zonde
-
Leo
Nou, niet zozeer cynisch; ik ben bang dat er iets scheef groeit en probeer mijzelf en anderen daarover na te laten denken. Op 7/2/03 om 22:09 vroeg ik naar de plek van Psalm 51 binnen deze verklaring van de woorden van Paulus.
Ik reageerde in mijn laatste reactie op Labaoth, omdat jij daar ten volle mee instemt dus in feite ook op jou.
Ik reageerde in mijn laatste reactie op Labaoth, omdat jij daar ten volle mee instemt dus in feite ook op jou.
-
roseline
Nee, nietwaar.Volgens Johannes is zondigen het overtreden van de wet, moedwillig of onwetend, dat zijn we gelukkig met elkaar eens.
Zonde doen is de wetteloosheid doen.
de wetteloosheid doen = je naar je inwendige mens verlustigen in Gods wet?
Johannes heeft het over het 1e
Paulus in Romeinen 7 over het 2e
En ken je het verschil tussen:
- gezondigd hebben
- zonde hebben
en
- zonde doen?
Groeten, Rose.
[Veranderd op 10/2/03 door roseline]
Hoi Leo,
dankje voor de titel. Ik ben nogal vergeetachtig..
Hoi Pied,
om eerlijk te zijn begrijp ik niet hoe je er bij komt dat ik die boetpsalmen over het hoofd zou zien. Ik kan van harte instemmen met die boetpsalmen. Elke keer dat je zondigt moet je daar vergeving om vragen volgens mij. Zie 1 Joh 1:9. Het is niet zo (wat Rose zegt en waar ik het niet mee eens ben, dat heb ik volgens mij ook aangegeven) dat je zelf niet meer zondigt. Je zondigt nog steeds, maar jouw zondenatuur is weggenomen en daarvoor in de plaats is bij de wedergeboorte de gerechtigheidnatuur gekomen (zie 2 Kor 5:17,21 en Joh 3). Omdat je natuur anders is, wil je niet meer zondigen. Dit doe je nog steeds, daar gaat Rom 7 over.
Dat rechtvaardigen geen zondaar meer zijn staat letterlijk in Rom 5:8-9.
Hopelijk ben ik nu wat duidelijker.
Lebaoth
dankje voor de titel. Ik ben nogal vergeetachtig..
Hoi Pied,
om eerlijk te zijn begrijp ik niet hoe je er bij komt dat ik die boetpsalmen over het hoofd zou zien. Ik kan van harte instemmen met die boetpsalmen. Elke keer dat je zondigt moet je daar vergeving om vragen volgens mij. Zie 1 Joh 1:9. Het is niet zo (wat Rose zegt en waar ik het niet mee eens ben, dat heb ik volgens mij ook aangegeven) dat je zelf niet meer zondigt. Je zondigt nog steeds, maar jouw zondenatuur is weggenomen en daarvoor in de plaats is bij de wedergeboorte de gerechtigheidnatuur gekomen (zie 2 Kor 5:17,21 en Joh 3). Omdat je natuur anders is, wil je niet meer zondigen. Dit doe je nog steeds, daar gaat Rom 7 over.
Dat rechtvaardigen geen zondaar meer zijn staat letterlijk in Rom 5:8-9.
Hopelijk ben ik nu wat duidelijker.
Lebaoth
'Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.'
-
Refojongere
Beste Roseline,
De Statenvertaling geeft bij de kanttekeningen bij het woordje 'ongerechtigheid' in 1 Joh. 3:4 het volgende:
Grieks anomia; waardoor beduid wordt al wat met de wet niet overeenkomt, tegen de wet strijdt of de wet verbreekt.
Kortom, ik snap niet waarom jij zegt dat ik niet gelijk heb wanneer ik zeg dat zondigen = de wet overtreden
Beste Lebaoth,
Ik kan best meegaan met het door jou geschrevene.
