Avondmaalsgang

roseline

Bericht door roseline »

Hoe het avondmaal te vieren?

Precies zoals in de bijbel staat: eenvoudig.

Het is een blijdschap te weten deel te mogen hebben aan het verbond van het bloed en deel te mogen hebben aan het lichaam van Christus. Het is een ernst om te weten welk een roeping wij hebben. Het is een extra bevestiging van het verbond. Ernst en blijdschap kunnen samengaan! Nood en droefheid over de zonden in het vlees en vreugde in God kunnen samengaan!

Maar beter is dat die ernst, nood en droefheid, èn die blijdschap en vreugde elke dag naar voren komt in je leven. Dat we heel bewust een leven gaan leiden met God, dat je afstand neemt van het zondige vlees en je verblijdt in Gods Geest. Dat je elke dag beseft: nú maak ik deel uit van het verbond van Jezus bloed dat mij reinigt van alle ongerechtigheid, nú maak ik deel uit van het lichaam van Christus zodat ik nú kan wandelen in door God klaargelegde werken, die Hij van tevoren voor mij bereid heeft...

En elke dag God zoeken in het verborgene, je laten onderwijzen door zijn Geest, het licht Gods over je leven vragen, de Waarheid - ookal is die pijnlijk voor het vlees - erkennen, opdat er olie komt, niet alleen in de lamp, maar ook in de kruik. Dàt is het ware zelf-onderzoek in de Geest. Dàt is het verschil tussen een wijze en een dwaze maagd.

Groetjes, Rose.
Madtice
Berichten: 1070
Lid geworden op: 06 sep 2002, 10:24

Bericht door Madtice »

Het ging mij in het voorbeeld van de Verloren Zoon niet om de houding, reactie, etc., van de verloren zoon. Als je deel hebt aan het avondmaal dan doe je dat in de overtuiging dat je een zondaar bent, en dat God je zonde vergeven HEEFT. Da's logisch (om een cruijfisme te gebruiken).
Waar het mij om ging is de reactie van de vader, God. In mijn optiek blijft vergeving een feest, een blije gebeurtenis.
Dat het avondmaal een serieuze, diepgaande zaak is, dat snap ik. De traditie schrijft voor dat je dan niet uitbundig gaat staan springen en dansen. Mijn voorbeelden van bruiloften en verjaardagen zijn dan ook wat ongelukkig gekozen en wil ik verwijten aan mijn af en toe euforische buien... :)
En toch, zoals het nu gevierd wordt, heb ik het gevoel alsof de aandacht teveel op de zonde ligt, alsof het avondmaal bedoeld is om ons nog even onder de neus te wrijven dat wij verschrikkelijk slechte mensen zijn. Is dat wat Jezus wilde toen hij het avondmaal instelde? Sober, okee; serieus, okee; maar waar is het moment van echte, wezenlijke vreugde?
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Origineel geplaatst door MadticeSober, okee; serieus, okee; maar waar is het moment van echte, wezenlijke vreugde?
Is dit duidelijk voor je, Madtice?

Geheimenisvolle bezoeken
C.H. Spurgeon
Toespraak gehouden voor een klein gezelschap aan de Avondmaalstafel te Mentone.
"Gij hebt mij des nachts bezocht." Ps. 17:3

"Deze ogen hebben nooit aanschouwd
Mijns Heeren heilig oog,
Want hoe de zinnelijke mens
Ook jage naar die hoge wens,
't Gordijn hangt van omhoog.
Ik zie U niet, ik hoor U niet. . . .
Toch zijt Gij vaak bij mij!
En nergens is t'op aard zo goed,
Als waar ik mijnen Heer ontmoet
En mij in Hem verblij.
Gelijk een ongezochte droom
Des nachts mijn ziel verkwikt,
zo juicht mijn hart in zaal'ge vreugd,
Als Gij haar met Uw beeld verheugt
En haar Uw heil beschikt.
Al zag dit oog U dan nog niet,
Al hangt 't gordijn nog neer, -
Toch min ik U, mijn dierbaar Hoofd,
Ik heb, al zag 'k U niet, geloofd,
Dies ken ik U, mijn Heer!"

