Weet je waar ik mee zit is dat je van de doopbelofte (en eigenlijk van het Evangelie wat gepredikt wordt) bijna een soort algemene wetenschappelijke theorie maakt.Nowhere schreef:Dag Luther,Luther schreef:Gods roeping is echter breder dan alleen tot de uitverkorenen. Wij weten immers niet wie dat zijn.
Daarnaast is in het Evangelie een ruimte van zaligheid die zo diep en ruim is, dat alle mensen behouden zullen kunnen worden.
Waar strijd je tegen, Nowhere?
De roeping komt uitwendig tot iedereen, maar de roeping vanuit het aangehaalde artikel van de DL komt alleen tot de uitverkorenen.
Lees het artikel maar goed, dan zul je het zien.
Het tweede moet je mee oppassen. Inderdaad is het offer van Christus genoegzaam voor de gehele wereld, maar niet al-genoegzaam. Hij heeft de straf en schuld weggedragen voor Zijn volk. En niet meer dan dat.
En wat je vraag betreft, wat bedoel je daarmee?
En dan krijg je vanzelf allerlei ingewikkelde discussies met verwarring over allerlei definities en theorieën.
Volgens mij komt Gods Woord vooral persoonlijk tot mij en tot jou. En dan is het opeens een stuk eenvoudiger.
Ik heb door mijn zonde Gods eeuwige toorn verdiend. God verkondigt mij door Zijn Woord vergeving van zonden door Jezus Christus.
Het is niet de bedoeling dat we hier vervolgens allerlei discussies over gaan volgen. God wijst ons de enige Weg waar door we behouden kunnen worden.
Het Evangelie is onvoorwaardelijk en welgemeend. En de doopbelofte is ook welgemeend.
Ik heb hier al vaker iets van Archibald Alexander gedeeld, maar dit is heel duidelijk:
1. Christus is een bekwame en bereidwillige Zaligmaker, Die iemand die tot Hem
komt in geen geval zal uitwerpen.
2. Gods genade in Christus is volkomen vrij. Dat wil zeggen, Hij vereist geen
voorbereiding of verdienste in degenen die komen. Zij worden uitgenodigd om in
al hun schuld en vuilheid de toevlucht tot Hem te nemen. Opdat zij uit Zijn
genadige handen vergeving en vernieuwing van leven ontvangen zullen.
3. Voor iedere zondaar bestaat de enige hindernis om te komen slechts uit wat in zijn
eigen binnenste is. De deur der genade kan niet verder open gedaan worden dan
hij al is. De nodigingen van Christus kunnen niet meer welwillend zijn dan ze al
zijn.
4. De gehele schuld van de ondergang van een zondaar die weigert tot Christus te
komen, ligt aan zijn eigen deur. Zijn eigen verdorvenheid en onwilligheid vormen
het enige obstakel. Christus was bereid aan Zijn grootste vijanden leven te geven,
indien zij tot Hem zouden komen. Hij klaagt “En gij wilt tot Mij niet komen, opdat
gij het leven moogt hebben” (Joh. 5:40).