Quote: Waar moet ik lezen Ereunao dat de profetie uit Matth. terugslaat op Daniël?
Teksten noemen mag, maar graag zie ik het verband tussen die teksten.
Donselaar: Dat is ook wat, heb je Math.24 dan nog nooit goed gelezen? Math. 24: 15 Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniel gesproken is, op de heilige plaats ziet staan (wie het leest, geve er acht op). Dit slaat terug op Dan.9:27 zie ook de tekstverwijzing. Ook Paulus spreekt van deze gruwelijke ontheiliging van de tempel door de antichrist in 2 Thess.2:8 Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is. En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst;
9 Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen;
ook hier verwijst de tekst naar de profeet Daniël. Heel de Openbaring is trouwens een door en door Joods boek;al de
getallen,symbolen en de geografische aanduidingen verwijzen naar Israël.
Ook hier wordt dus de ondergang van het rijk van de antichrist niet aan de eerste maar aan de wederkomst van de Heere Jezus verbonden. Er ligt in de Schrift een heilsorde die niet omkeerbaar is. Zoals je pinksteren niet voor de hemelvaart en pasen niet voor goede vrijdag kunt plaatsen kun je ook de binding van satan en de manifeste Cristusregering met de heiligen uit de eerste opstanding niet voor de wederkomst en het oordeel over het beest en de valse profeet( Openb. 19:20) zetten zonder alle logische, causale verbanden te negeren. Maar mag ik op mijn beurt eens naar jouw bewijs vragen als je de duizend jaar bij de eerste komst van Christus of bij Zijn hemelvaart laat beginnen? En hoe kan het dan zijn dat de martelaren reeds met Christus in de hemel regeren voordat zij op aarde zijn omgebracht en wederlevend geworden bij Zijn komst? Of valt die wederkomst in jouw visie ook samen met de hemelvaart? Zie je dan niet tot welke ongerijmdheden deze theorie noodzakelijk moet leden?
Tot besluit nog een nadere uitleg van Dan.9:27 waar de Heere Jezus in Math.24:15 naar verwijst: ). De profetie is altijd primair op Israël gericht; komst en wederkomst van de Messias worden in het profetisch perspectief in één blik samengevat en sluiten naadloos op elkaar aan, zie Zach.9:9 voor Zijn komst en vers 10 voor Zijn wederkomst. De profetische klok is dan ook stilgevallen toen Israël zijn Messias verwierp en in het jaar 70 als volk ophield te bestaan. Een duidelijk bewijs hiervan vinden wij bij Daniël hoofdstuk 9. Zeventig (jaar) weken zijn bestemd over uw volk, voor het totale en definitieve herstel. Negenenzestig (62+7) waren er vervuld toen de Messias gekruisigd werd (Dan.9:26). Als wij van de dood van Christus 69x7 jaar terug gaan, komen wij bij het jaar (ca.) 450 voor Christus uit. En dat was volgens betrouwbare geschiedschrijvers, (Usscher, Tregelles, Hengstenberg e.a.) het twintigste jaar van de koning Arthahsasta, toen Nehemia verlof kreeg om Jeruzalem te bouwen (Dan.9:25; Neh.2:1). Wij mogen dus veilig aannemen dat ook de 70e (jaar)week een periode van zeven jaar zal zijn. Want deze week is nog niet vervuld, maar ligt nog in de toekomst, anders zou Israël volgens deze profetie zeven jaar na de dood van de Messias hersteld moeten zijn. Met name deze profetie van Daniël verklaart de gespannen Messias verwachting in Jezus’ dagen. De joden wisten dat het niet lang meer duren kon. (Matth.11:3; Luk.3:15; Joh.10:24). De 70e week is de week van de grote verdrukking (Matth.24:15) die eindigt met de wederkomst van Christus. (vs29). De hele tussenliggende periode van inmiddels bijna tweeduizend jaar waarin de Heere Zijn gemeente vergadert was voor de profeten een verborgenheid (Ef.3). Let wel, ik heb het over de profetisch-historische lijn, niet over de geestelijke verklaring en toepassing in overdrachtelijke zin, dat is heel wat anders dan vergeestelijken. . Daniel verdeelt de 70e week in 2x3,5 jaar (9:27; 7:25; 12:7.) Deze 3,5 jaar vinden wij terug in Openbaringen 11 waar de profeet Elia, de andere getuige is waarschijnlijk Mozes, als gerichtsprofeet optreedt 1260 dagen (zie ook Jak.5:17). De Heere Jezus zegt in Joh.5:43: “ Ik ben gekomen in de Naam Mijns Vaders en gij neemt Mij niet aan, zo een ander komt in zijn eigen naam, die zult gij aannemenâ€
Chiliasme
-
limosa
Ik zie zeker een punt als begin, namelijk het laatste der dagen wat begonnen is met de komst van Christus.
ndonselaar,
Maar wat moeten we dan met de dingen die beschreven zijn. Het is toch moeilijk voor te stellen dat een gebeurtenis zo belangrijk als het binden van satan (zoals we in Openbaring 20 lezen als visioen) niet beschreven is als de gebeurtenis zelf. Verder heb je gelijk dat de verkondiging na de komst van Christus breder is geworden. Maar vele andere zaken (liefdeloosheid, oorlog, enz) waarmee de mensheid zichzelf en de rest van de schepping aantast zijn bepaald niet minder geworden. Bij de regering van Christus (en de vele martelaren die leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.) zou je toch ook op die gebieden een omkeer verwachten?
limosa
ndonselaar,
Maar wat moeten we dan met de dingen die beschreven zijn. Het is toch moeilijk voor te stellen dat een gebeurtenis zo belangrijk als het binden van satan (zoals we in Openbaring 20 lezen als visioen) niet beschreven is als de gebeurtenis zelf. Verder heb je gelijk dat de verkondiging na de komst van Christus breder is geworden. Maar vele andere zaken (liefdeloosheid, oorlog, enz) waarmee de mensheid zichzelf en de rest van de schepping aantast zijn bepaald niet minder geworden. Bij de regering van Christus (en de vele martelaren die leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.) zou je toch ook op die gebieden een omkeer verwachten?
limosa
-
Ereunao
Limosa, je hebt natuurlijk gelijk; er is in de Schrift geen enkel bewijs voor te vinden dat satan nu reeds gebonden is. Wel voor het tegendeel, lees maar mee:
Romeinen 16:20 En de God des vredes zal satan haast onder uw voeten verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
1 Corinthiërs 5:5 Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus.
1 Corinthiërs 7:5 Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met beider toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden.
2 Corinthiërs 2:10 Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want zo ik ook iets vergeven heb, dien ik vergeven heb, heb ik het vergeven om uwentwil, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan over ons geen voordeel krijge;
2 Corinthiërs 11:14 En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts.
1 Thess.2:18 Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet.
1 Timotheüs 1:20 Onder welken is Hymeneus en Alexander, die ik den satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren.
1 Timotheüs 5:15 Want enigen hebben zich alrede afgewend achter den satan.
Openbaring 2:13 Ik weet uw werken, en waar gij woont; namelijk daar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas, Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, daar de satan woont.
Dat sprookje komt uit de koker van het trotse zelfverzekerde “christelijkeâ€
Romeinen 16:20 En de God des vredes zal satan haast onder uw voeten verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
1 Corinthiërs 5:5 Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus.
1 Corinthiërs 7:5 Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met beider toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden.