Vraagt gij van mij, dat ik u een beschrijving zal geven van de wijze, waarop zich de Heere aldus openbaart? Het zou zeer bezwaarlijk gaan, om dat in woorden uit te drukken. Gij móet de zaak kennen voor uw eigen persoon. Als gij nog nooit iets zoets had geproefd, dan zou geen mens ter wereld in staat zijn, om u enig denkbeeld te geven van wat honing is. Maar als de honing er is , dan kunt gij "proeven en smaken." Een blindgeborene zal zich geen voorstelling kunnen maken wat gezicht is. Zo ook zal hij, die de Heere nog nimmer in waarheid heeft leren kennen, nooit kunnen komen tot het rechte begrip van de aard en het wezen van zijn bezoeken.

Want van onze Heere een bezoek te ontvangen, houdt veel meer in dan voor onszelf de verzekering te hebben van onze zaligheid, al is dit laatste ook zeer zeker een kostelijke zaak en al mag niemand van ons rusten, voor hij weet ze te bezitten. Te weten dat Jezus mij liefheeft, is iets, is veel; maar een bezoek van Hem en in zijne liefde te ontvangen, is meer. Evenmin is het eenvoudig een blote beschouwing van de Christus te geven, want wij kunnen Christus tekenen als bij uitnemendheid schoon en vol majesteit en heerlijkheid en Hem toch niet met zelfbewustheid bij ons hebben.

Hoe kostelijk en leerzaam het ook is, om het beeld van de Christus in stille bepeinzing te beschouwen, toch staat de verheuging over zijn werkelijke tegenwoordigheid hoger. Het kan zijn, dat ik het portret van mijn vriend bij mij draag en dat ik toch niet volstrekt kan zeggen: "Gij hebt mij bezocht." Neen, het is het wezenlijke, zij het dan ook geestelijke en onzichtbare, komen van de Christus tot onze ziel, waarnaar wij zo vaak verlangend uitzien.

Overgenomen uit "Totdat hij komt" (De geest der wedergeboorte). Toespraken aan de tafel des Heeren door C.H. Spurgeon.
Madtice
Berichten: 1070
Lid geworden op: 06 sep 2002, 10:24

Bericht door Madtice »

Ik denk dat ik het snap, maar zeker weten doe ik het niet. Kun je het eens uitleggen in je eigen woorden? Om te voorkomen dat ik weer nergens over ga blaten :)
Lecram

Bericht door Lecram »

Origineel geplaatst door Madtice
Ik denk dat ik het snap, maar zeker weten doe ik het niet. Kun je het eens uitleggen in je eigen woorden? Om te voorkomen dat ik weer nergens over ga blaten :)
Hoezo zelfkennis?
Madtice
Berichten: 1070
Lid geworden op: 06 sep 2002, 10:24

Bericht door Madtice »

Ben je een anti-madtice-mening campagne begonnen Lecram? Ik beschouw dit nog maar als een compliment... immers, af en toe moet je je hand in eigen boezem steken, niet waar? Jezelf relativeren, laten merken dat je andermans mening respecteert en in de gaten hebt dat jouw mening niet per se de absolute waarheid hoeft te zijn. Een luchtig grapje om te laten merken dat je bereid bent je eigen ik opzij te zetten en mensen te laten zien dat je jezelf ook niet altijd even serieus neemt... is dat ook wat jij bedoelde met je opmerking, of zit ik er weer eens naast ;) :)

[Veranderd op 23/9/02 door Madtice]
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Origineel geplaatst door MadticeKun je het eens uitleggen in je eigen woorden?
Kun je zelf een poging doen? Het is een beetje oud-nederlands, maar tegenwoordig moet je toch ook literatuur van Huygens lezen en Beatrijs en zo. Of hoeft dat niet meer?
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Dat de verwoording betreffende de tafel des Heeren is zoals Gerrie aanhaalt leert ons ook bv. een toespraak van Ralph Erskine:

Wij begeven ons nu tot het grote werk van deze dag, het gedenken van de dood en het lijden van onze heerlijke Verlosser. Hij was in dat werk niet alleen omdat de Vader met Hem was, en daarom betreft het werk, dat wij zullen gaan doen, niet alleen onze zaligheid, maar ook de eer van God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Zij nu, die geen kennis gekregen hebben aan Christus en Zijn Vader, kunnen geen recht hebben tot die tafel van de gemeenschap, aan welke Christus alleen Zijn vrienden en kennissen verwelkomt. Daarom moet de tafel des Heeren omheind worden, opdat vijanden en vreemdelingen van Christus het niet mogen wagen die heilige instelling te ontheiligen, daarom verbieden wij de toegang tot en sluiten wij buiten deze tafel, in de Naam des Heeren, alle onboetvaardige overtreders van de zedelijke wet; en meer in het bijzonder, enz.

