Belijdenis doen

Gebruikersavatar
Marnix
Berichten: 13464
Lid geworden op: 21 jul 2005, 13:18
Locatie: Hilversum

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Marnix »

Bert Mulder schreef:
huisman schreef:

Je kunt zo beginnend geestelijk leven in de kiem smoren.
Dus genade IS WEDERSTANDELIJK????
13 Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Joannah
Berichten: 2544
Lid geworden op: 14 okt 2009, 16:01

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Joannah »

Tiberius schreef:
memento schreef:
Tiberius schreef: Mee eens, alhoewel je de rol van de prediker enigszins verwarrend aangeeft.

Eerder in dit topic heb ik al gezegd:
1. De kerkenraad doet onderzoek naar de leer en het leven van de belijdeniscatechisant. Gezien de kerkenraad geen hartenkenner is, zal hij zich tot de buitenkant moeten beperken. Indien er van die zijde geen verhinderingen zijn, wordt de belijdeniscatechisant toegelaten tot het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis.
2. De predikant mag (ja: moet) er op wijzen, dat God oprecht geloof eist. Niemand mag ruimte krijgen om door te leven zonder zaligmakend geloof. En de predikant spreekt dat inderdaad uit in zijn rol als prediker; niet als lid van de (onderzoekende) kerkenraad. Als je die twee aspecten in de functie van een predikant in gedachten houdt, dan is het ook niet verwonderlijk, dat predikanten iets dubbels zullen hebben in hun spreken (zoals Afgewezen in het artikel van ds. M. constateert). Die spanning moet namelijk blijven staan.

De kerkenraad kan en mag dus uitsluitend op grond van iemands leer en leven wel of niet toelaten tot het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis, niet op het al dan niet aanwezig zijn van het zaligmakend geloof.
Ik zou de taak van kerkenraad en prediker niet scheiden. M.i. moeten beiden zeggen:
1. God eist in Zijn Woord geloof. Met minder kan het niet.
2. Wij onderzoeken de aanvraag op basis van wat wij kunnen beoordelen, namelijk leer en (publiek) leven.

Ik vindt dat niet dubbelzinnig.
Hoe je de scheiding ook aanlegt (je hebt gelijk, dat de kerkenraad het genoemde onder punt 1 ook kan zeggen), het moet wel duidelijk zijn, dat het onderzoek (en dus de toelating) zich uitsluitend op leer en leven richt.
En dan is het inderdaad gelijk ondubbelzinnig.[/quote]
En de leer en het leven hebben weinig van doen met de geloofs- en schuldbelijdenis, waarbij ieder mens zichzelf beproeve.
Why do we spend money we don’t have on things we don’t need to create impressions that don’t last on people we don’t care about ?
Gebruikersavatar
Marnix
Berichten: 13464
Lid geworden op: 21 jul 2005, 13:18
Locatie: Hilversum

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Marnix »

GJdeBruijn schreef:
Marnix schreef:Ik ben bang dat je teveel kijkt naar hoe het zou moeten in plaats van hoe het echt gaat.
Op basis waarvan? Incidenten of aantoonbare tendens?
En al had je gelijk: Moet de kerk dan haar belijdenis daar op aanpassen of misschien zelfs afschaffen? Vanwege de hypocrieten zoals de HC dat noemt? Mijns inziens is dat het paard achter de wagen spannen.
Het moet niet worden afgeschaft. Het moet uit de sleur van traditie en gewoonte worden gehaald. Mensen moeten geen belijdenis doen omdat het hoort of omdat ze de Bijbel wel een mooi boeken vinden waarvan ze vermoeden dat wat er in staat ook wel waar is. Geloofsbelijdenis moet weer dat worden wat het was en wat het hoort te zijn... belijdenis van het GELOOF. Als het normaal wordt gevonden dat je na het doen van belijdenis niet aan het avondmaal aangaat, is het dan vreemd dat belijdenis ook voor de vorm gedaan wordt en dat historisch geloof voldoende basis voor die belijdenis is?
Wilhelm schreef:Goed, met woorden en verantwoordelijkheden komen we een heel eind, en dan lijkt het wel of iedereen het hier met elkaar eens is. Ik hou er altijd van om zaken wat concreet te maken, vaak wordt het dan ook wat duidelijker.