2 Corinthiërs 2:10 Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want zo ik ook iets vergeven heb, dien ik vergeven heb, heb ik het vergeven om uwentwil, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan over ons geen voordeel krijge;
2 Corinthiërs 11:14 En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts.
1 Thess.2:18 Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet.
1 Timotheüs 1:20 Onder welken is Hymeneus en Alexander, die ik den satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren.
1 Timotheüs 5:15 Want enigen hebben zich alrede afgewend achter den satan.
Openbaring 2:13 Ik weet uw werken, en waar gij woont; namelijk daar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas, Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, daar de satan woont.
Dat sprookje komt uit de koker van het trotse zelfverzekerde “christelijkeâ€
-
Hans van Gemerden
-
ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Excuses dat het wat langer duurt Ereunao, maar voor mij is dit een terrein waar ik nauwelijk ingelezen ben. Wel zal ik zo snel mogelijk reageren op je laatste posting.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
-
Ereunao
Quote: Conclusie: de satan kan de volken niet verleiden tot de krijg tegen Israel! Als het aan satan lag had hij alle volkeren allang verleid tot die slag. Maar zo ver is het nog niet.
Robert. Hier sla je de spijker op zijn kop; het gaat hier niet om de min of meer succesrijke doorwerking van het evangelie gedurende deze bedeling; de Openbaring geeft geen kerkgeschiedenis, maar om de strijd tegen de wereldmachten. Zie Ps.2. En niet de kerk, maar Israël is het bruggehoofd van het koninkrijk van de Messias op aarde. Vers 3 verwijst naar Ezech.,38 en 39, waar satan nog een laatste poging doet om Israël te vernietigen. Deze aanval vindt plaats als de Heere bij Zijn komst de legers van het herstelde Romeinse rijk (het rijk van het beest en de valse profeet) overwonnen en Israël verlost en hersteld heeft en weer gerust en zeker in het land woont: Ezech 38:
10 Alzo zegt de Heere HEERE: Te dien dage zal het ook geschieden, dat er raadslagen in uw hart zullen opkomen, en gij zult een kwade gedachte denken,
11 En zult zeggen: Ik zal optrekken naar dat dorpland, ik zal komen tot degenen, die in rust zijn,
die zeker wonen, die altemaal wonen zonder muur, en grendel noch deuren hebben.
Jesaja beschrijft deze strijd onder het beeld van de koning van Assyrie
Jes.10:12: Want het zal geschieden, als de HEERE een einde zal gemaakt hebben van al Zijn werk op
den berg Sion en te Jeruzalem, dan zal Ik te huis zoeken de vrucht van de grootsheid des harten van
den koning van Assyrie, en de pracht van de hoogheid zijner ogen. Daniël spreekt hier van de koning
van het noorden Dan.11:45: En hij zal de tenten van zijn paleis planten tussen de zeeën aan den berg
des heiligen sieraads; en hij zal tot zijn einde komen, en zal geen helper hebben.
Daarom lezen wij als gevolg van de loslating van satan na de duizend jaar dat hij onmiddellijk weer
oppakt waar hij mee bezig was toen hij gearresteerd en in de afgrond opgesloten werd:
vs 8 En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, den Gog en den
Magog, om hen te vergaderen tot den krijg; welker getal is als het zand aan de zee. En zij zijn
opgekomen op de breedte der aarde, en omringden de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad; en er
kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden Ook hier gaat het dus weer niet
over de kerk,maar over Jeruzalem
Of je het nu letterlijk of figuurlijk opvat, in ieder geval is het opgesloten zijn in de afgrond die
bovedien nog boven hem verzegeld wordt een beeld van satan die niet meer in staat is ook maar de
geringste invloed op het leven van de volken op aarde uit te oefenen.
Tot slot nog iets over het getal 1000:Men beweert dat dit een symbolisch getal is, maarals in Openb 20
zes keer gesproken wordt van duizend jaren,waarvan vier keer met het bepalend lidwoord de welk
bewijs heeft men dan toch voor deze bewering?En wat had er dan moeten staan als de Heere nu eens
werkelijk 1000 jaar bedoelde?Zelfs al zou dit getal een symbolische meerwaarde hebben, dan neem dat
nog de primaire,letterlijke betekenis niet weg. Zeven en zeventig zijn ook symbolische getallen,maar
die 7 jaren honger en die 7 jaren overvloed waren toch ook werkelijk 7 jaren?En die 70 jaar
ballingschap toch ook? Heel die voorstelling van een Christusregering met zijn heiligen voor de
wederkomst en de opstanding moet als bewijs dienen voor de regering van de paus met zijn
kardinalen en bisschoppen . Daarom moest ook die eerste opstanding vergeestelijkt, het causale
verband met de wederkomst in h.st.19 ontkend en deze tot na de duizend jaar verplaatst worden,
terwijl wij in Openb.20 met geen woord over de wederkomst lezen
Het Griekse woord anastasis wordt in de Schrift nooit anders gebruikt als voor de (lichamelijke)
opstanding. Tenzij dan dat uit het verband duidelijk blijkt dat het om een metafoor,een bekende
zegswijze gaat, zoals b.v.in Luk.2:34: En Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder:
Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding (anastasis) veler in Israel, en tot een teken, dat
wedersproken zal worden. En voor “wederlevend wordenâ€
Robert. Hier sla je de spijker op zijn kop; het gaat hier niet om de min of meer succesrijke doorwerking van het evangelie gedurende deze bedeling; de Openbaring geeft geen kerkgeschiedenis, maar om de strijd tegen de wereldmachten. Zie Ps.2. En niet de kerk, maar Israël is het bruggehoofd van het koninkrijk van de Messias op aarde. Vers 3 verwijst naar Ezech.,38 en 39, waar satan nog een laatste poging doet om Israël te vernietigen. Deze aanval vindt plaats als de Heere bij Zijn komst de legers van het herstelde Romeinse rijk (het rijk van het beest en de valse profeet) overwonnen en Israël verlost en hersteld heeft en weer gerust en zeker in het land woont: Ezech 38:
10 Alzo zegt de Heere HEERE: Te dien dage zal het ook geschieden, dat er raadslagen in uw hart zullen opkomen, en gij zult een kwade gedachte denken,
11 En zult zeggen: Ik zal optrekken naar dat dorpland, ik zal komen tot degenen, die in rust zijn,
die zeker wonen, die altemaal wonen zonder muur, en grendel noch deuren hebben.
Jesaja beschrijft deze strijd onder het beeld van de koning van Assyrie
Jes.10:12: Want het zal geschieden, als de HEERE een einde zal gemaakt hebben van al Zijn werk op
den berg Sion en te Jeruzalem, dan zal Ik te huis zoeken de vrucht van de grootsheid des harten van
den koning van Assyrie, en de pracht van de hoogheid zijner ogen. Daniël spreekt hier van de koning
van het noorden Dan.11:45: En hij zal de tenten van zijn paleis planten tussen de zeeën aan den berg
des heiligen sieraads; en hij zal tot zijn einde komen, en zal geen helper hebben.
