U hebt niets uit te dagen. Tenminste ik houd er niet van.peterf schreef:Fijn dat u zo op de hoogte bent van wat van der Groe zegt. Ik hoop dat u weet dat het ons op geen enkele manier toekomt om te oordelen over ware bevinding, tenzij deze tegen de schrift in gaat.SecorDabar schreef:U zult er alleen door ingeleid kunnen worden door de verkregen kennis in de waarheid van Gods Woord.
Als u die uitwendige kennis van zonde, erfzonde, erfsmet en erfschuld onthouden wordt van de in de prediking, kunt u er ook geen bevinding aan krijgen,
kijk, en dat is het misleidende, subtiele, dat predikers die dat aan de gemeente onthouden,
de zielen bedriegen en misleiden.
Want waar men geen kennis heeft aan de waarheid, kan men er ook geen bevindelijke kennis van hebben.
Of de Heere moet dit op een andere weg dan de prediking waar dit ontbreekt komen bekend te maken.
Ik kan niet anders, maar moet het heel scherp zeggen:
Waar men, deze kennis van erfsschuld ontkent, dan heeft men er ook geen bevindingen aan,
ja zelfs heeft men dan (om met ds. Th. van der Groe te zeggen) geen ware genade, maar valse genade.
Nu daag ik u uit met een schriftgedeelte te komen waarin onderbouwd wordt dat als iemand geen bevindelijke kennis heeft van zijn erfschuld geen ware genade heeft ontvangen. En uiteraard bedoel ik geen erfsmet.
Mocht u het niet kunnen vinden, dan wil ik u vragen dat te tonen vanuit de belijdenisgeschriften. Waar staat er in de belijdenisgeschriften dat iemand zonder bevindelijke kennis aan zijn erfschuld geen ware genade kan hebben?
We kunnen beter de zaken beleven, dan te bespreken.
Niet om een ander te oordelen, maar om eens onszelf te veroordelen.
Huisman heeft overigens al genoeg bijbelteksten weer gegeven.

Alleen de Heilige Geest kan u leren dat we gans verdoemelijk zijn,
van onze hoofdschedel tot onze voetzool toe.
Dat is alleen maar voor beleving vatbaar.
De letter dood, maar de Geest maakt levend.
Wie de erfschuld als kennis der waarheid discutabel stelt,
of dit opzettelijk onthoud in de prediking kan er ook geen bevinding aan hebben.
Het ligt zo in ons verdorven hart, om nog wat goeds in de mens over te houden.
Kijk, het gevaar is zo groot dat men begint met het discutabel stellen van de erfschuld.
Dan gaat men het in een later stadium ook ontkennen.
en dan gaat men steeds verder, door de erfsmet ter discussie te stellen,
en ten laatste is de erfzonde aan de beurt.
Zie het als een voorrecht dat u in de prediking de erfzonde,
de erfsmet en de erfschuld wordt voorgehouden.
Het staat wel met elkaar in verband, maar het zijn toch ook weer onderscheide zaken.
Beste mensen: Graaft maar dieper o mensenkind, en gij zult meerdere gruwelen vinden.
Alles wordt niet op één dag geleerd, dat is de ondervinding, maar als men
dieper daar in geleid word door Gods Geest, dan zal men ervaren:
Niets uit ons, alles uit HEM, Die volkomen genoeggedaan heeft aan Gods gerechtigheid.