De muziek is te downloaden denk ik! Dank voor de link!Hendrikus schreef:http://www.elkzingzijnlof.nl/liederen.php?ID=3eilander schreef:Ds. Ledeboer
Gedichten
Re: Gedichten
© -DIA- 18-05-2024: 32800
Re: Gedichten
Ik zal er eens over nadenken om het boek met bladmuziek te kopen. Maar dat is off-topic. Ik ken deze bundel niet..
We moeten ons niet alleen in God verblijden om wat we van Hem ontvangen hebben en nog dagelijks ontvangen,
maar ook om wat Hij beloofd heeft en wat we nog van Hem hopen te ontvangen.
Matthew Henry
maar ook om wat Hij beloofd heeft en wat we nog van Hem hopen te ontvangen.
Matthew Henry
Re: Gedichten
zie pbDesiree schreef:Ik zal er eens over nadenken om het boek met bladmuziek te kopen. Maar dat is off-topic. Ik ken deze bundel niet..
~~Soli Deo Gloria~~
Re: Gedichten
Oorlog
Terwijl het verhaal wil dat het verteld en
voorbij is - maar het breekt af
zeker, het is mij verteld en verteld
maar nog
ik zie die grijze beduimelde foto
maar nog is het gras weer groener dan gras
en de bloesems weer witter dan bloesem
in die grijze tuin moet het oorlog zijn geweest
in die man, in die vrouw, dat kind
in dat grijze gras onder die grijs bloeiende boom
het is mij verteld en verteld hoe zij daar
hadden moeten verdwijnen, worden weggevoerd
in de goederentreinen, nooit terugkomen
terwijl het verhaal wil dat het verteld en
voorbij is - maar het breekt af
zeker, het is mij verteld en verteld
hoe vrede wederkeerde
maar nog is er geen andere foto dan deze
waarin het nog moet
Rutger Kopland (1934-2012)
uit: Tot het ons loslaat (1997)
Terwijl het verhaal wil dat het verteld en
voorbij is - maar het breekt af
zeker, het is mij verteld en verteld
maar nog
ik zie die grijze beduimelde foto
maar nog is het gras weer groener dan gras
en de bloesems weer witter dan bloesem
in die grijze tuin moet het oorlog zijn geweest
in die man, in die vrouw, dat kind
in dat grijze gras onder die grijs bloeiende boom
het is mij verteld en verteld hoe zij daar
hadden moeten verdwijnen, worden weggevoerd
in de goederentreinen, nooit terugkomen
terwijl het verhaal wil dat het verteld en
voorbij is - maar het breekt af
zeker, het is mij verteld en verteld
hoe vrede wederkeerde
maar nog is er geen andere foto dan deze
waarin het nog moet
Rutger Kopland (1934-2012)
uit: Tot het ons loslaat (1997)
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Re: Gedichten
Rechtvaardigheid drong aan op straf,
genade vroeg om vrijgeleide.
Hier trad Gods wijsheid tussenbeide,
die allebei voldoening gaf.
O wonderbare gunstbetoning,
o licht, dat zich van 't kruis verspreidt!
Hier schittert Gods gerechtigheid,
hier straalt genadige verschoning.
Re: Gedichten
Lied nr. 73
uit: Elk zing Zijn lof
tekst: Johannes Groenewegen
1.
Ik vrees dat ik nog alles mis
en dat mijn werk geen waarheid is.
En, heb ik mij tot hier bedrogen,
ach, open dan nu nog mijn ogen.
2.
Ik denk weleens zal dan voor mij
Uw aanschijn steeds verborgen zijn?
Of heeft Uw goedheid dan behagen
in mijn verdriet en bitter klagen?
3.
En niettemin mijn harte zegt:
zoekt gij de Heere maar oprecht.
Hij zal voorzeker, vroeg of spade,
u zien met ogen van genade.
4.
Gij hebt, o Heer’, zo lange tijd
tot mij Uw handen uitgebreid
Ja, zo lankmoedig mij gebeden
daar ik versmaadde heil en vrede.
5.
En daarom, Heere, Gij zoudt rein
en eeuwiglijk rechtvaardig zijn
indien ik nimmer Uw genade
genoot, of een van Uw weldaden.
6.
Ik wil dan wachten op U, Heer’,
totdat ik krijg mijn zielsbegeer’.
