Marco schreef:Lien,
Hoezeer ik het met je eens ben met wat je schrijft over niet uit jezelf kunnen doen, geloof ik nog steeds dat je de nuance van het schriftgedeelte uit Mattheüs wegdrukt. Je kunt de Bergrede lezen als een verschijning van de Wet die de zonde aanduidt, in de zin dat wij alles wat daarin staat nooit volmaakt kunnen doen, en dan heb je gelijk. Wij kunnen daar uit onszelf niets van. Maar je mist dan toch een element dat er ook in zit, en m.i. net zo belangrijk is, namelijk, dat geloven en leven één zijn. Geloven is niet: mooie praatjes hebben over God, studeren uit de Bijbel, en de laatste punt of komma verklaren. Niet dat er met bijbelstudie iets mis is, maar dat is niet de essentie.
Geloven is een band hebben met Christus, of, beter gesteld, Christus heeft een band met jou. En dan kan het niet anders, dan dat leer en leven één zijn. In de bergrede staan een heleboel aanwijzingen, hoe daarmee om te gaan. Bijvoorbeeld, hoe om te gaan met vergeving, hoe te bidden. En ook dat dat niet de gemakkelijke optie is, het is een smalle weg en een nauwe poort. Dat je het koninkrijk van God moet zoeken, en de rest komt bovendien.
Dat is ook de boodschap van Mat 7: 21 en 22. Deze mensen gaan niet aan het werk zonder op het fundament te zijn, nee, ze gaan niet aan het werk (en daaruit blijkt dat ze niet in het fundament zijn). Ze profeteren wel, en drijven wel demonen uit, maar hun vruchten zijn kwaad. Ze kijken niet om naar de armen, gevangenen, en zijn niet bereid, hun bezit te delen.
Lees de bergrede ook eens in Lucas 6. De nadruk ligt op horen en doen. Op de vruchten die de boom laten kennen.
Voor de gelijkenis zegt Jezus: "En wat noemt gij Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik zeg?" (Luc 6:46).
Natuurlijk is dat een oproep om in Hem te geloven, maar het gaat weldegelijk verder dan dat. Het is een oproep om het leven te heiligen. En dat past ook bij de toon van de bergrede: een heel praktisch betoog dat op het aardse leven slaat.
De gelijkenissen van het goed gefundeerde huis en van het huis op het zand sluiten de bergrede af. Je kunt ze niet los daarvan lezen.
En zelfs al zou je ze los lezen, dan moet je nog steeds goed lezen: er staat niet: 'wie zijn huis op de Rots bouwt, zal ik vergelijken met iemand die mijn woorden doet', maar andersom: wie mijn woorden doet, is te vergelijken met iemand die zijn huis op een rots gebouwd heeft. Let wel: 'een' rots, niet eens 'de' rots.
En dat is een toon die in het NT nog vaak terug zal komen. Paulus' brieven staan er vol mee. Kolossenzen 3 bijvoorbeeld: Paulus gaat uit van rechtvaardig gemaakte christenen, en besteedt toch een halve brief aan het streven naar een heilig leven. Die aansporing hebben we kennelijk hard nodig..
Rechtvaardigmaking en heiliging kunnen niet uit elkaar getrokken worden. Maar heiliging gaat niet vanzelf. Op de een of andere manier moeten we daarnaar streven. Zelfs al weten we dat we dat uit onszelf niet kunnen.
Kortom: deze gelijkenis is inderdaad een oproep (indirect), om op Jezus je huis te bouwen, maar gaat veel verder dan dat. Het is tegelijk een oproep tot bekering van het hele dagelijkse leven. En dat is een element dat niet uit deze tekst (laat staan uit de hele bergrede!) gepoetst mag worden.
