Onlangs las ik het verhaal over de rijke man en Lazarus.
Wij gaan er altijd van uit dat Jezus hier een gelijkenis vertelt, maar is dat zo? Is het niet een geschiedenis die door Jezus verhaald wordt?
Overal waar Jezus in gelijkenissen sprak staat dat er ook expliciet bij, hier niet.
Nergens geeft Jezus de karakters in Zijn gelijkenissen een naam. Hier ineens wel: Lazarus.
Zou het niet zo kunnen zijn dat Jezus hier verwijst naar een waargebeurde historie?
Gelijkenis of geschiedenis?
Oorspronkelijk gepost door de Paus
Waar staat dit gedeelte ook al weer in de Bijbel ?
[Aangepast op 4/12/04 door de Paus]
En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig.
20 En er was een zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag voor zijn poort vol zweren;
21 En begeerde verzadigd te worden van de kruimkens, die van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden kwamen en lekten zijn zweren.
22 En het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham.
23 En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot.
24 En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijde smarten in deze vlam.
25 Maar Abraham zeide: Kind, gedenk, dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten.
26 En boven dit alles, tussen ons en ulieden is een grote klove gevestigd, zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook die daar zijn, van daar tot ons overkomen.
27 En hij zeide: Ik bid u dan, vader, dat gij hem zendt tot mijns vaders huis;
28 Want ik heb vijf broeders; dat hij hun dit betuige, opdat ook zij niet komen in deze plaats der pijniging.
29 Abraham zeide tot hem: Zij hebben Mozes en de profeten, dat zij die horen.
30 En hij zeide: Neen, vader Abraham, maar zo iemand van de doden tot hen heenging, zij zouden zich bekeren.
31 Doch Abraham zeide tot hem: Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al waren het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.
-
- Berichten: 951
- Lid geworden op: 19 jul 2004, 22:47
Van Otis Q. Sellers heb ik een studie over de rijke man en Lazarus.
Hij komt tot de volgende conclusie:
1. Dit verhaal is geen weergave van een werkelijke geschiedenis, zelfs niet van een werkelijke geschiedenis in beeldspraak.
2. Dit verhaal is geen gelijkenis.
3. Het is een verzonnen verhaal. De gebeurtenissen die erin beschreven worden hebben nooit plaatsgevonden. De literaire stijl die de Heere Jezus hier gebruikt is satire.
Deze satire werd onmiddelijk begrepen door degenen die deze woorden door de Heere Jezus hebben horen spreken. Ze wisten dat ze werden geslagen met hun eigen stok. Dit verhaal is niet "het evangelie". Het Evangelie gaat over "De Zoon, namelijk Jezus Christus, onze Heere" (Rom. 1:2-4). Het verhaal was bedoeld voor de spottende, ongelovige, zelfingenomen Farizeeën.
Hij komt tot de volgende conclusie:
1. Dit verhaal is geen weergave van een werkelijke geschiedenis, zelfs niet van een werkelijke geschiedenis in beeldspraak.
2. Dit verhaal is geen gelijkenis.
3. Het is een verzonnen verhaal. De gebeurtenissen die erin beschreven worden hebben nooit plaatsgevonden. De literaire stijl die de Heere Jezus hier gebruikt is satire.
Deze satire werd onmiddelijk begrepen door degenen die deze woorden door de Heere Jezus hebben horen spreken. Ze wisten dat ze werden geslagen met hun eigen stok. Dit verhaal is niet "het evangelie". Het Evangelie gaat over "De Zoon, namelijk Jezus Christus, onze Heere" (Rom. 1:2-4). Het verhaal was bedoeld voor de spottende, ongelovige, zelfingenomen Farizeeën.