eilander schreef:Er wordt teveel 'of-of' gedacht in plaats van 'en-en'. In de OT-tijd is duidelijk dat het heil alleen voor Israël is, op een paar uitzonderingen na. Echter ook in het OT wordt op vele plaatsen ook over heil voor de heidenen al gesproken, als profetie.
In de NT-tijd is het heil ook voor de heidenen. Maar dat betekent toch niet dat het voor de Joden afgedaan is? Dat is ook een belangrijke boodschap van Rom. 9-11.
Ik weet niet of dat laatste de belangrijkste vraag is. Ik ken niet veel mensen die beweren dat het voor de Joden is afgedaan.
Maar ik denk dat de vraag wel terecht is om te stellen: is de aard van het heil voor de Joden niet wezenlijk veranderd met de komst van Christus? Of misschien is het beter om te vragen: de
openbaringsvorm van hun heil.
Het heil van de Joden werd altijd gekenmerkt in hun heiligheid: hun apart gezet zijn van de volken. Daartoe diende de besnijdenis, de reinigingswetten, de spijswetten, en ook de grenzen van het land (met zelfs het uitroeiingsbevel).
Ik geloof absoluut dat het Joodse volk nu nog altijd een bijzondere plaats heeft. Die verkiezing van God is eeuwig. Maar ik vind de vraag legitiem of na Christus die verkiezing niet ten diepste een andere openbaringsvorm heeft gekregen. De middelmuur van al die scheiding makende wetten is afgebroken. Moeten de Joden niet leren dat hun nieuwe vaderland met Christus in de hemel verborgen is bij God? Prof. van de Beek stelt ergens: Israël moet leren (zoals de Levieten die geen eigen plek in het land aangewezen kregen) dat de
Heere hun erfdeel is (Deut. 10:9). De diepste vervulling van Israël ligt niet meer in hun apart gezet zijn, maar hierin dat zij een
licht voor de heidenen zullen zijn (Jes. 49). En hoe zullen zij volledig tot licht voor de heidenen worden? Door de aanvaarding van Christus:
"En indien hun val de rijkdom is der wereld, en hun vermindering de rijkdom der heidenen, hoeveel te meer hun volheid!" (Rom. 11:12).
Dat is geen vervangingstheologie, maar vervullingsdenken. Dat is een wezenlijk verschil, denk ik. Vervanging zegt dat
de kerk is plaats van Israël is gekomen. Maar de kerk moet leren dat Israël de 'eerste rechten' heeft ("eerst de Jood..."). Niet de kerk, maar
Christus is de vervulling van Israël.
Maar dat laatste moet dan ook wel het uitgangspunt zijn. Met Christus' komst is iets totaal nieuws gekomen. In Hem is niet een beetje van de Schrift vervuld (zoals alleen Jesaja 53 maar Jesaja 1-39 niet), maar is héél de Schrift vervuld. Inclusief de wetten, offers, en ook de landsbelofte.
Ik zeg daarmee niet dat de landsbelofte heeft afgedaan, ik weet dat niet. Ik denk alleen hardop erover na wat het betekent dat Christus de vervulling is van alle dingen. Die overtuiging kleurt namelijk zó sterk het hele Nieuwe Testament, dat de schrijvers daarvan niet bang zijn om op een heel bijzondere manier exegese te bedrijven. Als het niet in de Bijbel stond, zouden wij het nooit durven om zo het OT terug te lezen. En veel van de kerkvaders hebben ook zo exegese bedreven, door overal in het OT Christus te zien. Het is niet verwonderlijk dat veel moderne lezers heel weinig meer met die exegeses kunnen. Dan wordt 'vervangingstheologie' een makkelijk begrip om over eeuwen christendom heen te leggen.
En ik geloof inderdaad dat er heel veel mis is gegaan in het verleden ten opzichte van Israël. De kerk heeft zich herhaaldelijk op een verschrikkelijke manier verbonden aan anti-Judaïsme en soms zelfs antisemitisme. Maar ik ben ook wel bezorgd over de moderne omslag om overal vervangingstheologie in te lezen. In die zin moet ik de eerder geciteerde briefschrijver gelijk geven: we beseffen niet wat er allemaal op het spel staat als we even eenvoudig willen zeggen dat we die 'afschaffen'. Je ziet dat in veel discussies al terugkomen, waaronder de (kinder)doop discussie in Nederland. Het is bijv. vanuit de beschuldiging van 'vervangingstheologie' dat ds. van Campen in zijn boekje tot op zekere hoogte afstand neemt van het doopformulier. Ik deel de mening van ZWP dat deze discussie heel veel impact kan gaan hebben en al heeft in de kerk.