henriët schreef:"Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen het aardrijk beërven"
Een paar vragen bij deze tekst.
Hoe zouden wij zachtmoedigheid het best kunnen beoefenen?
Vaak wordt gezegd bij humanisten ontdek je meer zachtmoedigheid dan bij christenen. Hoe zie je dit?
Over het beërven van het aardrijk kun je nadenken en dan denkend aan de nieuwe aarde, waar wij niet aan kunnen bouwen. Waarom niet.
Okee, dan begin ik bij de starter.
De vragen bij deze tekst... We kunnen geen zachtmoedigheid beoefenen.
Er kan wel verschil zijn van mens tot mens. De ene heeft iets meer 'zachtmoedigheid'
Je kan als het ware over hem heen lopen. Hij zal zichzelf wellicht wegcijferen,
en zal niet snel boos of geirriteerd worden...
Dat zijn aantrekkelijke eigenschappen, zeker waar.
Maar is dat de zachtmoedigheid die de Heere Jezus noemt in de zaligsprekingen?
Deze zachtmoedigheid is toch meer als een algemene karaktereigenschap, dacht ik.
En het beërven van het aardrijk... dat is (volgens Matthew Henry) aangehaald uit
Psalm 37 vers 11. Hij merkt daar op: Dit is schier de enige tijdelijke belofte in geheel
het Nieuwe Testament.
Ik citeer even letterlijk:
"Niet dat zij altijd veel van deze aarde zullen hebben, en nog veel minder dat zij slechts
hiermee weggezonden zullen worden. Maar dit deel van de godzaligheid heeft op een
zeer bijzondere wijze,
de belofte des tegenwoordigen levens.
Zachtmoedigheid, hoe ook bespot, heeft een wezenlijke strekking om onze gezondheid
te bevorderen, onze welvaart, ons gemak en onz genoegen, en onze veiligheid zelfs in
deze wereld.
Men heeft opgemerkt, dat vergeleken met norse, wrevelige en onstuimige mensen, de
zachtmoedigen en rustigen het gemakkelijkste leven leiden".
Tot zover citaat M. Henry.
Maar wat is de geestelijke strekking van deze zaligspreking, en de zaligsprekingen in
het algemeen?
Dan houd ik het er op dat het een bemoediging is die de Heere aan Zijn kinderen
schenkt, als zij iets in zichzelf van deze genade bespeuren.
Ik denk niet dat we dit ongeestelijk en oppervlakkig moeten lezen. Dat geldt trouwens
voor de gehele Heilige Schrift. Er liggen veel diepere zaken in.
Ik weet dat er een boek is van ds. G. van Reenen, die ik wel eens gelezen heb,
maar dat is zo lang geleden dat ik er me niet zo veel meer van herinner.
Wel wekt dit topic me weer op om het eens opnieuw te lezen.