En nooit zal zijn mijn zak ontbonden,
totdat ik Jezus heb gevonden.
uit: Elk zing Zijn lof
tekst: Johannes Groenewegen
1.
Ik vrees dat ik nog alles mis
en dat mijn werk geen waarheid is.
En, heb ik mij tot hier bedrogen,
ach, open dan nu nog mijn ogen.
2.
Ik denk weleens zal dan voor mij
Uw aanschijn steeds verborgen zijn?
Of heeft Uw goedheid dan behagen
in mijn verdriet en bitter klagen?
3.
En niettemin mijn harte zegt:
zoekt gij de Heere maar oprecht.
Hij zal voorzeker, vroeg of spade,
u zien met ogen van genade.
4.
Gij hebt, o Heer’, zo lange tijd
tot mij Uw handen uitgebreid
Ja, zo lankmoedig mij gebeden
daar ik versmaadde heil en vrede.
5.
En daarom, Heere, Gij zoudt rein
en eeuwiglijk rechtvaardig zijn
indien ik nimmer Uw genade
genoot, of een van Uw weldaden.
6.
Ik wil dan wachten op U, Heer’,
totdat ik krijg mijn zielsbegeer’.
En nooit zal zijn mijn zak ontbonden,
totdat ik Jezus heb gevonden.
© -DIA- 18-05-2024: 32800
Re: Gedichten
Mooi!-DIA- schreef:Lied nr. 73
uit: Elk zing Zijn lof
tekst: Johannes Groenewegen
1.
Ik vrees dat ik nog alles mis
en dat mijn werk geen waarheid is.
En, heb ik mij tot hier bedrogen,
ach, open dan nu nog mijn ogen.
2.
Ik denk weleens zal dan voor mij
Uw aanschijn steeds verborgen zijn?
Of heeft Uw goedheid dan behagen
in mijn verdriet en bitter klagen?
3.
En niettemin mijn harte zegt:
zoekt gij de Heere maar oprecht.
Hij zal voorzeker, vroeg of spade,
u zien met ogen van genade.
4.
Gij hebt, o Heer’, zo lange tijd
tot mij Uw handen uitgebreid
Ja, zo lankmoedig mij gebeden
daar ik versmaadde heil en vrede.
5.
En daarom, Heere, Gij zoudt rein
en eeuwiglijk rechtvaardig zijn
indien ik nimmer Uw genade
genoot, of een van Uw weldaden.
6.
Ik wil dan wachten op U, Heer’,
totdat ik krijg mijn zielsbegeer’.
En nooit zal zijn mijn zak ontbonden,
totdat ik Jezus heb gevonden.
Ik heb een cd gekregen met dit soort liederen, maar ik heb hem nog niet gedraaid.
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
-
- Berichten: 78
- Lid geworden op: 25 feb 2016, 16:24
Re: Gedichten
Die mijns harten vrede zijt.
En de eenig ware ruste,
Reine bron van klare lusten,
Zuivre zon van zaligheid -
Laat mij willen en niet willen,
Wat Gij wilt en niet en wilt,
Blijde gaande door het stille
Leven in uw vreê verstild.
Buiten U is niets dan strijd,
Niets dan moeiten, niets dan zorgen -
Laat mij, in Uw rust geborgen,
Slapen gaan in eeuwigheid.
En de eenig ware ruste,
Reine bron van klare lusten,
Zuivre zon van zaligheid -
Laat mij willen en niet willen,
Wat Gij wilt en niet en wilt,
Blijde gaande door het stille
Leven in uw vreê verstild.
Buiten U is niets dan strijd,
Niets dan moeiten, niets dan zorgen -
Laat mij, in Uw rust geborgen,
Slapen gaan in eeuwigheid.
Wat is uw enige troost, beide in leven en in sterven?
-
- Verbannen
- Berichten: 751
- Lid geworden op: 12 mei 2017, 12:24
- Locatie: Middelharnis
Re: Gedichten
Ja Zonnebloem,het uitnemendste van dit leven is moeite en verdriet. En ons hart blijft onrustig,totdat het rust vind in God!zonnebloem96 schreef:Die mijns harten vrede zijt.
