Oorspronkelijk gepost door Lecram
Plaatsing wil niet zeggen dat ik het overal mee eens ben. Ik heb de artikelen vluchtig gelezen.
Hernieuwde bezinning op zondagsarbeid
door prof.dr. J. Douma
Rondom de zondagsheiliging en zondagsarbeid is het afgelopen jaar in enkele kerken ernstige beroering ontstaan. In een gemeente had de eigenaar van een autozaak op zondag gewerkt. Hij voelde zich genoodzaakt op een zondag present te zijn op een autoshow. In een andere gemeente meende de eigenaar van een bakkersbedrijf, dat in zijn bedrijf bepaalde arbeid op zondag moest worden verricht.In beide gemeenten ontstond deining, vooral omdat het een ouderling en een aanstaand ouderling betrof. In het eerste geval vroegen gemeenteleden om schorsing van de ouderling; in de andere gemeente vonden sommigen dat de betrokken broeder geen ouderling kon worden. Want hoe kan iemand een voorbeeld voor de gemeente zijn, als hij op zondag gaat werken?Hoe het afliep in de beide gemeenten, doet nu niet terzake. In beide kerken werd een gemeentevergadering belegd, waar ik uitgenodigd werd om het woord te voeren. Toen ik over die vragen nadacht, was ik toch niet helemaal meer tevreden met wat ik in De Tien Geboden eerder had geschreven over de verhouding van sabbat en zondag.Dat bleek ook wel toen een zuster mij een passage voorhield (uit de editie van 1992, pagina 206) over chauffeurs die op zondag vertrekken met een lading goederen, om zo vroeg mogelijk de grens te passeren. Ik zeg daarvan in het genoemde boek dat dit in strijd komt met het vierde gebod.
Zo zou ik dat nu niet meer schrijven. Terwijl ik mij blijf baseren op het materiaal dat ik destijds verwerkt heb in mijn boek, trek ik toch iets andere - naar mijn mening ook duidelijkere - conclusies dan toen het geval was.Mijns inziens zijn drie vragen relevant.
1) Hoe komt het dat er vroeger en vandaag moeiten zijn over de betekenis van het Vierde Gebod?
Het is wel zeker dat de kerk in de eerste eeuwen geen zondagsrust kende zoals de meeste gelovigen onder ons die beleven. De christenen hebben op zondag gewoon gewerkt; 's morgens vroeg of ook 's avonds werden er bijeenkomsten gehouden. Pas in 321 riep Constantijn de Grote de zondag tot rustdag uit, al betekende dat nog geen volstrekte rust. Landarbeid vond vaak wel plaats. In elk geval zien we dan nog niet dat de kerk het 'rusten' koppelt aan het vierde gebod. Pas in 630 vinden we voor het eerst een rechtstreeks beroep op het vierde gebod als het over de zondag gaat.Het is ook te begrijpen dat men niet zo gemakkelijk die verbinding met het vierde gebod legde, omdat men zich goed het verschil met de joden bewust was. Als in oudchristelijke teksten de zondag ter sprake komt, grenst men die vaak af tegen de sabbat van de joden.Het scherpe verzet tegen de joodse beleving van de sabbat als verplichte vierdag vinden we ook in de Bijbel zelf (Gal. 4,10 en Col. 2,16v). Is het dan zo'n wonder dat het vierde gebod uit het gezichtsveld verdween? De Joden hebben hun sabbat, wij hebben onze zondag. Dat zag men als twee zaken diep verschillend, en niet als één zaak!
Samenkomsten
Maar al was er dan geen verbinding tussen de zondag en het vierde gebod, de zondag en de viering daarvan waren er wél. De zondag werd vanaf het begin in ere gehouden. En men begreep ook best waarom. De opstanding van Christus werd gevierd met samenkomsten waarin het Woord verkondigd werd en het sacrament van het avondmaal gebruikt werd. Al was het dan geen rustdag, daarom was het nog wel een feestdag. In de Brief aan de Magnesiërs (110 na Chr.) staat: Christenen ,,vieren niet meer de sabbat, maar richten hun leven naar de dag des Heren, waarop ook ons leven is opgebloeid door Hem en zijn dood.''De zondag moest dus een dag van vreugde zijn. Maar geen wonder dat zo'n dag dan ook om rust vraagt. Let echter op, dat men niet zei: 'Gedenk de sabbatdag en staak alle werk', maar: 'Vier de zondag en maak daarvoor ook ruimte door zoveel mogelijk je werk neer te leggen'. Denk aan een bruiloft bij ons. Niemand vindt het vreemd op zo'n dag nog een karweitje te verrichten, boodschappen te doen, etc. Maar het zou wel vreemd zijn geen vrij te nemen als dat mogelijk is! Ik zie daarom een logische ontwikkeling van het vieren naar het rusten.