In je laatste posting schrijf je echter het volgende:
Je zondigt nog steeds, maar jouw zondenatuur is weggenomen en daarvoor in de plaats is bij de wedergeboorte de gerechtigheidnatuur gekomen (zie 2 Kor 5:17,21 en Joh 3). Omdat je natuur anders is, wil je niet meer zondigen.
Dat rechtvaardigen geen zondaar meer zijn staat letterlijk in Rom 5:8-9.
Dat je zondaar blijft, roept Paulus uit in 1 Tim. 1. Zondaar en tegelijkertijd rechtvaardig, simul justus et peccator, volgens Luther.
Als je van jezelf zegt dat je geen zondaar bent, dan zeg je in feite dat je geen enkele zonde meer begaat, dus dat je zondeloos en smetteloos door het leven gaan, 1 Joh. 1:8 vertelt het ons anders. Hoe hebben wij dan Romeinen 5 te verstaan? In die zin, dat de zonde, vanwege de door God in ons gewerkte wedergeboorte, geen heerschappij meer over ons heeft. Zo wordt dat gebruikt.
Dan over de zondenatuur en de geestelijke (nieuwe) natuur van de wedergeboorte. Het is niet zo dat de nieuwe mens volmaakt is en dat de oude natuur er niet meer is. Daar ben je het wel mee eens, hoop ik. Echter, je schrijft dat bij de wedergeboorte je zondenatuur wordt weggenomen. De oude mens wordt weggenomen? Nee, de NIEUWE mens wordt ingeplant, de oude mens is niet weg, maar daaraan moeten we sterven (ander woord voor bekering; zie zondag 33).
Daarom is er ook die strijd tussen vlees en geest. En dat winnen we niet altijd, soms liggen we met David en Petrus en anderen ten onder, dat lezen we zo treffend in o.a. Psalm 51. Maar we mogen weten, het laatste woord is aan ons, omdat Christus overwonnen heeft, wat dat betreft mogen we zeker zijn van de overwinning, in Hem alleen!
Het antwoord op het laatste is het makkelijkst. Wetteloosheid is het tegenovergestelde dan je verlustigen in Gods wet.RJ:Volgens Johannes is zondigen het overtreden van de wet, moedwillig of onwetend, dat zijn we gelukkig met elkaar eens.
JIJ:
Nee, nietwaar. Zonde is Wetteloosheid.
Wetteloosheid = het zich verlustigen in Gods wet?
De Statenvertaling geeft bij de kanttekeningen bij het woordje 'ongerechtigheid' in 1 Joh. 3:4 het volgende:
Grieks anomia; waardoor beduid wordt al wat met de wet niet overeenkomt, tegen de wet strijdt of de wet verbreekt.
Kortom, ik snap niet waarom jij zegt dat ik niet gelijk heb wanneer ik zeg dat zondigen = de wet overtreden
Beste Lebaoth,
Ik kan best meegaan met het door jou geschrevene.
In je laatste posting schrijf je echter het volgende:
Je zondigt nog steeds, maar jouw zondenatuur is weggenomen en daarvoor in de plaats is bij de wedergeboorte de gerechtigheidnatuur gekomen (zie 2 Kor 5:17,21 en Joh 3). Omdat je natuur anders is, wil je niet meer zondigen.
Dat rechtvaardigen geen zondaar meer zijn staat letterlijk in Rom 5:8-9.
Dat je zondaar blijft, roept Paulus uit in 1 Tim. 1. Zondaar en tegelijkertijd rechtvaardig, simul justus et peccator, volgens Luther.
Als je van jezelf zegt dat je geen zondaar bent, dan zeg je in feite dat je geen enkele zonde meer begaat, dus dat je zondeloos en smetteloos door het leven gaan, 1 Joh. 1:8 vertelt het ons anders. Hoe hebben wij dan Romeinen 5 te verstaan? In die zin, dat de zonde, vanwege de door God in ons gewerkte wedergeboorte, geen heerschappij meer over ons heeft. Zo wordt dat gebruikt.