En de eenig ware ruste,
Reine bron van klare lusten,
Zuivre zon van zaligheid -
Laat mij willen en niet willen,
Wat Gij wilt en niet en wilt,
Blijde gaande door het stille
Leven in uw vreê verstild.
Buiten U is niets dan strijd,
Niets dan moeiten, niets dan zorgen -
Laat mij, in Uw rust geborgen,
Slapen gaan in eeuwigheid.
Re: Gedichten
Achter de wolken
Achter de vergrijsde wolken
van het tijdelijk bestaan
zal de Schoonste aller lichten
eens in volheid opengaan
en er zal een stad verrijzen,
rijker dan op aard' bestond,
met de schitterendste schatten,
die geen sterveling ooit vond.
Jeruzalem, hoe droomt mijn hart,
mijn God daar eens 't ontmoeten.
Ik kan soms wenen om die dag
dat ik Hem zal begroeten!
Heimwee laat mijn ziel verzuchten:
Was ik heden in die stad.
Dan zal ik pas echt beseffen,
hoe God mij heeft liefgehad.
Door 't profetisch Woord heeft Hij mij
het Jeruzalem beloofd,
waar ik eind'lijk mag aanschouwen,
Hem in Wie ik heb geloofd.
Jeruzalem, hoe droomt mijn hart,
mijn God daar eens 't ontmoeten.
Ik kan soms wenen om die dag
dat ik Hem zal begroeten!
Achter de vergrijsde wolken
komt de Godsstad reeds in zicht.
Nu reeds word ik in vervoering
boven 't aardse uitgelicht.
Hemelklanken spreiden vrede
als 'k door gouden straten ga
en ik juichend, welgeborgen
voor mijn Heiland Jezus sta!
Jeruzalem, hoe droomt mijn hart,
mijn God daar eens 't ontmoeten.
Ik kan soms wenen om die dag
dat ik Hem zal begroeten!
Frits Deubel
Achter de vergrijsde wolken
van het tijdelijk bestaan
zal de Schoonste aller lichten
eens in volheid opengaan
en er zal een stad verrijzen,
rijker dan op aard' bestond,
met de schitterendste schatten,
die geen sterveling ooit vond.
Jeruzalem, hoe droomt mijn hart,
mijn God daar eens 't ontmoeten.
Ik kan soms wenen om die dag
dat ik Hem zal begroeten!
Heimwee laat mijn ziel verzuchten:
Was ik heden in die stad.
Dan zal ik pas echt beseffen,
hoe God mij heeft liefgehad.
Door 't profetisch Woord heeft Hij mij
het Jeruzalem beloofd,
waar ik eind'lijk mag aanschouwen,
Hem in Wie ik heb geloofd.
Jeruzalem, hoe droomt mijn hart,
mijn God daar eens 't ontmoeten.
Ik kan soms wenen om die dag
dat ik Hem zal begroeten!
Achter de vergrijsde wolken
komt de Godsstad reeds in zicht.
Nu reeds word ik in vervoering
boven 't aardse uitgelicht.
Hemelklanken spreiden vrede
als 'k door gouden straten ga
en ik juichend, welgeborgen
voor mijn Heiland Jezus sta!
Jeruzalem, hoe droomt mijn hart,
mijn God daar eens 't ontmoeten.
Ik kan soms wenen om die dag
dat ik Hem zal begroeten!
Frits Deubel
Wij leven in een wereld waarin bijna alles ons afleidt van God.
Daarom zullen we keuzes moeten maken als we een vertrouwelijke omgang met God willen.
Daarom zullen we keuzes moeten maken als we een vertrouwelijke omgang met God willen.
-
- Berichten: 78
- Lid geworden op: 25 feb 2016, 16:24
Re: Gedichten
Heeft men voorspoed, hoge staten,
grote eer en machtig goed?
Och, wat kan dit alles baten?
En wat geeft dat aan ‘t gemoed,
mist men Jezus ondertussen?
Dorst naar meer geeft groot verdriet
en het kan geen onlust blussen,
want men vindt er Jezus niet.
Och, wat is er op de aarde
of in ‘s hemels wijd gespan?
Niets is er van zulke waarde,
dat mijn ziel vernoegen kan.
God alleen is boven allen,
Die kan stelpen mijn verdriet.
Maar ook Die zal mij ontvallen,
viel mijn lot op Jezus niet.
Heer’, wat zou Gij mij toch geven?
