Geestelijke Strijd
Geestelijke Strijd
Wat wordt er precies bedoeld met de geestelijke strijd, en de geestelijke wapenrusting? Hoe is dit in praktijk toepasbaar?
"Doet aan de gehele wapenrusting Gods"
Ik meen dat je daar op doel.
Als eerste wil ik er op wijzen dat we zonder de genade Gods geen geestelijke strijd voeren zoals die hier bedoelt wordt. De hier bedoelde geestelijke strijd voeren betekend dat we aan de kant van Christus dienen te strijden. Zoland we niet aan Zijn kant strijden, strijden we TEGEN Hem aan de kant van Satan.
Dit verklaart ook gelijk wat er nu hier met de geesteljike strijd bedoeld wordt: het strijden tegen Satan en zijn bedrijgingen. Omdat wij mensen hier van onszelf niet toe bekwaam zijn, heeft God ons hiervoor de juiste middelen gegeven om staande te blijven in deze strijd. Paulus heeft deze middelen gerelateerd aan een voorbeeld uit zijn eigen tijd.
In Paulus tijd was een Romeins soldaat een bekend verschijnsel in de samenleving. Iedereen herkende zo'n soldaat aan zijn uitrusting. Daarom relateerde Paulus zijn uitleg aan zo'n uitrusting.
(Lees Efeze 6)
10
Voorts, mijn broeders, wordt krachtig17) in den Heere, en in de sterkte Zijner
macht.
11
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de
listige18) omleidingen des duivels.
12
Want wij hebben den strijd niet tegen19) vlees en bloed,20) maar tegen de
overheden,21) tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der
duisternis22) dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden23) in de lucht.24)
13
Daarom neemt aan de gehele25) wapenrusting Gods, opdat gij kunt
wederstaan in den bozen dag,26) en alles verricht hebbende,27) staande
blijven.
14
Staat dan,28) uw lenden omgord hebbende29) met de waarheid,30) en
aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;31)
15
En de voeten geschoeid32) hebbende met bereidheid33) van het Evangelie des
vredes;34)
16
Bovenal aangenomen hebbende het schild35) des geloofs, met hetwelk gij al
de vurige36) pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.37)
17
En neemt den helm der zaligheid,38) en het zwaard des Geestes,39) hetwelk is
Gods Woord.
18
Met alle bidding40) en smeking, biddende te allen tijd in den Geest,41) en tot
hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;42)
19
En voor mij, opdat mij het Woord43) gegeven worde in de opening mijns
monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het Evangelie bekend
te maken;
(kantekeningen)
17)
wordt krachtig
Dat is, weest dagelijks meer en meer, door de kracht des Heeren, tegen uwe
vijanden versterkt. Waartoe de middelen van Ef. 6:13 voorts worden
voorgesteld.
18)
listige
Dat is, bedriegelijke verleidingen. Zie Ef. 4:14.
19)
niet tegen
Namelijk alleen, of voornamelijk. Want ook de wereld en ons eigen vlees
leveren ons gedurigen strijd; maar onze voornaamste vijand, die ook de
wereld en ons vlees daartoe gebruikt, is de Satan. Zie 1 Petr. 5:8.
20)
vlees en bloed,
Dat is, zwakke mensen, gelijk wij ook zelf zijn. Zie Matth. 16:17; Gal. 1:16.
21)
overheden,
De apostel geeft hier den Satan en zijnen engelen deze titels, niet omdat zij
van God tot rechte oversten en regeerders der wereld gesteld zijn, gelijk God
den dienst der goede engelen dikwijls gebruikt, Ef. 1:21, en Ef. 3:10, maar
omdat zij hunne macht, die de goede engelen van God hebben, en dezen
door hunnen val verloren hebben, nochtans als tyrannen met list en geweld
over de verdorven en boze wereld nog gebruiken; en dat door een
rechtvaardig oordeel Gods hun hetzelve, tot straf der kwaden en een oefening
der goeden, voor enen tijd wordt toegelaten. Zie 2 Cor. 4:4; 2 Thess. 2:9,10.
Zie ook de aantekeningen Ef. 2:2.
22)
der duisternis
Zo wordt het rijk des Satans genaamd, omdat hij door onkennis of
onwetendheid van God en Zijn woord de mensen tot allerlei zonden en
boosheden brengt. Zie Hand. 26:18; Col. 1:13.
23)
de geestelijke boosheden
Grieks, de geestelijke der boosheid; dat is, geesten, die tot alle boosheid zijn
genegen, en de mensen daartoe ook zoeken te brengen.
24)
in de lucht.
Grieks, in de hemelse, of, overhemelse plaatsen; en wordt dit woord hier
anders verstaan dan in de andere plaatsen van dezen brief, omdat de lucht
somwijlen hemel wordt genaamd, Lev. 26:19; Matth. 6:26, en de apostel
noemt hier voor, Ef. 2;2, den Satan uitdrukkelijk den overste der macht van
de lucht; want dat de Satan gene plaats noch macht meer heeft in den rechten
hemel, blijkt uit 2 Petr. 2:4; Jud.:6; Openb. 12:8, enz.
25)
de gehele
Of, de gehele wapening; namelijk waarmede ons God in Zijn woord wapent
tegen alle aanvallen des Satans.
26)
den bozen dag,
Dat is, de tijd der verzoeking, gelijk Christus spreekt Luk. 8:13; want hoewel
wij altijd op onze hoede moeten zijn, zijn er nochtans enige tijden en
gelegenheden, in welke ons de Satan allermeest zoekt te bestrijden, om ons
tot den val te brengen.
27)
verricht hebbende,
Of, uitgewrocht hebbende; namelijk hetgeen ons in dezen strijd te doen staat
tot overwinning dezer vijanden, hetwelk daarna wordt beschreven.
28)
Staat dan,
Namelijk als goede krijgslieden, wakker, en elk in zijne orde, zonder in het
minste toe te geven, of te wijken. Zie 1 Petr. 5:9.
29)
omgord hebbende
De krijgsgordels waren eertijds breed en sterk, van sterke stof gemaakt, en
met ijzeren of koperen plaatjes beslagen, waardoor de zwakste partijen des
lichaams, dat is, de lenden en opperbuik werden gegord, gestijfd, en
beschermd.
30)
de waarheid,
Sommigen verstaan hierdoor oprechtheid gesteld tegen geveinsdheid;
anderen, de waarheid der leer, gesteld tegen alle dwalingen en ketterijen. Zie
1 Tim. 1:18,19.
31)
der gerechtigheid;
Dat is, godzaligheid des levens, en een goede conscientie, gelijk Paulus tot
Timotheus ook spreekt in de aangehaalde plaats.
32)
de voeten geschoeid
Waardoor ook de schenen, of benen tot de knieën toe worden verstaan, die
de ouden in den krijg tezamen met laarsjes en scheendekselen wapenden,
niet alleen tegen de ongemakken des weders, maar ook om een pijl of slag te
wederstaan.
33)
bereidheid
Dat is, met altijd bereid te zijn om het geloof te belijden en rekenschap te
geven van de hope die in u is, Rom. 10:10; 1 Petr. 3:15, want de
schaamachtigen, of vreesachtigen in dit stuk, pleegt de satan lichtelijk tot
zware zonden te brengen.
34)
des vredes;
Dat is, waardoor ons de vrede met God wordt verkondigd; Rom. 10:15.
35)
het schild
Dat is, van het ware vertrouwen op God door Christus. Want hierdoor
worden al de onvolmaaktheden der voorgaande wapenen gedekt, en wij
tegen alle aanvallen des satans beschermd; Ps. 91:1, enz.; 1 Petr. 5:9, enz.
36)
de vurige
Sommigen verstaan dit van venijnige pijlen, die door hun venijn het lichaam en
de kwetsuur ontsteken als met een brand, gelijk er eertijds in den krijg vele
plachten gebruikt te worden; andere van pijlen, die met de punten in het vuur
gelegd werden, om te harder te zijn en meer te schaden; of ook om den
brand ergens in te schieten. Dit alles komt met de natuur van de verzoekingen
des satans overeen, die als een venijn en vuur de ziel kwetsen en
doordringen, zo zij niet intijds gestuit en geblust worden.
37)
uitblussen.
Dat is, niet alleen af te weren, maar ook al hun venijnige kracht van
beschadigen te benemen.
38)
der zaligheid,
Dat is, van de hoop der zaligheid, gelijk Paulus daarbij voegt, 1 Thess. 5:8,
waardoor wij bewogen worden om alle vergankelijke dingen te verachten;
Rom. 8:18,24.
39)
des Geestes,
Dat is, des Heiligen Geestes, hetwelk Hij ons gelijk als in de hand geeft, om
den Satan op alle voorgestelde verzoekingen te wederstaan. Zie Hebr. 4:12,
en het exempel van Christus tegen den Satan; Matth. 4:1, enz.
40)
bidding
Sommigen onderscheiden dit alzo, dat door het woord bidding verstaan
wordt een afbidden van het kwaad, of der verzoeking; en door het woord
smeking verstaan wordt een ernstig gebed om Gods hulp en genade, ten
einde, zo het God immers belieft ons daarin te laten vallen, wij in de
verzoeking kunnen bestaan, en een goede uitkomst mogen verkrijgen, 1 Cor.
10:13. Zie van dit onderscheid ook 1 Tim. 2:1.
41)
in den Geest,
Dat is, met ernst en van harte, gelijk Joh. 4:24. Of, door den Geest, dat is, de
Heilige Geest; Rom. 8:26,27.
42)
voor al de heiligen;
Dat is, gelovigen, die in deze wereld ook in dergelijken strijd zijn.
43)
het Woord
Dat is, de bekwaamheid om het Woord Gods te spreken met standvastigheid
en vrijmoedigheid; een Hebreeuwse wijze van spreken, gelijk Ef. 6:20
verklaart.
ik denk dat deze verklaringen duidelijk sprken, toch wil ik nog even 1 ding aan stippen wat nogal opvallend is. We zien in deze wapenrusting alleen wapens terugkomen die voor de verdediging en bescherming van de soldaat zijn. Aan het eind noemt Paulus voor het eerst en als enige een aanvals wapentuig. Het zwaard de Geestes, hetwelk is Gods Woord. Zo behoeven wij dus vanuit onszelf niet aan te vallen tegen Satan, alleen ons verdedigen. En als Satan door de beschermde uitrusting heen drijgt te breken, hebben we altijd nog de mogelijkheid voor een tegenaanval die Christus ons zelf geleerd heeft (Satans verzoekingen in de woestijn): "er staat geschreven......." Satan is machtig, maar zal nooit de macht van Gods Woord kunnen breken.
Een andere verklaring waarom hier alleen maar verdedigings wapens genoemd worden is omdat we vanuit onszelf Satan niet kunnen verslaan. Dit hoeft ook niet trouwens, wat dat heeft Christus al gedaan. Wel kunnen we ons met de wapens waarmee God ons uitrust verdedigen tegen Satans aanvallen.
Over de vraag hoe we dit in de praktijk kunnen toepassen: lees het volgende boek eens: "kostbare hulpmiddelen tegen satans bedriegerijen" van Thomas Brooks
Ik meen dat je daar op doel.
Als eerste wil ik er op wijzen dat we zonder de genade Gods geen geestelijke strijd voeren zoals die hier bedoelt wordt. De hier bedoelde geestelijke strijd voeren betekend dat we aan de kant van Christus dienen te strijden. Zoland we niet aan Zijn kant strijden, strijden we TEGEN Hem aan de kant van Satan.
Dit verklaart ook gelijk wat er nu hier met de geesteljike strijd bedoeld wordt: het strijden tegen Satan en zijn bedrijgingen. Omdat wij mensen hier van onszelf niet toe bekwaam zijn, heeft God ons hiervoor de juiste middelen gegeven om staande te blijven in deze strijd. Paulus heeft deze middelen gerelateerd aan een voorbeeld uit zijn eigen tijd.
In Paulus tijd was een Romeins soldaat een bekend verschijnsel in de samenleving. Iedereen herkende zo'n soldaat aan zijn uitrusting. Daarom relateerde Paulus zijn uitleg aan zo'n uitrusting.
(Lees Efeze 6)
10
Voorts, mijn broeders, wordt krachtig17) in den Heere, en in de sterkte Zijner
macht.
11
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de
listige18) omleidingen des duivels.
12
Want wij hebben den strijd niet tegen19) vlees en bloed,20) maar tegen de
overheden,21) tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der
duisternis22) dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden23) in de lucht.24)
13
Daarom neemt aan de gehele25) wapenrusting Gods, opdat gij kunt
wederstaan in den bozen dag,26) en alles verricht hebbende,27) staande
blijven.
14
Staat dan,28) uw lenden omgord hebbende29) met de waarheid,30) en
aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;31)
15
En de voeten geschoeid32) hebbende met bereidheid33) van het Evangelie des
vredes;34)
16
Bovenal aangenomen hebbende het schild35) des geloofs, met hetwelk gij al
de vurige36) pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.37)
17
En neemt den helm der zaligheid,38) en het zwaard des Geestes,39) hetwelk is
Gods Woord.
18
Met alle bidding40) en smeking, biddende te allen tijd in den Geest,41) en tot
hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;42)
19
En voor mij, opdat mij het Woord43) gegeven worde in de opening mijns
monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het Evangelie bekend
te maken;
(kantekeningen)
17)
wordt krachtig
Dat is, weest dagelijks meer en meer, door de kracht des Heeren, tegen uwe
vijanden versterkt. Waartoe de middelen van Ef. 6:13 voorts worden
voorgesteld.
18)
listige
Dat is, bedriegelijke verleidingen. Zie Ef. 4:14.
19)
niet tegen
Namelijk alleen, of voornamelijk. Want ook de wereld en ons eigen vlees
leveren ons gedurigen strijd; maar onze voornaamste vijand, die ook de
wereld en ons vlees daartoe gebruikt, is de Satan. Zie 1 Petr. 5:8.
20)
vlees en bloed,
Dat is, zwakke mensen, gelijk wij ook zelf zijn. Zie Matth. 16:17; Gal. 1:16.
21)
overheden,
De apostel geeft hier den Satan en zijnen engelen deze titels, niet omdat zij
van God tot rechte oversten en regeerders der wereld gesteld zijn, gelijk God
den dienst der goede engelen dikwijls gebruikt, Ef. 1:21, en Ef. 3:10, maar
omdat zij hunne macht, die de goede engelen van God hebben, en dezen
door hunnen val verloren hebben, nochtans als tyrannen met list en geweld
over de verdorven en boze wereld nog gebruiken; en dat door een
rechtvaardig oordeel Gods hun hetzelve, tot straf der kwaden en een oefening
der goeden, voor enen tijd wordt toegelaten. Zie 2 Cor. 4:4; 2 Thess. 2:9,10.
Zie ook de aantekeningen Ef. 2:2.
22)
der duisternis
Zo wordt het rijk des Satans genaamd, omdat hij door onkennis of
onwetendheid van God en Zijn woord de mensen tot allerlei zonden en
boosheden brengt. Zie Hand. 26:18; Col. 1:13.
23)
de geestelijke boosheden
Grieks, de geestelijke der boosheid; dat is, geesten, die tot alle boosheid zijn
genegen, en de mensen daartoe ook zoeken te brengen.
24)
in de lucht.
Grieks, in de hemelse, of, overhemelse plaatsen; en wordt dit woord hier
anders verstaan dan in de andere plaatsen van dezen brief, omdat de lucht
somwijlen hemel wordt genaamd, Lev. 26:19; Matth. 6:26, en de apostel
noemt hier voor, Ef. 2;2, den Satan uitdrukkelijk den overste der macht van
de lucht; want dat de Satan gene plaats noch macht meer heeft in den rechten
hemel, blijkt uit 2 Petr. 2:4; Jud.:6; Openb. 12:8, enz.
25)
de gehele
Of, de gehele wapening; namelijk waarmede ons God in Zijn woord wapent
tegen alle aanvallen des Satans.
26)
den bozen dag,
Dat is, de tijd der verzoeking, gelijk Christus spreekt Luk. 8:13; want hoewel
wij altijd op onze hoede moeten zijn, zijn er nochtans enige tijden en
gelegenheden, in welke ons de Satan allermeest zoekt te bestrijden, om ons
tot den val te brengen.
27)
verricht hebbende,
Of, uitgewrocht hebbende; namelijk hetgeen ons in dezen strijd te doen staat
tot overwinning dezer vijanden, hetwelk daarna wordt beschreven.
28)
Staat dan,
Namelijk als goede krijgslieden, wakker, en elk in zijne orde, zonder in het
minste toe te geven, of te wijken. Zie 1 Petr. 5:9.
29)
omgord hebbende
De krijgsgordels waren eertijds breed en sterk, van sterke stof gemaakt, en
met ijzeren of koperen plaatjes beslagen, waardoor de zwakste partijen des
lichaams, dat is, de lenden en opperbuik werden gegord, gestijfd, en
beschermd.
30)
de waarheid,
Sommigen verstaan hierdoor oprechtheid gesteld tegen geveinsdheid;
anderen, de waarheid der leer, gesteld tegen alle dwalingen en ketterijen. Zie
1 Tim. 1:18,19.
31)
der gerechtigheid;
Dat is, godzaligheid des levens, en een goede conscientie, gelijk Paulus tot
Timotheus ook spreekt in de aangehaalde plaats.
32)
de voeten geschoeid
Waardoor ook de schenen, of benen tot de knieën toe worden verstaan, die
de ouden in den krijg tezamen met laarsjes en scheendekselen wapenden,
niet alleen tegen de ongemakken des weders, maar ook om een pijl of slag te
wederstaan.
33)
bereidheid
Dat is, met altijd bereid te zijn om het geloof te belijden en rekenschap te
geven van de hope die in u is, Rom. 10:10; 1 Petr. 3:15, want de
schaamachtigen, of vreesachtigen in dit stuk, pleegt de satan lichtelijk tot
zware zonden te brengen.
34)
des vredes;
Dat is, waardoor ons de vrede met God wordt verkondigd; Rom. 10:15.
35)
het schild
Dat is, van het ware vertrouwen op God door Christus. Want hierdoor
worden al de onvolmaaktheden der voorgaande wapenen gedekt, en wij
tegen alle aanvallen des satans beschermd; Ps. 91:1, enz.; 1 Petr. 5:9, enz.
36)
de vurige
Sommigen verstaan dit van venijnige pijlen, die door hun venijn het lichaam en
de kwetsuur ontsteken als met een brand, gelijk er eertijds in den krijg vele
plachten gebruikt te worden; andere van pijlen, die met de punten in het vuur
gelegd werden, om te harder te zijn en meer te schaden; of ook om den
brand ergens in te schieten. Dit alles komt met de natuur van de verzoekingen
des satans overeen, die als een venijn en vuur de ziel kwetsen en
doordringen, zo zij niet intijds gestuit en geblust worden.
37)
uitblussen.
Dat is, niet alleen af te weren, maar ook al hun venijnige kracht van
beschadigen te benemen.
38)
der zaligheid,
Dat is, van de hoop der zaligheid, gelijk Paulus daarbij voegt, 1 Thess. 5:8,
waardoor wij bewogen worden om alle vergankelijke dingen te verachten;
Rom. 8:18,24.
39)
des Geestes,
Dat is, des Heiligen Geestes, hetwelk Hij ons gelijk als in de hand geeft, om
den Satan op alle voorgestelde verzoekingen te wederstaan. Zie Hebr. 4:12,
en het exempel van Christus tegen den Satan; Matth. 4:1, enz.
40)
bidding
Sommigen onderscheiden dit alzo, dat door het woord bidding verstaan
wordt een afbidden van het kwaad, of der verzoeking; en door het woord
smeking verstaan wordt een ernstig gebed om Gods hulp en genade, ten
einde, zo het God immers belieft ons daarin te laten vallen, wij in de
verzoeking kunnen bestaan, en een goede uitkomst mogen verkrijgen, 1 Cor.
10:13. Zie van dit onderscheid ook 1 Tim. 2:1.
41)
in den Geest,
Dat is, met ernst en van harte, gelijk Joh. 4:24. Of, door den Geest, dat is, de
Heilige Geest; Rom. 8:26,27.
42)
voor al de heiligen;
Dat is, gelovigen, die in deze wereld ook in dergelijken strijd zijn.
43)
het Woord
Dat is, de bekwaamheid om het Woord Gods te spreken met standvastigheid
en vrijmoedigheid; een Hebreeuwse wijze van spreken, gelijk Ef. 6:20
verklaart.
ik denk dat deze verklaringen duidelijk sprken, toch wil ik nog even 1 ding aan stippen wat nogal opvallend is. We zien in deze wapenrusting alleen wapens terugkomen die voor de verdediging en bescherming van de soldaat zijn. Aan het eind noemt Paulus voor het eerst en als enige een aanvals wapentuig. Het zwaard de Geestes, hetwelk is Gods Woord. Zo behoeven wij dus vanuit onszelf niet aan te vallen tegen Satan, alleen ons verdedigen. En als Satan door de beschermde uitrusting heen drijgt te breken, hebben we altijd nog de mogelijkheid voor een tegenaanval die Christus ons zelf geleerd heeft (Satans verzoekingen in de woestijn): "er staat geschreven......." Satan is machtig, maar zal nooit de macht van Gods Woord kunnen breken.