Dan over de zondenatuur en de geestelijke (nieuwe) natuur van de wedergeboorte. Het is niet zo dat de nieuwe mens volmaakt is en dat de oude natuur er niet meer is. Daar ben je het wel mee eens, hoop ik. Echter, je schrijft dat bij de wedergeboorte je zondenatuur wordt weggenomen. De oude mens wordt weggenomen? Nee, de NIEUWE mens wordt ingeplant, de oude mens is niet weg, maar daaraan moeten we sterven (ander woord voor bekering; zie zondag 33).
Daarom is er ook die strijd tussen vlees en geest. En dat winnen we niet altijd, soms liggen we met David en Petrus en anderen ten onder, dat lezen we zo treffend in o.a. Psalm 51. Maar we mogen weten, het laatste woord is aan ons, omdat Christus overwonnen heeft, wat dat betreft mogen we zeker zijn van de overwinning, in Hem alleen!
-
roseline
In de NBG staat:
Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid. 1 Joh. 3:4
458 ano’mia, zn vr
1) de toestand van zonder wet te zijn
1a) vanwege onbekendheid ermee
1b) vanwege schending ervan
2) minachting of schending van de wet, wetteloosheid, onwettige daad
Het gaat m.n. om de wet niet (willen) kennen, leven als zonder wet, als of de wet voor jou niet bestaat, en in die zin de wet minachten of schenden. Dát doe je op het moment dat je zondigt.
'Wetteloosheid' is een betere vertaling van 'anomia' dan 'ongerechtigheid'
Paulus verlustigde zich naar zijn inwendige mens in Gods wet.
Deed hij daarmee de wetteloosheid?
Andere teksten over wetteloosheid (= zonde):
Mattheus 7:23 En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.
Werkers der wetteloosheid komen de hemel niet binnen.
Romeinen 6:19 Ik zeg dit van menselijk standpunt om de zwakheid van uw vlees. Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging.
Wetteloosheid staat lijnrecht tegenover gerechtigheid en heiliging.
2 Corinthe 6:14 Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis ?
gelovigen - ongelovigen
gerechtigheid - wetteloosheid
licht - duisternis
2 Thessalonica 2:3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs,
Mens der wetteloosheid - de zoon des verderfs.
De antichrist.
2 Thessalonica 2:7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij , die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is.
Is reeds in werking omdat de geest van de mens der wetteloosheid reeds in de wereld is.
1 Johannes 3:4 Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.
Dát is zondigen, en dát is de wetteloosheid doen.
Vandaar dat struikelen over de geboden, of krijgsgevangen genomen worden door de wet der zonde, niet gelijk staat aan 'wetteloosheid' (en daarmee dus niet gelijk staat aan 'zondigen') wanneer je inwendige mens zich verlustigt in Gods wet. Paulus noemt het dan ook niet zondigen, maar datgene doen, waar ik een afkeer van heb, het kwade.
Er zijn vele wegen naar Rome overigens
:
Wat gaat er aan zonde vooraf?
Groeten, Rose.
[Veranderd op 10/2/03 door roseline]
Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid. 1 Joh. 3:4
458 ano’mia, zn vr
1) de toestand van zonder wet te zijn
1a) vanwege onbekendheid ermee
1b) vanwege schending ervan
2) minachting of schending van de wet, wetteloosheid, onwettige daad
Het gaat m.n. om de wet niet (willen) kennen, leven als zonder wet, als of de wet voor jou niet bestaat, en in die zin de wet minachten of schenden. Dát doe je op het moment dat je zondigt.
'Wetteloosheid' is een betere vertaling van 'anomia' dan 'ongerechtigheid'
Paulus verlustigde zich naar zijn inwendige mens in Gods wet.
Deed hij daarmee de wetteloosheid?
Andere teksten over wetteloosheid (= zonde):
Mattheus 7:23 En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.
Werkers der wetteloosheid komen de hemel niet binnen.
