het Koninkrijk Gods waardig geacht zijt, voor hetwelk gij ook lijdt ,
Wie of wat is het Koninkrijk Gods? Wat houdt het in?
Ik denk dat Limosa niet per se een tegenstrijdigheid in haar zin heeft gezet: het is aan God om te verkiezen, aan ons om te geloven: Haar opvatting zou dan hierop kunnen neerkomen dat God de mensen uitverkiest, en dat die mensen dan de keus hebben om te geloven.
Correct me if I'm wronge, please
Persoonlijk vind ik dat trouwens niet kloppen. Genade is er voor iedereen, niet voor een paar (ook al zijn dat er heel veel) mensen die God. Dat is willekeur of voorkeur, en ik denk dat God zich met beide niet bezig houdt als het gaat om genade. Dit is de derde keer dat ik dit zeg in drie postings in ongeveer drie minuten, maar: Geloof en leef.
Alles wat je moet doen om zalig te worden, genade te ontvangen, wedergeboren te zijn, bekeerd te zijn, is simpelweg geloven... geloven in God, in de kracht van de Heilige Geest en de opstanding van Jezus. That's it... maar ja, waarschijnlijk makkelijker gezegd dan gedaan, nietwaar?
Origineel geplaatst door Madtice
Alles wat je moet doen om zalig te worden, genade te ontvangen, wedergeboren te zijn, bekeerd te zijn, is simpelweg geloven... geloven in God, in de kracht van de Heilige Geest en de opstanding van Jezus.
Precies. Maar wat houdt het in om in God te geloven? Wat houdt het in om in de kracht van de Heilige Geest te geloven? Wat houdt het in om in de opstanding van Jezus te geloven?
Als je zegt te geloven in de kracht van de Heilige Geest, maar je gelooft nÃet dat je te allen tijde in Christus kunt zegevieren, dan lieg je.
Als je zegt te geloven in God, maar niet gelooft dat Hij een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken en dat bij Hem alle dingen mogelijk zijn, dan lieg je.
Als je zegt te geloven in de opstanding van Jezus, maar je gelooft niet dat jijzelf met Hem gestorven èn opgestaan bent om te wandelen in nieuwheid des levens, dan lieg je.
Dring je binnen in het Koninkrijk Gods!
Lukas 16:16 De wet en de profeten gaan tot Johannes ; sinds die tijd wordt het evangelie gepredikt van het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin.
Lukas 17:20-21 En op de vraag der Farizeeen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, antwoordde Hij hun en zeide: Het Koninkrijk Gods komt niet zo, dat het te berekenen is; ook zal men niet zeggen: zie, hier is het of daar! Want zie , het Koninkrijk Gods is bij u .
Romeinen 14:17 Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest.
1 Corinthe 4:20 Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht.
Uhm...., maar ik zeg al die dingen toch niet? Ik beaam ze van harte... zonder mezelf tegen te spreken... het ging mij erom, wanneer je bekeerd was: zodra je gelooft... daarna volgen al die andere dingen (en raken mensen de weg nog wel 's kwijt)... dus, ben ik geen jokkebrok? (leugenaar... vertaling red.)
Thanks, ik was al even bang Maar geloven houd inderdaad een hoop in: alles wat je zei is onderdeel van jouw relatie met God... en het is al zo ontzettend moeilijk om een relatie met mensen te onderhouden zonder ze af en toe teleur te stellen... laat staan met God! Daarom denk ik dat je zeer blij mag zijn met het gegeven dat God zoveel van je houdt dat Hij altijd met open armen op je staat te wachten, als je het weer 's niet begreep, of zelfs bewust je rug naar Hem toegekeerd hebt
Origineel geplaatst door limosaIk heb het ook wel eens, dat ik het niet meer weet, maar ik ga dan altijd lezen, achterenvolgens Genesis 3, dan Johannes 3 en tenslotte Openbaring 3.
Ik heb het altijs zo geleerd.
Genesis 3, Jeremia 3, Johannes 3, Romeinen 3, Openbaringen 3.
Hierin komt "alles" aan bod.
Mvrg, Grace
Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen.(SV, Titus 2:11)
Geen tegenstrijdigheden maar twee kanten van de zaak. De ene is Gods kant, de verkiezing van eeuwigheid ligt bij Hem. Wij mensenkinderen zijn van gisteren en weten niet. Daarom spreekt Jezus tot Nicodemus ook niet over de verkiezing. Nee, daar wordt gesproken over geloof. Want dat ligt aan onze kant. Wij liggen onder de eis om te geloven. God eist geloof, God eist niet dat we uitverkoren zijn. Nu staat de Bijbel vol met beloften aan degenen die als zondaar, vermoeid en belast, tot Hem komen om rust voor de ziel te zoeken. Die zal Hij niet ledig heenzenden. Aan de andere kant, als we verloren gaan is het vanwege ons ongeloof. Niet omdat we niet uitverkoren zijn.
