De duivel op kerkepad
Iemand zat voor de avonddienst beginnen zou, thuis nog een dutje te doen. Het kon nog het, zo dacht hij. Maar hij viel in slaap en droomde.
Hij droomde, dat hij reeds op weg was naar de kerk en op de weg daarheen kwam hem een vreemdeling achterop, die geheel in het zwart was en een masker droeg.
Goede avond, zei hij, ook naar de kerk? Ja, het treft dat we de weg samen kunnen gaan, dan valt de reis niet zo lang, antwoordde de slaper in zijn droom. Wie bent u eigenlijk, vroeg de slaper. Weet u niet wie ik ben? Ik ben de duivel!
De slaper schrok geweldig. De duivel? En gaat u dan ook naar de kerk? Ja, natuurlijk man, wat dacht je? Daar valt voor mij het meeste werk te doen.
Ik loop met de mensen mee langs het kerkpad, of zit bij hen in de auto en meestal ben ik ook al bij hen thuis eer ze zich gereed maken voor het naar de kerk gaan.
Als het Heilig Avondmaal gehouden wordt, dan ben ik er om te proberen ruzie te verwekken in de gezinnen of in de kerk. Ze snauwen elkaar af op weg naar de kerk. Ik heb veel middelen die mij ten dienste staan, maar alle zijn ze mij geoorloofd. Een knoopje breekt af, de stropdas zit niet goed, de kinderen gooien een beker melk om op tafel, of een vlek in de kleren. Allemaal prachtmiddelen, man.
Bij de boeren laat ik net voor kerktijd een varken uit het hok breken, of een hek openstaan. Vergeten natuurlijk. Och, ik doe maar één persoon zoiets vergeten en dan is het klaar.
Duizend andere dingen staan me ten dienste. De boer kan niet klaar komen met zijn werk, de vrouw kon de vorige nacht niet slapen, ze krijgt hoofdpijn omdat er zaterdagavond zoveel visite is geweest en het zo laat werd.
De winkelier laat ik heel zijn zaak meesjouwen naar de kerk en als ik geluk heb heeft hij aan de kerkgang niets.
’s Zondagsmorgen tracht ik allerlei in te werpen dat verstoort. Het bijbellezen gaat voorbij zonder dat men weet wat gelezen is, het bed evenzo. Ik laat hen laat opstaan, zodat ze hollen moeten om nog net op tijd te zijn.
Zo, zei de slaper, dat is wel heel erg wat u doet! En verder, wat doet u nog meer?
Wel, als de mensen op weg zijn, dan wijs ik ze op verschillende dingen. De boerderijen, de tuinderijen, de winkels, de huizen, enz. Hier zijn de gordijnen niet al te schoon, daar is de tuin een ravage. Weer een ander bekijkt elke etalage die hij of zij passeert op weg naar de kerk.
De jongeren laat ik van alles zien wat ze mooi vinden en hun ijdelheid streelt.
Zelfs de kinderen laat ik niet met rust, ik spoor ze aan, om vooral in de kerk lastig te zijnn en ondeugende dingen uit te halen. Vooral die pepermunten zijn een prachtmiddel. De kinderen laat ik ze kapot bijten, zodat het anderen hindert en ik laat ze zeuren om meer, zodat vader en moeder er druk mee zijn en hun aandacht afgeleid wordt. De kerkzang doe ik verlopen. De één laat ik langzaam achter aan galmen en de ander laat ik geërgerd aan de eerste er op los draven, zodat het een warboel wordt, waarom de dominee en de organist kwaad worden. Hoe meer verwarring onder dat zingen, hoe liever het me is.
Sommige mensen laat ik helemaal hun mond houden en fluister hen in: dat is geen versje voor u. Een ander zeg ik: houd je mond maar, je meent er niets van.
De één laat ik boos worden op de dominee omdat hij in zijn preek hem bij name schijnt te noemen. De ander laat ik woedend worden omdat de organist zo gek speelt. De dominee en de organist warm ik goed op. Ik prijs hen omdat ze het zo goed doen zodat ze ijdel worden en de dingen doen waaraan de gemeente zich ergert.
De dominee is veelal het mikpunt van mijn bedoelingen. Ik fluister hem even voor hij de preekstoel op gaat in, dat hij zich vergist heeft in zijn roeping, niet geschikt is om te preken, dat die en die dit en dat van hem hebben gezegd.
Dan wijs ik hem op de volle kerk, zodat zijn borst vooruit gaat staan. Ik probeer zijn gebed te verhinderen, zodat hij koud en gevoelloos de kansel beklimt. In de consistoriekamer laat ik een kerkenraadslid spreken over het weer, over een lastig huisbezoek, of over onbenullige zaken. Ik weet wel dat ik eenmaal het onderspit moet delven, maar zolang ik kan, zal ik volhouden, uit haat tegen God.
Ziet u daar die mensen bij de ingang staan? Waarom gaan ze niet naar binnen? Omdat ik hen tegenhoud. Ze praten over hun zaken, want morgen is er een grote inschrijving op een bouwwerk, daarover hebben ze het nu zo druk. Reken maar dat ze de hele kerkdienst zitten te rekenenen.
Ziet u die oude vrouw daar? Ik zal haar straks als ze zit, influisteren dat ze deur niet op slot deed, dan kan ze niet meer luisteren, tenzij haar Meester het verhoedt. Ik laat in de gedachten van de mensen hun huizen afbranden, de bliksem inslaan, hun kinderen er witjes uitzien. U ziet, dat ik vanavond heel wat werk te doen heb.
Ik wil u groeten, maar spreek er met niemand over, want waakzame mensen haat ik.