Daarom lag het ook voor de hand dat keizer Constantijn de Grote, toen de wereld door deze christen geregeerd begon te worden, de zondag tot rustdag uitriep. Dat deed hij niet omdat het vierde gebod dit gebood, maar omdat op een feestdag ruimte moet zijn voor het vieren, en die ruimte vraagt om vrije tijd. Men werd opgeroepen naar de kerk te gaan; maar dan moest er voor de kerkgang ook gelegenheid geboden worden aan allen.Nu lijkt mij de bron van veel moeiten met de kwestie die ons bezighoudt, zo te kunnen worden geformuleerd: moeten we in ons nadenken over de zondag starten bij de volstrekte rust die op de sabbat vereist was? Of bij de viering van Christus' opstanding, waarvoor wel ruimte en dus (arbeids)rust vereist zijn, maar niet omdat het vierde gebod dat van ons vraagt?
Toch een koppeling
Sinds de Middeleeuwen is het wel duidelijker geworden dat de koppeling van de zondag aan het vierde gebod voor de hand lag en m.i. ook noodzakelijk mag worden genoemd. Ik gebruik één argument dat ik zelf doorslaggevend vind. Stel je voor dat we aan het vierde gebod niet meer gebonden waren, dan zouden we negen in plaats van tien geboden hebben. Van tweeën een: we zijn niet meer aan de wet van het Oude Testament gebonden, en dus ook niet aan de tien geboden, of we zijn nog wel aan de tien geboden gebonden, maar dan ook aan alle tien.De laatste weg is de kerk opgegaan, en wij met haar. Maar daarmee waren de moeilijkheden niet opgelost. Want de vraag bleef: hoe zijn we nu aan het vierde gebod gebonden? Net zoals Israël vroeger? Of zit er aan het vierde gebod ook een schaduwachtig en dus inmiddels voorbijgegaan aspect? Alleen al het feit dat we niet meer op de sabbat, de zaterdag, maar op de zondag samenkomen, maakt deze vraag legitiem. Een eenvoudige gelijkstelling tussen sabbat en zondag is niet te verdedigen.
Geestelijk rusten
Toen eenmaal alom de zondag aan het vierde gebod verbonden werd (bij rooms-katholieken evengoed als bij gereformeerden), kreeg je in de gereformeerde wereld twee visies met groot gezag. Het best is dat te illustreren aan twee confessies.In de Heidelbergse Catechismus (Zondag 38) valt, in de lijn van wat Calvijn erover gezegd heeft, de nadruk op het geestelijk karakter van het vierde gebod. Het gaat om de dienst van het Woord, de samenkomsten, de preek, de sacramenten, het gebed en het tonen van barmhartigheid. Gaat het niet over rusten? Ja, ook, want het speelt zich af op de ,,sabbat, dat is de rustdag''. Maar dat 'rusten' loopt uit op de oproep, alle dagen te rusten van onze boze werken.Deze 'geestelijke' opvatting is de kern van het vierde gebod, in de ogen van Calvijn en van veel anderen. Het gaat om het vieren van de zondag en het rusten van onze boze werken. M.i. loopt de lijn duidelijk van vieren naar rusten.
De Catechismus van Westminster (1648) is anders van richting: ,,De sabbat of heilige dag des Heren moet geheiligd worden door het rusten gedurende de hele dag, niet slechts van zulke werken die te allen tijde ongeoorloofd zijn, maar ook van die wereldlijke beroepsbezigheden en ontspanningsactiviteiten, die op andere dagen geoorloofd zijn. Ja, dit moeten we voor een verlustiging houden dat we heel die tijd gebruiken voor publieke en private godsdienstoefening.'' Dat is duidelijk een letterlijke aansluiting bij het vierde gebod, terwijl daar dan het vieren (zonder dat de tekst van het vierde gebod daarover rept) aan verbonden wordt. Hier loopt de lijn van rusten naar vieren.Spanningen zijn niet uitgebleven tussen deze twee manieren om de zondag aan de sabbat te verbinden.