Geef mij Jezus of ik sterf.
Zonder Jezus is geen leven,
maar een eeuwig zielsverderf.
Wil mijn ziel aan Jezus voegen,
dan bespot ik al ‘t verdriet.
Jezus is mijn zielsgenoegen,
buiten Jezus wil ik niet.
Heere Jezus, kom toch nader,
maak mijn ziel eens onbevreesd.
Leer mij zeggen: ‘Abba, Vader’,
leid en troost mij door Uw Geest.
Naar U brandt mijn ziel met lusten,
daarom voel ik geen verdriet.
‘k Wil in mijne Jezus rusten,
buiten Jezus is er niet.
Nicolaus Barentzonius
grote eer en machtig goed?
Och, wat kan dit alles baten?
En wat geeft dat aan ‘t gemoed,
mist men Jezus ondertussen?
Dorst naar meer geeft groot verdriet
en het kan geen onlust blussen,
want men vindt er Jezus niet.
Och, wat is er op de aarde
of in ‘s hemels wijd gespan?
Niets is er van zulke waarde,
dat mijn ziel vernoegen kan.
God alleen is boven allen,
Die kan stelpen mijn verdriet.
Maar ook Die zal mij ontvallen,
viel mijn lot op Jezus niet.
Heer’, wat zou Gij mij toch geven?
Geef mij Jezus of ik sterf.
Zonder Jezus is geen leven,
maar een eeuwig zielsverderf.
Wil mijn ziel aan Jezus voegen,
dan bespot ik al ‘t verdriet.
Jezus is mijn zielsgenoegen,
buiten Jezus wil ik niet.
Heere Jezus, kom toch nader,
maak mijn ziel eens onbevreesd.
Leer mij zeggen: ‘Abba, Vader’,
leid en troost mij door Uw Geest.
Naar U brandt mijn ziel met lusten,
daarom voel ik geen verdriet.
‘k Wil in mijne Jezus rusten,
buiten Jezus is er niet.
Nicolaus Barentzonius
Wat is uw enige troost, beide in leven en in sterven?
Re: Gedichten
Lied 17:
Zielenvragen
Tekst: Hermanus Witsius
Melodie en zetting: Dick Sanderman
1. Is er nog, o groot Ontfermer,
is er voor een nare kermer,
voor een schreier nog gehoor?
Is er nog een open oor?
Mag een mond vervuld met zonden,
mag een ziel vervuild van wonden,
die van etter vloeien, mag
die nog uiten haar geklag?
2. Is er, Heer’, nog enig hopen?
Staat de deur Uws goedheid open
voor een zondaar, die het meest’
licht van allen is geweest?
Wilt Gij zijn geschrei nog dulden,
die voor zoveel duizend schulden
bij U aangetekend is?
Schenkt G’ hem wel vergiffenis?
3. ´k Zal dan alleszins betuigen,
´k Wil mij onder U wel buigen.
Gij zijt Heerser, ik Uw knecht
die Gij onder hebt gelegd.
t Is wel hard; maar ´t is rechtvaardig:
Ik ben schand’, Gij eere waardig.
Zijt Gij met mijn doem gediend,
zoek Uw eer, Ik heb ’t verdiend.
4. ‘t Zij hoe ‘t zij, mijn droeve ogen,
laat uw springbron nooit verdrogen.
houd, van schreien nimmer mat,
steeds mijn wang en leger nat.
Wakker nu, gewone klachten,
vergezelschapt hele nachten,
hele dagen, mijn getreur,
tot mijn hart aan stukken scheur’.
5. ‘t Is nog altijd zoet te stenen,
‘t is nog zoet te liggen wenen,
zoetste Jezus, aan Uw schoot.
En aldaar zijn zielennood,
en aldaar zijn stoute zonden,
oorzaak van die hartenwonden,
uit te storten! ‘t Licht het hart
nog een weinig in zijn smart.
NOTA BENE
Oorspronkelijke versie van H. Witsius:
Ja, schoon Gij mij woudt verdoemen
Nog zal ik U billijk noemen:
Want ik mij zulks waardig ken
Snode zondaar als ik ben.
'k Zal en moet, en wil 't ook dragen
Haagt het U, 't moet mij behagen.
'k Zeg en meen het; Gij doet wèl
schoon Gij wierpt mij in de hel
't Is wel hard, maar 't is rechtvaardig.
