Het is overigens wel aardig dat mijn opmerking tussen haakjes zoveel heeft losgemaakt.

Wat wil je weten?jvdg schreef:
Kun je over dit boek wat meer vertellen.
Leon de Winter ken ik eigenlijk alleen maar van z'n columns in de Elsevier.
Kon hem vaak bijvallen, maar ik vond hem nogal eenzijdig, en nooit echt verrassend.
Integendeel, zelfs heel voorspelbaar.
Maar nogmaals, ik mag hem niet beoordelen op grond van die columns.
Vandaar mijn vraag over de inhoud van z'n laatste pennenvrucht.
tsja, elk nadeel heb z'n voordeel, zei Cruijffhmprff schreef:Vurige eed van Hannah Alexander (gekregen voor mn blindedarm)
Tja, waar het over gaat en zo.......cosmo schreef:Wat wil je weten?jvdg schreef:
Kun je over dit boek wat meer vertellen.
Leon de Winter ken ik eigenlijk alleen maar van z'n columns in de Elsevier.
Kon hem vaak bijvallen, maar ik vond hem nogal eenzijdig, en nooit echt verrassend.
Integendeel, zelfs heel voorspelbaar.
Maar nogmaals, ik mag hem niet beoordelen op grond van die columns.
Vandaar mijn vraag over de inhoud van z'n laatste pennenvrucht.
De Winter heeft onderhand al wel een metertje aan boeken geschreven. Ik meen dat hij juist bij Elsevier weg is om meer te gaan schrijven. Zijn oplagen klinken indrukwekkend. Pas wat op radio 1 over gehoord.jvdg schreef:Kun je over dit boek wat meer vertellen.cosmo schreef:Leon de Winter - Het recht op terugkeer.
Leon de Winter ken ik eigenlijk alleen maar van z'n columns in de Elsevier.
Kon hem vaak bijvallen, maar ik vond hem nogal eenzijdig, en nooit echt verrassend.
Integendeel, zelfs heel voorspelbaar.
Maar nogmaals, ik mag hem niet beoordelen op grond van die columns.
Vandaar mijn vraag over de inhoud van z'n laatste pennenvrucht.
Wat heeft jouw blinde darm daaraan?hmprff schreef:Vurige eed van Hannah Alexander (gekregen voor mn blindedarm)
Aparte transactie.hmprff schreef:Vurige eed van Hannah Alexander (gekregen voor mn blindedarm)
jvdg schreef: Tja, waar het over gaat en zo.......
Zijn er ergens recensies te vinden?
Vrij Nederland schreef:
Leon de Winter - Het recht op terugkeer
What if-roman over Israël
14-06-2008
Door Jeroen Vullings
De nieuwe roman van Leon de Winter, die zich afspeelt in het Israël van 2024, is vooral een spannend verhaal.
Het recht op terugkeer is een amuzische titel die je eerder verwacht bij een manifest. Maar ook is het bij een roman een titel die direct verwachtingen schept, zij het - blijkt bij lezing van het boek - de verkeerde. De titel van Leon de Winters twaalfde roman hoort immers bij tendensliteratuur, die de lezer probeert te winnen voor een politieke of maatschappelijke overtuiging: bijvoorbeeld tegen slavernij, of voor de PvdA. Eigenlijk acht ik De Winter als schrijver te hoog om de literatuur zodanig als middel te gebruiken, in plaats van die als doel te erkennen. Maar tegelijk is hij ook de auteur van het Boekenweekwangedrocht Serenade, dat via lijnen van vettig en ondiep engagement de situatie in Bosnië koppelt aan de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog.