Als we dus stellen dat de kerkenraad niet kan oordelen over het hart, en dat de catechisant zelf verantwoordelijk is voor zijn ja woord op de vragen die een zaligmakend geloof veronderstellen, is het dan pastoraal en komt het voort uit het oordeel der liefde, om de jongeren direct na hun ja-woord ,als belijdende leden toe te spreken als ongelovigen ?
Als ze belijdenis van hun geloof afleggen, mag je hen daar ook op wijzen... en ondervragen, terechtwijzen. Als je geloofsbelijdenis doet en vervolgens als ongelovige in de kerk zit, Hem niet je Verlosser weet, klopt er ergens iets niet.. tenminste, niet als geloofsbelijdenis dat inhoudt wat het ook werkelijk inhoudt.
GJdeBruijn schreef:
Wilhelm schreef:(..) is het dan pastoraal en komt het voort uit het oordeel der liefde, om de jongeren direct na hun ja-woord ,als belijdende leden toe te spreken als ongelovigen ?
Nee, niet zondermeer. Is deze vraag niet erg onrealistisch in deze formulering? Zo zwart-wit kun je dit mijns inziens niet stellen. De spanning tussen eis van geloof en de moeizame, onmogelijk weg tót het geloof alsmede het al wankelende staan ín dat geloof (strijd!) kun je niet met een zwart-wit benadering oplossen. Niet dat geloven moeilijk is, maar het punt is dat dát niet zo snel en gemakkelijk geleerd wordt. Belijdenis doen is vooral belijden wat het geloof inhoudt. En dat wordt niet altijd direct als geloof herkend.
Wie zegt Christus te willen navolgen met zijn hele hart, zonder te weten of hij echt gelooft moet je niet als ongelovige aanspreken maar ondertussen ook niet zomaar de handen opleggen. Blijf maar van de staat van de belijders af, ook in het toespreken. Wijs naar Christus als de Weg, de Waarheid en het Leven. Dat is voor gelovige én ongelovige van toepassing. En wie Hem kent, komt het aan de weet!
Belijdenis doen is niet slechts "instemmen met de leer". Ik weet niet welk belijdenisformulier jullie gebruiken, kan iemand die scannen of overtypen? In mijn kerk:

U bent hier verschenen voor God en zijn heilige gemeente, om uw doop te beamen, uw geloof te belijden en zo toegang te krijgen tot het avondmaal van onze Here Jezus Christus. Antwoord daarom oprecht op de volgende vragen
Luther schreef:
Marnix schreef: Ik ben bang dat je teveel kijkt naar hoe het zou moeten in plaats van hoe het echt gaat. Veel mensen doen belijdenis omdat iedereen het doet, het zo hoort... en omdat anderen het ook van die persoon verwachten. En zo krijg je genoeg mensen die het voor de vorm doen en niet echt geloven wat ze "belijden".

Ik denk dat Marnix hier wel de vinger op de zere plek legt.
Ik blijf erbij dat BdG niet een belijdenis is van het persoonlijke geloof, maar van het geloof in objectieve zin, waarop overigens geen "ja" gezegd kan worden zonder persoonlijke geloof, al is het nog zo klein.
Wat Marnix echter aangeeft, zou in de persoonlijke gesprekken tussen de catechisant en de predikant, waarin wat mij betreft de persoonlijke vragen ook echt wel op het scherpst van de snede gesteld mogen worden, zoals: "Kan ik je binnenkort ook aan het HA verwachten?" Niet om iedereen maar aan het HA te dwingen, maar een dergelijke vraag kan niet anders dan leiden tot een antwoord, waardoor de catecheet prima kan horen uit welk motief een jongere BdG wil gaan afleggen.


Die vraag zou eigenlijk niet eens gesteld moeten worden. Het moet gaan over wie Jezus is. Inspirerend voorbeeld? Of Gods Zoon, mijn Heer, Verlosser, Christus! Wie dat laatste belijdt, kan toch niet wegblijven aan het avondmaal. Gelooft men dat niet, waarom zouden we dan belijdenis afleggen van ons geloof, als dat geloof er niet is?
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34669
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Tiberius »

Marnix schreef:Ik weet niet welk belijdenisformulier jullie gebruiken, kan iemand die scannen of overtypen?
Er is geen formulier.
Men dient antwoord te geven op de vier vragen van Voetius:

1. Verklaart gij dat gij de leer van onze kerk, welke gij geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schriften?
2. Belooft gij dat gij door Gods genade in de belijdenis van deze zaligmakende leer standvastig zult blijven, en in haar zult leven en sterven?
3. Belooft gij dat gij overeenkomstig deze heilige leer uw leven altijd godvruchtig, eerbaar en onberispelijk zult inrichten, en dat gij uw belijdenis met goede werken zult versieren?
4. Belooft gij dat gij u aan de vermaning, terechtwijzing en kerkelijke tucht wilt onderwerpen en onderworpen zult zijn, indien (wat God verhoede) het mocht gebeuren, dat gij u in leer of leven kwaamt te misgaan?
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34669
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Tiberius »