Daarom lezen wij als gevolg van de loslating van satan na de duizend jaar dat hij onmiddellijk weer
oppakt waar hij mee bezig was toen hij gearresteerd en in de afgrond opgesloten werd:
vs 8 En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, den Gog en den
Magog, om hen te vergaderen tot den krijg; welker getal is als het zand aan de zee. En zij zijn
opgekomen op de breedte der aarde, en omringden de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad; en er
kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden Ook hier gaat het dus weer niet
over de kerk,maar over Jeruzalem
Of je het nu letterlijk of figuurlijk opvat, in ieder geval is het opgesloten zijn in de afgrond die
bovedien nog boven hem verzegeld wordt een beeld van satan die niet meer in staat is ook maar de
geringste invloed op het leven van de volken op aarde uit te oefenen.
Tot slot nog iets over het getal 1000:Men beweert dat dit een symbolisch getal is, maarals in Openb 20
zes keer gesproken wordt van duizend jaren,waarvan vier keer met het bepalend lidwoord de welk
bewijs heeft men dan toch voor deze bewering?En wat had er dan moeten staan als de Heere nu eens
werkelijk 1000 jaar bedoelde?Zelfs al zou dit getal een symbolische meerwaarde hebben, dan neem dat
nog de primaire,letterlijke betekenis niet weg. Zeven en zeventig zijn ook symbolische getallen,maar
die 7 jaren honger en die 7 jaren overvloed waren toch ook werkelijk 7 jaren?En die 70 jaar
ballingschap toch ook? Heel die voorstelling van een Christusregering met zijn heiligen voor de
wederkomst en de opstanding moet als bewijs dienen voor de regering van de paus met zijn
kardinalen en bisschoppen . Daarom moest ook die eerste opstanding vergeestelijkt, het causale
verband met de wederkomst in h.st.19 ontkend en deze tot na de duizend jaar verplaatst worden,
terwijl wij in Openb.20 met geen woord over de wederkomst lezen
Het Griekse woord anastasis wordt in de Schrift nooit anders gebruikt als voor de (lichamelijke)
opstanding. Tenzij dan dat uit het verband duidelijk blijkt dat het om een metafoor,een bekende
zegswijze gaat, zoals b.v.in Luk.2:34: En Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder:
Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding (anastasis) veler in Israel, en tot een teken, dat
wedersproken zal worden. En voor “wederlevend wordenâ€
-
ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Ereunao,
Op zaterdag 1 november 2003 wordt het boek gepresenteerd van Dr. W. Aalders 'Apocalyps en Evangelie' met als ondertitel 'over de Johanneïsche geschriften'.
Tot zolang hoop ik dat je geduld hebt.
Groeten,
Op zaterdag 1 november 2003 wordt het boek gepresenteerd van Dr. W. Aalders 'Apocalyps en Evangelie' met als ondertitel 'over de Johanneïsche geschriften'.
Tot zolang hoop ik dat je geduld hebt.
Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
-
Ereunao
Donselaar
Er zijn al honderden boeken geschreven over de Openbaring en ook hoofdstuk 20 staat al bijna 2000 jaar in de bijbel. Ik geloof niet dat het de bedoeling van Hans is dat wij voor de uitleg van Openb.20 naar allerlei hooggeleerde schrijvers verwijzen. Hij wil eenvoudig weten hoe wij als forumleden dit hoofdstuk lezen. Dit is een testcase voor het lezen van de hele Schrift: zeg mij hoe gij de Openbaring leest en ik zal u zeggen hoe gij de Schrift leest!
En dan is het onder rechtzinnige theologen altijd een algemeen erkende, uitlegkundige regel dat
wanneer en zolang de Schrift een duidelijke,letterlijke betekenis heeft wij niet moeten
vergeestelijken. Maar bij Openb.20 wordt deze regel opeens volledig losgelaten. . Dan is iemand die
de eerste opstanding, het herstel van Israël, de oprichting van de troon van David (Jes.9:6) en het
duizendjarige Messiaanse vrederijk loochent, pas echt rechtzinnig, goed gereformeerd enz. Maar
wee degenen die in hun eenvoudigheid ook hier de Schrift letterlijk geloven! Dat zijn sektariërs,
chiliasten, fundamentalisten. Kortom, een gevaar voor de Kerk, dat er eigenlijk uitgeworpen
behoorden te worden. In Openb.20 lezen wij duidelijk van twee opstandingen met een tussenruimte
van 1000 jaar en van een regering van Christus met de heiligen uit de eerste opstanding na Zijn
wederkomst in Openb.19. Wie hier anders leest,hij zij hooggeleerd of eenvoudig, die kan niet
lezen. De hele kwestie draait ook hier weer om de vervangingstheologie. De Openbaring is geen
kerkgeschiedenis;zij sluit naadloos aan op de profetie van het O.T. Openb.10: 6 En hij zwoer bij Dien, Die leeft
in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn;
7 Maar in de dagen der stem des zevenden engels, wanneer hij bazuinen zal, zo zal de verborgenheid Gods vervuld worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, den profeten, verkondigd heeft.
Als wij niet leren inzien dat Israël nog steeds een eigen plaats inneemt in de heilsgeschiedenis en de kerk niet de enigst denkbare gestalte van het Koninkrijk Gods is, blijft er niets anders over dan ook de Openbaring kerkhistorisch te verklaren. Daarom is er ook nog nooit een gereformeerde theoloog geweest, die een goede verklaring van de Openbaring gegeven heeft, waarin de hele Schrift tot zijn recht komt. Israël heeft in deze verbondsvisie nooit een eigen identiteit gehad. Zij was slechts een pseudoniem, een wegwerp verpakking, van de algemene Christelijke kerk. Al Gods beloften aan Israël moeten dus noodzakelijk in de kerk vervuld worden. De 144000 stellen dus de kerk voor, ondanks de uitdrukkelijke opsomming van de twaalf stammen. De schare uit de grote verdrukking (Dan.12:1; Math.24:21) is de kerk, de vrouw uit Openbaring 12 eveneens, enz. Het valt mij eerlijk gezegd wat tegen van je dat je naar boeken van hooggeleerde schrijvers verwijst i.p.v. met steekhoudende bijbels gefundeerde tegenbewijzen of vragen te komen. Dat lost trouwens ook niets op, want ik zou mij dan op mijn beurt weer andere schrijvers kunnen beroepen. Prof. W.J.Ouweneel is ongetwijfeld een groot theoloog , zijn belezenheid is enorm , zijn kennis fabelachtig, zoals een van zijn grootste criticasters onlangs ronduit schreef. Als je zijn boek “De Openbaring van Jezus Christusâ€
Er zijn al honderden boeken geschreven over de Openbaring en ook hoofdstuk 20 staat al bijna 2000 jaar in de bijbel. Ik geloof niet dat het de bedoeling van Hans is dat wij voor de uitleg van Openb.20 naar allerlei hooggeleerde schrijvers verwijzen. Hij wil eenvoudig weten hoe wij als forumleden dit hoofdstuk lezen. Dit is een testcase voor het lezen van de hele Schrift: zeg mij hoe gij de Openbaring leest en ik zal u zeggen hoe gij de Schrift leest!