Ik ben schand, Gij ere waardig.
Zijt Gij met mijn doem gediend
Zoek Uw eer, ik heb 't verdiend.
Zielenvragen
Tekst: Hermanus Witsius
Melodie en zetting: Dick Sanderman
1. Is er nog, o groot Ontfermer,
is er voor een nare kermer,
voor een schreier nog gehoor?
Is er nog een open oor?
Mag een mond vervuld met zonden,
mag een ziel vervuild van wonden,
die van etter vloeien, mag
die nog uiten haar geklag?
2. Is er, Heer’, nog enig hopen?
Staat de deur Uws goedheid open
voor een zondaar, die het meest’
licht van allen is geweest?
Wilt Gij zijn geschrei nog dulden,
die voor zoveel duizend schulden
bij U aangetekend is?
Schenkt G’ hem wel vergiffenis?
3. ´k Zal dan alleszins betuigen,
´k Wil mij onder U wel buigen.
Gij zijt Heerser, ik Uw knecht
die Gij onder hebt gelegd.
t Is wel hard; maar ´t is rechtvaardig:
Ik ben schand’, Gij eere waardig.
Zijt Gij met mijn doem gediend,
zoek Uw eer, Ik heb ’t verdiend.
4. ‘t Zij hoe ‘t zij, mijn droeve ogen,
laat uw springbron nooit verdrogen.
houd, van schreien nimmer mat,
steeds mijn wang en leger nat.
Wakker nu, gewone klachten,
vergezelschapt hele nachten,
hele dagen, mijn getreur,
tot mijn hart aan stukken scheur’.
5. ‘t Is nog altijd zoet te stenen,
‘t is nog zoet te liggen wenen,
zoetste Jezus, aan Uw schoot.
En aldaar zijn zielennood,
en aldaar zijn stoute zonden,
oorzaak van die hartenwonden,
uit te storten! ‘t Licht het hart
nog een weinig in zijn smart.
NOTA BENE
Oorspronkelijke versie van H. Witsius:
Ja, schoon Gij mij woudt verdoemen
Nog zal ik U billijk noemen:
Want ik mij zulks waardig ken
Snode zondaar als ik ben.
'k Zal en moet, en wil 't ook dragen
Haagt het U, 't moet mij behagen.
'k Zeg en meen het; Gij doet wèl
schoon Gij wierpt mij in de hel
't Is wel hard, maar 't is rechtvaardig.
Ik ben schand, Gij ere waardig.
Zijt Gij met mijn doem gediend
Zoek Uw eer, ik heb 't verdiend.
© -DIA- 18-05-2024: 32800
-
- Berichten: 16185
- Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
- Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com
Re: Gedichten
N.a.v. van dit gedicht rijst bij mij een onbehagelijk gevoel. Ik moest namelijk denken aan het stukje wat ds. Labee onlangs schreef op de achterkant van 'De Saambinder', n.a.v. dit onderwerp.-DIA- schreef:Lied 17:
Zielenvragen
Tekst: Hermanus Witsius
Melodie en zetting: Dick Sanderman
1. Is er nog, o groot Ontfermer,
is er voor een nare kermer,
voor een schreier nog gehoor?
Is er nog een open oor?
Mag een mond vervuld met zonden,
mag een ziel vervuild van wonden,
die van etter vloeien, mag
die nog uiten haar geklag?
2. Is er, Heer’, nog enig hopen?
Staat de deur Uws goedheid open
voor een zondaar, die het meest’
licht van allen is geweest?
Wilt Gij zijn geschrei nog dulden,
die voor zoveel duizend schulden
bij U aangetekend is?
Schenkt G’ hem wel vergiffenis?
3. ´k Zal dan alleszins betuigen,
´k Wil mij onder U wel buigen.
Gij zijt Heerser, ik Uw knecht
die Gij onder hebt gelegd.
t Is wel hard; maar ´t is rechtvaardig:
Ik ben schand’, Gij eere waardig.
Zijt Gij met mijn doem gediend,
zoek Uw eer, Ik heb ’t verdiend.
4. ‘t Zij hoe ‘t zij, mijn droeve ogen,
laat uw springbron nooit verdrogen.
houd, van schreien nimmer mat,
steeds mijn wang en leger nat.
