Nog één keer een verantwoording van de leer der reformatie. Hoe kan een zondaar een een rechtvaardig God samen gaan?ejvl schreef:Maar dat is wel iets waar men mee naar Christus mag, nee moet, gaan.Afgewezen schreef:Ik denk dit juist het punt is waar -DIA- op doelt: het van harte belijden zondaar te zijn. Dat is een plek waar een mens zomaar niet komt!Marco schreef:Wie van harte belijdt, zondaar te zijn en zonder God verloren te gaan, kan, mag en moet bij Christus aankloppen.
Ook als iemand bang is geen zondekennis te hebben, of bang is niet voldoende zijn verlorenheid te voelen, of denkt Christus niet genoeg nodig te hebben.
Met alles, ook daarmee, naar Chirstus!
Ik weet niet hoe vaak ik al een verantwoording van de leer heb moeten geven. Je zou haast gaan geloven dat je hier een sektariër bent als je dit geloof belijdt...
Een beetje kennis leert: Ik ga nergens mee naar Christus. Nee ik probeer Hem uit handen te blijven! Ja, ik kan nog wel wat zeggen, maar mijn hart... en daar komt het maar op aan. Of mijn hart overgebogen is. Ik denk dat niet iedereen dat hier meer overneemt, en de bevinding ervan ook niet zo kent: Dat ik van nature een hater Gods en van mijn naaste ben. Als een mens door God wordt opgezocht, gaat die dan naar Christus? Ziet hij Hem dan als eerste? Of krijgt hij te doen met zijn schuld? Zijn staat voor God, dat hij niet voor God kan bestaan, en zich leert kennen als een geheel verlorene? Dat hij God gaat billijken in Zijn recht? Nee, als het goed ligt zal het niet gaan om de hemel of over de hel. Daar weet een overtuigde ziel toch wel van. Dan is het is naar recht verloren. En desondanks komt er een betrekking op alle deugden Gods, waarin niet meer en niet minder is. Een zondaar die met wel met eigen bloed zijn vonnis wil ondertekenen. Dit is toch wonderlijk! Of niet?
Ik merk dat het verloren gaan er tegenwoordig niet meer bij hoeft. Men lijkt zomaar ineens te leven en van de angsten der wedergeboorte weet men niets. Er lijk zomaar ineens plek voor Christus te zijn. Dat is ook de reden waarom mij telkens weer verantwoording wordt gevraagd, dat staat voor mij vast.
Ik moet dan concluderen dat er toch iets in de prediking is veranderd. Ik heb het meer genoemd: Een ziel die door God wordt getrokken krijgt allereerst te maken met zijn schuld en daartegenover een rechtvaardig God Wiens deugden hij liever krijgt dan eigen behoud. En dan is er echt geen meer of minder in de deugd van Gods barmhartigheid en zijn recht. Dit wordt dan toch een paradox? Hoe kan God met een mens van doen hebben zonder schending van één van Zijn deugden? Naar recht moet hij verloren gaan, dat is wel het eerste wat geleerd wordt. Het is al vele malen hier gezegd, maar men leeft en leest er blijkbaar overheen? Hoe zou dan een mens die in Gods oog en in eigen oog verdoemelijk is tot Christus kunnen gaan? Ik hoef op een reformatorisch forum niet telkens opnieuw verantwoording af te leggen van de reformatorische leer? En juist dit gebeurt elke keer weer. En dat maakt me diep bedroefd.