Ideaal vrije zondag blijft het verdedigen waard
door prof. dr. J. Douma
In enkele kerken is in het afgelopen jaren beroering ontstaan over zondagsheiliging en zondagsarbeid. In een bijdrage hierover in de krant van gisteren gaf de ethicus dr. J. Douma aan hoe het komt dat er niet alleen nu, maar ook vroeger al moeite waren over de betekenis van het vierde gebod in dezen. In zijn tweede artikel houdt hij zich bezig met de vraag waar je het met z'n allen over eens moet zijn. Ook bespreekt hij wat tolerantie betekent in de gemeente van Christus bij verschil van inzicht over het vierde gebod.Het valt niet te ontkennen dat er moeilijkheden zijn bij de interpretatie en vooral bij de invulling van de zondag. Maar die verschillen overdrijven we gauw als we niet zien waarover we het eens zijn. We zijn het met z'n allen eens over de grote betekenis van de zondag, zoals de kerk zich daar vanaf het begin van bewust is geweest. Het vieren van de opstanding van Christus ligt in het verlengde van het feest van de uittocht uit Egypte. Verlossing, bevrijding en viering zijn op zondag en de oudtestamentische sabbat zeer gelijkend. Wij allen beschouwen de zondagse bijeenkomsten in de kerk als de spil waarom deze feestdag draait. De sabbatsschender is thans voor ons de man en vrouw die de kerkdiensten verzuimen, het Heilig Avondmaal niet mee willen vieren, niets over hebben voor hun behoeftige broeders en zusters, en die in hun levensgedrag tonen niet te willen rusten van hun slechte werken. Deze 'geestelijke' diepte wordt legitiem aan het Vierde Gebod verbonden (Zondag 38 Heid. Cat.).In het ideale geval komen beide standpunten samen: het 'van vieren naar rusten' en het 'van rusten naar vieren' (zie het artikel van gisteren). Een hele dag vrij is een ideale voorwaarde om de zondag te kunnen vieren. Vieren en rusten - en voor mij dan in déze nieuwtestamentische volgorde!
Ideaal niet haalbaar
Maar dit ideaal is niet altijd te bereiken. Er zijn veel christenen bezig in (wat wij noemen) 'de werken van noodzakelijkheid, barmhartigheid en godsdienst', ook veel meer dan onder een strenge oudtestamentische dag van volstrekte rust - geoorloofd zou zijn. Maar nog afgezien daarvan, de secularisatie zorgt ervoor dat de zondag als rustdag op z'n retour is. De ideale positie waarin wij, laat ik zeggen, zo'n honderd jaar als christenen verkeerd hebben, lijkt niet meer te handhaven. De situatie van de eerste eeuwen kan terugkeren. Steeds meer mensen komen voor de vraag te staan, of ze hun baan kunnen handhaven of aan een baan kunnen beginnen die werken op zondag vereist. Moeten we dan op grond van het vierde gebod, en dus omdat God dat wil, nee blijven zeggen tegen arbeid op zondag? Of is de zondag ook nog wel zondag als we de dag vieren door zoveel als ons mogelijk is de kerkdiensten te bezoeken? Moeten we vechten voor rust, nog afgezien van viering? Of vechten we voor viering en in het verlengde daarvan voor zoveel mogelijk rust? In het laatste geval zijn we blij dat we de ruimte nog hebben om de diensten bij te wonen. Wie weet of de kerk in de toekomst, om zoveel mogelijk mensen in haar samenkomsten te ontvangen, de diensten naar vroege en late uren moet verzetten.
Naar intenties vragen
Dan de vraag wat het betekent tolerant te zijn in de gemeente van Christus als we met verschil van inzicht over het Vierde Gebod te maken krijgen. Allereerst moeten we elkaar laten uitpraten en dat openhartig, zonder snelle veroordeling. Het woord van Jezus dat in sommige handschriften van Luc. 6:4 voorkomt, zou ik hier willen aanhalen: Jezus zag iemand op sabbat werken en zei tegen hem: ,,Zalig bent u als u weet wat u doet; maar als u het niet weet, bent u vervloekt en een overtreder van de wet''. Een opvallend woord dat niet in Luc. 6 zal thuishoren, maar in de eerste christelijke tijd blijkbaar wel een plaats kreeg. Er mag naar iemands intenties gevraagd worden voordat men over wat er te zien valt (werken op zondag) een oordeel wordt geveld.Met onze tolerantie hebben we het gemakkelijker als we de Nederlandse grens gepasseerd zijn en andere christenen tegenkomen, die de zondag soms anders invullen dan wij het doen. Wie contacten met bijvoorbeeld Frankrijk, Korea en Schotland onderhoudt, weet van de verschillen. Dat maakt je wel wat voorzichtiger in kwesties die, met alleen de wereld van Rodeschool tot Zaamslag voor ogen, gemakkelijk veel te absoluut worden gesteld en opgelost. Het óf - óf leren wij vaak te vervangen door én - én.
