Nog even een reactie.
In de hele Bijbel worden de
zondaar en de
rechtvaardige/
heilige tegenover elkaar geplaatst.
In het Oude Testament ook al. Ik heb in de onlinebijbel een aantal zoektermen ingetikt en dan kom je op een hele hoop teksten hierover. Heel duidelijk bijvoorbeeld in Spr 11:31 ‘Ziet, den rechtvaardige wordt vergolden op de aarde, hoeveel te meer den goddeloze en zondaar!’ Of Ps 1:5 ‘Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen.’ De zondaars vallen volgens dit vers totaal buiten de rechtvaardigen. Hun toestand is anders dan die van rechtvaardigen. Dit komt ook terug in Ps 26:9-11 waarin David zegt ‘Raap mijn ziel niet weg met de zondaren, noch mijn leven met de mannen des bloeds; in welker handen schandelijk bedrijf is, en welker rechterhand vol geschenken is. Maar ik wandel in mijn oprechtigheid, verlos mij dan en wees mij genadig.’ Vooral uit dit laatste wordt duidelijk: David ziet zichzelf niet als zondaar, hij onderscheidt zich van hen. In heel het boek Spreuken wordt de rechtvaardige tegenover de goddeloze en de zondaar geplaatst. In Jes 61:3 worden er verschillende tegenstelling genoemd ‘Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.’
Het Nieuwe Testament gaat hier op door. In Luk 6:32-34 zegt de Heere Jezus ‘En indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat dank hebt gij? Want ook de
zondaars hebben lief degenen, die hen liefhebben. En indien gij goed doet dengenen, die u goed doen, wat dank hebt gij? Want ook de
zondaars doen hetzelfde.En indien gij leent dengenen van welke gij hoopt weder te ontvangen, wat dank hebt gij? Want ook de
zondaars lenen den
zondaren, opdat zij evengelijk weder mogen ontvangen.’ De discipelen worden hier dus duidelijk niet gezien als zondaren.
In Joh 9:31 zegt de blindgeborene ‘En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is, en Zijn wil doet, dien hoort Hij.’ Een zondaar is dus niet iemand die Gods wil doet. Een rechtvaardige (wedergeborene) is iemand die Gods wil doet, toch? Het kan dus niet samengaan.
Rom 5:19 ‘Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden.’ De zondaar en de rechtvaardige staan tegenover elkaar hier, dat lijkt me duidelijk. Door de zondeval zijn alle mensen zondaar, mensen met de zondenatuur. Door het sterven en de opstanding van onze Heere zijn de mensen die geloven rechtvaardigen geworden, mensen met de gerechtigheidnatuur.
1 Pet 4:8 spreekt ook over deze tegenstelling: ‘En indien de
rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en
zondaar verschijnen?’
Bij de wedergeboorte wordt de zondenatuur in z’n geheel weggenomen. Dit wordt o.a. beschreven in 2 Kor 5.
In 2 Kor 5:21 zegt Paulus ‘Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.’ Dus: Christus was zonder zonde. God, de Vader, maakte Hem zonde, zodat wij (die zonde waren) gerechtigheid zouden kunnen worden in Hem. Er heeft een ruil plaatsgevonden, een omwisseling. Paulus schrijft in vers 17 en 18 ‘Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel;
het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft.’ Het oude is voorbijgegaan, het is weg. Het nieuwe is daarvoor in de plaats gekomen. De zondenatuur is weg, de gerechtigheidnatuur is door de Heere Jezus gekomen. Dit is allemaal niet uit onszelf (gelukkig maar! want dan zou er weinig van terecht komen) maar uit God door de Heere Jezus Christus. Je wordt volkomen nieuw.
Zonde en gerechtigheid zijn tegenstelling, net zoals leven en dood tegenstellingen zijn. Ook dit beeld wordt gebruikt: ‘Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven.’ (Joh 5:24)
Betekent dit dat de gehele mens dus volkomen nieuw is; geest, ziel en lichaam (1 Thess 5:23)? Volgens mij niet, een rechtvaardige heeft nog steeds lichamelijke problemen en lichamelijke zonden. Pas bij de opstanding zal dat vergankelijke lichaam onvergankelijkheid aandoen (1 Kor 15:53). Het nieuwe is hierin nog niet gekomen. Wanneer je voor de wedergeboorte iemand haatte, dan kun je dat daarna nog steeds doen. Iemand haten is een zonde. Ook voor je ziel is het nieuwe nog niet gekomen.