En dan is het onder rechtzinnige theologen altijd een algemeen erkende, uitlegkundige regel dat
wanneer en zolang de Schrift een duidelijke,letterlijke betekenis heeft wij niet moeten
vergeestelijken. Maar bij Openb.20 wordt deze regel opeens volledig losgelaten. . Dan is iemand die
de eerste opstanding, het herstel van Israël, de oprichting van de troon van David (Jes.9:6) en het
duizendjarige Messiaanse vrederijk loochent, pas echt rechtzinnig, goed gereformeerd enz. Maar
wee degenen die in hun eenvoudigheid ook hier de Schrift letterlijk geloven! Dat zijn sektariërs,
chiliasten, fundamentalisten. Kortom, een gevaar voor de Kerk, dat er eigenlijk uitgeworpen
behoorden te worden. In Openb.20 lezen wij duidelijk van twee opstandingen met een tussenruimte
van 1000 jaar en van een regering van Christus met de heiligen uit de eerste opstanding na Zijn
wederkomst in Openb.19. Wie hier anders leest,hij zij hooggeleerd of eenvoudig, die kan niet
lezen. De hele kwestie draait ook hier weer om de vervangingstheologie. De Openbaring is geen
kerkgeschiedenis;zij sluit naadloos aan op de profetie van het O.T. Openb.10: 6 En hij zwoer bij Dien, Die leeft
in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn;
7 Maar in de dagen der stem des zevenden engels, wanneer hij bazuinen zal, zo zal de verborgenheid Gods vervuld worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, den profeten, verkondigd heeft.
Als wij niet leren inzien dat Israël nog steeds een eigen plaats inneemt in de heilsgeschiedenis en de kerk niet de enigst denkbare gestalte van het Koninkrijk Gods is, blijft er niets anders over dan ook de Openbaring kerkhistorisch te verklaren. Daarom is er ook nog nooit een gereformeerde theoloog geweest, die een goede verklaring van de Openbaring gegeven heeft, waarin de hele Schrift tot zijn recht komt. Israël heeft in deze verbondsvisie nooit een eigen identiteit gehad. Zij was slechts een pseudoniem, een wegwerp verpakking, van de algemene Christelijke kerk. Al Gods beloften aan Israël moeten dus noodzakelijk in de kerk vervuld worden. De 144000 stellen dus de kerk voor, ondanks de uitdrukkelijke opsomming van de twaalf stammen. De schare uit de grote verdrukking (Dan.12:1; Math.24:21) is de kerk, de vrouw uit Openbaring 12 eveneens, enz. Het valt mij eerlijk gezegd wat tegen van je dat je naar boeken van hooggeleerde schrijvers verwijst i.p.v. met steekhoudende bijbels gefundeerde tegenbewijzen of vragen te komen. Dat lost trouwens ook niets op, want ik zou mij dan op mijn beurt weer andere schrijvers kunnen beroepen. Prof. W.J.Ouweneel is ongetwijfeld een groot theoloog , zijn belezenheid is enorm , zijn kennis fabelachtig, zoals een van zijn grootste criticasters onlangs ronduit schreef. Als je zijn boek “De Openbaring van Jezus Christusâ€
Ik ben veel bezig de laatste tijd met het 1000-jarig rijk en de opname en de anti-christ.
Ik wil het bovenstaande niet negeren, maar omdat het vele brokken met tekst zijn is het haast ondoenlijk om er een geordende reactie op te geven. Daarom wil ik het hier in stukjes doen.
---------------------------------------------------
Allereerst Johannes 18,
Jezus zegt: "36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld."
Dit lijkt mij duidelijke taal.
Het Chiliasme verwacht Jezus als Koning van deze aarde. Maar Jezus zegt zelf dat Zijn Koninkrijk niet van deze aarde is.
------------------------------
Ten tweede,
Mattheus 12
26 En indien de satan den satan uitwerpt, zo is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe zal dan zijn rijk bestaan?
27 En indien Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze dan uw zonen uit? Daarom zullen die uw rechters zijn.
28 Maar indien Ik door den Geest Gods de duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen.
29 Of hoe kan iemand in het huis eens sterken inkomen, en zijn vaten ontroven, tenzij dat hij eerst den sterke gebonden hebbe? en alsdan zal hij zijn huis beroven
Allereerst lezen we hier dat het Koninkrijk van God gekomen is! Waarom wachten we hier dan nog op? En waarom is het gekomen, blijkt uit dit gedeelte, doordat de duivel gebonden is!
Het woord 'gebonden' is in het grieks hetzelfde (deo) als in openbaring 20 gebruikt wordt voor het binden van de duivel.
Ondanks dat Jezus de duivel gebonden heeft in Mattheus 12, naar Hij zegt, is de duivel ook in die tijd nog actief. Het gebondene van de duivel heeft in Mattheus 12 wel een functie: namelijk dat het werk van de Heilige Geest (vers 28) kan werken!
---------------------------
ten derde
Markus 9
"1 En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van degenen, die hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij zullen hebben gezien, dat het Koninkrijk Gods met kracht gekomen is."
Alle discipelen zijn gestorven, maar volgens het Chiliasme is het Koninkrijk van God nog niet met kracht gekomen.
Ik denk dat God's Koninkrijk gekomen is door de dood en opstanding van Christus, en de uitstorting van de Heilige Geest. Let wel, een koninkrijk dat niet van deze wereld is!
Openbaring 20 beelt de overwinning van Christus op de draak uit. Deze overwinning is Zijn dood en opstanding.
Sindsdien is het Koninkrijk gekomen, en regeert Hij het Koninkrijk vanuit de hemel, samen met de gelovigen (zoals ook in Openbaring 20)
De duivel is echter niet vernietigd, maar gebonden.
--------------------------------
Lukas 17
20 En gevraagd zijnde van de Farizeen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, heeft Hij hun geantwoord en gezegd: Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat.
21 En men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden.
Ook hier blijkt opnieuw dat het Koninkrijk van God niet aards is, maar geestelijk.
--------------------------------
Openbaring 1
5 En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.
6 En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
7 Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.
Hier zien we allereerst dat Johannes spreekt over het Koninkrijk van Jezus, als ware het al gekomen.
Daarna spreekt Hij over de wederkomst in de toekomende tijd.
Hij betitelt Jezus ook al als Koning der Koningen. Jezus is al Koning!
Bovendien staat er dat wij Koningen (en priesters) met Hem zijn!
Dit allemaal in de tegenwoordige tijd.
-------------------
Aan het einde van Openbaring zag Johannes 4 visioenen.
Deze beginnen allen met "En ik zag"
Het eerste begint in Hfdst 19:11
Het tweede begint in Hfdst 20:1
Het derde in Hfdst 20:11
Alle 3 de hoofdstukken eindigen met het gooien van veroordeelden in de poel van het vuur.
(eerst de leugenprofeet/antichrist, dan de satan, dan de dood en het dodenrijk en allen die niet in het boek van het leven staan.)
Deze 3 visioenen behandelen de laatste strijd alledrie vanuit een ander perspectief:
1. vanuit het perspectief van de antichrist / de leugenprofeet. (op aarde)
2. vanuit het perspectief van Christus (in de hemel)
3. vanuit het perspectief van het laatste oordeel
De 1e deel visioenen behandelen de laatste strijd elk vanuit hun eigen perspectief.
Christus overwint éénmaal al Zijn vijanden. Nergens in de Bijbel wordt geschreven over 2 eindstrijden.
En ook hier in Openbaring niet.
Openbaring behandelt de rol van de satan en de rol van de antichrist constant seperaat. Vanuit een hemels perspectief de satan, en vanuit het aardse perspectief de antichrist.
Ik vind het zeer vreemd om te verwachten dat Jezus tweemaal Zijn vijanden zal overwinnen. Hij zal dat éénmaal definitief doen.
----------------------------
Als laatste wil ik opmerken dat er vele passages in de Bijbel staan waar geprofeteerd wordt dat het Koninkrijk van Jezus geen einde zal hebben.