Anderzijds nodig Ik, in de Naam des Heeren, tot de tafel des Heeren alle vrienden van Christus, en Zijn geestelijke kennissen. Wie zijn dat? Dat zijn alle ware gelovigen, die het geloof hebben, dat God met Christus is in Zijn werk, en die bij bevinding weten, dat God met hen is.

1. Allen die geloven, dat de Vader met Christus was in Zijn doen en in Zijn sterven. Hebt u ooit zo’n geloof van de Zoon van God gekregen, dat u gezien en geloofd hebt, dat Hij In zijn verlossingswerk niet alleen was, maar dat de Vader met Hem was.

Vraagt u: Hoe zal Ik weten, of Ik dit waarlijk geloof?

Dan antwoorden wij: Indien u het geloof hiervan hebt ontvangen, dan zal dit maken, dat het verlossingswerk van Christus in uw schatting zeer groot en heerlijk is: en u doen zien, dat alles wat Christus deed en leed een goddelijk stempel droeg, en dat er iets van de heerlijkheid Gods in uitblonk. Het geloof hiervan zal het oog zijn waardoor u ziet, dat de liefde Gods de oorsprong van de verlossing is. U zult dan soms de verbazende liefde van God bewonderen, die Hem niet alleen zond om dat zaligmakend werk te doen, doch die ook met Hem kwam, Die daarom zegt: "Hij, die Mij gezonden heeft, is met mij." Het geloof hiervan zal maken, dat Christus u zeer dierbaar is en waarom? Omdat de Vader altijd met Hem was. U zult zien, dat hieruit een onuitsprekelijke waardigheid voortvloeit, dat God met Hem en in Hem was, en dat God, in barmhartigheid, nergens anders is te vinden, dan bij Hem. Het geloof hiervan zal u doen zien, dat mensen gelukkig kunnen zijn, al zijn zij alleen gelaten en van de hele wereld verlaten, zolang God met hen is; ja, dat zij gelukzalig kunnen zijn, al zouden zij van heiligen en van discipelen verlaten worden, omdat de gelukzaligheid niet in het gezelschap van mensen, maar in het gezelschap van God gelegen is. U zult hen gelukkig achten, die God met hen hebben, wie ook tegen hen mag zijn, of wie zich ook van hen onttrekt; en u zult niet denken, dat u alles kwijt bent, al moet u vrienden en broederen missen, als God maar met u is; ten minste, als dat soort gemis u bitter is, dan is hier, daar bent u zeker van, wat dat gemis voor u kan verzoeten.

2. De vrienden van Christus zijn zij, die bevinding hebben van Zijn tegenwoordigheid met hen.

Vraagt u: Hoe kan iemand weten dat God met hem is, aangezien er velen zijn, die menen dat God met hen is, en zich nochtans bedriegen?

Ik kan Mij nu niet ophouden, om hier veel van te zeggen, doch onderzoekt, in betrekking tot het onderwerp, dat Ik behandeld heb, of u ooit bij bevinding, met toepassing voor uzelf, hebt kunnen zeggen: "Ik ben niet alleen, want de Vader is met Mij." Wanneer vader en moeder, vrienden en bekenden u verlieten, hebt u dan de toevlucht tot God genomen, en Hem voor uw enige ware Vriend gehouden, om uw ziel in Hem te doen rusten, en in het bijzonder, om u in Hem als een Vader te troosten, door te roepen: ABBA, Vader; Hem beschouwende als de God en Vader van onze Heere Jezus Christus; als een hemelse Vader in Christus; als een heilige Vader: als een rechtvaardige Vader: en als een barmhartige Vader in Hem? Kunt u bij bevinding zeggen, dat wanneer de kinderen van uw moeder tegen u ontstoken waren, en u misschien sloegen en verwondden, en de wachters, die in de stad omringen, uw sluier van u namen; of wanneer u met Jakob verplicht was uw maagschap te verlaten, uw volk en uws vaders huis te vergeten: wanneer vrienden en bekenden uw vijanden werden, en vorige vertroostingen u slechts zware kruisen werden: wanneer deze, of beproevingen van die aard u over kwamen, zodat u, in zekere mate, alleen gelaten en aan alle kanten verlaten was, dat u zich dan tot God hebt gewend en Hem in Bethel hebt ontmoet, en dat Hij daar met u heeft gesproken, en u met Hem. U herinnert zich de tijd en de plaats nog wel. waar Hij u bezocht en u uw hart voor Hem deed uitstorten en u in Zijn schoot verlichting vond. Toen ondervond u, dat u niet alleen was, omdat de Vader met u was, en u mocht ervaren, dat Zijn gezelschap oneindig beter was dan alle vrienden en bekenden in de wereld. U kreeg zo’n indruk van Zijn heerlijke goedheid, dat u uw moeite vergat en uw ellende niet meer gedacht. En hoewel God niet altijd zo vertroostend met u is, nochtans hebt u dit teken van Zijn wezenlijke tegenwoordigheid, dat u nog altijd een aangename herinnering hebt van het Bethel-bezoek, dat Hij u bracht, en een hartelijke begeerte op de bodem van uw hart, dat Hij Zijn bezoek nog eens mag vernieuwen, en u weer zien. opdat uw hart zich mag verblijden.