Romeinen 6:19 Ik zeg dit van menselijk standpunt om de zwakheid van uw vlees. Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging.
Wetteloosheid staat lijnrecht tegenover gerechtigheid en heiliging.
2 Corinthe 6:14 Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis ?
gelovigen - ongelovigen
gerechtigheid - wetteloosheid
licht - duisternis
2 Thessalonica 2:3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs,
Mens der wetteloosheid - de zoon des verderfs.
De antichrist.
2 Thessalonica 2:7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij , die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is.
Is reeds in werking omdat de geest van de mens der wetteloosheid reeds in de wereld is.
1 Johannes 3:4 Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.
Dát is zondigen, en dát is de wetteloosheid doen.
Vandaar dat struikelen over de geboden, of krijgsgevangen genomen worden door de wet der zonde, niet gelijk staat aan 'wetteloosheid' (en daarmee dus niet gelijk staat aan 'zondigen') wanneer je inwendige mens zich verlustigt in Gods wet. Paulus noemt het dan ook niet zondigen, maar datgene doen, waar ik een afkeer van heb, het kwade.
Er zijn vele wegen naar Rome overigens
:Wat gaat er aan zonde vooraf?
Groeten, Rose.
[Veranderd op 10/2/03 door roseline]
-
roseline
Pied,
Als gedeeltelijk antwoord op je verhaal (het andere gedeelte is verplaatst naar een nieuw topic):
Denk je dat koning David, toen hij de man van Batseba, Uria, het slagveld opstuurde, en hem moedwillig liet sterven, omdat hij zijn vrouw begeerde, en deze tot vrouw nam en een kind bij haar kreeg, denk je dat David op dat moment kon zeggen:
Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dat doe ik. Indien ik nu datgene doe wat ik niet wens, dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont.? Rom. 7:19-20. Zo had hij het niet, hij had geen afkeer van hetgeen hij op dat moment deed.
Nee, want hij wÃlde het, was verblind van begeerte, moest zelfs door een profeet van God tot bekering worden gebracht, hij overtrad moedwillig de wet, hij deed de wetteloosheid, hield geen rekening met God noch gebod. Zijn inwendige mens verlustigde zich helemáál niet in Gods wet op het moment dat hij zondigde (iets wat ook onmogelijk is als je zondigt, want zonde doen is de wetteloosheid doen en niet 'je verlustigen in Gods wet'). Na het doen van deze zonde schreef hij psalm 51. Terecht zegt hij dat hij heeft gezondigd. Waarom hebt gij het woord des Heren veracht, en gedaan wat kwaad is in zijn ogen? 2 Sam. 12:9-10. Nu dan het zwaard zal van uw huis nimmer wijken, omdat gij Mij hebt veracht. Dit is niets anders dan wetteloosheid.
God strafte hem daar ook naar: de eerste zoon van Batseba en hem stierf.
Pas een poos na de zonde kwam het berouw. Gelukkig was er vergeving mogelijk! Al bleef de straf overigens!
Maar uit God geboren?
Een ieder die uit God geboren is, doet geen zonde, want het zaad Gods blijft in hem, en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. 1 Joh. 3:9.
Later zondigde hij weer: 2 Sam. 24:10.
Hij telde het volk terwijl God hem dat had verboden. Wéér volgde er straf, de pest kwam over het land, ook al was er ook nu vergeving mogelijk.
Groeten, Rose.
[Veranderd op 10/2/03 door roseline]
Als gedeeltelijk antwoord op je verhaal (het andere gedeelte is verplaatst naar een nieuw topic):
Nee, hij spreekt precies hetzelfde. Zonde doen is namelijk de wetteloosheid doen. Niet: Je naar je inwendige mens verlustigen in Gods wet.Zondigen in het Oude Testament is niet anders dan zondigen in het Nieuwe Testament. Als David (door de Heilige Geest geïnspireerd) Psalm 51 dicht, dan spreekt hij daar op een andere manier over de zonde dan jij doet.