In Rom 8:16 staat ‘Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn’. Hieruit blijkt dat de geest van een mens het deel is dat kan communiceren met God. Naar Hem zal de geest ook na de lichamelijke dood terugkeren (Pred 12:7, 1 Kor 15:44). Je geest is je natuur, je diepste wezen. Deze natuur heeft door Christus deelgekregen aan Zijn goddelijke natuur (2 Pet 1:4). Christus had de goddelijke natuur volkomen (Kol 2:9), en wij hebben door Hem deel hieraan. Onze geest is in de Heere Jezus gerechtigheid geworden, de geest is door Christus goddelijk, dus uit God geboren (zie bijv. ook Joh 3:6). Dan schrijft Johannes ‘Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.’ (1 Joh 3:9) Dit gaat m.i. om de geest van een mens, die niet kan zondigen. Je ziel en lichaam zondigen echter nog steeds, en dat beschrijft Paulus in Rom 7. In Rom 8 gaat Paulus hierop door: we moeten leren als overwinnaar te leven (we overwinnen zelf niet, dat heeft de Heere Jezus al gedaan, alles is door Hem!!), door te leven naar de geest. Dit kan door het geloof, zie Gal 2:20 ‘Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.’
(Lees voor een uitgebreide uitleg het boek ‘het normale christelijke leven’ van Watchman Nee, en dan met name het gedeelte ‘de latente kracht van de ziel’. Ik heb het boek zelf niet thuis dus ik kan op het moment ook niet citeren, het spijt me. Andrew Wommack heeft ook een boek hierover geschreven, getiteld ‘spirit, soul and body’. Ik vond persoonlijk dat Wommack veel te ver gaat, hij zegt bijvoorbeeld ook dat oprechte gelovigen niet ziek kunnen zijn en dat soort dingen, niet helemaal kosher dus.)
(voor Refojongere) Ik heb nu 1 Tim 1:14-16 overgeslagen. Daarin schrijft Paulus inderdaad in de tegenwoordige tijd over zijn ‘zondaarschap’. Ik denk (o.a. op grond van de hierboven aangehaalde teksten) dat dit wel in de verleden tijd bedoeld is. Vers 13 en 16 bijvoorbeeld wijzen terug naar een al eerder geschiede gebeurtenis (vs 13: ‘die tevoren’ is duidelijk verleden tijd; vs 16: ‘is geschied’ is voltooide tijd), het lijkt mij niet logisch dat vers 14 plotseling op de tegenwoordige tijd wijst. Volgens mij zijn er meer teksten die erop wijzen dat dit in de verleden tijd bedoeld wordt dan het tegengestelde. Maar nogmaals, ik weet het natuurlijk niet zeker.
Als ik Rom 5 lees lijkt het mij dat je zondigt omdat je een zondaar bent, en niet dat je een zondaar bent omdat je zondigt. Wanneer dit laatste het geval zou zijn, zou het begrip erfzonde onbijbels zijn.
(voor Pied) Omdat je niet kunt zeggen dat je zelf niet meer zondigt (je ziel en lichaam zondigen nog steeds) is het nog steeds nodig om vergeving te vragen. Als dit niet nodig zou zijn, zou Johannes zichzelf in zijn eerste brief tegenspreken. ‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.’ (1 Joh 1:9) De eerste Johannesbrief is volgens mij geschreven aan de heiligen, Johannes schrijft ‘mijn kinderkens’ en ‘mijn broeders’. Wanneer heiligen niet zelf zouden zondigen zou vergeving vragen niet nodig zijn en zou 1 Joh 1:9 niet geschreven hoeven zijn. De boetpsalmen mogen dus ook nooit overgeslagen worden omdat we niet meer zouden zondigen, dat is simpelweg niet waar.
Beetje een lang stuk geworden, sorry, ik hoop dat jullie het nog enigszins kunnen volgen.
Lebaoth