O u, kind van God! Kom en neem het brood van de kinderen. Bent u daartoe mogen geraken om de taal van Christus na te lispelen en God uw Vader te noemen? Is die taal u enigszins gemeenzaam geworden, om te mogen zeggen: Vader, Vader? U hebt het toch wel soms mogen doen; evenals "niemand kan zeggen, Jezus de Heere te zijn, dan door de Heilige Geest, " zo ook kan niemand God Vader noemen, dan door de Geest der aanneming tot kinderen. Wanneer u tot God spreekt, en onder de invloed van die Geest, Vader, Vader, zegt, geschiedt dat niet overhaast en ondoordacht, zoals er duizenden zijn, die uitspreken: "Onze Vader Die in de hemelen zijt, " die niet weten wat zij zeggen, maar Zijn Naam ijdellijk gebruiken. Doch wanneer u, gelovige, God Vader noemt, zegt u dat met eerbied. U spreekt het met enige heilige kinderlijke vrees uit, en u zegt het met een heilige vrijmoedigheid, op grond van het bloed van Christus, en met een nederige schaamte als onwaardig zijnde onder de kinderen gezet te zijn; u kunt het nauwelijks anders uitspreken dan zoals de wederkerende verloren zoon het deed zeggende: "Vader, Ik heb gezondigd." Wel, u bent daartoe gebracht om Christus’ Vader de Uwe te mogen noemen of zoudt u dat graag willen doen? Is dit een voorrecht, dat u boven alles waardeert en dat u hoger acht, dan alle genietingen van de wereld, de Vader met u te hebben, namelijk: de genadige tegenwoordigheid van de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, en gemeenschap met de Vader, en met zijn Zoon? Dan zegt Christus tot u, hoe zwart en vuil u ook bent in uw ogen: "Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom; " kom tot Mijn tafel en eer Mijn Vader en Mij voor de wereld, en schaam u niet voor de mensen. Wilt u God ontmoeten? Kom dan, kom tot Mij in deze instelling, en u zult niet alleen met Mij aanzitten, maar ook met Mijn Vader, want, "Ik ben niet alleen, want de Vader is met Mij."
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Madtice
Berichten: 1070
Lid geworden op: 06 sep 2002, 10:24

Bericht door Madtice »

Origineel geplaatst door Gerrie
Origineel geplaatst door MadticeKun je het eens uitleggen in je eigen woorden?
Kun je zelf een poging doen? Het is een beetje oud-nederlands, maar tegenwoordig moet je toch ook literatuur van Huygens lezen en Beatrijs en zo. Of hoeft dat niet meer?
Het ging me er niet om dat ik het oud-Nederlands niet kan of wilde lezen, maar hoe jij het in je eigen woorden zou verwoorden... :)
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Mooi stukje, Ndonselaar.
Madtice, het is best moeilijk om deze ervaringen in eigen woorden te uiten. Spurgeon zegt ook: Het zou zeer bezwaarlijk gaan, om dat in woorden uit te drukken. Daarom kies ik liever psalmen uit waarin ik mijn ervaring herken. Zoals b.v. psalm 118:3, psalm 36:2, psalm 63:2, psalm 4:4, psalm 23:1-3 (allemaal berijmd) en vele andere psalmen meer. Als God je schild en hulp is, dan ben je veilig.Op zo'n moment kun je wel alleen staan, want je bent dan voor niemand bang. Er is vrede en rust. Maar als de Heere weer weg is, is alles anders. Dan ben je weer bang voor mensen en de vrede is weg. Soms kun je ook zorgeloos worden en is er weer bekering nodig.
Niet elk Avondmaal is hetzelfde. Soms lijkt het wel of Hij er niet is. Dan kun je soms bijna bezwijken van verlangen, en dat is niet een lekker gevoel. Vaak is er dan een zonde, die in de weg staat.