Denk je dat koning David, toen hij de man van Batseba, Uria, het slagveld opstuurde, en hem moedwillig liet sterven, omdat hij zijn vrouw begeerde, en deze tot vrouw nam en een kind bij haar kreeg, denk je dat David op dat moment kon zeggen:
Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dat doe ik. Indien ik nu datgene doe wat ik niet wens, dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont.? Rom. 7:19-20. Zo had hij het niet, hij had geen afkeer van hetgeen hij op dat moment deed.
Nee, want hij wÃlde het, was verblind van begeerte, moest zelfs door een profeet van God tot bekering worden gebracht, hij overtrad moedwillig de wet, hij deed de wetteloosheid, hield geen rekening met God noch gebod. Zijn inwendige mens verlustigde zich helemáál niet in Gods wet op het moment dat hij zondigde (iets wat ook onmogelijk is als je zondigt, want zonde doen is de wetteloosheid doen en niet 'je verlustigen in Gods wet'). Na het doen van deze zonde schreef hij psalm 51. Terecht zegt hij dat hij heeft gezondigd. Waarom hebt gij het woord des Heren veracht, en gedaan wat kwaad is in zijn ogen? 2 Sam. 12:9-10. Nu dan het zwaard zal van uw huis nimmer wijken, omdat gij Mij hebt veracht. Dit is niets anders dan wetteloosheid.
God strafte hem daar ook naar: de eerste zoon van Batseba en hem stierf.
Pas een poos na de zonde kwam het berouw. Gelukkig was er vergeving mogelijk! Al bleef de straf overigens!
Maar uit God geboren?
Een ieder die uit God geboren is, doet geen zonde, want het zaad Gods blijft in hem, en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. 1 Joh. 3:9.
Later zondigde hij weer: 2 Sam. 24:10.
Hij telde het volk terwijl God hem dat had verboden. Wéér volgde er straf, de pest kwam over het land, ook al was er ook nu vergeving mogelijk.
Groeten, Rose.
[Veranderd op 10/2/03 door roseline]
-
Refojongere
Beste Roseline,
Maar als wij in zonden vallen, dan zijn wij toch blijkbaar niet volmaakt. Paulus roept het dan ook uit: Wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods?
Hij belijdt zelfs dat hij het KWADE (zonde, wetteloosheid) doet, terwijl hij het ten diepste niet wil.
Als wij in zonden vallen, dan moeten WIJ schuld belijden, hebben WIJ gezondigd. Want wij hebben ook deel aan het vlees, zie mijn bewijsteksten voor praktijkvoorbeelden uit de Schriften.
Daar heb je gelijk in. Als je zondigt, of in zonde valt, dan voldoe je niet aan de wet, want die eist volmaaktheid. Zonde = ongerechtigheid = wetteloosheid.2) minachting of schending van de wet, wetteloosheid, onwettige daad
Het gaat m.n. om de wet niet (willen) kennen, leven als zonder wet, als of de wet voor jou niet bestaat, en in die zin de wet minachten of schenden. Dát doe je op het moment dat je zondigt.
Ik zie je redenering niet hoor. Je laat allemaal teksten zien waaruit blijkt dat wetteloosheid (ongerechtigheid in de SV) gesteld wordt tegenover de gerechtigheid die de wet Gods van ons eist. Dat klopt allemaal.Vandaar dat struikelen over de geboden, of krijgsgevangen genomen worden door de wet der zonde, niet gelijk staat aan 'wetteloosheid' (en daarmee dus niet gelijk staat aan 'zondigen') wanneer je inwendige mens zich verlustigt in Gods wet. Paulus noemt het dan ook niet zondigen, maar datgene doen, waar ik een afkeer van heb, het kwade.
Maar als wij in zonden vallen, dan zijn wij toch blijkbaar niet volmaakt. Paulus roept het dan ook uit: Wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods?
Hij belijdt zelfs dat hij het KWADE (zonde, wetteloosheid) doet, terwijl hij het ten diepste niet wil.