Jouw vragen 2) en 3): Degenen die wederomgeboren zijn zullen ingaan in het Koninkrijk Gods. En dat omdat ze geloven in Jezus als hun Zaligmaker en niet in de eerste plaats omdat ze zijn uitverkoren.
Grace,
Jouw lijstje is in theologisch opzicht kompleter maar bij twijfel wil het graag eenvoudig houden. De val in Genesis, verlossing door geloof in Johannes, persoonlijke toepassing in Openbaring.
Mattheus 12:28 Maar indien Ik door de Geest Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen.
Mattheus 19:24 Wederom zeg Ik u, het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.
Mattheus 21:31 Wie van de twee heeft de wil van zijn vader gedaan? Zij zeiden: De laatste. Jezus zeide tot hen: Voorwaar , Ik zeg u, de tollenaars en de hoeren gaan u voor in het Koninkrijk Gods. Mattheus 21:43 Daarom, Ik zeg u, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en het zal gegeven worden aan een volk , dat de vruchten daarvan opbrengt.
Markus 1:15 en Hij zeide: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen . Bekeert u en gelooft het evangelie.
Markus 4:11 En Hij zeide tot hen: U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die buiten staan, komt alles in gelijkenissen,
Markus 4:26 En Hij zeide: Alzo is het Koninkrijk Gods, als een mens, die zaad werpt in de aarde,
Markus 4:30 En Hij zeide: Hoe zullen wij het Koninkrijk Gods afbeelden, of onder welke gelijkenis zullen wij het brengen ? Markus 9:1 En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij zien, dat het Koninkrijk Gods gekomen is met kracht.
Markus 9:47 En indien uw oog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit. Het is beter, dat gij met een oog het Koninkrijk Gods binnengaat, dan dat gij met twee ogen in de hel geworpen wordt,
Markus 10:14 Toen Jezus dat zag, nam Hij het zeer kwalijk en zeide tot hen: Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods.
Markus 10:15 Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan .
Markus 10:23 En Jezus, rondziende, zeide tot zijn discipelen: Hoe moeilijk zullen zij, die geld hebben, het Koninkrijk Gods binnengaan.
Markus 10:24 En zijn discipelen waren zeer verbaasd over zijn woorden, maar Jezus antwoordde weder en zeide tot hen: Kinderen , hoe moeilijk is het het Koninkrijk Gods binnen te gaan.
Markus 10:25 Het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog ener naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat .
Markus 12:34 En Jezus, ziende, dat hij verstandig geantwoord had, zeide tot hem : Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods. En niemand durfde Hem meer iets vragen.
Markus 14:25 Voorwaar, Ik zeg u, Ik zal voorzeker niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar nieuw zal drinken, in het Koninkrijk Gods.
Markus 15:43 Jozef van Arimatea, een aanzienlijk lid van de Raad, die ook zelf het Koninkrijk Gods verwachtte; en hij waagde het naar Pilatus te gaan en het lichaam van Jezus te vragen.
Lukas 4:43 Maar Hij sprak tot hen: Ook aan de andere steden moet Ik het evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen , want daartoe ben Ik uitgezonden .
Lukas 6:20 En Hij hief zijn ogen op naar zijn discipelen en zeide: Zalig , gij armen, want uwer is het Koninkrijk Gods. Lukas 7:28 Ik zeg u, onder hen, die uit vrouwen geboren zijn, is niemand groter dan Johannes, maar de kleinste in het Koninkrijk Gods is groter dan hij.
Lukas 8:1 En het geschiedde kort daarna, dat Hij van stad tot stad en van dorp tot dorp trok, verkondigende het evangelie van het Koninkrijk Gods, en de twaalven met Hem, Lukas 8:10 En Hij zeide: U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen , maar aan de anderen worden zij gepredikt in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen .
Lukas 9:2 En Hij zond hen uit om het Koninkrijk Gods te verkondigen en genezingen te doen,
Lukas 9:11 Doch de scharen bemerkten het en volgden Hem. En Hij ontving hen en sprak tot hen over het Koninkrijk Gods, en die genezing van node hadden, maakte Hij gezond. Lukas 9:27 Ik zeg u in waarheid, er zijn sommigen onder degenen die hier staan , welke voorzeker de dood niet zullen smaken, voordat zij het Koninkrijk Gods gezien hebben.
Lukas 9:60 Maar Hij zeide tot hem: Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods.
Lukas 9:62 Maar Jezus zeide tot hem: Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods. Lukas 10:9 en geneest de zieken, die er zijn, en zegt tot hen: Het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen.
Lukas 10:11 Ook het stof van uw stad, dat aan onze voeten kleeft wissen wij af tegen u; doch weet dit, dat het Koninkrijk Gods nabijgekomen is.
Lukas 11:20 Maar indien Ik door de vinger Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen.
Lukas 13:18 Hij zeide dan: Waaraan is het Koninkrijk Gods gelijk en waarmede zal Ik het vergelijken?