Bovendien: niet zo lang geleden nog schortte hij publiekelijk zijn werkzaamheden op als politiek commentator en columnist voor het weekblad Elsevier: de reeds lang aangekondigde nieuwe roman moest af en hij was 'moe' geworden van zo veel werkelijkheid. Dat van die roman nam ik voor waar aan, maar het was moeilijk voorstelbaar dat zo'n felle opiniemaker - zeker waar het om zijn dierbare Israël gaat - uit vermoeidheid plotsklaps zou zwijgen. Zijn beste, meest gedocumenteerde columns gingen tenslotte altijd over Israël. De Winter staat weliswaar in sommige kringen bekend als Palestijnen-basher en inderdaad zijn zijn toon en formuleringen vaak rabiaat, maar als je daar doorheen kijkt, treft juist zijn realisme inzake Israël. Hij gelooft merkbaar niet in een oplossing van dat de wereld gijzelende conflict. Keer op keer komt hij met feiten aan waarmee hij de ideologen bestrijdt die de werkelijkheid daar naar hun kleur willen weergeven.
Spannend dus als deze gedreven auteur zich binnen de roman waagt aan zo'n met emoties omgeven onderwerp dat ieder verjaardagspartijtje onherstelbaar kan verpesten. Via de titel Het recht op terugkeer haalt hij direct het recht binnen van het Joodse volk om te keren naar hun land van herkomst. Maar dat is oude geschiedenis, De Winter reikt verder: zijn roman speelt grotendeels in de nabije toekomst, opent zelfs direct in april 2024 te Tel Aviv. Daarmee gaat de gedachte vanzelf uit naar een what if-roman over het Israël van 2024, waarin de Palestijnen massaal gebruik hebben gemaakt van hun recht op terugkeer - ook zij die niet in Israël geboren zijn en gewoond hebben.
Het zou de ironie van de geschiedenis tekenen: het tweede volk dat uit een diaspora terugkeert naar het beloofde land. En tegelijkertijd een demografische en economische catastrofe creëren die het land voorgoed zou ontwrichten. Een what if-historie biedt rijk materiaal voor een schrijver: óf je herschrijft de geschiedenis, toont een geheel andere, verstrekkende loop der dingen doordat één gebeurtenis anders verliep - zoals Philip Roth deed in zijn grootse roman The Plot Against America. Óf je ontvouwt een visionair toekomstscenario, gebaseerd op een keuze waarvoor we nu staan - zoals De Winter hád kunnen doen in Het recht op terugkeer.
Moderne wandelende Jood
De Winter geeft daarentegen, zoals een romancier uiteraard niet misstaat, zijn personages alle ruimte - binnen het spannende verhaal dat Het recht op terugkeer biedt. Hoofdpersoon is de drieënvijftigjarige ambulanceverpleger Bram Mannheim, die als adolescent vanuit Nederland naar Israël geëmigreerd is. Hij runt met een maat een klein bedrijfje dat gespecialiseerd is in het opsporen van verdwenen Joodse kinderen. Veelal uit Israël ontvoerde kinderen die nu aan 'de andere kant' als moslim leven. Dat werk vloeit voort uit een trauma: zijn eigen zoon Bennie is als kleuter vanuit hun huis in Amerika verdwenen in de nacht van 22 op 23 augustus 2008. Dat was het begin van Brams queeste; hij doorkruiste lopend de Verenigde Staten, op zoek naar het antwoord van Bennies verdwijning.
Hij probeert een ordening te ontdekken in de getallen die zich lukraak, bijvoorbeeld via huisnummers, aan hem voordoen. Hij is, heel symbolisch zoals alles en iedereen in deze roman als metafoor te beschouwen is, een moderne wandelende jood. Zijn verwaaid kabbalistisch gegoochel doet weer denken aan de publieksfilm Conspiracy Theory met Mel Gibson: ook zo'n gek die toch niet zo gek blijkt. De Winters roman roept veel meer films op: The Kite Runner (kindje terughalen uit moslimdictatuur), Bringing Out The Dead (uitzichtloze ambulanceritten in het zwart van de nacht), en meer. Allemaal publieksfilms, die uitstekend passen bij de toegankelijk en filmisch geschreven popular fiction die Het recht op terugkeer ook wil zijn.