1000 jaar is lang, maar niet oneindig.
-----------------------
Sommige vroegen mij waarom ik 1000 als symbolisch zie, en bijvoorbeeld de 70 jaarweken van Daniel, de 120 dagen van Noach etc. letterlijk neem.
Allereerst wil ik opmerken dat ik elk getal in de eerste instantie letterlijk neem. Maar als blijkt dat het onmogelijk is om de letterlijke vol te houden moet ik het wel symbolisch zien.
Ik zie het 1000-jarig rijk om bovenstaande redenen als de tussentijd die nu gaande is. Er is al meer dan 1000 jaar verstreken sinds het begin van het Koninkrijk van God.
Daarnaast geld voor alle getallen die ten voorbeeld gegeven worden door jullie dat het gaat om strafmaatregelingen van God.
Of perioden die mensen hebben om iets te bewerkstelligen. Of om het anders te zeggen: dan gaat het altijd over aardse zaken!
Dit Koninkrijk van Christus is niet van deze wereld. Het is een Geestelijk Koninkrijk, dat zich straks zal vestigen op de Nieuwe Aarde.
Het regeren met Christus dat in Op 20 staat vind plaats in de hemel. Dus niet op aarde. Dus geld daar een symbolische tijdsrekening.
-------------------------------
Buiten dat,
Openbaring 20 wordt door chiliasten letterlijk genomen. Dat zou betekenen dat de gelovigen die heersen met Christus letterlijk op tronen op aarde zullen zitten.
Dit is niet vol te houden met de miljoenen zo niet miljarden gelovigen die ons al reeds zijn voorgegaan.
Buiten dat is het juist de hemel waar in de visioenen van Johannes de tronen staan.
Overigens wordt ook in Openbaring 20 niet over het 'rijk' van Christus gesproken.
Er wordt alleen gesproken over een periode waarin Christus de wereld regeert met zijn volgelingen.
Om dit dan samen te laten vallen met de oudtestamentische profetie over het Koninkrijk van God vind ik inlegkunde.
Het Koninkrijk van God, van Christus, zal beginnen op de jongste dag, en nimmer eindigen.
Robert
Ik wil het bovenstaande niet negeren, maar omdat het vele brokken met tekst zijn is het haast ondoenlijk om er een geordende reactie op te geven. Daarom wil ik het hier in stukjes doen.
---------------------------------------------------
Allereerst Johannes 18,
Jezus zegt: "36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld."
Dit lijkt mij duidelijke taal.
Het Chiliasme verwacht Jezus als Koning van deze aarde. Maar Jezus zegt zelf dat Zijn Koninkrijk niet van deze aarde is.
------------------------------
Ten tweede,
Mattheus 12
26 En indien de satan den satan uitwerpt, zo is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe zal dan zijn rijk bestaan?
27 En indien Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze dan uw zonen uit? Daarom zullen die uw rechters zijn.
28 Maar indien Ik door den Geest Gods de duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen.
29 Of hoe kan iemand in het huis eens sterken inkomen, en zijn vaten ontroven, tenzij dat hij eerst den sterke gebonden hebbe? en alsdan zal hij zijn huis beroven
Allereerst lezen we hier dat het Koninkrijk van God gekomen is! Waarom wachten we hier dan nog op? En waarom is het gekomen, blijkt uit dit gedeelte, doordat de duivel gebonden is!
Het woord 'gebonden' is in het grieks hetzelfde (deo) als in openbaring 20 gebruikt wordt voor het binden van de duivel.
Ondanks dat Jezus de duivel gebonden heeft in Mattheus 12, naar Hij zegt, is de duivel ook in die tijd nog actief. Het gebondene van de duivel heeft in Mattheus 12 wel een functie: namelijk dat het werk van de Heilige Geest (vers 28) kan werken!
---------------------------
ten derde
Markus 9
"1 En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van degenen, die hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij zullen hebben gezien, dat het Koninkrijk Gods met kracht gekomen is."
Alle discipelen zijn gestorven, maar volgens het Chiliasme is het Koninkrijk van God nog niet met kracht gekomen.
Ik denk dat God's Koninkrijk gekomen is door de dood en opstanding van Christus, en de uitstorting van de Heilige Geest. Let wel, een koninkrijk dat niet van deze wereld is!
Openbaring 20 beelt de overwinning van Christus op de draak uit. Deze overwinning is Zijn dood en opstanding.
Sindsdien is het Koninkrijk gekomen, en regeert Hij het Koninkrijk vanuit de hemel, samen met de gelovigen (zoals ook in Openbaring 20)
De duivel is echter niet vernietigd, maar gebonden.
--------------------------------
Lukas 17
20 En gevraagd zijnde van de Farizeen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, heeft Hij hun geantwoord en gezegd: Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat.
21 En men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden.
Ook hier blijkt opnieuw dat het Koninkrijk van God niet aards is, maar geestelijk.
--------------------------------
Openbaring 1
5 En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.
6 En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
7 Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.
Hier zien we allereerst dat Johannes spreekt over het Koninkrijk van Jezus, als ware het al gekomen.
Daarna spreekt Hij over de wederkomst in de toekomende tijd.
Hij betitelt Jezus ook al als Koning der Koningen. Jezus is al Koning!
Bovendien staat er dat wij Koningen (en priesters) met Hem zijn!
Dit allemaal in de tegenwoordige tijd.
-------------------
Aan het einde van Openbaring zag Johannes 4 visioenen.
Deze beginnen allen met "En ik zag"
Het eerste begint in Hfdst 19:11
Het tweede begint in Hfdst 20:1
Het derde in Hfdst 20:11
Alle 3 de hoofdstukken eindigen met het gooien van veroordeelden in de poel van het vuur.
(eerst de leugenprofeet/antichrist, dan de satan, dan de dood en het dodenrijk en allen die niet in het boek van het leven staan.)
Deze 3 visioenen behandelen de laatste strijd alledrie vanuit een ander perspectief:
1. vanuit het perspectief van de antichrist / de leugenprofeet. (op aarde)
2. vanuit het perspectief van Christus (in de hemel)
3. vanuit het perspectief van het laatste oordeel
De 1e deel visioenen behandelen de laatste strijd elk vanuit hun eigen perspectief.
Christus overwint éénmaal al Zijn vijanden. Nergens in de Bijbel wordt geschreven over 2 eindstrijden.
En ook hier in Openbaring niet.
Openbaring behandelt de rol van de satan en de rol van de antichrist constant seperaat. Vanuit een hemels perspectief de satan, en vanuit het aardse perspectief de antichrist.
Ik vind het zeer vreemd om te verwachten dat Jezus tweemaal Zijn vijanden zal overwinnen. Hij zal dat éénmaal definitief doen.
----------------------------
Als laatste wil ik opmerken dat er vele passages in de Bijbel staan waar geprofeteerd wordt dat het Koninkrijk van Jezus geen einde zal hebben.
1000 jaar is lang, maar niet oneindig.
-----------------------
Sommige vroegen mij waarom ik 1000 als symbolisch zie, en bijvoorbeeld de 70 jaarweken van Daniel, de 120 dagen van Noach etc. letterlijk neem.
Allereerst wil ik opmerken dat ik elk getal in de eerste instantie letterlijk neem. Maar als blijkt dat het onmogelijk is om de letterlijke vol te houden moet ik het wel symbolisch zien.
