Je zou kunnen zeggen dat vele profeten van voor de ballingschap de tijd na de ballingschap als één blok zagen, de heilstijd.
Waarom dan niet in Rom. 9:25 een vervulling kunnen zien van Hos. 1:10 in plaats van een 'principe', toegepast uit het OT. Zien de apostelen (onder leiding van de Heilige Geest!) niet overal 'vervulling' van de profetie in hun tijd?
Bij al ons theologiseren moet toch het principe van 2 Petr. 1:20,21 ons uitgangspunt zijn: "Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken."
En in 1 Petr. 1:10-12 zegt Petrus: "Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied; onderzoekende, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en tevoren getuigde het lijden, dat op Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende. Dewelken geopenbaard is, dat zij niet zichelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door de Heilige Geest; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien."
Hier zegt Petrus dus dat de profeten niet over hun eigen tijd, maar over zijn tijd (de tijd van het NT, dus ook onze tijd) geprofeteerd hebben. Theologisch misschien moeilijk te volgen, maar de Heilige Geest zegt het wél.
Gisteravond naar een bijeenkomst voor Christenen voor Israel geweest. Volgens de voorzitter is 'Christenen voor Israel' dubbelop omdat elke christen voor Israel / het Joodse volk hoort te zijn.
Je kunt lang en kort praten maar de Joden blijven Gods uitverkoren volk, Gods oogappel. En voor dat Joodse volken liggen nog grote en rijke beloften! De wereldgeschiedenis draait om Israel.
Er is geen principeel onderscheid meer, maar aan Israël heeft God zich vanouds geopenbaard, en is dus onze oudste broeder. Ik denk dat daar met een hypothetische Christusaanneming van heel het volk het niet veel anders geweest zou zijn.
Het feit dat Israël als volk Christus verworpen heeft, is toch wel een belangrijk gegeven in het NT, waar we niet zomaar aan voorbij kunnen gaan. Denk aan de gelijkenis van de koninklijke bruiloft (Matth. 22, Luk. 14). Lukas schrijft over ‘allen’: “En zij begonnen allen eendrachtelijk zich te verontschuldigen.” En de koning zegt: “Want ik zeg ulieden dat niemand van de mannen die genood waren (de Joden!), mijn avondmaal smaken zal.” Toch wordt het huis van de koning vol, maar dan met mensen uit de heggen en de steggen.
Al meerdere malen heb ik gewezen op Matth. 21, de gelijkenis van de wijngaardeniers. Jezus zegt dat de wijngaard van hen (de Joodse leidslieden) zal weggenomen worden en gegeven aan een volk dat zijn vruchten voortbrengen zal.
Wat je dus ziet, is dat Israël als volk Christus verwerpt en daarom ook zelf verworpen wordt. Tóch sluit God het nieuwe verbond met Israël, wat Filologus terecht opmerkt, en bij dat Israël wordt de gemeente gevoegd.
Dat Israël waar God het verbond mee sluit is dus niet het Israël, waarvan God zegt, dat niemand van de genoden (ze waren genodigd, let wel) Zijn avondmaal smaken zal.
Dus het gaat niet om Israël als natie, maar Israël als OT gemeente, waar de heidenen bij gevoegd zullen worden.
Blijft de vraag: wat zou er gebeurd zijn als Israël als natie wel Christus had aangenomen? Of zou dat in Gods heilsplan niet mogelijk zijn geweest? Was het nodig dat Israël als volk weg zou vallen, zodat Israël als gemeente, het volk Gods, tevoorschijn zou komen?
Naar mijn mening en zelfstudie van de Bijbel is het denk ik dat, Israël de naam is die God heeft gegeven aan het volk dat in Geestelijk opzicht, verlost is. Israël is gewoon een naam. En die naam verandert niet, voor God. God vraagt alleen een bepaalde houding en wetmatigheid van de mensen die deelachtig zijn aan Israël.
Zo zijn er "goede""en "minder goede" Nederlanders, het ligt er maar aan hoe je er tegen aan kijkt. Maar het blijven Nederlanders.
God laat de zon opkomen het voor de goede en slechte mensen, tot dat het oordeel over de wereld komt.
En zo is het ook met de naam van het volk. Israël verlor haar Theocratische karakter, omdat het ongehoorzaam werd aan de Sabbat, de geboden. Hun interesse en invulling voldeed niet meer aan het karakter dat God bedoelde met de geboden. En daardoor verloor Israël, het volk van God dus, haar Gerechtigheid.
Wat niet overeenkomt met de eisen van de wet, kan geen deel zijn van het Hemels Koninkrijk!
Wat dus dan niet overeenkomst met de eisen van de wet van het grote Babylon, is voor Satan dan ook niet aanvaardbaar. Satan kan niets met mensen die tot het Geestelijk Israël behoren.
Satan kan alleen iets beginnen met mensen van het volk ISraël die ongeestelijke- en ongehoorzaam zijn aan de wet van het Hemels Koninkrijk. En daarnu liggen de verschillen! Een volk Israël dat ongehoorzaam is aan de Geestelijke aspecten (handelen in doen) waarin Mozes / Christus het juiste voorbeeld van gaf/geeft, valt onder het gezag van Satan. Zo heeft de heiden die juist de wet wél toepast op Gods Geestelijke eisen in het voorbeeld van Christus (Gerechtigheid) automatische deel aan Israël. (Jesaja 56:2)
Het Israël van het OT is dus niet meer het verbondsvolk in Geestelijk zin, maar wordt nu gevormd door zowel het Overblijfsel (uit dat volk) van de Verbonden voor en tijdens het OT als alle mensen die tijdens het NT verbond Christus, door de Heilige Geest. De nationale staat Israël van vandaag is een wereldstaat en een wereldse staat. Zij heeft politieke leiders waarvan sommige zelfs deel zijn van wereldse organisaties die banden hebben met occult-geestelijke verbonden.
In Openbaring 13 vinden we de essentie van de politiek-religieuze
organisatie die het Grote Babylon gestalte geeft.
Christus roept mensen op tot een Geestelijke navolging van Zijn voorbeeld en de wet van het Hemels Koninrijk waarvan de Hoofdstad het Hemels Jeruzalem op de Gestelijke Joden wacht.
Alles wat Ik gezegd heb is Geeste en Leven(Johannes 6:63)
Onze zonden worden gewassen door het Bloed van Christus niet door de politieke leiders van een aardse regering.
Jezus werd afgewezen juist omdat HIj geen politiek-aardse Leider wilde worden en zijn.
De verbondenheid met deze wereld mag blijken uit het feit dat de Paus in 2000 een bijzonder bezoek bracht aan Jeruzalem. Wij moeten beseffen dat de Rooms Katholieke kerk de OT era gebruikt, omdat zij geen andere mogelijkheid heeft om haar Koning als Plaatsvervanger van Christus, voor te houden aan deze wereld. Christus' Rijk is niet van deze wereld. Door de erkenning van en juist ook de eer aan de Paus te geven, bewijst zo'n houding de plaats van de nationale staat Israël in de wereld van vandaag en niet -als- deel van een Geestelijk Israël.
Haar Geestelijkheid haalt zij in Rome, niet vanuit het Hemels Jeruzalem waar Christus nu woont in het Heilige der Heiligen! De essentie van de religieuze waarde die we vinden in de Kerk van Rome is dezelfde (in dit geval dus) als die waarin het Israël van het OT ook Christus afwees, vandaar dat de Paus én de uitbeelding van de Kerk van Rome twee-ledig is:
Occult in de zonaanbidding en in die van een "Joodse" traditie in haar Apostolische weergave van OT leringen, die notbane door Christus zijn afgeschaft..
Harmageddon kan dus nooit in een aardse strijd van Palistina en Israël liggen, maar in een geestelijke strijd tussen goed en kwaad, tussen Jezus en Satan. De strijd van Harmagedon vindt dus plaats in ons hart (handelen en denken). Vandaar dat Christus er op wijst dat het Geestelijk Israël de gave der profetie moet begrijpen en toepassen in de onderwijzing van de wereld.om van karakter te kunnen veranderen (bekeren). God wijst een bepaalde tijd toe aan de volkeren of personen, waarmee Hij een Verbond mee afsluit. Als die persoon of vpolk, Geestelijk niet wil veranderen, dan ontzegt het zichzelf daarmee de verlossing, en heeft daarmee overeenkomstig ook de Genade (-tijd) een onjuiste invulling gegeven. De maat is vol, zogezegd!
Romeinen 12
1 Ik vermaan u dan, broeders, door de barmhartigheid Gods, dat gij uwe lichamen stelt tot een offer, dat levend, heilig en Gode welbehagelijk zij, hetwelk zij uwe redelijke godsverering.
2 En maakt u dezer wereld niet gelijk, maar verandert u door vernieuwing van uw gemoed, opdat gij beproeven moogt welke de goede, welbehaaglijke en volkomen wil van God is.3 Want ik zeg, door de genade die mij gegeven is, aan ieder onder u, dat niemand over zichzelven hoger denke dan hem betaamt te denken, maar dat hij matig over zich denke, ieder naardat God uitgedeeld heeft de maat des geloofs.
4 Want gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, maar niet alle leden éénerlei werking hebben,
5 alzo zijn wij velen één lichaam in Christus, maar onder elkander is de een des anders lid;
6 en wij hebben menigerlei gaven naar de genade, die ons gegeven is.
1 Timotheus 14
Romienen 12
1 Kor. 12, 13 en 14
verwijzen naar de profetsiche aspecten welke deel dienen te zijn van het (Geestelijke-) Israël dat in Christus, dan wel door de Heilige Geest, groeit in die ene Gerechtigheid. Immers was niet alleen mar vervulde de rofetie aan Zichzelf en aan de Joden, die door hun zedelijke afdwaling, de profetie niet meer konden zien.
Christus gaf in het voorbeeld van de (nieuwe) Tempel, daar een voorbeeld van. De Jodemn keken er met menselijke ogen naar als een menselijke prestatie (zoals velen dat over hun kerk ook doen) maar Jezus wees op het Geestelijke én profetische aspectv van zowel de stene Tempel als de Tempel die Hijzelf was. (Tempel van de Heilige Geest dus)
Hun eigen profetie, tot de ondergang, konden de Joden van het OT niet zien, terwijl Christus maar ook Mozes daar steeds weer op wezen ( Christus roept op tot inzicht: in Openbaring 14: 6-10 voor de gelovige jood en griek van vandaag.)
Dat sluit natuurlijk niet uit, dat het God de Vader is die het oordeel, door Christus zal bekend maken. We hebben het echter niet over oordeel, maar over profetie!
Het Geestelijke, dat ons deel maakt van dat ene volk Israël, vinden we duidelijk weergeven in hét centrale punt en voorbeeld van een zuiver karakter; Christus:
Wij zijn meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad (Romeinen 8:37)
en
Christus in u, de hoop der heerlijkheid (Collessenzen 1:27)
DéIsraël Christus, ook in het volk Israël terug te vinden! Omdat de Geestelijke aspecten van de Meester, ook deelachtig zijn aan Zijn Reine Bruid, Zijn -ware- Israël.
Het Hemelse Jeruzalem zal na de 1000 jaren, die afgebakend zijn voor het volk van God, het Overblijfsel, het Israël dat in dat Hemels Jeruzalem zal wonen, nederdalen tot de aarde. Na de laatste slag, zal uiteindelijk dat de Hemelse Stad Jeruzalem nederdalen nabij de Olijberg. Die stad nu zal, in zijn volmaakte vorm de nieuwe Hoodstad zijn van een neiuwe aarde. De nieuwe aarde zal dan bewoond gaan worden door het Geestelijke Israël dat dan ook hun Koning, in Een van Geest zal kunnen navolgen.
Dat is het Nieuwe Jeruzalem waar het volk Israël naar toe zal gaan op den Sabbat, terwijl de wereld het Nieuwe Paradijs zal zijn, als deel van het -gehele- Koninkrijk Gods.
Laatst gewijzigd door Bazuinen op 04 okt 2005, 07:15, 1 keer totaal gewijzigd.
Hier heeft Afgewezen gelijk,eerlijk is eerlijk. Ook in het N.T. is Israël altijd Israël. De discipelen moeten bij de instelling van het H.A.m.i. niet als Israël,maar als de voorlopers en grondleggers van de Gemeente gezien worden. In de Handelingen zijn de Apostelen gedurig in conflict met de Joodse Raad die Israël representeren. Het nieuwe verbond is wel aan Israël het eerst beloofd,maar hier zijn de laatsten de eersten geworden.Hier wordt het nieuwe verbond in principe met de Gemeente opgericht,zie 1 Kor.10:16;11:23,24.Maar dat bewijst natuurlijk niet dat de Gemeente nu als het N.T-ische Israël gezien moet worden. Want de profetie van Joël is met de Pinksterdag niet uitgeput; als de Heere de Geest over Israël zal hebben uitgestort ( Zach.12:10 ) zal ook Israël zijn Pinksterdag beleven en alsnog overgebracht worden in het N.V. ereunao
Je zou kunnen zeggen dat vele profeten van voor de ballingschap de tijd na de ballingschap als één blok zagen, de heilstijd.
Waarom dan niet in Rom. 9:25 een vervulling kunnen zien van Hos. 1:10 in plaats van een 'principe', toegepast uit het OT. Zien de apostelen (onder leiding van de Heilige Geest!) niet overal 'vervulling' van de profetie in hun tijd?
Bij al ons theologiseren moet toch het principe van 2 Petr. 1:20,21 ons uitgangspunt zijn: "Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken."
En in 1 Petr. 1:10-12 zegt Petrus: "Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied; onderzoekende, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en tevoren getuigde het lijden, dat op Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende. Dewelken geopenbaard is, dat zij niet zichelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door de Heilige Geest; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien."
Hier zegt Petrus dus dat de profeten niet over hun eigen tijd, maar over zijn tijd (de tijd van het NT, dus ook onze tijd) geprofeteerd hebben. Theologisch misschien moeilijk te volgen, maar de Heilige Geest zegt het wél.
[Aangepast op 29/9/05 door Afgewezen]
Mijns inziens spreekt deze tekst niet zonder uitzondering over alle profetieen. De teksten sluiten niet uit dat er ook profetieen zijn over de eigen tijd van de profeten.
Hier heeft Afgewezen gelijk,eerlijk is eerlijk. Ook in het N.T. is Israël altijd Israël. De discipelen moeten bij de instelling van het H.A.m.i. niet als Israël,maar als de voorlopers en grondleggers van de Gemeente gezien worden. In de Handelingen zijn de Apostelen gedurig in conflict met de Joodse Raad die Israël representeren. Het nieuwe verbond is wel aan Israël het eerst beloofd,maar hier zijn de laatsten de eersten geworden.Hier wordt het nieuwe verbond in principe met de Gemeente opgericht,zie 1 Kor.10:16;11:23,24.Maar dat bewijst natuurlijk niet dat de Gemeente nu als het N.T-ische Israël gezien moet worden. Want de profetie van Joël is met de Pinksterdag niet uitgeput; als de Heere de Geest over Israël zal hebben uitgestort ( Zach.12:10 ) zal ook Israël zijn Pinksterdag beleven en alsnog overgebracht worden in het N.V. ereunao
Waarom denk je dat deze profetie over de eindtijd gaat?
Mijns inziens spreekt deze tekst niet zonder uitzondering over alle profetieen. De teksten sluiten niet uit dat er ook profetieen zijn over de eigen tijd van de profeten.
Dat denk ik ook niet, maar als wij deze uitspraak van Petrus leggen naast de vele citaten van profetieën in het NT, gaat het niet aan om van deze laatste te zeggen dat ze slechts in toepassende zin gebruikt worden. Daar is de uitspraak van Petrus te massief voor.
Mijns inziens spreekt deze tekst niet zonder uitzondering over alle profetieen. De teksten sluiten niet uit dat er ook profetieen zijn over de eigen tijd van de profeten.
Dat denk ik ook niet, maar als wij deze uitspraak van Petrus leggen naast de vele citaten van profetieën in het NT, gaat het niet aan om van deze laatste te zeggen dat ze slechts in toepassende zin gebruikt worden. Daar is de uitspraak van Petrus te massief voor.
Ik ben van mening dat je iets te veel generaliseert. De uitspraak van Petrus heeft veel te zeggen, maar sluit niet uit dat elk geval op zich bekeken moet worden. Het is maar waar je het accent legt...
Mwah, Filologos, ik heb wel eens beter gefundeerde tegenwerpingen van je gelezen.
Overigens ben ik ook wel benieuwd naar je reactie op de posting, waarin ik benadruk dat Israël als volk Christus heeft verworpen. Die heb je misschien over het hoofd gezien.
Er is geen principeel onderscheid meer, maar aan Israël heeft God zich vanouds geopenbaard, en is dus onze oudste broeder. Ik denk dat daar met een hypothetische Christusaanneming van heel het volk het niet veel anders geweest zou zijn.
Het feit dat Israël als volk Christus verworpen heeft, is toch wel een belangrijk gegeven in het NT, waar we niet zomaar aan voorbij kunnen gaan. Denk aan de gelijkenis van de koninklijke bruiloft (Matth. 22, Luk. 14). Lukas schrijft over ‘allen’: “En zij begonnen allen eendrachtelijk zich te verontschuldigen.” En de koning zegt: “Want ik zeg ulieden dat niemand van de mannen die genood waren (de Joden!), mijn avondmaal smaken zal.” Toch wordt het huis van de koning vol, maar dan met mensen uit de heggen en de steggen.
Al meerdere malen heb ik gewezen op Matth. 21, de gelijkenis van de wijngaardeniers. Jezus zegt dat de wijngaard van hen (de Joodse leidslieden) zal weggenomen worden en gegeven aan een volk dat zijn vruchten voortbrengen zal.
Wat je dus ziet, is dat Israël als volk Christus verwerpt en daarom ook zelf verworpen wordt. Tóch sluit God het nieuwe verbond met Israël, wat Filologus terecht opmerkt, en bij dat Israël wordt de gemeente gevoegd.
Dat Israël waar God het verbond mee sluit is dus niet het Israël, waarvan God zegt, dat niemand van de genoden (ze waren genodigd, let wel) Zijn avondmaal smaken zal.
Dus het gaat niet om Israël als natie, maar Israël als OT gemeente, waar de heidenen bij gevoegd zullen worden.
Blijft de vraag: wat zou er gebeurd zijn als Israël als natie wel Christus had aangenomen? Of zou dat in Gods heilsplan niet mogelijk zijn geweest? Was het nodig dat Israël als volk weg zou vallen, zodat Israël als gemeente, het volk Gods, tevoorschijn zou komen?
Ik denk dat, wanneer je spreekt over het feit dat Israël de Messias heeft verworpen, je goed moet opletten dat er dan in collectieve termen wordt gesproken. Er zijn altijd natuurlijke takken in Israël.
De gelijkenissen uit Mattheüs 21 en verder en bijv. Jes.59,19-20 geven aan dat het uitgangspunt van de formering van het volk Gods niet meer natuurlijke afstamming, maar zondenvergeving is.
Paulus kan heel positief over zijn ongelovige volksgenoten schrijven. Zij hebben de belichaming van wijsheid en kennis, zij bezitten de Tora. Maar op het punt van de Messias kiezen de ongelovige joden de verkeerde kant. Paulus zegt dus niet: ze geloven niet in de Messias, dus hebben we verder niets meer met hen van doen, nee, hij bidt dat de sluier van hen weggenomen mag worden. Ze hebben de heerlijkheid Gods, maar onder een sluier. Wie bij de sluier blijft als de heerlijkheid zelf is verschenen, loopt achter.
Het feit dat Israël is gestruikeld, is een onderdeel van het mysterie van Gods heilsgeschiedenis. Ik vind het uiterst moeilijk om te bedenken wat er gebeurt zou zijn als Israël als natie wel Jezus had aangenomen. En dat is m.i. ook niet nodig. Wij hebben ons te houden aan Paulus' uitspraak: God heeft hen beiden in hun ongehoorzaamheid opgesloten, opdat hij hen beiden barmhartig zou zijn.
Ereunao schreef:
Het nieuwe verbond is wel aan Israël het eerst beloofd,maar hier zijn de laatsten de eersten geworden.Hier wordt het nieuwe verbond in principe met de Gemeente opgericht,zie 1 Kor.10:16;11:23,24.Maar dat bewijst natuurlijk niet dat de Gemeente nu als het N.T-ische Israël gezien moet worden.
Dus je zegt: de profetie is wel aan de gemeente vervuld, maar niet aan het volk Gods beloofd? Ik vind het een vreemde manier van twee zaken uit elkaar houden die echt bij elkaar horen. En dit onderscheid tussen Israël aan wie het heil beloofd is en Gods gemeente zie ik nergens terug in het Nieuwe Testament.
Want de profetie van Joël is met de Pinksterdag niet uitgeput; als de Heere de Geest over Israël zal hebben uitgestort ( Zach.12:10 ) zal ook Israël zijn Pinksterdag beleven en alsnog overgebracht worden in het N.V. ereunao
Het nieuwe verbond is al lang met Israël gesloten. Het gaat niet aan Zach. 12 te verbinden met een gebeurtenis uit de eindtijd. Deze profetie is vervuld in Christus, zie Joh. 19,37 en Hand. 2.
Filologos schreef:Het gaat niet aan Zach. 12 te verbinden met een gebeurtenis uit de eindtijd. Deze profetie is vervuld in Christus, zie Joh. 19,37 en Hand. 2.
Openbaring 1:7
Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.
Hierin zie je ook een verwijzing naar Zach. 12:10. En het komen met de wolken is duidelijk een verwijzing naar de tweede komst van Jezus, zie ook Mat 24:30. Dus Zach. 12:10 is vervuld, maar zal ook nog vervuld worden, lijkt mij.
Filologos schreef:Het gaat niet aan Zach. 12 te verbinden met een gebeurtenis uit de eindtijd. Deze profetie is vervuld in Christus, zie Joh. 19,37 en Hand. 2.
Openbaring 1:7
Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.
Hierin zie je ook een verwijzing naar Zach. 12:10. En het komen met de wolken is duidelijk een verwijzing naar de tweede komst van Jezus, zie ook Mat 24:30. Dus Zach. 12:10 is vervuld, maar zal ook nog vervuld worden, lijkt mij.
In Openbaring worden vaak OT-ische woorden gebruikt, terwijl er niet direct een andere relatie ligt dan dat Openbaring graag forumleert in de stijl van de oude profeten. Matt. staat ook in eschatologische context. Er wijst niets op dat het hier om een vervulling gaat.
In Nestle-Aland staat in Matt. de verwijzing naar Zacharia 12 niet eens als een citaat gemarkeerd, en Op. 1,7 is door Johannes door eigen woorden aangevuld.
Dus het is puur stijl, die - naar mijn mening - verwijzing naar Zach 12:10? Vind ik wat vergezocht. Ik ben niet echt onder de indruk van dit argument.
Verder: wat doet het ertoe of Nestle-Aland wel of niet tekstverwijzingen heeft? Zijn die maatgevend?
(ik ken Nestle-Aland niet goed, ik ben geen geleerde brontekstkenner of zo)