Marnix schreef:
Luther schreef:"Kan ik je binnenkort ook aan het HA verwachten?"
Die vraag zou eigenlijk niet eens gesteld moeten worden.
Dat ben ik helemaal met je eens, want dan ligt er een totaal verkeerde focus, die je in onze kringen overigens best veel aantreft. Dan denkt men (misschien niet hardop), dat de gang naar het avondmaal het doel is. Wanneer men eenmaal aan het avondmaal gaat, zit het wel goed, zo denkt men.
Dat is niet zo. Het avondmaal is geen doel, maar slechts een middel.
Fjodor
Berichten: 2970
Lid geworden op: 11 jun 2009, 23:13

Re: Belijdenis doen

Bericht door Fjodor »

Tiberius schreef:
Marnix schreef:Ik weet niet welk belijdenisformulier jullie gebruiken, kan iemand die scannen of overtypen?
Er is geen formulier.
Men dient antwoord te geven op de vier vragen van Voetius:

1. Verklaart gij dat gij de leer van onze kerk, welke gij geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schriften?
2. Belooft gij dat gij door Gods genade in de belijdenis van deze zaligmakende leer standvastig zult blijven, en in haar zult leven en sterven?
3. Belooft gij dat gij overeenkomstig deze heilige leer uw leven altijd godvruchtig, eerbaar en onberispelijk zult inrichten, en dat gij uw belijdenis met goede werken zult versieren?
4. Belooft gij dat gij u aan de vermaning, terechtwijzing en kerkelijke tucht wilt onderwerpen en onderworpen zult zijn, indien (wat God verhoede) het mocht gebeuren, dat gij u in leer of leven kwaamt te misgaan?
Bij ons (PKN) gebruiken we de volgende vragen:
* Ten eerste: Belijdt u te geloven in God, de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere, en in de Heilige Geest
* Ten tweede: Aanvaart u de roeping om, als lidmaat van de Gemeente, die God zich in Christus ten eeuwigen leven verkoren heeft, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in leven en in sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk?
* Ten derde: Wilt u, in de gemeenschap van de Protestantse Kerk in Nederland en onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en van de sacramenten, volharden in het gebed en in het lezen van de Heilige Schrift en naar de u geschonken gaven medewerken aan de opbouw van de Gemeente van Christus?

Weet iemand wat daar de oorsprong van is?
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34669
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Belijdenis doen

Bericht door Tiberius »

Fjodor schreef:Weet iemand wat daar de oorsprong van is?
Ik dacht, dat dit formulier onderdeel is van de formulierenbundel die de Gereformeerde Bond van de PKN heeft uitgebracht als herziening van de klassieke liturgische formulieren (gebaseerd op het Dienstboek van 1955).

De inleiding tot deze vragen zal wel zijn:
De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en kennis der waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik u, broeders en zusters, die nu belijdenis van het geloof wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis der vaderen te antwoorden op de volgende vragen:
Fjodor
Berichten: 2970
Lid geworden op: 11 jun 2009, 23:13

Re: Belijdenis doen

Bericht door Fjodor »

Tiberius schreef:
Fjodor schreef:Weet iemand wat daar de oorsprong van is?
Ik dacht, dat dit formulier onderdeel is van de formulierenbundel die de Gereformeerde Bond van de PKN heeft uitgebracht als herziening van de klassieke liturgische formulieren (gebaseerd op het Dienstboek van 1955).

De inleiding tot deze vragen zal wel zijn:
De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en kennis der waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik u, broeders en zusters, die nu belijdenis van het geloof wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis der vaderen te antwoorden op de volgende vragen:
Ja inderdaad, zo is het.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
Gebruikersavatar
Marnix
Berichten: 13464
Lid geworden op: 21 jul 2005, 13:18
Locatie: Hilversum

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Marnix »

Tiberius schreef:
Marnix schreef:
Luther schreef:"Kan ik je binnenkort ook aan het HA verwachten?"
Die vraag zou eigenlijk niet eens gesteld moeten worden.
Dat ben ik helemaal met je eens, want dan ligt er een totaal verkeerde focus, die je in onze kringen overigens best veel aantreft. Dan denkt men (misschien niet hardop), dat de gang naar het avondmaal het doel is. Wanneer men eenmaal aan het avondmaal gaat, zit het wel goed, zo denkt men.
Dat is niet zo. Het avondmaal is geen doel, maar slechts een middel.
Helemaal mee eens.
Tiberius schreef:
Marnix schreef:Ik weet niet welk belijdenisformulier jullie gebruiken, kan iemand die scannen of overtypen?
Er is geen formulier.
Men dient antwoord te geven op de vier vragen van Voetius:

1. Verklaart gij dat gij de leer van onze kerk, welke gij geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schriften?
2. Belooft gij dat gij door Gods genade in de belijdenis van deze zaligmakende leer standvastig zult blijven, en in haar zult leven en sterven?
3. Belooft gij dat gij overeenkomstig deze heilige leer uw leven altijd godvruchtig, eerbaar en onberispelijk zult inrichten, en dat gij uw belijdenis met goede werken zult versieren?
4. Belooft gij dat gij u aan de vermaning, terechtwijzing en kerkelijke tucht wilt onderwerpen en onderworpen zult zijn, indien (wat God verhoede) het mocht gebeuren, dat gij u in leer of leven kwaamt te misgaan?
Oke, helder.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9098
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Bert Mulder »

Tiberius schreef:
memento schreef:
Tiberius schreef: Mee eens, alhoewel je de rol van de prediker enigszins verwarrend aangeeft.

Eerder in dit topic heb ik al gezegd:
1. De kerkenraad doet onderzoek naar de leer en het leven van de belijdeniscatechisant. Gezien de kerkenraad geen hartenkenner is, zal hij zich tot de buitenkant moeten beperken. Indien er van die zijde geen verhinderingen zijn, wordt de belijdeniscatechisant toegelaten tot het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis.
2. De predikant mag (ja: moet) er op wijzen, dat God oprecht geloof eist. Niemand mag ruimte krijgen om door te leven zonder zaligmakend geloof. En de predikant spreekt dat inderdaad uit in zijn rol als prediker; niet als lid van de (onderzoekende) kerkenraad. Als je die twee aspecten in de functie van een predikant in gedachten houdt, dan is het ook niet verwonderlijk, dat predikanten iets dubbels zullen hebben in hun spreken (zoals Afgewezen in het artikel van ds. M. constateert). Die spanning moet namelijk blijven staan.

De kerkenraad kan en mag dus uitsluitend op grond van iemands leer en leven wel of niet toelaten tot het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis, niet op het al dan niet aanwezig zijn van het zaligmakend geloof.
Ik zou de taak van kerkenraad en prediker niet scheiden. M.i. moeten beiden zeggen:
1. God eist in Zijn Woord geloof. Met minder kan het niet.
2. Wij onderzoeken de aanvraag op basis van wat wij kunnen beoordelen, namelijk leer en (publiek) leven.

Ik vindt dat niet dubbelzinnig.
Hoe je de scheiding ook aanlegt (je hebt gelijk, dat de kerkenraad het genoemde onder punt 1 ook kan zeggen), het moet wel duidelijk zijn, dat het onderzoek (en dus de toelating) zich uitsluitend op leer en leven richt.
En dan is het inderdaad gelijk ondubbelzinnig.
Ben ik het er dus niet mee eens, dat zomaar belijdenis wordt toegelaten van leden die zichzelf belijden geen deel aan Christus te hebben. Die moeten in plaats daarvan vermaand worden te wachten tot tijd van rijkere genade, en dat ze ondertussen de middelen trouw moeten gebruiken. Niet ze eerst toelaten als vol lid, en zo het lidmaatschap in de kerk van Christus goedkoop maken...
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34669
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Tiberius »

Bert Mulder schreef:
Tiberius schreef:
memento schreef:
Tiberius schreef: Mee eens, alhoewel je de rol van de prediker enigszins verwarrend aangeeft.

Eerder in dit topic heb ik al gezegd:
1. De kerkenraad doet onderzoek naar de leer en het leven van de belijdeniscatechisant. Gezien de kerkenraad geen hartenkenner is, zal hij zich tot de buitenkant moeten beperken. Indien er van die zijde geen verhinderingen zijn, wordt de belijdeniscatechisant toegelaten tot het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis.
2. De predikant mag (ja: moet) er op wijzen, dat God oprecht geloof eist. Niemand mag ruimte krijgen om door te leven zonder zaligmakend geloof. En de predikant spreekt dat inderdaad uit in zijn rol als prediker; niet als lid van de (onderzoekende) kerkenraad. Als je die twee aspecten in de functie van een predikant in gedachten houdt, dan is het ook niet verwonderlijk, dat predikanten iets dubbels zullen hebben in hun spreken (zoals Afgewezen in het artikel van ds. M. constateert). Die spanning moet namelijk blijven staan.