Madtice,
Vertel ook eens wat ervaringen van jezelf.
Madtice
Berichten: 1070
Lid geworden op: 06 sep 2002, 10:24

Bericht door Madtice »

Volgens mij heb ik die uitvoerig hieronder al besproken :)
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Wat ik nog mis:
Ben je gedoopt?
Heb je belijdenis gedaan?
Ga je weleens aan het Avondmaal?

Als ik erover heb gelezen, graag de datum aangeven.
Madtice
Berichten: 1070
Lid geworden op: 06 sep 2002, 10:24

Bericht door Madtice »

Ik ben gedoopt toen ik 17 was, omdat ik dat wilde, en in onze kerk geldt de doop als de belijdenis, zeg maar. Dus ik heb geen belijdenis gedaan. En ik doe mee aan het avondmaal. Dus daar heb je niet over heen gelezen :)

Maar uhm, dit schrijf ik weken later, nu ik je dit vertelt heb wil je nergens meer op in gaan? :) ik denk dat dit topic een beetje ondergesneeuwd is

[Veranderd op 10/10/02 door Madtice]
Matthijs
Berichten: 2050
Lid geworden op: 07 okt 2002, 21:03

Bericht door Matthijs »

Lees het onderstaande stuk eens! Wat vinden jullie daarvan? Ik kreeg het deze week onder ogen. Het is een gedeelte van een uitleg over het avondmaalformulier, om je zelf te beproeven wanneer je aan het avondmaal wil gaan.



Wanneer God een werk van bekering begint in een zondaar, zal Hij laten zien wie wij zijn voor God. Er valt licht over ons hart en leven. Wij beginnen te zien en te bedenken, wat wij voorheen niet zagen en bedachten, namelijk onze zonden en vervloeking voor God.

Het leven van ieder mens is vol met zonden. Toch zijn er in ieder mensenhart bijzondere boezemzonden. Het is dit kwaad dat de Heilige Geest de zondaar toont. In het werk van de overtuiging door de Heilige Geest gaat het niet om hersenschimmen, maar om werkelijkheden. De Heilige Geest toont ons de werkelijkheid van ons bestaan. Hij overtuigt van bepaalde bestaande en werkelijke zonden in ons hart en leven.

Hoe overtuigde de Heilige Geest de drieduizend op de pinksterdag? Begon de Heilige Geest niet met één hoofdzonde, namelijk met de verwerping van Christus? Hetzelfde vinden wij terug in Jezus' behandeling van de Samaritaanse vrouw. Er waren ongetwijfeld veel zonden in dat zondige vrouwenleven, maar Jezus greep haar op die ene, werkelijke en heerschappij voerende zonde in haar leven, haar hoererij.

De Heilige Geest komt in die overtuiging het leven van de zondaar binnen en legt Zijn heilige vinger bij die rotte plaats in ons hart en leven en zegt: 'Gij zijt die man!' Bij de één is dat de zonde van hoogmoed, bij de ander de verwerping van het evangelie en bij weer een ander de liefde tot de wereld. Eerst dan begint de mens zijn zonden te bedenken.

Het begint wel met die ene zonde, maar de pijl dringt dieper in het hart dan tot die ene zonde. De zondaar zal met de Samaritaanse vrouw roepen: 'Ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb.' Het is alsof er dan licht valt over ons gehele boze bestaan. Wij beginnen te zien dat al deze zonden voortgekomen zijn uit de verdorven bron van onze gevallen natuur.

Zo was het met David. De zonde met Bathséba leerde hem hoe diep verdorven zijn hart was. Hij beleed niet alleen deze ene zonde, maar zei: 'Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.' Het was de kennis van die éne zonde, die zijn hele zondige bestaan bloot legde.

Hoe belangrijk is het toch om onszelf af te vragen: ben ik wel ooit recht overtuigd geworden van mijn zonden? David zegt in Psalm 38: 'Uw pijlen zijn in mij gedaald en Uw hand is op mij nedergedaald

Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden ( ... ). Ik brul van het geruis mijns harten ( ... ). Ik ben bekommerd vanwege mijn zonde.'

