Afgewezen schreef:Miscanthus schreef:Afgewezen schreef:Calvijn kwam via het verbond bij de uitverkorenen terecht, in de GG bijv. steekt met direct in bij de uitverkorenen. Ik meen dat er in die zin inderdaad een afwijking bestaat t.o.v. het gedachtegoed van de Reformatie. Daar hoeven we nu ook weer niet krampachtig over te doen, denk ik.
Je doet dat in het topic "kinderen geheiligd in Christus" zelf ook? Jij steekt ook af met de uitverkorenen.
Nee hoor. Of mag binnen het kader van het verbond niet over bekering gesproken worden? Is dat een verboden woord?
Toch nog maar eens ter verheldering Brakel. Hopelijk worden op die manier ook enkele vooroordelen weggenomen:
"XXVII. Gij die overtuigd zijt, dat gij nog in dit Verbond niet zijt overgegaan, hoort eens naar mij, en laat u bewegen om door het overgaan in dit Verbond een waar bondgenoot te worden.
Opwekking om in het Verbond over te gaan.
1. Buiten dit Verbond is niet dan ellende. God is u een vertoornd Rechter, gij hebt geen deel aan de Borg en aan zijn volheid, gij hebt geen deel aan een enige belofte, maar alle bedreigingen, alle oordelen liggen op u, alles, wat gij in de wereld geniet, hoopt uw zonden maar op, en verzwaart uw oordeel, en de eeuwige verdoemenis zal uw erve zijn. Zie dit, Daarom gedenkt... dat gij in die tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls, en vreemdelingen van de Verbonden van de belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. Wordt toch eens wakker, komt eens tot u zelf, schrikt en beeft, en laat de schrik des Heeren u bewegen tot het geloof, vliedt van de toekomende toorn door ingaan in dit Vrede-verbond.
2. In dit Verbond is alle zaligheid; gaat eens terug, onderzoekt al de beloften van dit Verbond boven voorgesteld, en ziet of er nog iets is, dat gij er bij begeert, en zo niet, gelijk er niets aan ontbreekt, zo omhelst het toch, en geeft de Heere de hand. ‘t Is maar vuiligheid, dat gij zult verlaten; ‘t is maar een zware last, die gij afleggen zult; ‘t is een harde en wrede meester, die gij de dienst zult opzeggen; en integendeel, ‘t is God, met wie gij in vrede en vriendschap zult leven; ‘t is enkel licht, liefde, vrolijkheid en zuivere heiligheid, ‘t welk de bondgenoten voor nu en voor eeuwig zullen genieten; wat staat gij dan te dralen, komt, neemt besluit en stapt over.
3. Gij wordt door God zelf aangezocht. Hij komt u voor en roept u: Wendt u naar Mij en wordt behouden. Hij zond zijn eigen Zoon, en door die spreekt Hij tot u. Zult gij naar God dan niet horen? Zult gij u afkeren van Die, die van de hemel is? De Heere zendt zijn dienaren, en tegenwoordig mij tot u; wat maken ze een werk, hoe bidden ze u, wat gebruiken ze hartbrekende beweegredenen, ja tranen, om u te lokken tot dit Verbond! Eilieve, laat u toch bewegen, laat u toch met God verzoenen. Wordt dan overwonnen door liefdedrang, en door al de gebeden van de leraren tot God voor u.
4. De Heere zal niemand verstoten, die maar in waarheid door Christus tot Hem komt, al hebt gij nu zovele jaren dezer vriendelijke aanbieding ongehoorzaam geweest, al is uw gehele leven tot nog toe niets anders dan zonde geweest, al zijn er gruwelen bedreven, al zijt gij een doodslager, een overspeler en hoereerder, een dief, een lasteraar en leugenaar tot op deze tijd toe geweest, zo gij maar uw zonden kent, waarlijk berouw hebt, en waarlijk lust hebt aan dit Verbond in al zijn delen, en aan de Borg, om alleen door Hem die goederen deelachtig te worden; zijt niet moedeloos, daar is hoop deze aangaande, komt maar; want de Heere zal zeker u niet verstoten, maar aannemen, want Hij heeft het gezegd: ziet al de beloften, en onder andere: Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen."