Sommigen van jullie mogen in het ambt zitten andere hebben erin gezeten en sommige niet.
In onze kerkverband wordt er een tweetal gesteld aan de hand van een groslijst. ( GerGem ).
De gemeente stemt op 1 van de 2 en deze ontvangt de vraag of hij het ambt kan aannemen.
Indien hij het aanneemt luid later tijdens de bevestiging de volgende vraag:
Terugkomend op de roeping heb ik de volgende vragen?Ten eerste: bent u er in uw hart van overtuigd dat u wettig door Gods gemeente en daarom door God zelf tot deze heilige dienst geroepen bent?
- 1: Als de gemeente je kiest, Is het dan ook dat God je roept doormiddel van de gemeente?
2: Is er een bijzondere roeping nodig van God zelf doormiddel van zijn middelen, of is de gemeente voldoende?
3: Op het moment dat je jezelf herkiesbaar stelt, dien je dan door God zelf nogmaals geroepen te worden? (Indien dit van toepassing is)
4: Indien de gemeente je herkiest. Spreken wij dan nog wel van een bevestiging van je roeping, aangezien de gemeente in de meeste gevallen de gestelde persoon herkiest.
Sommige ambtsdragers twijfelen of ze mogen stoppen, omdat ze telkens herkozen worden. Terwijl de gemeente bijna standaard de zittende ambtsdragers herkiest.
Sommige vragen zich af of ze het ambt wel opnieuw mogen aannemen omdat de eerste roeping zo anders is als de 2e roeping. etc.
Wie zou hierop willen reageren?