De kerkenraad kan en mag dus uitsluitend op grond van iemands leer en leven wel of niet toelaten tot het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis, niet op het al dan niet aanwezig zijn van het zaligmakend geloof.
Ik zou de taak van kerkenraad en prediker niet scheiden. M.i. moeten beiden zeggen:
1. God eist in Zijn Woord geloof. Met minder kan het niet.
2. Wij onderzoeken de aanvraag op basis van wat wij kunnen beoordelen, namelijk leer en (publiek) leven.

Ik vindt dat niet dubbelzinnig.
Hoe je de scheiding ook aanlegt (je hebt gelijk, dat de kerkenraad het genoemde onder punt 1 ook kan zeggen), het moet wel duidelijk zijn, dat het onderzoek (en dus de toelating) zich uitsluitend op leer en leven richt.
En dan is het inderdaad gelijk ondubbelzinnig.
Ben ik het er dus niet mee eens, dat zomaar belijdenis wordt toegelaten van leden die zichzelf belijden geen deel aan Christus te hebben. Die moeten in plaats daarvan vermaand worden te wachten tot tijd van rijkere genade, en dat ze ondertussen de middelen trouw moeten gebruiken. Niet ze eerst toelaten als vol lid, en zo het lidmaatschap in de kerk van Christus goedkoop maken...
Dus jij vindt dat een kerkenraad over het hart moet gaan oordelen?
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9098
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Bert Mulder »

Ik heb perongeluk mijn originele bericht hier gewijzigd, waarin ik op de praktijk van de vaderen wees, geciteerd uit Bouwman, in zijn Gereformeerd Kerkrecht II, Het recht der kerken in de practijk, 1934


§ 88. DE BELIJDENIS DES GELOOFS


I. Principiëel-historisch deel.

De Gereformeerden waren in navolging van Calvijn van oordeel, dat de geloofsbelijdenis den toegang opende tot de tafel des Heeren. Luther ijverde ook zeer voor grondig onderwijs, bevorderde het stichten van Christelijke scholen, en stelde meer dan één catechismus op ten gebruike bij dit onderwijs, maar hij behield toch de confirmatie als einddoel van het catechetisch onderwijs. De belijdenis was voor hem een onderzoek in leer en geloof, waardoor de catechumenen tot kerkelijke mondigheid kwamen 1). Calvijn schafte de confirmatie af, en de belijdenis werd niet anders dan de toegang tot de tafel des Heeren. De voorbereiding voor die belijdenis geschiedde door het onderwijs vooral uit den catechis­mus, dien Calvijn zelf opstelde. De ouders waren de natuurlijk aan­gewezen onderwijzers der kinderen. De ouders moesten zorgen, dat de kinderen den catechismus leerden, en dat zjj op bepaalde tijden bij den predikant kwamen, opdat deze een onderzoek naar hunne kennis zou instellen en het onderwijs zou completeeren. Ook op school moesten de kinderen naarstig in den catechismus worden onderwezen, terwijl telken Zondagmiddag tot onderricht der jeugd een catechismuspredikatie werd gehouden.

De reformatie in ons land liep, ook wat het catechetisch onderwijs betreft, langs calvinistische lijn. Reeds het convent van Wezel (1568) sprak uit 2), dat aan den kerkedienst ook „de gewoonte van catechi-seeren" verbonden zou worden, „welke van de Apostelen en hunne leer­lingen is overgeleverd". Voor de Waalsche kerken beval dit convent aan den catechismus van Calvijn en voor de Nederlandsche kerken den Heidelbergschen. Het gaf voor de wijze van catechiseeren deze tref felijke bepaling: „Men zal met alle zorgvuldigheid de kinderen naar hunne jaren niet alleen laten opzeggen en van buiten leeren de syllaben en woorden van den catechismus, maar ook leeren verstaan de zaak zelf, en niet alleen in hunne memoriën, maar ook in het binnenste van hunne harten indrukken. Daarom zal men niet alleen de jeugd de woorden afvragen [368] , maar ook ondervragen over de materie zelf, klaar en ten volle uitgelegd door den catecheet, en voor alle dingen zal van noode zijn, in het uitleggen van den catechismus op het gemeenzaamst met hen te handelen, en het onderzoek te richten naar het begrip der kinderen". Elk lidmaat der kerk zal „zijne kinderen, zoo spoedig hun leeftijd dit zal toelaten, aanbieden om gecatechetiseerd te worden, opdat zij van der jeugd aan in de ware religie en godzaligheid onderwezen kunnen worden. Die zulks weigeren zullen, zullen zonder twijfel onder de censuur der kerk vallen."

