Zonderling schreef:
Weet je, wanneer we theologie bedrijven zonder de teksten goed te lezen in het verband waarin ze staan, dan hoeven we ons niet te verbazen dat allemaal dwalingen - ook hier op refoforum - de kop opsteken.
Wat betreft deze passage in Galaten 3 mis ik in de postings van Marnix en Hansie bijvoorbeeld:
- de notie dat deze tekst niet alleen over de wet der tien geboden handelt, maar ook over de ceremoniële wetten, de inzettingen van Mozes; de Galaten werden door dwaalleraars weer teruggevoerd naar sommige ceremoniën en Paulus leert hen dat deze voor hen niet gelden;
- idem dat de uitdrukking 'eer het geloof kwam' niet primair ziet op de individuele gelovige, maar op de komst van Christus en het intreden van de bedeling van het nieuwe verbond.
Dit betekent dat deze tekst veel zorgvuldiger gelezen en geëxegetiseerd moet worden dan hier gebeurt door een aantal personen. Maar zelfs wanneer we deze tekst over het "niet meer zijn" onder tuchtmeester opvatten als het "niet meer zijn" onder de wet der tien geboden, dan betekent dit nog steeds niets anders dan dat deze wet ons NIETS kan toebrengen tot de zaligheid en dat alleen het GELOOF in Christus zalig maakt. Daarmee is niets gezegd over de blijvende betekenis van de wet in een ander opzicht (maar NIET om iets toe te brengen tot de zaligheid). De gereformeerde opvatting die hier zo schandelijk bestreden wordt, is NIET dat de gelovigen "hoppen" tussen de genade en de wet (zoals hier in dit topic beweerd is). De gereformeerde opvatting is dat een mens NIET (& in geen enkel opzicht) zalig wordt door de wet, maar wel de wet (der 10 geboden) erkent als de blijvende uitdrukking van alle zedelijk goed en daarmee als een regel des levens ZONDER enige verdienste zijnerzijds.
Ik ben het hier mee eens behalve de opmerking dat de (eisende) wet 'der 10 geboden', ofwel de mozaische wet moet worden gehandhaafd als dankbaarheid voor de gelovigen. Het kan niet anders dan dit een wettische heiligmaking, ofwel een wettische dankbaarheid geeft. In gebruikelijke taal krijgen we dan termen als 'een nauw geweten' of 'Gods kinderen zondigen niet goedkoop'. Dat principe is puur oud-testamentisch en staat geestelijke groei in de weg. Men valt immers altijd zichzelf weer tegen omdat ze de wet vleselijk benaderen, en dus altijd weer falen. Daarom strijden mensen soms hun leven lang met zonden, de zogenaamde boezemzonden, zonder ooit verder te komen. Het vlees laat zich namelijk niet bekeren. Dat blijft door en door slecht, en daarom heb ik bezwaar tegen een geleidelijke verbetering van het vlees.
Wij leven niet meer onder de eis van de wet, maar laten ons leiden door de Geest waardoor de wet vervuld wordt in ons leven. Zonder kramp, zonder eis maar door een leven in geloof. Dat is een duidelijk bijbels onderscheid (Gal 5). Ik begrijp niet waarom velen dit onderscheid niet zien.
Ik ben het er ook over eens dat we Gods wil (wet) in de Bijbel hebben waaronder het bekende gebod wat in Ef. 6 staat over het eren van de ouders. Dat zegt niets over de wetsvorm. Het is Gods norm, ongeacht in welke wet deze voorkomt. Net als dat het Gods norm is om niet de stelen en te moorden wat we ook uit de 10 geboden kunnen leren. Wij kennen Gods wil door de 10 geboden te lezen, alleen er is nu eenmaal een onderscheid tussen het 'gij zult' en de geboden uit Efeze. Daar lezen we niet van een 'gij zult' omdat dit de geboden voor gelovigen zijn.
Het onderscheid wat ik maak is het onderscheid tussen de wet van het oude verbond en de wet van het nieuwe verbond Gal. 4vs21-31 spreekt nl duidelijk over twee verbonden nl het verbond van de Sinai, en het nieuwe verbond. Binnen allebei de verbondsbedieningen openbaart God zijn wil. Bij het oude verbond hoort de eisende wet nl het 'Gij zult'. Bij het nieuwe verbond hoort de geestelijke wet. Vanuit het nieuwe leven vervullen we Gods wil door de liefde. Dat is niet een 'Gij zult' voor het oude leven maar een 'ik wil' vanuit het nieuwe leven. Hoe kan je dan de mozaische wet in het nieuwe verbond plaatsen? Juist in het nieuwe verbond zijn we verlost van de eis en de vloek!
Inhoudelijk is Gods wil binnen deze wetsbedieningen hetzelfde met het verschil dat de sabbat er voor de Joden was. Die nuance hoeft voor mijn nu niet ter sprake te komen omdat die er niet toe doet in deze discussie. Daaraan toegevoegd dat Gods wil voor de gelovigen juist verder gaat omdat het houden van de wet geen zaak van vleselijke onderwerping is, maar een zaak van motivatie en intentie (wang toekeren ipv oog om oog, begeren wat overspel wordt). Ons vlees moet onderworpen zijn aan de Geest. Niet aan de wet, en voorzover we toch in het vlees leven doet de mozaische wet zijn werk. Velen denken dat ik die wet af wil schaffen, integendeel! Dus nogmaals, doodslaan blijft doodslaan, zonde en een overtreding, stelen blijft stelen,zonde en een overtreding, onafhankelijk welke wet wij handhaven.
Het gaat me er vooral om dat we leren vanuit onze nieuwe mens te leven. Dat is het leven wat geen 'gij zult' nodig heeft omdat het de kracht van God zelf is. Die kan het verkeerde niet doen, dus heeft het geen 'gij zult' nodig. En daarom kunnen we zeggen dat we voor God volmaakt zijn, en dat God ons zo ook ziet. God ziet ons nl alleen door Christus.
Je zou nog kunnen zeggen dat we de wet van Mozes nodig hebben omdat we nog in het vlees zijn. Oke, alleen als de bijbel oproept om naar de Geest te wandelen, dan zou het een contradictio in terminis zijn als de bijbel ook zou leren dat we naar het vlees de wet van Mozes moeten volgen. We moeten immers niet naar het vlees leven, en zodra we dat toch doen, dienen we weer de wet van het vlees, nl het eisende gebod.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.