Jantje schreef:En @Luther, probeer dan in eenvoudig Nederlands toch nog eens een poging te doen (als je wilt) en neem daarbij ook de vraag mee hoe het komt dat er aan de andere (lees: rechter) kant (lees DIA's reacties er maar op na!) ook mensen zijn die zich zorgen maken over de prediking. Daar heb ik nog helemaal niemand over gehoord.
Typ ik moeilijk Nederlands? Waar moet ik eenvoudig nog een reactie op geven?
Ja, ik begrijp wel hoe die zorgen ter rechterzijde ontstaan. Er is een deel van de gereformeerde gezindte dat graag preken hoort, zoals ze altijd waren, met de bekende termen en uitdrukkingen. Ik waardeer in die diensten altijd de grote mate van eerbied en het besef van heiligheid van een eredienst. Dat mis ik elders in den brede nogal eens. Maar we moeten ook eerlijk zijn, dat sommige mensen alleen afgaan op woorden en bekende uitdrukkingen, en het maken van studie van een preek d.m.v. grondige en eerlijke exegese afdoen als verstandswerk. En dat terwijl onze geachte Reformatoren, Nadere Reformatoren en Puriteinen alleemaal wetenschappelijk geschoold waren en in hun kennis van de grondtekst vaak nog meer wisten dan de theologen van nu. Maar het onbekende wordt vaak verdacht gehouden.
Als iemand in gewoon Nederlands precies dezelfde bevindelijke elementen bespreekt, wordt gezegd: Oh, dat is veel oppervlakkiger.
het is lastig om daar tegenop te redeneren, want het heeft meer met cultuur en gevoelens te maken, dan met theologie.
Voor een deel kan ik je vraag trouwens niet beantwoorden, en dat heeft te maken met het begrip 'angst', of 'vrees', zo je wilt.
Waarom is men bang dat het Evangelie te ruim wordt gepreekt? Waarom zouden we bang zijn om in de prediking niet te spreken over hen, zij, Gods volk, maar over u, jij en wij? Juist dan gaat het separerende element veel meer pijn doen, want dan kan ik er niet meer onderuit.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)