Arabisch DNA
Dat is geen nieuws voor wie De Winters werk kent. Verrassender is dat de politieke lading in zijn roman ondanks de titel vrij gering is. De informatie over het Israël in de toekomst is kunstig verweven met de verhaalintrige, zodanig dat er geen breuklijnen of rafelpunten ontstaan. Het komt erop neer dat van de grens van 1948 niets meer over is; Israël is in 2024 teruggedrongen tot het formaat van een kleine stadstaat. Jeruzalem is prijsgegeven aan de Palestijnen, de enige stad van betekenis is Tel Aviv. Iedereen die weg kon komen, is weg - velen naar het rijke Rusland van Poetin. Gebleven zijn de oude mensen, wat verstokte idealisten en zij met een strafblad. Het is een afstervende staat die naar het leven gestaan wordt door de omringende moslimlanden. Een hoge muur en bij de grensposten een DNA-controle op Joodse genen moeten de Israëli's beschermen tegen terreuraanslagen. Arabisch DNA komt niet door zo'n sluis. De 'Chicken Wings', superhelikopters, scannen van bovenaf de identiteit van passanten op straat - veiligheid voor alles.
Het recht op terugkeer is ideologisch een waarlijk polyfone roman: De Winter laat duiven en haviken aan het woord, voormalige duiven die nu haviken zijn en Arabieren. Het is geheel aan de lezer om zijn eigen mening te vormen, al duwen de beschreven decors hem zachtjes wel in de richting van Realpolitik: de misère in 'De Stad van het Kalifaat' is wel heel groot en sommige pijnlijke waarheden zijn onontkoombaar. Zo meent het hoofd van de binnenlandse veiligheidsdienst dat de zionisten zich nooit op Israël hadden moeten richten: 'We zijn hier terechtgekomen in een foute buurt met rancuneuze mensen. Ze hebben een rancuneuze religie, waren vroeger rancuneuze woestijnstammen, en ze hebben een tempel in Mekka.' Het beeld is grimmig: Israëli's en moslims houden elkaar in een wurggreep, geweld wordt met geweld beantwoord, geheel volgens de logica in het Midden-Oosten. Vrede is een illusie. Vijanden moeten vernietigd worden, anders vernietigen ze jou.
De Winter toont zich hierin iemand die vanuit onze brandende actualiteit fabuleert; in zijn Israël van 2024 hebben de orthodox-joodse gelovigen zich in Palestijns Jeruzalem gevestigd - ze geloofden toch al niet in Israël. Religie beschouwt hij evenmin als etniciteit als een bindende factor voor Israël: Ethiopische Joden zijn in Het recht op terugkeer volwaardige burgers van Israël en die controle op Joodse genen bij de grens prikt hij door: moslimterroristen hebben een slimme manier gevonden om die DNA-controle als wapen in te zetten. Op zeer jonge leeftijd ontvoerde Joodse kinderen worden namelijk door hen opgeleid tot Arabische zelfmoordterroristen - zij komen door de controle heen en zaaien dan dood en verderf. Het is de apotheose van een gruwelgeschiedenis: de kinderen van je vijand inzetten om je vijand te vernietigen. Wat kun je nog doen als je vijand tot zoiets bereid is? Blijven behelst dan collectieve zelfmoord. De geschiedenis onderschrijft dat: zo verging ook Herodes' burcht bij Massada.
Povere stilistiek
Op die gedachte kwam ik op pagina 302, toen ik nog ruim honderdvijftig pagina's van deze vaardig gecomponeerde pageturner te lezen had. Ik wist nog niet dat De Winter zelf op pagina 400 met Massada aan zou komen. Niets op tegen, maar het past wel bij een patroon: hij metselt zijn roman potdicht, vermoedelijk teneinde geen lezer buiten te sluiten. Daarmee ondergraaft hij wel weer het literaire karakter van zijn roman. Het is nu, in deze vorm, vooral een verhaal geschreven door iemand die geen vragen heeft of twijfels kent, ze komen althans niet aan bod in dit boek. En erger: Het recht op terugkeer roept geen vragen op. Wel een lichte irritatie.