Ik kan weer een uitgebreid antwoord geven, maar dan verval ik in herhaling. Jij zegt volgens mij nu in feite in je laatste alinea waar ik juist tegen reageer... Namelijk dat wij dus onszelf bekeren van onze dagelijkse levenswandel. Nee, het is juist Hij die het in ons werkt. Lijkt een klein verschil... Maar het is een verschil van levensbelang. Het is onder andere een van de strijdpunten van Luther geweest. Wanneer iemand gerechtvaardigd is door het geloof, zal hij ook erkennen dat alles van Hem komt. Omdat in de mens zelf niets dan de dood gevonden wordt. En ja dan volgen daar de vruchten, een christelijke levenswandel. En een mens in Christus heeft ook het verlangen naar een heilige levenswandel. Niet om iets te zijn, maar om te leven tot eer van Hem. Maar niet als iets van hemzelf, de mens, maar wat Hij ons doet zijn. Christus doet ons de nieuwe mens aan, wij trekken niet zelf de nieuwe mens aan. De Geest werkt in hen die in Christus zijn ook het verlangen naar een heilige levenswandel.... Maar doet diezelfde mens er ook van overtuigen dat die wandel alleen in Christus te vinden is.
Een kind van God bidt of God hem in Christus, barmhartig, lankmoedig of wat dan ook doet zijn. Niet Heere laat mij barmhartig zijn, laat mij vergeven. Maar Heere leer mij te vergeven vanuit Uw vergevende Liefde. Laat mij Barmhartig zijn vanuit uw Barmhartigheid... Zolang we nog denken zelf iets goeds te kunnen doen, kennen we onszelf nog niet! In mij is niets dan dood. ook in de daden die ik doe. Alleen in Hem en vanuit Hem is het leven. En wanneer we gerechtvaardigd zijn door het geloof in en door en uit Hem.... Dan is daar de vrucht. (Die Hij geeft)
Dat hoort bijelkaar. En is er ook. Maar die vrucht wordt niet door de mens zelf voortgebracht. Alleen in Hem en door Hem!
in de hemel zal dan Gods kind een nieuw lichaam krijgen, dat niet meer zondigt. op aarde, ook na ontvangen genade, blijven we zonde.
En daarom kan het bouwen op de rots niet uitelkaar worden gehaald. Je huis is op het zand gebouwd of op de rots. Het huis op de rots vond zijn stevigheid vanuit de rots! Het huis, dat er misschien wel net zo mooi uitzag aan de buitenkant, vond zijn zwakheid hierin dat het niet gefundeerd was op de rots. Het huis zelf gaf geen stevigheid. Het vindt zijn stevigheid alleen vanuit het fundament. Het huis zonder het fundament is zwak!
de discussie over de betekenis van de rots ga ik niet meer aan. Eerst betrek je het wel op Christus, nu is het volgens jou nog maar de vraag!
Christus is onze levensader. Onze Bron ons fundament. Zoals het water van een Bron uit de Bron zelf komt. zo komt de Christelijke levenswandel uit Hem. en brengen we dat niet zelf toe...
Een vraag kunnen wij barmhartig zijn? Kunnen wij vergeven? De mens buiten Christus denkt dat te kunnen. De mens in Christus heeft leren zien daar niets, geen millimeter van terecht te brengen.
Alle christelijke levenswandel buiten Hem is ten diepste geen christelijke levenswandel. Is ten diepste geen heilige levenswandel. Hij maakt heilig wat onheilig is!
De mensen in matheus wat jij aanhaalt waren niet in Hem, en profeteerden, en wierpen dus geen duivelen uit vanuit Hem, of door Hem. Jezus kende hen niet. Heeft en zelfs nooit gekend! Hoe kan je dan zeggen dat ze op het fundament waren? Ze deden het in zijn Naam, maar zij kende Hem niet! Zij erkende Hem niet. Ze leefde in eigen gerechtigheid....
En dan nog tot slot een tekst uit de brief van Paulus aan de gelovigen in Christus Jezus :
Want wij zijn zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij indezelve zouden wandelen. ( hfst 2 vers 10)