Wakker nu, gewone klachten,
vergezelschapt hele nachten,
hele dagen, mijn getreur,
tot mijn hart aan stukken scheur’.
5. ‘t Is nog altijd zoet te stenen,
‘t is nog zoet te liggen wenen,
zoetste Jezus, aan Uw schoot.
En aldaar zijn zielennood,
en aldaar zijn stoute zonden,
oorzaak van die hartenwonden,
uit te storten! ‘t Licht het hart
nog een weinig in zijn smart.
NOTA BENE
Oorspronkelijke versie van H. Witsius:
Ja, schoon Gij mij woudt verdoemen
Nog zal ik U billijk noemen:
Want ik mij zulks waardig ken
Snode zondaar als ik ben.
'k Zal en moet, en wil 't ook dragen
Haagt het U, 't moet mij behagen.
'k Zeg en meen het; Gij doet wèl
schoon Gij wierpt mij in de hel
't Is wel hard, maar 't is rechtvaardig.
Ik ben schand, Gij ere waardig.
Zijt Gij met mijn doem gediend
Zoek Uw eer, ik heb 't verdiend.
Als men door ontdekkend licht gaat inzien dat men een godeloze is, dan wordt men het wél waardig dat men de hel verdient heeft. Maar zo'n ziel zal nooit tot God bidden: "Als U het wil, werp me dan maar in de hel." Nee, juist, die droefheid drijft uit tot Christus en dan wordt het gebed: "Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn. Ik heb de hel verdiend (en dat is wat anders dan zeggen: "Als U het wil, werp me dan maar in de hel." Want God zal dat nooit doen met iemand die uit de nood tot Hem roept. Want Hij werkt dan al met Zijn Geest in het hart. Hij wil om bekering gebeden zijn!), maar zie toch naar mij om. Wees mij, zondaar genadig!!!"
Was getekend,
uw medeforummer Jantje
uw medeforummer Jantje
Re: Gedichten
Daar dachten Thomas Hooker en Thomas Shepard anders over. Zij zeiden dat een mens eerst naar de hel moet willen, voordat ...*Jantje schreef:N.a.v. van dit gedicht rijst bij mij een onbehagelijk gevoel. Ik moest namelijk denken aan het stukje wat ds. Labee onlangs schreef op de achterkant van 'De Saambinder', n.a.v. dit onderwerp.
Als men door ontdekkend licht gaat inzien dat men een godeloze is, dan wordt men het wél waardig dat men de hel verdient heeft. Maar zo'n ziel zal nooit tot God bidden: "Als U het wil, werp me dan maar in de hel." Nee, juist, die droefheid drijft uit tot Christus en dan wordt het gebed: "Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn. Ik heb de hel verdiend (en dat is wat anders dan zeggen: "Als U het wil, werp me dan maar in de hel." Want God zal dat nooit doen met iemand die uit de nood tot Hem roept. Want Hij werkt dan al met Zijn Geest in het hart. Hij wil om bekering gebeden zijn!), maar zie toch naar mij om. Wees mij, zondaar genadig!!!"
* Ik zeg het even in eigen woorden, dus verbetering is welkom.
Maar dat even terzijde. Ik vind dit overigens een zeer moeilijk punt. Op dit punt komen namelijk het God vrijlaten in Zijn soevereiniteit en eens worden met God, dat God geen onrecht zou doen als Hij aan een mens voorbij zou gaan, kijken. Eigenlijk zie je hiervan ook trekken bij Ds. du Marchie van Voorthuysen, die sterk betrokken was op Shepard. Deze verbondt God de eer geven aan het liefkrijgen, billijken en omhelsen van Gods recht. Een mens moet naar recht verloren gaan en het eens worden met God onder dat verdoemend recht. Ds. Smits (en met hem anderen) noemen dat 'onder God komen'. En dat is iets waar ik bij aansluit, alleen hoe te onderbouwen is altijd een moeilijk punt vind ik.
Re: Gedichten
Het zijn 56 coupletten. Dit zijn de eerste vijf. Uitgegeven door het Kersten Onderwijscentrum, zuiverder kan het haast niet :-)-DIA- schreef:Lied 17:
Zielenvragen
Tekst: Hermanus Witsius
NOTA BENE
Oorspronkelijke versie van H. Witsius:
[/i]