Ik zie het 1000-jarig rijk om bovenstaande redenen als de tussentijd die nu gaande is. Er is al meer dan 1000 jaar verstreken sinds het begin van het Koninkrijk van God.
Daarnaast geld voor alle getallen die ten voorbeeld gegeven worden door jullie dat het gaat om strafmaatregelingen van God.
Of perioden die mensen hebben om iets te bewerkstelligen. Of om het anders te zeggen: dan gaat het altijd over aardse zaken!
Dit Koninkrijk van Christus is niet van deze wereld. Het is een Geestelijk Koninkrijk, dat zich straks zal vestigen op de Nieuwe Aarde.
Het regeren met Christus dat in Op 20 staat vind plaats in de hemel. Dus niet op aarde. Dus geld daar een symbolische tijdsrekening.
-------------------------------
Buiten dat,
Openbaring 20 wordt door chiliasten letterlijk genomen. Dat zou betekenen dat de gelovigen die heersen met Christus letterlijk op tronen op aarde zullen zitten.
Dit is niet vol te houden met de miljoenen zo niet miljarden gelovigen die ons al reeds zijn voorgegaan.
Buiten dat is het juist de hemel waar in de visioenen van Johannes de tronen staan.
Overigens wordt ook in Openbaring 20 niet over het 'rijk' van Christus gesproken.
Er wordt alleen gesproken over een periode waarin Christus de wereld regeert met zijn volgelingen.
Om dit dan samen te laten vallen met de oudtestamentische profetie over het Koninkrijk van God vind ik inlegkunde.
Het Koninkrijk van God, van Christus, zal beginnen op de jongste dag, en nimmer eindigen.
Robert
-
Ereunao
Na alles wat ik reeds op deze topic over deze zaken geschreven heb wil ik thans een iets weergeven van wat Da Costa over het vrederijk schrijft:
Jezus antwoordde: mijn koninkrijk is niet van deze wereld. De Heer ontkende enig vergrijp te hebben gedaan tegen de wereldse overheid, en Hij deed dat Pilatus verstaan op een wijze, zoals de Heer dat alleen doen kan, door hem zijn koningschap te leren kennen als niet van deze wereld. Over deze woorden des Heeren is nog een even groot onverstand bij de Christenen, als er was en nog is bij de Joden, ofschoon om een tegengestelde reden. De Joden wilden en willen nog van geen ander Messiaans koningschap weten, dan dat van deze wereld is, en vele Christenen willen van geen ander koningschap van Christus weten, dan hetgeen boven de wereld is. Doch de Heer zeide, dat zijn koninkrijk niet van de wereld was, geen wereldse oorsprong had; maar daarom zou het wel degdelijk in de wereld worden opgericht. Het is het koninkrijk der hemelen, maar dat in de persoon van Christus op aarde nederdaalde, even als het nieuw Jeruzalem van God uit de hemel eenmaal nederdalen zal op de aarde. En eigenlijk zijn deze beide zaken eenzelvig in betekenis. De aarde is des Heeren, zowel als de hemel; maar op de aarde wordt nog de Heer zijn opperheerschappij betwist. De zichtbare machten, de koninkrijken der wereld hebben de aarde in hun macht, en doen hun wil met haar en met de mensenwereld. Doch eenmaal worden al de koninkrijken der wereld het eigendom van Christus. Wanneer? Wanneer het nu nog onzichtbare koninkrijk van Christus zichtbaar optreedt, wanneer de stad Gods, het Jeruzalem van God uit de hemel neerdaalt op de aarde. En wie er nu een ongerijmdheid in vindt, dat de Heer der heerlijkheid zichtbaar op aarde regeert, wij niet. De tegenwoordigheid van Christus op aarde in zijn heerlijkheid is de verheerlijking der aarde, en wie nu de profetiën der profeten van deze verheerlijking der aarde als het einde van al Gods bedelingen kent en gelooft, die verwacht haar ook.
Doch eenmaal zal het werkelijk vrede op aarde zijn, als Christus komt om er te regeren. In de hemel zijn alle dingen gereed, op aarde moeten zij nog komen, en komen zij met Christus.
De grootheid van deze heerschappij en des vredes zal geen einde zijn. En waar zal dit plaats hebben, of gezien worden?
Op de troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen en dat te sterken met gerichte en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. Neen, het Joodse volksbestaan heeft nog geen einde. Er moeten nog vele dingen gebeuren. Er is ene belofte in de Schrift, die door alle tijden en van alle zijden in de Schrift wordt geleerd en toegelicht: dat God aan de Messias de troon van zijn vader David geven, en Hij over het huis Jakobs koning in eeuwigheid zijn zal. Of zou de engel dit aan Maria herhaald en herinnerd hebben, enkel bij manier van spreken? Laat ons toch niet geestelijker zijn dan Christus, die zei: "Ik ben geen geest" in de woorden: Tast Mij aan, en ziet: want een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb, en die, opdat de kerk niet de vergeestelijkende weg zou inslaan, terstond na zijn hemelvaart de engelen zeggen liet: Gij Galilese mannen, wat staat gij, en ziet op naar de hemel; deze Jezus, die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo wederkomen gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien henenvaren. En thans, nu alle tronen schudden, mogen wij dit wel voor een teken houden, dat de onbewegelijke troon staat te komen. Of is hij reeds gekomen? Professor Hengstenberg zegt, dat het duizendjarig rijk er al geweest is. Nu, dat moet dan wel in de droom geschied zijn, want niemand heeft er iets van bemerkt. Wij zijn gewoonlijk geheel materieel in de dingen van dit leven, maar in de dingen van het hogere leven zijn wij geheel spiritueel: daarin willen wij niets van het materiële horen; doch wij moeten van het eerste wat afnemen en het voegen bij het tweede. Al het geestelijke moet belichaamd worden; het lichaam is immers geen kerker van de ziel, naar haar wezenlijke uitdrukking. Het bloot spirituele is niet het laatste. Wij spreken van ziel en hemel in afscheiding van lichaam en aarde, alsof zij het hoogste waren, doch door altijd naar hetzelfde punt te zien, krijgen wij een scheve richting in het lichaam, en zo is het ook in het verstand. God, enkel Geest, heeft zijn Zoon vlees en been laten worden, en door zijn tegenwoordigheid heeft Christus de aarde geheiligd tot een hemel. Maakte reeds de tempel al wat daarin gedaan werd: besnijdenis, offerande en al het overige, heilig in een schaduwachtige zin, hoeveel temeer maakt de tegenwoordigheid van Christus alles heilig, ook de aarde, in de wezenlijke zin. Aan de grootheid van zijn heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op de troon van David. En door wie zal dit geschieden? Door mensen en hun bemoeiingen? Neen:
De ijver des Heren van de heirscharen zal zulks doen. God zal zijn eer, zijn naam, zijn woord, zijn belofte handhaven, en zal op zijn tijd en op zijn wijze tonen, dat Hij, het ongeloof tot beschaming, en het geloof tot verheerlijking, het onmogelijke tot mogelijkheid en werkelijkheid maken kan. Ereunao
Jezus antwoordde: mijn koninkrijk is niet van deze wereld. De Heer ontkende enig vergrijp te hebben gedaan tegen de wereldse overheid, en Hij deed dat Pilatus verstaan op een wijze, zoals de Heer dat alleen doen kan, door hem zijn koningschap te leren kennen als niet van deze wereld. Over deze woorden des Heeren is nog een even groot onverstand bij de Christenen, als er was en nog is bij de Joden, ofschoon om een tegengestelde reden. De Joden wilden en willen nog van geen ander Messiaans koningschap weten, dan dat van deze wereld is, en vele Christenen willen van geen ander koningschap van Christus weten, dan hetgeen boven de wereld is. Doch de Heer zeide, dat zijn koninkrijk niet van de wereld was, geen wereldse oorsprong had; maar daarom zou het wel degdelijk in de wereld worden opgericht. Het is het koninkrijk der hemelen, maar dat in de persoon van Christus op aarde nederdaalde, even als het nieuw Jeruzalem van God uit de hemel eenmaal nederdalen zal op de aarde. En eigenlijk zijn deze beide zaken eenzelvig in betekenis. De aarde is des Heeren, zowel als de hemel; maar op de aarde wordt nog de Heer zijn opperheerschappij betwist. De zichtbare machten, de koninkrijken der wereld hebben de aarde in hun macht, en doen hun wil met haar en met de mensenwereld. Doch eenmaal worden al de koninkrijken der wereld het eigendom van Christus. Wanneer? Wanneer het nu nog onzichtbare koninkrijk van Christus zichtbaar optreedt, wanneer de stad Gods, het Jeruzalem van God uit de hemel neerdaalt op de aarde. En wie er nu een ongerijmdheid in vindt, dat de Heer der heerlijkheid zichtbaar op aarde regeert, wij niet. De tegenwoordigheid van Christus op aarde in zijn heerlijkheid is de verheerlijking der aarde, en wie nu de profetiën der profeten van deze verheerlijking der aarde als het einde van al Gods bedelingen kent en gelooft, die verwacht haar ook.