Iedere ouder weet welke paniek ontvlamt bij de gedachte dat je kind verdwenen is, op het strand, in de supermarkt, waar dan ook. Dat deel in Het recht op terugkeer waarin Bennie verdwijnt, is dan ook van een ondraaglijke spanning, De Winter heeft zijn lezer waar hij hem wil hebben: bij de volgende stap, de wraak op de pederast die hij verdenkt van de ontvoering. Mijn bezwaar: het zijn allemaal grote gebaren, uitermate slick, die voorbijgaan aan de waarlijke drive van een personage. Er is geen ruimte voor carveriaans verstild verdriet in De Winters universum, voor emoties waarbij de personages slechts uit wanhoop met hun rug kunnen schudden, waarin niet alles tot grove actie leidt. Beklijft het gevoel dat ik als lezer gemanipuleerd wordt door iemand die niet echt geïnteresseerd is in mensen. Anders had hij de psychologische drama's die binnen zijn verhaal voor het oprapen liggen, uitgediept.
De vraag is of De Winter dat kan, gezien zijn povere stilistiek. Vorm en inhoud zouden hier samen moeten gaan. Maar geen woord loopt uit de zeer gewone pas, verrast, beklijft - altijd geeft De Winter mee. Het recht op terugkeer laat mij tweeslachtig achter: hoeveel andere Nederlandse schrijvers komen met zo'n goed bedacht, complex en vitaal verhaal dat je niet weg wilt leggen? De Winter heeft wat te vertellen, hij weet de actualiteit waar de Nederlandse literatuur zo naar snakt, daadwerkelijk in de romanvorm te gieten, zonder dat de lezer de indruk heeft dat het spannende verhaal door wrakkige essayistiek om zeep wordt geholpen. Tegelijkertijd is hij iemand die het zich om wat voor reden dan ook te makkelijk maakt; hij kan beter, al zal dat hem vermoedelijk lezers kosten. Voor nu: Ira Levin (The Boys from Brazil) reken je ook niet onvoorwaardelijk tot de Literatuur. Daarom: vier sterren in VN's Detective en Thrillergids.
Lapressa schreef:Als die weg voor jou bekend is, voor mij namelijk niet, dan kan jij het mij vast uitleggen.jvdg schreef: Dit noem ik nu vragen naar de bekende weg......
Wij mochten thuis altijd alleen maar boeken lezen die we ook op zondag konden lezen. Als we een boek op zondag niet konden lezen, dan mocht die ook niet door de weeks.
cosmo schreef: Jezus wandelde per slot van rekening ook op de rustdag door het veld.
Toch blijft het een beetje krom. Wat je zondags niet kunt doen, kun je in de week eigenlijk ook niet doen. VOlgens mij leer je weinig van die Bob Evers boeken.helma schreef:cosmo schreef: Jezus wandelde per slot van rekening ook op de rustdag door het veld.
ik wil dat zeker niet op een lijn stellen met het lezen van bijvoorbeeld Bob Evers
Ben het wel eens met Freek. Aan de andere kant, je neemt ook wel "maatregelen" om je te "verzekeren" van zondagsrust.freek schreef:Toch blijft het een beetje krom. Wat je zondags niet kunt doen, kun je in de week eigenlijk ook niet doen. Volgens mij leer je weinig van die Bob Evers boeken.helma schreef:cosmo schreef: Jezus wandelde per slot van rekening ook op de rustdag door het veld.
ik wil dat zeker niet op een lijn stellen met het lezen van bijvoorbeeld Bob Evers