Veel boeken beginnen met dat de schrijver eerst aarzeling had om het uit te geven maar dat de begeerte bleef en het er uiteindelijk van is gekomen en het enige doel is om te schrijven 'hoe de Heere werkt'. Tegen dat laatste maak ik bezwaar want dat is nu juist hét geheim wat niet ontrafeld kan worden. Wel kunnen nee moeten we niets anders doen dan grote dingen spreken van God Drie-Enig.
Ik ben het met je eens dat er niet gesproken kan worden over de manier waarop de Heere werkt, omdat dat verscheiden is. Echter, dat is geen grond om niet te kunnen spreken over een manier waarop God de mens bekeerd. Daarbij lopen de mensen die hier het hardst lopen te roepen dat ze niet geloven in een 'bevindelijke vierschaar' het meest God één manier voor te schrijven.
Misschien ben ik naief, maar ik zie niet het probleem wat velen hier maken. Als ik een bekeringsverhaal hoor dan maken mij de omstandigheden en bijzondere tekenen weinig uit (ja, hoe bijzonderder het verhaal, des te kritischer moeten we zijn), maar probeer ik het te toetsen aan:
1. Spreekt men van God globaal, of heeft men het over een persoonlijke band met God. Is het geloof slechts een verstandelijk aannemen van de waarheid, of is het een bevindelijke kennis van God*
2. Hoor ik iets van:
- eigen ellende (mn. het persoonlijke aspect, niet van: iedereen is zondaar, maar IK ben zondaar)
- mogelijkheid tot verlossing in Christus (alhoewel ik het mijnen zie als kenmerk van het ware geloof zie ik het bewuste mijnen niet als vereiste in een bekeringsgeschiedenis)
- de dankbaarheid dat God de mogelijkheid tot verlossing gaf, óf de dankbaarheid dat God mij heeft willen verlossen (ook hier zie ik het bewuste mijnen niet als vereiste)
3. Wat staat centraal in heel het verhaal, oftwel, wat is het moraal. Is het moraal:
je moet beleven wat ik heb beleeft want anders moet je het nog maar eens nakijken, of is het
komt! Maak God met mij groot!.
Daarbij snap ik niet dat sommigen zo erop hameren dat een bekeringsgeschiedenis in de bijbel moet staan alvorens het wáár kan zijn. Daar kan ik absoluut niet in geloven. De bijbel is geen boek met bekeringsgeschiedenissen, het rijkt ons alleen wat feiten aan, kort samen te vatten met: bekeert u, en gelooft het evangelie. De weg waarop een mens tot dat geloof komt word zelden beschreven in de Schrift. Ik snap dus niet wat sommigen beweegt te zeggen dat bijzondere bekeringswegen (á lá Potappel) onbijbels zijn, het feit dat de bijbel niet ingaat op alle mogelijke bekeringswegen wil niet zeggen dat alles wat niet in de Schrift staat, en niet strijdig is met de Schrift, meteen maar dwalingen zijn.
Ik zal een voorbeeld geven wat laat zien hoe absurd die stelling wel niet is: ik verafshuw het als christenen met de auto naar het werk rijden, want dat is nl. onbijbels.
* Met bevindelijke kennis bedoel ik geen kennis verkregen door allerlij vage en bijzondere bevindingen, maar een geloofskennis. Het verschil is moeilijk onder woorden te brengen, maar ik denk dat elke ware gelovige snapt wat ik bedoel als ik onderscheid maak tussen iets wat we leven in de Schrift en snappen met ons verstand, en tussen wat we van God ervaard hebben.