Doch eenmaal zal het werkelijk vrede op aarde zijn, als Christus komt om er te regeren. In de hemel zijn alle dingen gereed, op aarde moeten zij nog komen, en komen zij met Christus.
De grootheid van deze heerschappij en des vredes zal geen einde zijn. En waar zal dit plaats hebben, of gezien worden?
Op de troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen en dat te sterken met gerichte en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. Neen, het Joodse volksbestaan heeft nog geen einde. Er moeten nog vele dingen gebeuren. Er is ene belofte in de Schrift, die door alle tijden en van alle zijden in de Schrift wordt geleerd en toegelicht: dat God aan de Messias de troon van zijn vader David geven, en Hij over het huis Jakobs koning in eeuwigheid zijn zal. Of zou de engel dit aan Maria herhaald en herinnerd hebben, enkel bij manier van spreken? Laat ons toch niet geestelijker zijn dan Christus, die zei: "Ik ben geen geest" in de woorden: Tast Mij aan, en ziet: want een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb, en die, opdat de kerk niet de vergeestelijkende weg zou inslaan, terstond na zijn hemelvaart de engelen zeggen liet: Gij Galilese mannen, wat staat gij, en ziet op naar de hemel; deze Jezus, die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo wederkomen gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien henenvaren. En thans, nu alle tronen schudden, mogen wij dit wel voor een teken houden, dat de onbewegelijke troon staat te komen. Of is hij reeds gekomen? Professor Hengstenberg zegt, dat het duizendjarig rijk er al geweest is. Nu, dat moet dan wel in de droom geschied zijn, want niemand heeft er iets van bemerkt. Wij zijn gewoonlijk geheel materieel in de dingen van dit leven, maar in de dingen van het hogere leven zijn wij geheel spiritueel: daarin willen wij niets van het materiële horen; doch wij moeten van het eerste wat afnemen en het voegen bij het tweede. Al het geestelijke moet belichaamd worden; het lichaam is immers geen kerker van de ziel, naar haar wezenlijke uitdrukking. Het bloot spirituele is niet het laatste. Wij spreken van ziel en hemel in afscheiding van lichaam en aarde, alsof zij het hoogste waren, doch door altijd naar hetzelfde punt te zien, krijgen wij een scheve richting in het lichaam, en zo is het ook in het verstand. God, enkel Geest, heeft zijn Zoon vlees en been laten worden, en door zijn tegenwoordigheid heeft Christus de aarde geheiligd tot een hemel. Maakte reeds de tempel al wat daarin gedaan werd: besnijdenis, offerande en al het overige, heilig in een schaduwachtige zin, hoeveel temeer maakt de tegenwoordigheid van Christus alles heilig, ook de aarde, in de wezenlijke zin. Aan de grootheid van zijn heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op de troon van David. En door wie zal dit geschieden? Door mensen en hun bemoeiingen? Neen:
De ijver des Heren van de heirscharen zal zulks doen. God zal zijn eer, zijn naam, zijn woord, zijn belofte handhaven, en zal op zijn tijd en op zijn wijze tonen, dat Hij, het ongeloof tot beschaming, en het geloof tot verheerlijking, het onmogelijke tot mogelijkheid en werkelijkheid maken kan. Ereunao
Ineens staat daar 'de' wereld ipv 'deze' wereld.de Heer zeide, dat zijn koninkrijk niet van de wereld was, geen wereldse oorsprong had
En de tekst die daar op volgt borduurt daar op voort.
Het Koninkrijk Christus is van de nieuwe wereld. Niet boven de wereld, niet van deze wereld, maar van de nieuwe wereld.vele Christenen willen van geen ander koningschap van Christus weten, dan hetgeen boven de wereld is
Daarom is dat woordje 'deze' ook zo van belang.
Dat wat jij zegt zei Jezus niet. Jezus zei alleen dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld was. Hij zei niet dat hij daarmee 'wereldse oorsprong' bedoelde. Dat is inlegkunde.Doch de Heer zeide, dat zijn koninkrijk niet van de wereld was, geen wereldse oorsprong had; maar daarom zou het wel degdelijk in de wereld worden opgericht.
Maar ik ga akkoord met je opmerking dat het wel op de wereld zal worden opgericht! En wel op de nieuwe wereld! Een Koninkrijk dat eeuwig duren zal. (zoals de profetiën zeggen)
Dat is niet het Koninkrijk van Openbaring 20, waar het woord Koninkrijk niet eens valt. Nog valt daar uit op te maken dat Christus op aarde regeert.
Maar zie daarvoor de andere argumenten die ik heb aangevoerd.
-
Ereunao
Robert
Ik zeg niets,ik geef alleen maar door wat Da Costa hierover zegt.Ik heb in de bovenstaande posters hier genoeg over gezegd,ik ga dat niet herhalen.
