Als je je verdiept in de geschiedenis van de passiemuziek, is het niet vreemd of ongepast. Immers, de oorsprong van de passiemuziek ligt in het gegeven dat men al in de middeleeuwen het lijdensverhaal zingend voordroeg. In de week vóór Pasen werd in de 12e eeuw al het lijdensverhaal gezongen, uiteraard nog in het Latijn. Om het voor de kerkgangers allemaal nog wat aanschouwelijker te maken, verdeelde men de tekst over drie personen. De woorden van Christus werden gedeclameerd door een priester met een lage stem. De verbindende evangeliewoorden door een diaken met een hoge stem, een tenor. De woorden van de andere personen die in het evangelie sprekend worden ingevoerd (Petrus, Pilatus, het volk, enzovoort) werden gedeclameerd door een sub-diaken.jvdg schreef:Toch blijf ik moeite hebben met de "Christus-partij" in dit soort passionen.
Later in de middeleeuwen werden de reacties van het volk en van de discipelen (dus de reacties van een groep mensen) door het koor gezongen. Nou, daar ligt dus de basis voor de passiemuziek zoals wij die kennen: in het liturgisch voorlezen van de evangelietekst, waarbij de woorden van verschillende personages over meerdere voorlezers / voorzangers werden verdeeld.
Maar ik kan me je bezwaar wel indenken. Zeker als je wel eens een kijkje achter de schermen kunt nemen en hoort hoe absoluut ongelovige solisten over hun rol spreken... Met als dieptepunt de bassolist die de Christuspartij zong en direct na de uitvoering zegt "Zo, die hangt weer".
Eigenlijk moet je dat maar niet eens willen weten.
Zoals je ook niet teveel een kijkje achter de schermen van het kerkelijk leven moet nemen. Want ook dáár gebeurt veel dat niet sticht.