Als wij in zonden vallen, dan moeten WIJ schuld belijden, hebben WIJ gezondigd. Want wij hebben ook deel aan het vlees, zie mijn bewijsteksten voor praktijkvoorbeelden uit de Schriften.
-
roseline
Paulus deed het kwade terwijl hij zich verlustigde in Gods wet. Rom. 7. Hij deed niet de wetteloosheid terwijl hij zich verlustigde in Gods wet. Dat kan immers niet.
Zijn leven stond in het teken van Gods wet - zijn verstand/gemoed was dienstbaar aan de wet Gods. Zijn gezindheid was volmaakt, al was hij naar het vlees nÃet volmaakt. Fil. 3:12-15. Paulus zegt nergens wanneer ik nu zondig... Nee, hij zegt: wanneer ik nu datgene doe wat ik niet wens, het kwade.
De wetteloosheid doen echter gaat om het minachten van Gods wet. Leven als zonder wet. Alsof de wet voor jou niet bestaat. Je wilt het kwade doen. Je bent een werker der wetteloosheid. Je bent in de geest van de antichrist.
Daarom staat wetteloosheid tegenover gerechtigheid en heiliging. En de wetteloosheid doen is zonde doen.
-- Dit is dus iets wat een uit God geborene niet kan. Degenen die geheiligd worden, willen het goede doen, al struikelen ze daarin nog.
Want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. Rom. 7:22-23.
Wie de zonde doet, is uit de duivel, want de duivel zondigt vanaf de beginne. 1 Joh. 3:8.
Je zal wel denken, waar zeurt ze nu over, over zo'n nuance. Maar het verschil tussen het kwade doen, terwijl je het goede wilt en zondigen is m.i. even groot als:
Krijgsgevangen genomen worden door de vijand terwijl je strijd voor de goede zaak en je aansluiten bij de vijand.
Het verschil ligt in je gezindheid.
Iets waar Paulus dan ook uitgebreid op in gaat in Romeinen 8.
Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees...
Wat uit het vlees geboren is, is vlees...
en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest
Wat uit Geest geboren is, is geest...
Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap tegen God is - je wÃlt immers aan zijn begeren voldoen (Gal. 5:16)
Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest...
De geest is leven vanwege de gerechtigheid...
Die Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn...
In onze geest, ons verstand, ons gemoed - hebben wij een gezindheid om het goede te doen, al is het kwade bij ons aanwezig.
Rom. 8:1-17.
Zondigen gebeurt in ons bewustzijn (inwendige mens/verstand/gemoed/geest) - is onze gezindheid die van het vlees, dan kunnen we zondigen. Maar stemt onze geest in met die van Gods Geest, zijn we met ons verstand dienstbaar aan Gods wet en verlustigt onze inwendige mens zich daarin, dan kunnen we onmogelijk werkers der wetteloosheid zijn.
Al hèbben we gezondigd, en al wóónt de zonde in ons vlees (het hebben van zonde).
Daarom is het ook belangrijk te weten waar zonde uit voortvloeit. Wat gaat eraan vooraf.
Jac. 1:13-15.
Groeten, Rose.
[Veranderd op 10/2/03 door roseline]
Zijn leven stond in het teken van Gods wet - zijn verstand/gemoed was dienstbaar aan de wet Gods. Zijn gezindheid was volmaakt, al was hij naar het vlees nÃet volmaakt. Fil. 3:12-15. Paulus zegt nergens wanneer ik nu zondig... Nee, hij zegt: wanneer ik nu datgene doe wat ik niet wens, het kwade.
De wetteloosheid doen echter gaat om het minachten van Gods wet. Leven als zonder wet. Alsof de wet voor jou niet bestaat. Je wilt het kwade doen. Je bent een werker der wetteloosheid. Je bent in de geest van de antichrist.
Daarom staat wetteloosheid tegenover gerechtigheid en heiliging. En de wetteloosheid doen is zonde doen.