Nog eens Da Costa bij ps.2: Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot uw erfdeel, en de einde van de aarde tot uw bezitting. Het is de belofte van een koninkrijk op aarde aan de Messias. God is Koning, is dan ook de hoofdinhoud van de psalmen. Zeker, Christus regeert eerst inwendig en geestelijk over ons hart en over de volken door de prediking des Evangelies, en Hij moet eerst koning zijn over dat kleine koninkrijk van onze harten, zullen wij eenmaal deel hebben in dat grote koninkrijk van Christus, dat met zijn komst zal geopenbaard worden; maar wij moeten Christus’ koninkrijk niet tot de heerschappij over onze harten begrenzen. Immers God zal eenmaal ook zichtbaar en tastbaar koning zijn over de gehele aarde,Zach.14:9. Dat wij dan niet wanhopen bij het zien van het klein aantal Christenen, in vergelijking met de menigte van de Joden en van de Heidenen. In deze bedeling worden slechts de eerstelingen, maar bij Christus’ komst worden de massa’s ingezameld. (-) Eis van Mij. De Zoon mag eisen, en daarom zei Hij ook: "Vader, Ik wil, dat degenen die Gij Mij gegeven hebt, mijn heerlijkheid zien, opdat zij zijn waar Ik ben."Joh.17:24.tot zover Da Costa
. Kortom, heel de Schrift leert ons duidelijk en helder dat het Koninklijk ambt van onze Heere Jezus Christus na Zijn wederkomst en voor de jongste dag en het laatste oordeel nog op een bijzonder luisterrijke wijze op deze aarde openbaar zal worden. Er staat in Matth.24:3 dan ook niet voleinding der wereld (kosmos) maar dezer eeuw; het woord aioon betekent nooit wereld. Hoewel de dan manifest wedergekomen Christus door alle volken als koning erkend zal worden (Ps.2), zal Hij geen volkomen aards bestaan aannemen, zoals bij Zijn eerste komst. Want de Schrift leert duidelijk dat Zijn regering menselijk bemiddeld zal worden Jes.1:26. In Ezech.46 lezen wij van de vorst die als één der groten in Israël regeren zal, waarschijnlijk uit het geslacht van David (Jer.33:17). Sommige uitleggers denken hier aan David zelf, maar dat geloof ik niet. Want wij geloven niet in reïncarnatie dus dan zou het in een opstandingslichaam moeten zijn. En dat is een nieuwe schepping die niets met zonde en offerande te doen heeft. En zoals in Israël zal het zeker bij de andere volken zijn (Ps.72:10). Er zal een gestrenge maar strikt rechtvaardige justitie zijn (Openb.2:26,27), waarbij iedere moedwillige overtreding door een directe straf gevolgd wordt. Dat is dus geheel anders dan in onze tijdsbedeling (Pred.8:11), doordat satan gebonden is en de zeer overvloedige werking van Gods Geest zal de uitleving van de zonde zeer beperkt en ten onder gehouden worden. De bekering zal dan regel zijn, geen uitzondering zoals nu (Jer. 31:34: Jes.54:13).
Maar al zal het een paradijs zijn in vergelijking met de ellendige wereld waarin wij nu leven, de volmaaktheid is het nog niet, want de zonde en de dood zijn ook hier nog niet geheel overwonnen (Jes.65:20; 1Kor.15:26). Daarom is het loofhuttenfeest,(het laatste!) dat een type is van het duizendjarig rijk, het enige feest dat een achtste dag heeft. Gods verbond met Israël is een sabbatsverbond (Ezech.20:12) omdat de toekomst van Israël met deze aarde verbonden is (Ex.20:11). De achtste dag spreekt echter van de eeuwigheid, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Openb.21:1), wanneer Hij het Koninkrijk aan God en de Vader zal overgegeven hebben en ook de Zoon zelve onderworpen zal worden opdat God zij alles in allen 1Kor.15:24-28.
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde van Jesaja 65:17 is dan ook niet identiek met die van Openb. 21:1, maar een voorportaal, een voorvulling ervan, zoals dat zo vaak in de Schrift voorkomt. Ereunao.
Ik zeg niets,ik geef alleen maar door wat Da Costa hierover zegt.Ik heb in de bovenstaande posters hier genoeg over gezegd,ik ga dat niet herhalen.
Nog eens Da Costa bij ps.2: Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot uw erfdeel, en de einde van de aarde tot uw bezitting. Het is de belofte van een koninkrijk op aarde aan de Messias. God is Koning, is dan ook de hoofdinhoud van de psalmen. Zeker, Christus regeert eerst inwendig en geestelijk over ons hart en over de volken door de prediking des Evangelies, en Hij moet eerst koning zijn over dat kleine koninkrijk van onze harten, zullen wij eenmaal deel hebben in dat grote koninkrijk van Christus, dat met zijn komst zal geopenbaard worden; maar wij moeten Christus’ koninkrijk niet tot de heerschappij over onze harten begrenzen. Immers God zal eenmaal ook zichtbaar en tastbaar koning zijn over de gehele aarde,Zach.14:9. Dat wij dan niet wanhopen bij het zien van het klein aantal Christenen, in vergelijking met de menigte van de Joden en van de Heidenen. In deze bedeling worden slechts de eerstelingen, maar bij Christus’ komst worden de massa’s ingezameld. (-) Eis van Mij. De Zoon mag eisen, en daarom zei Hij ook: "Vader, Ik wil, dat degenen die Gij Mij gegeven hebt, mijn heerlijkheid zien, opdat zij zijn waar Ik ben."Joh.17:24.tot zover Da Costa
. Kortom, heel de Schrift leert ons duidelijk en helder dat het Koninklijk ambt van onze Heere Jezus Christus na Zijn wederkomst en voor de jongste dag en het laatste oordeel nog op een bijzonder luisterrijke wijze op deze aarde openbaar zal worden. Er staat in Matth.24:3 dan ook niet voleinding der wereld (kosmos) maar dezer eeuw; het woord aioon betekent nooit wereld. Hoewel de dan manifest wedergekomen Christus door alle volken als koning erkend zal worden (Ps.2), zal Hij geen volkomen aards bestaan aannemen, zoals bij Zijn eerste komst. Want de Schrift leert duidelijk dat Zijn regering menselijk bemiddeld zal worden Jes.1:26. In Ezech.46 lezen wij van de vorst die als één der groten in Israël regeren zal, waarschijnlijk uit het geslacht van David (Jer.33:17). Sommige uitleggers denken hier aan David zelf, maar dat geloof ik niet. Want wij geloven niet in reïncarnatie dus dan zou het in een opstandingslichaam moeten zijn. En dat is een nieuwe schepping die niets met zonde en offerande te doen heeft. En zoals in Israël zal het zeker bij de andere volken zijn (Ps.72:10). Er zal een gestrenge maar strikt rechtvaardige justitie zijn (Openb.2:26,27), waarbij iedere moedwillige overtreding door een directe straf gevolgd wordt. Dat is dus geheel anders dan in onze tijdsbedeling (Pred.8:11), doordat satan gebonden is en de zeer overvloedige werking van Gods Geest zal de uitleving van de zonde zeer beperkt en ten onder gehouden worden. De bekering zal dan regel zijn, geen uitzondering zoals nu (Jer. 31:34: Jes.54:13).
Maar al zal het een paradijs zijn in vergelijking met de ellendige wereld waarin wij nu leven, de volmaaktheid is het nog niet, want de zonde en de dood zijn ook hier nog niet geheel overwonnen (Jes.65:20; 1Kor.15:26). Daarom is het loofhuttenfeest,(het laatste!) dat een type is van het duizendjarig rijk, het enige feest dat een achtste dag heeft. Gods verbond met Israël is een sabbatsverbond (Ezech.20:12) omdat de toekomst van Israël met deze aarde verbonden is (Ex.20:11). De achtste dag spreekt echter van de eeuwigheid, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Openb.21:1), wanneer Hij het Koninkrijk aan God en de Vader zal overgegeven hebben en ook de Zoon zelve onderworpen zal worden opdat God zij alles in allen 1Kor.15:24-28.
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde van Jesaja 65:17 is dan ook niet identiek met die van Openb. 21:1, maar een voorportaal, een voorvulling ervan, zoals dat zo vaak in de Schrift voorkomt. Ereunao.