Tevens bepaalde het convent van Wezel 3), dat niemand tot het avond­maal zou worden toegelaten dan „die tevoren belijdenis des geloofs zal gedaan hebben en zich aan de kerkelijke tucht onderwerpt." Het onder­zoek zal voor den kerkeraad geschieden, terwijl daarna zij, die tot de openbare belijdenis zijn toegelaten, in 't openbaar vóór de gemeente zullen worden ondervraagd in „de voornaamste hoofdstukken des geloofs, opdat zij daarop hunne toestemming geven, en zij zullen zich tegelijk onderwerpen aan de kerkelijke tucht." Het catechetisch onder­wijs had in hoofdzaak ten doel de voorbereiding voor de tafel des Heeren. Catechisatie, belijdenis en avondmaal waren onafscheidelijk een elkander verbonden. Dergelijke besluiten werden genomen door de synoden van Dordrecht 1574 (Art. 70); van Dordrecht 1578 (cap. IV, Art. 12); van Middelburg 1581 (Art. 43); van 's Gravenhage 1586 (Art. 54) en van 1618/19 (Art. 61). De Dordtsche synode heeft voor dit gewichtige stuk een duurzame regel getroffen 4).



De belijdenis des geloofs is in den diepsten grond een beamen van de leer. Dit wil niet zeggen, dat de belijdenis alleen is een belijden van de leer der kerk, in dien zin dat de belijder alleen verklaart, dat hij instemt met hetgeen door de kerk geleerd wordt, zonder dat hij met zijn hart gelooft wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft, en dat hij Christus als zijn Zaligmaker wenscht te dienen en te vreezen. Dit zou zijn een uitwendig buigen voor het dogma in Roomschen trant, ook al verstaat men de waarheid niet uit innerlijke overtuiging.

In sommige kringen heerscht de verkeerde voorstelling, dat iemand door middel der belijdenis tot lid der kerk wordt aangenomen. Zij be­schouwen de kerk louter als eene godsdienstige vereeniging, waarvan men door vrije keuze lid kan worden, en het doen van belijdenis is niet anders dan eene formeele aansluiting als lid der kerk. Dat Christus [369] is koning der kerk, en dat het de roeping der gedoopten is, Christus als hun Zaligmaker te dienen, dat doop, belijdenis en avondmaal onaf­scheidelijk aan elkander verbonden zijn, daarvan verstaat men weinig of niets.

Bij de belijdenis van de gedoopte leden worden de belijders aange­merkt als deelgenooten van de kerk. Van de kinderen der gemeente wordt in het doopsformulier beleden, dat zij, hoewel in zonde ont­vangen en geboren en tot het goede gansch onbekwaam, nochtans in het verbond geboren zijn, en daarom ook het teeken en zegel des doops behooren te ontvangen. En de Nederl. Geloofsbelijdenis zegt: „Zoo heeft Hij dan bevolen te doopen alle degenen, die de Zijnen zijn, in den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, alleen met rein water, ons daarmede te verstaan gevende, dat, gelijk het water de vuiligheid des lichaams afwascht, wanneer wij daarmede begoten worden, hetwelk op het lichaam desgenen, die den Doop ontvangt, gezien wordt, alzoo het bloed van Christus hetzelfde van binnen in de ziele doet, door den Heiligen Geest, haar besprengende en zuiverende van hare zonden, en wederbarende uit kinderen des toorns tot kinderen Gods". Om die reden hebben ook de jonge leden der gemeente te verstaan, dat — gelijk het Doopsformulier verklaart — zij „van God door den Doop vermaand en verplicht worden tot eene nieuwe gehoorzaamheid, namelijk dat wij dezen eenigen God, Vader, Zoon en Heiligen Geest, aanhangen, be­trouwen en liefhebben van ganscher harte, van ganscher ziele, van ganschen gemoede en met alle krachten, de wereld verlaten, onze oude natuur dooden en in een godzalig leven wandelen". Hieruit blijkt, dat de geloofsbelijdenis in de kerk zich niet moet beperken tot eene uiter­lijke, verstandelijke kennis, tot eene verklaring van wat men bij het onderwijs der kerk geleerd heeft, maar dat zij behoort gepaard te gaan met de overtuiging, dat men Christus als borg en middelaar erkent en begeert te dienen en lief te hebben, dat men God den Heere in oprecht­heid wenscht te vreezen. De Apostel Paulus zegt zoo duidelijk: „Indien gij met uwen mond zult belijden den Heere Jezus en met uw hart ge-looven dat Hem God uit de dooden opgewekt heeft, zoo zult gij zalig worden; want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid" (Rom. 10 : 9, 10).

