Kislev schreef:Alleen vrees ik dat dat niet de heiligmaking is die men wil horen.
Dan ben ik bang dat je met de 'Heiligmaking' waar Ridderus in zijn dikke boek over schrijft niet echt uit de voeten kan:
Hieronder het onderdeel 'overwinning over de zonde' uit het boek. Graag je reactie op dit stuk.
gr, Grace
De overwinning over de zonde
Vechten en strijden baten weinig als men de verliezer is. Israël vocht tegen de Kanaänieten, maar zij overwonnen toen zij streden volgens Gods plan. Wij moeten de wapenrusting Gods aandoen, opdat wij kunnen staan tegen de listige omleidingen van satan, en zo de strijd strijden dat wij het geloof behouden, opdat wij met onze Overste Leidsman mogen overwinnen, en met Paulus uitroepen: Ik dank God, Die ons de overwinning gegeven heeft door onze Heere Jezus.
1.Wij moeten de overwinning willen hebben, al zouden wij daarom het leven verliezen, en daarom moeten wij het wagen tot de laatste druppel bloed; liever het schip laten zinken dan de vlag strijken. Onze hand moet aan het zwaard kleven; wij moeten moedig strijden, omdat wij wettig strijden, en de belofte hebben van overwinning: De zonde zal over u niet heersen. Jezus wil de Voleinder zijn. David zei: Gij zult het voor mij voleinden.
Simson had zijn kracht in zijn haar, maar het werd afgesneden. Wij hebben onze sterkte in ons Hoofd, in Christus, waar niemand ons van zal scheiden. Wij vermogen alles door Hem. Wij moeten alle hinderpalen tegen de godzaligheid wegdoen, alle gelegenheid tot zonde mijden en alle middelen bij de hand nemen om de zonden te overwinnen.
Een vleiende Delila moet ons niet bedriegen, zelfs niet als zij haar schoot ons aanbiedt. Israël moest Amalek geheel willen uitroeien. Wij moeten door geen kwaad overwonnen willen worden, maar alle kwaad door het goede overwinnen. Want omdat er in ons meer is dan in de wereld, zo moeten wij ook meer dan overwinnaars willen zijn, zoals wij kunnen zijn.
Die bevreesd zijn en niet besluiten om te vechten, worden geslagen. Velen vechten zo, dat zij zelfs vrezen te overwinnen, gelijk David niet graag zag, dat zijn lieve Absalom werd geslagen.
Zij slaan wat alarm, maar als het begint te spannen, dan willen zij het liever opgeven, dan dat zij hun boezemlust zouden vermoorden. Ze zouden hun ziel daardoor op het spel zetten, zoals David Absaloms leven had willen behouden met zijn eigen dood.
Het gaat als bij Herodes, die wel wat bedroefd scheen over Johannes de Doper, maar deze toch liet onthoofden. Ook zo bij Pilatus, die zich zeer inzette om Jezus te verlossen, maar toch toestemming gaf, dat Jezus gekruisigd zou worden. Zo zijn velen zeer kleinhartig tegen de zonde, om de godzaligheid te bewaren.
2.De overwinning moet met geweld en met kracht gezocht worden. Willen is niet genoeg; wij moeten wonden en littekens kunnen tonen. Gods kinderen weten van strijd en aanvechting te spreken uit ondervinding, en wat het is, dat de geest strijdt tegen het vlees. Rebekka wist al van strijd, eer haar kinderen geboren waren, en mocht geloven met haar hart. De Sionieten kennen de strijd tussen Babel en Jeruzalem. Hananja mag wat profeteren van een spoedige verlossing uit Babel, maar Jeremia weet wel beter. Een kleine wond aan de vijand toegebracht is niet genoeg: Adonibezek liet alleen de duimen van de koningen afhakken. De vijand moet geslagen worden aan de heup en zonder pardon worden gedood, zoals Simson met de Filistijnen deed.
Veel christenen willen de overwinning zonder strijd te voeren; zij houden niet van het strijden tot bloedens toe, wardoor men in het bloed wentelt, Jes. 9:5. Hun strijd is zonder overwinning, en zij roemen van overwinning zonder strijd. Maar de duivel wijkt niet zo gemakkelijk, en als hij een keer wijkt, komt hij spoedig terug. Hij scheurde de bezetene, en wierp hem op de aarde, eer hij week. Uit zichzelf gaat hij niet weg; er moet gevast en gebeden zijn, Matth. 17:21. Men moet hem bij het hoofd en de oren uit de ziel trekken. Er moet gezucht en geschreid zijn: Wie zal mij verlossen? Rom. 7:24.