Lukas 13:20 En wederom sprak Hij: Waarmede zal Ik het Koninkrijk Gods vergelijken?
Lukas 13:28 Daar zal het geween zijn en het tandengeknars, wanneer gij Abraham en Isaak en Jakob zult zien en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar uzelf buitengeworpen.
Lukas 13:29 En zij zullen komen van oost en west en van noord en zuid en zullen aanliggen in het Koninkrijk Gods. Lukas 14:15 Toen iemand van de disgenoten dat hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig wie brood eten zal in het Koninkrijk Gods.
Lukas 16:16 De wet en de profeten gaan tot Johannes ; sinds die tijd wordt het evangelie gepredikt van het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin.
Lukas 17:20 En op de vraag der Farizeeen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, antwoordde Hij hun en zeide: Het Koninkrijk Gods komt niet zo, dat het te berekenen is;
Lukas 17:21 ook zal men niet zeggen: zie, hier is het of daar! Want zie , het Koninkrijk Gods is bij u .
Lukas 18:16 Maar Jezus riep ze tot Zich en zeide: Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet ; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods.
Lukas 18:17 Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan .
Lukas 18:24 En Jezus zag hem aan en zeide: Hoe moeilijk kunnen zij, die geld hebben, in het Koninkrijk Gods ingaan.
Lukas 18:25 Want het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog ener naald , dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.
Lukas 18:29 En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of vrouw of broeders of ouders of kinderen heeft prijsgegeven om het Koninkrijk Gods,
Lukas 19:11 Toen zij daarnaar luisterden, sprak Hij nog een gelijkenis uit, omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond openbaar zou worden.
Lukas 21:31 Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is. Lukas 22:16 Want Ik zeg u, dat Ik het voorzeker niet meer eten zal, voordat het vervuld is in het Koninkrijk Gods .
Lukas 22:18 Want Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet van de vrucht van de wijnstok drinken, voordat het Koninkrijk Gods gekomen is.
Lukas 23:51 (deze had niet ingestemd met hun raad en bedrijf), van Arimatea, een stad der Joden, die het Koninkrijk Gods verwachtte,
Johannes 3:3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien .
Johannes 3:5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan .
Handelingen 1:3 aan wie Hij Zich ook na zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft.
Handelingen 8:12 Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen.
Handelingen 14:22 om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan.
Handelingen 19:8 En Paulus ging naar de synagoge en trad drie maanden lang vrijmoedig op , om hen door besprekingen te overtuigen aangaande het Koninkrijk Gods.
Handelingen 28:23 En nadat zij een dag met hem hadden afgesproken, kwamen verscheidenen tot hem in zijn verblijf, wie hij met nadruk het Koninkrijk Gods voorstelde, pogende hen te overtuigen ten opzichte van Jezus, uit de wet van Mozes en de profeten, van de vroege morgen tot de avond toe.
Handelingen 28:31 predikende het Koninkrijk Gods, en onderricht gevende aangaande de Here Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering.
Romeinen 14:17 Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest.
1 Corinthe 4:20 Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht.
1 Corinthe 6:9 Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beerven zullen?
1 Corinthe 6:10 Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards , lasteraars of oplichters zullen het Koninkrijk Gods niet beerven.
1 Corinthe 15:50 Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beerven en het vergankelijke beerft de onvergankelijkheid niet.
Galaten 5:21 nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw , zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beerven.
Kolossensen 4:11 en Jezus genaamd Justus, de enigen uit de besnedenen, die mijn medewerkers zijn voor het Koninkrijk Gods, en die mij dan ook tot troost zijn geweest.
2 Thessalonica 1:5 een bewijs van het rechtvaardige oordeel Gods , dat gij het Koninkrijk Gods waardig geacht zijt, voor hetwelk gij ook lijdt ,
Wie of wat is het Koninkrijk Gods? Wat houdt het in?
Betekent het gekomen zijn van het Koninkrijk Gods ook direct het openbaar worden ervan?
Hoe kun je ingaan tot het Koninkrijk Gods? Hoe moet je het Koninkrijk Gods ontvangen? Wanneer ben je een medewerker van het Koninkrijk, wanneer is het Koninkrijk bij je? En als het Koninkrijk Gods dan bij je is, waarin bestaat het?
Wanneer zullen we het Koninkrijk, dat bij ons is, waar wij een medewerker van zijn, ook werkelijk ten volle beërven? Wanneer zal het ten volle aan de gehele wereld openbaar worden?
....Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht, niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest....
Die kracht, die vrede, die blijdschap, die rechtvaardigheid, die mag ik meer en meer ervaren, van binnen, in mijn hart, dáár waar niet meer Ãk, maar Christus in mij leeft.
Want zie , het Koninkrijk Gods is bij u.
En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
Waarom is dit belangrijk? Omdat je van hieruit kan begrijpen wat wedergeboren zijn - uit God geboren zijn - werkelijk inhoudt.