In den Apostolischen tijd en in de eerste eeuwen der christelijke kerk ontsloot de geloofsbelijdenis den toegang tot het sacrament. Wie uit het Jodendom en het Heidendom tot de christelijke kerk kwam, en zijn geloof in Christus had beleden, werd gedoopt en kon met de gemeente aanzitten aan den heiligen disch. In later en tijd, toen de kinderdoop algemeen geworden was, werd de jeugd der gemeente onderwezen in de kennis der leer des heils, en daarna na belijdenis als mondig lid der [370] kerk erkend en tot de viering van het heilig avondmaal toegelaten.
De belijdenis des geloofs mag dus niet losgemaakt worden van het persoonlijke geloof en de persoonlijke bekeering. Kennis van de hoofd­stukken der leer is voorzeker een onmisbaar vereischte voor het afleggen der geloofsbelijdenis. Niemand kan Christus belijden of hij moet Hem kennen. De kennis der heilswaarheid mag niet zijn een bloot verstande­lijke kennis, maar moet zijn een levende kennis, die zetelt in het verlicht en geheiligd verstand van den christen. Naar waarheid zegt Calvijn6): De leer is noodig en heerlijk, „maar zij moet ons hart doordringen en zich in handel en wandel openbaren". Daarom gaat ook het onderzoek voor den kerkeraad niet alleen over de leer der kerk, maar ook over iemands hart en leven, over de gesteldheid van iemands hart, over de rechte kennis van den raad en den weg des heils, waarlangs God Zijn volk toebereidt tot de eeuwige zaligheid, over de levenskeuze en de levensbegeerten. Deze onderzoeking des geloofs mag natuurlijk niet het karakter dragen van een inquisitoriaal onderzoek, of zij reeds de diepten van het geloofsleven kennen, maar zij moet gedragen zijn door de liefde, die gaarne het goede hoopt. Doch dit neemt niet weg, dat gehandeld moet worden over de diepste levenskeuze, of het hart reeds gekozen heeft voor den Zaligmaker, of er eene hartelijke kennis is van de genade des geloofs en der bekeering. Het is hier niet de vraag of deze kennis des heils in hare volle breedte en diepte wordt genoten, maar of hiervan iets wordt gekend. De volle verzekerdheid des geloofs kan nog toeven. O, het zou zoo heerlijk zijn, wanneer alle leden der gemeente uit volle overtuiging konden verklaren: „Ik weet dat ik een kind Gods ben, een vrijgekochte des Heeren." Vele kinderen staan echter schuchter en van verre, tobbend met de vrees en den twijfel of zij waarlijk des Heeren eigendom zijn, en komen eerst later of op het sterfbed tot de verzekerdheid des geloofs. Doch de liefde tot den Heere, en de keuze om voor den Heere te leven, leeft bij allen die het beginsel des geloofs deelachtig zijn, en de bediening des Woords en het onderwijs in de gemeente moet op de ontwikkeling van het geloofsleven gericht en daarin behulpzaam zijn en duidelijk aantoonen, dat het nieuwe leven uit de vruchten openbaar wordt. Waar leven is, is behoefte aan den Zaligmaker, behoefte aan vergeving der zonden. En al werkt de band des geloofs soms zwak, al wordt Gods kind aangevallen door vrees en twijfelmoedigheid, hij kan toch buiten God niet leven. En die deze levenskeuze kent, mag en kan ook met vrijmoedigheid belijdenis doen van zijn geloof in Christus. De ware belijdenis eischt een overgebogen hart, een heilig mystiek gevoel van persoonlijke liefde tot den Heere [371] Jezus Christus. Tegen het bloot historisch geloof heeft de Gereformeerde kerk steeds gewaarschuwd.


