Soms moeten we dat verstandelijk geredeneer eens achterwege laten en God God laten.Orfeo schreef:Dat is echt geen antwoord op mijn vraag.Posthoorn schreef:Omdat het Gode zó behaagt door de prediking zalig te maken die geloven.Orfeo schreef:Kan dat niet? Waarom wordt die opdracht dan toch gegeven?Posthoorn schreef:Zeker, maar dan het feit dat we mogen komen tot Christus, betekent niet dat we dus ook kunnen komen tot Christus. Die laatste notie mis ik hier eigenlijk.
God zegt: 'bekeer je', en vergelijkbare opdrachten. Als je gelooft dat een mens daar geen gevolg aan kan geven, maak je God hoe dan ook tot een leugenaar of iets anders negatiefs.Ik snap dat je zou willen dat die mogelijkheid bestond, maar dan moet je accepteren dat God de toekomst niet kent. Anders wist Hij met het scheppen van de wereld of de mens zou vallen en had Hij voor een wereld kiezen waarin de mens niet zou vallen. Dat maakt God de Auteur van de zonde.ejvl schreef:[Het topic gaat hier niet over, maar dit vind ik vreemd gedacht.
God heeft er echter voor gekozen om de wereld te scheppen waarin de mens wel zou vallen.
Je vergeet het woord kunnen er tussen te plaatsen. Zou kunnen vallen.
Dat is gewoon logisch redeneren. De consequentie van de calvinistische leer.
http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/269 ... -zondeval/
Nederlandse Geloofsbelijdenis - artikel 13
- van de voorzienigheid Gods en regering aller dingen -
Wij geloven dat die goede God, nadat Hij alle dingen geschapen had, deze niet heeft laten varen, noch aan het geval of de fortuin overgegeven, maar ze naar Zijn heiligen wil alzo stiert (dat is: stuurt) en regeert, dat in deze wereld niets geschiedt zonder Zijn ordinantie (dat is: Zijn wil); hoewel nochtans God noch Auteur is, noch schuld heeft van de zonde die er geschiedt. Want Zijn macht en goedheid is zo groot en onbegrijpelijk, dat Hij zeer wel en rechtvaardiglijk Zijn werk beschikt en doet, ook wanneer de duivelen en goddelozen onrechtvaardiglijk handelen. En aangaande hetgeen Hij doet boven het begrip des menselijken verstands, datzelve willen wij niet curieuselijk (dat is: te nieuwsgierig) onderzoeken, meer dan ons begrip verdragen kan; maar wij aanbidden met alle ootmoedigheid en eerbied de rechtvaardige oordelen Gods, die ons verborgen zijn; ons tevreden houdende dat wij leerjongeren van Christus zijn, om alleen te leren hetgeen Hij ons aanwijst in Zijn Woord, zonder deze palen te overtreden. Deze lering geeft ons een onuitsprekelijken troost, als wij door haar geleerd worden dat ons niets bij geval overkomen kan, maar door de beschikking van onzen goedertieren hemelsen Vader, Die voor ons waakt met een Vaderlijke zorg, houdende alle schepselen onder Zijn heerschappij, alzo dat niet één haar van ons hoofd (want die zijn alle geteld), ook niet één musje op de aarde vallen kan zonder den wil onzes Vaders. Waarop wij ons verlaten, wetende dat Hij de duivelen in den toom houdt en al onze vijanden, die ons zonder Zijn toelating en wil niet schaden kunnen. En hierin verwerpen wij de verdoemelijke dwaling der Epicureeën, dewelke zeggen dat Zich God nergens mede bemoeit en alle dingen bij geval laat geschieden.