Verworvenheden verdedigen
Tolerantie naar buiten hoeft per definitie nog niet te betekenen dat we in onze eigen gereformeerde levensstijl niet zouden mogen afwijken van wat medechristenen elders in de wereld doen. Wij hebben onze eigen geschiedenis, die ons verworvenheden heeft bezorgd waarvan wij alleen met verdriet afscheid moeten nemen. Tot die verworvenheden reken ik de vrijwel ideale situatie in de combinatie van vieren en rusten. En wat ideaal is, is de moeite van het verdedigen waard. Ik kan mij dus aansluiten bij al die pogingen die, gelukkig ook door niet-christenen, ondernomen worden om de 24-uurseconomie te doorbreken en daarbij met name de zondag als werkdag te ontzien. Onze eigen mensen moeten we oproepen alert te zijn bij beroepskeus, verandering van baan, ploegenarbeid etc. En dus om te blijven streven naar wat de meeste christenen nog steeds hebben: een vrije zondag. Alleen zeg ik niet dat we liever een werkloosheidsuitkering moeten opstrijken dan een baan aannemen waarin we op een deel van de zondag moeten werken. Dat zou ik alleen zeggen als we perse de zondag moesten doorbrengen zoals het aan het oude Israël geboden was.
Kerkelijke tucht
De kerkelijke tucht heeft ook te maken met het vierde gebod zoals Zondag 38 dat uitlegt. Maar deze Zondag verbiedt ons niet op zondag boswandelingen te maken, fiets en auto te gebruiken, naar de tv te kijken, van het openbaar vervoer op zondagavond gebruik te maken. Er staat ook niet dat we van elke beroepsarbeid op die dag (buiten de bekende uitzonderingen van barmhartigheid en noodzakelijkheid) moeten gruwen.De door mij opgesomde dingen kunnen terecht onderwerp van discussie zijn. Zo vind ik het persoonlijk een kwalijke zaak als de vrije uren op zondag gevuld moeten worden met kijken naar de tv. Maar van belang is dan wel vanuit welke gezichtshoek wij daarop kritiek leveren. Is het kritiek van de casuïstiek, of is het kritiek op een vulling van de zondag die zich niet laat verenigen met viering en vreugde in Christus?Het kan best zijn dat een ouderling in zijn vulling van de zondag niet in strijd komt met Zondag 38, maar toch geen goed voorbeeld voor de gemeente is. Wat in de eerste eeuwen wel moest worden geaccepteerd, kan in het huidige, nog zeer bevoorrechte Nederland schadelijk zijn. En dan is het begrijpelijk dat we het in een voorganger moeilijker dan in een gewoon gemeentelid verdragen dat hij van het onder ons nog steeds 'normale' patroon afwijkt. Ik zou me er echter tegen verzetten wanneer zo iemand als sabbatsschender zou moeten worden geschorst en van de viering van het heilig avondmaal werd uitgesloten.Zij die de hier bepleite tolerantie niet accepteren, moeten oppassen dat ze niet in het kwaad vervallen dat zij in anderen bestrijden. Farizeïsme en huichelachtigheid liggen op de loer. Gij die predikt dat men niet stelen mag, steelt gij, etc. (Rom.2, 21vv?) Gij die wel twee keer in de kerk komt, maar van de rest van de zondag een puinhoop maakt, eert gij de sabbat? Gij die uit de kerk wegblijft, of niet aan het avondmaal wilt aanzitten omdat gij het beleid van uw kerkenraad over de zondag niet accepteert, eert gij de sabbat?Ik zeg dit niet om kritiek lam te leggen. We mogen met onze kritiek op anderen voor de draad komen, maar dan niet zonder ook onszelf te beproeven. Anders wordt het in de gemeente een kille boel, met partijen en grimmige gezichten.