Ditbenik schreef:Waar haal je wanneer je zelf strikt bent in de leer dan dat door jouw genoemde recht vandaag om negatief te mogen oordelen over ruimhartige geloofsgenoten? En wanneer ben je dan strikt genoeg om die veroordeling uit te mogen spreken. Ik ben vast niet strikt genoeg, dus ik mag niet negatief oordelen over anderen. Jij bent duidelijk veel strikter, dan mag jij het wel?
Dat recht ligt verankert (als het om prediking en pastoraat gaat) in de roeping van de predikant. Daarnaast heeft hij dat recht op grond van de bijbelse voorbeelden van de profetie en het gezaghebbende optreden van de Heere Jezus zelf, die ook de schijn van de Farizeeën ontmaskerde. Aan de andere kant wordt dit optreden beperkt door voorzichtigheid in je optreden én door toegevend te zijn in middelmatige zaken.
De toegang tot het Avondmaal valt niet onder de middelmatige zaken, omdat Paulus duidelijk laat merken dat je daar geen potje van mag maken, anders haal je het oordeel over je. Dus tegen de achtergrond van de bijbelse waarschuwing, heeft een ieder het recht dat oordeel weer tot klinken te brengen.
Op de laatste retorische zinnen ga ik niet in, omdat daarin mijn opmerkingen tot een abstractie worden terug worden gebracht, die ik niet beoog.