3.Wij moeten een echte overwinning ontvangen, die wij trachten voort te zetten, om meester te blijven. Wij moeten nooit denken dat wij genoeg gestreden hebben. Wij moeten voortdurend bedroefd zijn over begane zonden, in bekommering tegen nieuwe zonden, en uitzien naar nieuwe genade. Zo lang er Kanaänieten over zijn, moeten wij niet denken dat de strijd is gestreden. Dan pas moet men van overwinning spreken, als God al onze vijanden heeft verslagen. Wij moeten met Goliath niet pochen eer de vijand verslagen is. Hij wilde het vlees van David aan de dieren geven, maar het viel anders uit. Wij moeten zijn als Mozes en Israël, die de Egyptenaars dood aan het strand zagen liggen, eer zij hun overwinningslied zongen.
Er zijn veel christenen, die zich vergenoegen met een ijdele schaduw van overwinning: zij zeggen dat zij de verdorvenheden van de wereld hebben overwonnen, als zij die maar kunstig verborgen hebben, gelijk Rachel de terafim. Een kleine verandering in de kleding noemen zij overwinning op de hoogmoed, daar satan nochtans in hun hart is en er blijft.
4.Gods kinderen trachten naar een volkomen overwinning tegen alle zonden. Wil men met een zonde onderhandelen, of enige zonden vrij laten gaan, kenden wij geen vijand meer, toch moesten wij gewapend blijven staan, en denken: er zouden nog verborgen vijanden kunnen zijn. Wij moeten Gods oog te hulp roepen, dat Hij zou zien, of ergens nog een schadelijke weg bij ons zou zijn, Psalm 139. Zo ver moeten wij komen, dat wij geen zonde over ons laten heersen; zelfs gedachten en overleggingen moeten wij terneer werpen, 2 Kor. 10: 5.
De gehele oude mens moet onder de voet, zoals de gehele vijgeboom verdorde. Wij moeten niet alleen gezuiverd zijn in onze omgang, maar ook in onze bewegingen. Ezau bedwong voor een tijd de lust tot broedermoord, maar wij moeten alle lusten doden. Zoals Jonathan graag zag dat David koning zou worden, zo moeten wij de gehele regering over ons aan Christus opdragen. Wij moeten niet zijn als Saul, die het beste vee van Amalek spaarde, of als Achab, die genade schonk aan Benhadad, en het kostte hem zijn leven. Maar wij moeten zijn als Samuël, die Agag doodde, en als Jozua, die zo veel vijanden uitroeide als hij maar kon, Jozua 10.
Weinig christenen hebben lust tot een totale overwinning: sommige zonden willen zij overwinnen, maar niet allemaal. Met Herodes doen zij veel dingen (Markus 6:20), maar deze wilde van zijn Herodias niet scheiden; daarom doodde hij Johannes de Doper. Judas zat vast aan zijn gierigheid. Altijd hoort men nog vee blaten, 1 Sam. 15:14. Die een zonde overwint, wordt van een andere weer overrompeld, en als zij een zonde wat intomen, dan behoudt die zonde als een paard zijn hoefijzers, om er mee achteruit te slaan.
5.De overwinning, die wij hebben behaald, moeten wij trachten te behouden; wij moeten vandaag niet winnen en morgen verliezen: een ziekte die terugkomt is zeer gevaarlijk. Velen zijn geslagen door overwonnen vijanden, door zorgeloosheid. Simson ging na zijn overwinning zorgeloos liggen slapen in de schoot van Delila, maar hij verloor zijn kracht. Maar wij moeten met Job al onze dagen waken, Job 14:14.
Wat schiet men er mee op, als men iets wint, als men dat niet goed bewaart? Bileam overwon zichzelf een beetje, zodat hij Israël niet vloekte, toen hij de dood voor ogen zag, maar hij diende daarna de duivel, toen hij de raad gaf om Israël tot afgoderij te brengen. Joas dacht dat driemaal met de pijlen op de grond te slaan genoeg was, 2 Kon.13. En zo zijn er velen, die hun overwinning niet goed behouden. De zorgeloze Amalekieten werden geslagen na hun overwinning, 1 Sam. 30. Velen, inplaats van op hun hoede te zijn na de verlossing van een wrede Farao, doen niet anders dan dansen en spelen, Exodus 32. Maar het was hun beter geweest, dat zij de weg der gerechtigheid nooit hadden gekend, 2 Petr. 2:21.
Edit> Quotes aangepast ivm leesbaarheid; mvg Tiberius