In de Nederlandsche Gereformeerde kerken, in het eerste tijdperk van haar bestaan, was de geloofsbelijdenis niet anders dan toelating tot het heilig Avondmaal, en daarom lag het ook in den aard der zaak, dat de kerk zich eerst zooveel mogelijk overtuigde of de jonge menschen tot de rechte viering van het avondmaal in staat waren. Daartoe was allereerst noodig, dat de jeugdige lidmaten tot de jaren van onderscheid gekomen waren. Men verlangde voor alle kinderen niet hetzelfde levens­jaar, omdat de rijpheid van oordeel bij den een vroeger intreedt dan bij den ander. Maar in overeenstemming met den regel, in buiten-landsche kerkenordeningen gesteld, stelde men ook hier te lande den vereischten leeftijd op het 14e tot het 16e levensjaar. In de tweede plaats was noodig, dat de jonge leden der gemeente zich gewillig toonden om zich te laten onderwijzen. „Die in ondeugd en boosheden leefden en de werelt volgden" werden na vermaning als verachters der genade en des verbonds Gods afgesneden van de gemeente. In de derde plaats was een zekere mate van kennis noodig. Wie al te weinig of niets kon antwoorden, werd ook nog van het avondmaal afgehouden.


En wat er verder volgt.

Dit is niet hetzelfde wat ik eerst schreef, maar komt er wel mee overeen.

http://www.kerkrecht.nl/main.asp?pagety ... =4375&page
Laatst gewijzigd door Bert Mulder op 07 apr 2010, 15:24, 2 keer totaal gewijzigd.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
Marnix
Berichten: 13464
Lid geworden op: 21 jul 2005, 13:18
Locatie: Hilversum

Re: Belijdenis doen

Bericht door Marnix »

Volgens mij is het je niet helemaal helder. De kerkenraad oordeelt toch niet over het hart in zo'n situatie? Als iemand duidelijk aangeeft geen deel aan Christus, oordeelt de kerkenraad niet over het hart als ze zo iemand niet toe laat tot het doen van geloofsbelijdenis. De kerkenraad komt niet tot die conclusie, die conclusie trekt die persoon zelf en dat wordt in de gesprekken met de kerkenraad dan duidelijk.

Daar gaat het om, dat zo iemand het zelf aangeeft. Zou iemand ongelovig zijn maar zich als gelovige voordoen, dan is het niet de taak van de kerkenraad om over het hart te oordelen. Ze moet oordelen over de zichtbare zaken, en als iemand duidelijk aangeeft geen deel aan Christus te hebben, Hem niet als zijn Verlosser te kennen is dat een zichtbare zaak.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9098
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Bert Mulder »

Tiberius schreef: Er is geen formulier.
Men dient antwoord te geven op de vier vragen van Voetius:

1. Verklaart gij dat gij de leer van onze kerk, welke gij geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schriften?
2. Belooft gij dat gij door Gods genade in de belijdenis van deze zaligmakende leer standvastig zult blijven, en in haar zult leven en sterven?
3. Belooft gij dat gij overeenkomstig deze heilige leer uw leven altijd godvruchtig, eerbaar en onberispelijk zult inrichten, en dat gij uw belijdenis met goede werken zult versieren?
4. Belooft gij dat gij u aan de vermaning, terechtwijzing en kerkelijke tucht wilt onderwerpen en onderworpen zult zijn, indien (wat God verhoede) het mocht gebeuren, dat gij u in leer of leven kwaamt te misgaan?
standvastig blijven kan enkel dan, als men al gelovig IS.

goede werken kan ALLEEN dan, als men waarlijk gelooft. Want goede werken komen alleen uit een waar geloof voort. Anders zijn het, om de woorden van Augustinus te gebruiken, 'glitterende zonden' (of iets dergelijks)
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34669
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Belijdenis doen (uit: Waar denk je op dit moment aan?)

Bericht door Tiberius »

Bert Mulder schreef:
Tiberius schreef: Er is geen formulier.
Men dient antwoord te geven op de vier vragen van Voetius:

1. Verklaart gij dat gij de leer van onze kerk, welke gij geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schriften?
2. Belooft gij dat gij door Gods genade in de belijdenis van deze zaligmakende leer standvastig zult blijven, en in haar zult leven en sterven?
3. Belooft gij dat gij overeenkomstig deze heilige leer uw leven altijd godvruchtig, eerbaar en onberispelijk zult inrichten, en dat gij uw belijdenis met goede werken zult versieren?
4. Belooft gij dat gij u aan de vermaning, terechtwijzing en kerkelijke tucht wilt onderwerpen en onderworpen zult zijn, indien (wat God verhoede) het mocht gebeuren, dat gij u in leer of leven kwaamt te misgaan?
standvastig blijven kan enkel dan, als men al gelovig IS.

goede werken kan ALLEEN dan, als men waarlijk gelooft. Want goede werken komen alleen uit een waar geloof voort. Anders zijn het, om de woorden van Augustinus te gebruiken, 'glitterende zonden' (of iets dergelijks)
Heeft iemand dat ontkend dan?
Plaats reactie