Hoe duidelijk blijkt uit deze uitingen van een overtuigd zondaar dat deze overtuiging van zonde meer is dan verstandskennis. Het raakt diep en pijnlijk.

Er is zo'n groot verschil tussen weten dat azijn zuur is en werkelijk geproefd te hebben dat het zuur is. Er is zo'n groot verschil tussen weten dat het vuur brandt en werkelijk de pijn van het verbrand zijn, gevoeld te hebben. Evenzo is er een wereld van verschil tussen het verstandelijk weten dat wij gezondigd hebben en het levendig en pijnlijk gevoel ervan. De zondaar, die door de Heilige Geest overtuigd wordt, begint te bedenken zijn zonden en vervloeking.

In het woord vervloeking valt een helder licht over het kwaad van de zonde. Het formulier gebruikt met opzet het krachtigste woord dat de Schrift biedt, om de verdoemelijkheid van de zonde in het licht te stellen. De overtuigde zondaar gevoelt het. Zijn zonden verdienen de vloek van God. Het betekent van God veroordeeld en vervloekt te zijn. Het houdt in als aan de rand der hel te staan. Wie zichzelf zo als een vervloeking kent, ziet zijn doodvonnis door Gods hand in de wet getekend en hoort het: 'Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.' Die mens roept uit: 'Ik ben verloren! Ik ben vervloekt!'

Voorwaar, het is geen geringe zaak waartoe het formulier ons opwekt wanneer het zegt: Ten eerste bedenke een iegelijk bij zichzelf zijn zonden en vervloeking. Deze kennis van onze schuld en vervloeking voor God brengt tot de belijdenis: 'Ik heb gedaan, wat kwaad was in Uw oog; dies ben ik, HEER', Uw gramschap dubbel waardig.'

Hoe noodzakelijk is het om hier ons hart te onderzoeken. Niemand kwam ooit tot Christus, die niet eerst recht overtuigd werd van zijn zonde en vervloeking. Allen die nu in de hemel zijn, zijn zo de weg naar de hemel begonnen. Comrie zegt aangaande deze zaken dat het fundament buiten ons, de zoen- en kruisverdienste van Christus is, maar hij spreekt ook over een fundament in ons en noemt dan de zaligmakende overtuiging van zonden. Hij zegt daarover: 'Daar is een fundament buiten ons, dat is Christus Jezus, en hierop wordt de ziel gelegd en in Hem ingelijfd en wordt een levende steen door het leggen op Hem of inlijven in Hem; maar daar is ook een fundament in ons en dat wordt gelegd in de zaligmakende kennis van onze ellendige, zondige en verloren staat in onszelven. Hier is het onderscheid tussen waar en schijnwerk. Hoe ver ooit iemand komt door algemene werking, hier hapert het. Het fundament van al zijn vorderingen is niet gelegd in de waarachtige kennis van zijn zonde en ellende." )

Hoe belangrijk is het toch om zaligmakend van onze zonden en vervloeking overtuigd te zijn! Vooral ook in verband met het Avondmaal. Zonder te denken aan onze zonden en vervloeking kan het Avondmaal ons geloof niet voeden en sterken. Luther zegt: 'Wat zou het Avondmaal bij ons kunnen uitwerken als wij zelfverzekerd leven en niet gevoelen het nodig te hebben en dus ook niet begeren. Deze spijze zoekt een hongerige ziel, maar een volle en verzadigde ziel, die haar niet nodig heeft, ontvlucht Zij.13)

Vraag of u geen rust gegeven mag worden buiten Christus. En tenslotte... rust niet in uw overtuigingen! Overtuiging is nog geen zaligheid. Velen zijn zo ver gekomen als u en zijn toch voor eeuwig omgekomen. Velen zijn overtuigd geweest en hebben hun overtuigingen verloren. Gedenk aan de vrouw van Lot! U bent nooit veilig, tenzij u in de Vrijstad, Jezus Christus, bent en Hij u heeft toegeroepen: 'Ik ben uw Heil.'
Liever Turks dan Paaps
Lecram

Bericht door Lecram »

Typisch een stukje waarmee mensen van Jezus worden afgehouden. Je moet eerst presteren (je zonden zeer diep leren kennen, zelfs aan de rand van de hel staan) en dan mag je (als je geluk hebt) vluchten.
Plaats reactie