-- Dit is dus iets wat een uit God geborene niet kan. Degenen die geheiligd worden, willen het goede doen, al struikelen ze daarin nog.
Want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. Rom. 7:22-23.
Wie de zonde doet, is uit de duivel, want de duivel zondigt vanaf de beginne. 1 Joh. 3:8.
Je zal wel denken, waar zeurt ze nu over, over zo'n nuance. Maar het verschil tussen het kwade doen, terwijl je het goede wilt en zondigen is m.i. even groot als:
Krijgsgevangen genomen worden door de vijand terwijl je strijd voor de goede zaak en je aansluiten bij de vijand.
Het verschil ligt in je gezindheid.
Iets waar Paulus dan ook uitgebreid op in gaat in Romeinen 8.
Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees...
Wat uit het vlees geboren is, is vlees...
en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest
Wat uit Geest geboren is, is geest...
Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap tegen God is - je wÃlt immers aan zijn begeren voldoen (Gal. 5:16)
Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest...
De geest is leven vanwege de gerechtigheid...
Die Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn...
In onze geest, ons verstand, ons gemoed - hebben wij een gezindheid om het goede te doen, al is het kwade bij ons aanwezig.
Rom. 8:1-17.
Zondigen gebeurt in ons bewustzijn (inwendige mens/verstand/gemoed/geest) - is onze gezindheid die van het vlees, dan kunnen we zondigen. Maar stemt onze geest in met die van Gods Geest, zijn we met ons verstand dienstbaar aan Gods wet en verlustigt onze inwendige mens zich daarin, dan kunnen we onmogelijk werkers der wetteloosheid zijn.
Al hèbben we gezondigd, en al wóónt de zonde in ons vlees (het hebben van zonde).
Daarom is het ook belangrijk te weten waar zonde uit voortvloeit. Wat gaat eraan vooraf.
Jac. 1:13-15.
Groeten, Rose.
[Veranderd op 10/2/03 door roseline]
Hoi Refojongere,
Lebaoth
Fijn.Ik kan best meegaan met het door jou geschrevene.
Ik heb hier geen Bijbel bij de hand, sorry. Dus 1 Tim 1 zal ik straks even kijken. Volgens mij zondig je omdat je zondaar bent, dat zegt Rom 5 toch? Het is dus niet zo dat je een zondaar bent omdat je zondigt, maar precies andersom.In je laatste posting schrijf je echter het volgende:
Je zondigt nog steeds, maar jouw zondenatuur is weggenomen en daarvoor in de plaats is bij de wedergeboorte de gerechtigheidnatuur gekomen (zie 2 Kor 5:17,21 en Joh 3). Omdat je natuur anders is, wil je niet meer zondigen.
Dat rechtvaardigen geen zondaar meer zijn staat letterlijk in Rom 5:8-9.
Dat je zondaar blijft, roept Paulus uit in 1 Tim. 1. Zondaar en tegelijkertijd rechtvaardig, simul justus et peccator, volgens Luther.
Als je van jezelf zegt dat je geen zondaar bent, dan zeg je in feite dat je geen enkele zonde meer begaat, dus dat je zondeloos en smetteloos door het leven gaan, 1 Joh. 1:8 vertelt het ons anders. Hoe hebben wij dan Romeinen 5 te verstaan?
Zie 2 Kor 5:17 'het oude is voorbijgegaan, ziet het is ALLES nieuw geworden'. Of Kol 2 (weet niet uit m'n hoofd welk vers) 'watn gij zijt in Hem volmaakt!'. Je nieuwe mens is er al helemaal. Je moet alleen steeds meer leren leven als die nieuwe mens. Ik heb het idee dat we hetzelfde bedoelen maar het anders verwoorden..Dan over de zondenatuur en de geestelijke (nieuwe) natuur van de wedergeboorte. Het is niet zo dat de nieuwe mens volmaakt is en dat de oude natuur er niet meer is. Daar ben je het wel mee eens, hoop ik. Echter, je schrijft dat bij de wedergeboorte je zondenatuur wordt weggenomen. De oude mens wordt weggenomen? Nee, de NIEUWE mens wordt ingeplant, de oude mens is niet weg, maar daaraan moeten we sterven (ander woord voor bekering; zie zondag 33).
