Klopt. Maar dat zegt nog niets over de staat van dat kind bij de geboorte, of dat hij pas wezenlijk in het verbond is als bovenstaande heeft plaatsgevonden. Dat is juist het probleem, als eerst de eis wordt gesteld en wordt gezegd: Schoongewassen, erfgenaam van Gods rijk ben je pas nadat je je aan de eis hebt gehouden. De doop is zoveel rijker. Voordat we ook maar iets kunnen worden we, als zondaars geboren, schoongewassen en geheiligd en zijn we erfgenamen van Gods rijk want God zegt: Je bent van mij.Tiberius schreef:Een ommekeer: is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke (...) in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden.
Zeker geen aanvulling of veronderstelling van wedergeboorte.
Je hebt het over veronderstelde wedergeboorte, maar dat woord heb ik niet gebruikt. Ik veronderstelde slechts wat onze formulieren ook veronderstellen, dat de kinderen schoongewassen zijn in Christus (NGB, HC), erfgenamen zijn van Gods rijk (Doopformulier), in Christus geheiligd (NGB, formulier, HC) en we aan hun behoud als ze jong sterven niet moeten twijfelen (DL). Dat leren onze formulieren. Zoals Parsifal terecht opmerkt wordt daarnaast ook geleerd dat we opnieuw geboren moeten worden. Hoe die twee zich precies verhouden vind ik lastig, dat heb ik eerder aangegeven, maar we moeten niet het ene tegen het andere wegstrepen. Je kan nooit zeggen: Eerst wedergeboorte, dan pas schoongewassen, zekerheid, echt in het verbond etc.Met dit verwijt bevind je je in slecht gezelschap: de remonstranten verweten dat de gereformeerde vier eeuwen geleden ook al.
Maar nee, het verwerpen van een veronderstelde wedergeboorte heeft weinig te maken met de eeuwige staat van jong gestorven kinderen.
Als dat gebeurt doet dat niets af aan de genade die God aan dat kind heeft geschonken, voor hij er ook maar iets van wist. De doop kent belofte en eis, maar niet in die zin dat er eerst aan de eis voldaan moet zijn door het kind, bij het opgroeien, waarna de genade er pas is. Want evenals wij zonder het te weten in Adam gezondigd hebben, zo worden wij ook zonder het te weten, uit genade, tot Gods kinderen aangenomen. Verbondszegen en verbondsvloek zijn al besproken, het verbond kan een kind niet ongedaan maken, maar hij kan wel een verbondsbreker zijn en zo de verbondszegen niet ontvangen. Hoe dat met wedergeboorte zit weet ik niet, wordt een kind die jong sterft na zijn dood wedergeboren en gaat zo Gods rijk in? Slaat wedergeboorte op geloof en bekering, wat voor jonge kinderen nog niet actueel is? Ik weet het niet precies. Ik probeer gewoon zo dicht mogelijk bij de leer van de Bijbel en van onze voorouders te staan..... en wat ik niet snap niet voor onwaar te houden, puur omdat ik het niet snap.Afgewezen schreef:]Ja, maar welke status heeft deze genade dan volgens jou? Want bij het opgroeien kunnen deze kinderen toch ongelovigen blijken te zijn, dat ontken jij ook niet. Hebben deze kinderen dan een 'verliesbare' genade? Zijn ze wedergeboren geweest, maar zijn we weer teruggegaan tot hun oude staat? Allemaal vragen, die zich bij 'jouw' doopopvatting aandienen.
Ik vraag me overigens af of de opstellers van de DL die leren dat onze jonggestorven kinderen zalig zijn, daar wel een sluitend antwoord op zouden hebben als je dan zou vragen: Ja, maar ze moeten toch ook wedergeboren zijn om behouden te worden, wanneer is dat dan gebeurt en hoe? Je zou denk ik ongeveer het zelfde antwoord krijgen: Dat weten we niet, maar de Bijbel leert ons dat we aan hun behoud niet hoeven twijfelen.