Kom slaper, kom de kerk is bijna uit en u slaapt hier in uw stoel; hé slaper wordt wakker, de duivel is bij u te gast!
De man schrok toen wakker… de kerk was inderdaad bijna uit! Hij had zich verslapen. De duivel was wakker geweest terwijl hij sliep.
**********************************
Gelezen in een ander kerkbode.
“Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten.â€
De duivel op het kerkpad
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
De duivel op het kerkpad
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Das natuurlijk ook wel weer makkelijk gezegd. Het gaat niet om de duivel. Het gaat er om, dat in plaats van bezig te zijn met Gods dingen. We bezig zijn met ons te bekommeren om de dingen van de wereld.Oorspronkelijk gepost door Breekijzertje
Makkelijk om alles aan de duivel toe te dichten hè........
Wat denken we van onze eigen verantwoordelijkheid in deze........?
Een 'breekje' van Breekijzertje
Natuurlijk hebben we onze eigen verantwoordelijkheid. Maar is de satan niet machtig om ons af te leiden? Is ons hart niet genegen te alle kwaad?
Of wij het nu zelfzijn of de satan, hij staat te lachen als wij niet bezig zijn met de dingen van de Heere.
(zo daar mag ik zelf nog eens over na ga denken) :wo
Mooi stukje, om wakker van te worden. Ik hoorde eens iemand zeggen "ik heb medelijden met de satan, hij krijgt overal de schuld van." Onze eigen verantwoordelijkheid is in dezen erg groot, zo niet het grootst, maar door het veronachtzamen hiervan laten we wel de satan toe in onze gedachten.
Met vriendelijke groet, Egbert.
Maar indien gij elkander bijt en vereet, zie toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:15
ps. iedereen die jarig is geweest of iets anders memorabels heeft meegemaakt is hierbij gefeliciteerd, alle anderen veel sterkte.
Maar indien gij elkander bijt en vereet, zie toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:15
ps. iedereen die jarig is geweest of iets anders memorabels heeft meegemaakt is hierbij gefeliciteerd, alle anderen veel sterkte.
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Nog even wil ik terugkomen op de opmerking van Breekijzertje over onze verantwoordelijkheid.
Door het plaatsen van dit verhaal wil ik allerminst pleiten voor een ontlopen van onze verantwoordelijkheid! Het gaat erom dat wij het juiste verband zien, of willen zien in dit verhaal.
Het was Augustinus die leerde dat de mens 'vrijwillig' de satan en het kwade is toegevallen. Hoe komt dat? Omdat we zondaar zijn. De mens is zo verdorven dat er geen enkel goed in hem woont. Toch betekent dat niet dat er geen wijze lessen in dit verhaal staan. Hoe toch strijden tegen deze vijand. We zien hoe hij dagelijks strijdt. Enerzijds om de ongelovigen in hun ongeloof te laten volharden, anderzijds om de Kerk van God te bestrijden. Wel, het krachtigste wapen is het gebed. Het allervolmaakste gebed bidt niet voor niets 'En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze.' Ook hier Breekijzertje lezen we van een vragen om ons te verlossen van de boze. Hier horen we niet dat we moeten bidden, laat ons de boze weerstaan. Dat is onmogelijk. Immers Paulus schreef al 'als ik het goede doe, dan ligt het kwade mij bij'. Daarom, buig de knieën en vraag of Hij u wil ondersteunen als de verzoeking daar is.
Door het plaatsen van dit verhaal wil ik allerminst pleiten voor een ontlopen van onze verantwoordelijkheid! Het gaat erom dat wij het juiste verband zien, of willen zien in dit verhaal.
Het was Augustinus die leerde dat de mens 'vrijwillig' de satan en het kwade is toegevallen. Hoe komt dat? Omdat we zondaar zijn. De mens is zo verdorven dat er geen enkel goed in hem woont. Toch betekent dat niet dat er geen wijze lessen in dit verhaal staan. Hoe toch strijden tegen deze vijand. We zien hoe hij dagelijks strijdt. Enerzijds om de ongelovigen in hun ongeloof te laten volharden, anderzijds om de Kerk van God te bestrijden. Wel, het krachtigste wapen is het gebed. Het allervolmaakste gebed bidt niet voor niets 'En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze.' Ook hier Breekijzertje lezen we van een vragen om ons te verlossen van de boze. Hier horen we niet dat we moeten bidden, laat ons de boze weerstaan. Dat is onmogelijk. Immers Paulus schreef al 'als ik het goede doe, dan ligt het kwade mij bij'. Daarom, buig de knieën en vraag of Hij u wil ondersteunen als de verzoeking daar is.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
De intro van deze thread zou ook kunnen doen denken dat er iets slechts is aan de slaap. Misschien is niets minder waar, misschien is het wel iets heel waardevols waarin onze ziel eventjes de schepping voor zichzelf heeft en eventjes contact kan leggen met de onstoffelijkheid ?
In elk geval ben ik toch steeds weer gelukkig mijn slaap als een gebed aan te bieden, met heel mijn verstand en wezen te kunnen zeggen, Heer hier ben ik, neem mij, verhef mij als U wil, voedt mij aub als U mij nog hier laat, verrijk mij met Liefde, want ik wil het niet alleen krijgen maar ook geven. Onze Vader...
In elk geval ben ik toch steeds weer gelukkig mijn slaap als een gebed aan te bieden, met heel mijn verstand en wezen te kunnen zeggen, Heer hier ben ik, neem mij, verhef mij als U wil, voedt mij aub als U mij nog hier laat, verrijk mij met Liefde, want ik wil het niet alleen krijgen maar ook geven. Onze Vader...