Wij hoeven niet meer te overwinnen, dat heeft de Heere Jezus al gedaan. We moeten alleen leren leven als die overwinnaar. Volgens Rom 8 bén je immers al overwinnaar.Daarom is er ook die strijd tussen vlees en geest. En dat winnen we niet altijd, soms liggen we met David en Petrus en anderen ten onder, dat lezen we zo treffend in o.a. Psalm 51. Maar we mogen weten, het laatste woord is aan ons, omdat Christus overwonnen heeft, wat dat betreft mogen we zeker zijn van de overwinning, in Hem alleen!
Lebaoth
'Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.'
-
Refojongere
Rose,
Wetteloosheid heeft dus niet zozeer met iemands wil te maken, maar objectief gezien, volgens de bijbel, dingen doen die tegen de bijbel ingaan, zondigen.
Maar ga jij nu eens even in op de teksten in mijn postings!
En toch staat het er, dat hij het kwade doet. Nee, zijn nieuwe natuur wil dat niet en doet dat niet, maar zijn oude natuur, die eveneens een deel is van hemzelf, en strijdt tegen de nieuwe, doet hem zondigen.Paulus deed het kwade terwijl hij zich verlustigde in Gods wet. Rom. 7. Hij deed niet de wetteloosheid terwijl hij zich verlustigde in Gods wet. Dat kan immers niet.
Dat staat vaak geschreven over 'zonde', 'zondaren' en 'wetteloosheid' en 'ongerechtigheid'. Terwijl deze woorden betekenen dat je, hoe dan ook, niet volmaakt de wet houdt. Dat komt omdat je zondaar blijft, en in vele zaken struikelt.De wetteloosheid doen echter gaat om het minachten van Gods wet. Leven als zonder wet. Alsof de wet voor jou niet bestaat. Je wilt het kwade doen. Je bent een werker der wetteloosheid. Je bent in de geest van de antichrist.
Wetteloosheid heeft dus niet zozeer met iemands wil te maken, maar objectief gezien, volgens de bijbel, dingen doen die tegen de bijbel ingaan, zondigen.
Maar ga jij nu eens even in op de teksten in mijn postings!
Hoi Refojongere,
in 1 Tim 1:9 staat 'En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers..'
Zondaren, onheiligen, goddelozen staan tegenover rechtvaardigen in dit vers. Rechtvaardigen zijn vrij van de wet, zondaren niet.
Maar ik neem aan dat je vers 14-16 bedoelt. Ik weet het niet precies, maar ik denk wel dat dit in de verleden tijd bedoeld is. Ik denk het, weet het dus niet zeker, omdat vers 13 ook duidelijk in de verleden tijd staat. Maar nogmaals ik weet het niet. Dit lijkt mij het meest logisch, vooral omdat de zondaar in al Paulus' brieven altijd tegenover de rechtvaardige gesteld wordt.
Lebaoth
in 1 Tim 1:9 staat 'En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers..'
Zondaren, onheiligen, goddelozen staan tegenover rechtvaardigen in dit vers. Rechtvaardigen zijn vrij van de wet, zondaren niet.
Maar ik neem aan dat je vers 14-16 bedoelt. Ik weet het niet precies, maar ik denk wel dat dit in de verleden tijd bedoeld is. Ik denk het, weet het dus niet zeker, omdat vers 13 ook duidelijk in de verleden tijd staat. Maar nogmaals ik weet het niet. Dit lijkt mij het meest logisch, vooral omdat de zondaar in al Paulus' brieven altijd tegenover de rechtvaardige gesteld wordt.
Lebaoth
'Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.'