Een andere verklaring waarom hier alleen maar verdedigings wapens genoemd worden is omdat we vanuit onszelf Satan niet kunnen verslaan. Dit hoeft ook niet trouwens, wat dat heeft Christus al gedaan. Wel kunnen we ons met de wapens waarmee God ons uitrust verdedigen tegen Satans aanvallen.
Over de vraag hoe we dit in de praktijk kunnen toepassen: lees het volgende boek eens: "kostbare hulpmiddelen tegen satans bedriegerijen" van Thomas Brooks
Madtice,
Merk je wel eens dat je verzocht wordt tot zonde? Dat je het goede wilt doen, maar je merkt, satan wil je de andere kant op hebben? Dat je een keuze voorgeschoteld krijgt: zal ik nu dit... of zal ik nu dat... Dat je je voorgenomen hebt om vriendelijk te zijn, maar je merkt dat ongeduld en irritatie omhoog borrelt? Dat je snauwerig en onvriendelijk wil gaan reageren?
DAN kun je strijden!
En dat strijden bestaat eigenlijk uit niets anders dan uit BIDDEN tot God. BIDDEN om kracht om geduldig, liefdevol en vriendelijk te blijven. Je wilt immers dat Jezus' leven zich in jouw lichaam openbaart? 2 Kor. 4:10-11. En God is bij machte om je de kracht te geven in die verzoeking het GOEDE te kiezen, gelijk Jezus dat deed in ELKE verzoeking - Heb. 4:14-16. En dat IS een strijd, - de strijd van mijn vlees tegen mijn geest - dat heb ik ondervonden, maar met mijn God spring ik over een muur!!
En de wapenrusting Gods, Ef. 6, komt daar bij van pas: 's ochtends, als je opstaat, kun je beginnen met bidden om kracht. Tijdens het aankleden kun je denken: 'dit is het panser der gerechtigheid..' 'dit zijn mijn voeten geschoeid met de bereidvaardigheid..' 'mijn lendenen omgord met de waarheid..' - als je zó de dag ingaat, zul je waakzaam zijn, zul je genade krijgen van God om hulp te verkrijgen te gelegener tijd, en dat is in de verzoeking, dan komt Jezus ons te hulp (Heb. 2:14-18).
In Christus kunnen wij zegevieren over de zonde en de duivel!
De praktijk is de praktijk van elke dag, elke situatie, elke omstandigheid, waarin je een verzoeking merkt tot ongeduld, liefdeloosheid, eisen, begeerte, jaloezie, nijd, twist, antipathie, bezorgdheid etc. etc. Voldoe NIET aan het begeren van het vlees, maar breng de vrucht van de Geest voort, IN ELKE SITUATIE! (Gal. 5:16-24).
Gode zij dank, Christus verlost mij van de wet der zonde en des doods!
[Veranderd op 27/9/02 door roseline]
Merk je wel eens dat je verzocht wordt tot zonde? Dat je het goede wilt doen, maar je merkt, satan wil je de andere kant op hebben? Dat je een keuze voorgeschoteld krijgt: zal ik nu dit... of zal ik nu dat... Dat je je voorgenomen hebt om vriendelijk te zijn, maar je merkt dat ongeduld en irritatie omhoog borrelt? Dat je snauwerig en onvriendelijk wil gaan reageren?
DAN kun je strijden!
En dat strijden bestaat eigenlijk uit niets anders dan uit BIDDEN tot God. BIDDEN om kracht om geduldig, liefdevol en vriendelijk te blijven. Je wilt immers dat Jezus' leven zich in jouw lichaam openbaart? 2 Kor. 4:10-11. En God is bij machte om je de kracht te geven in die verzoeking het GOEDE te kiezen, gelijk Jezus dat deed in ELKE verzoeking - Heb. 4:14-16. En dat IS een strijd, - de strijd van mijn vlees tegen mijn geest - dat heb ik ondervonden, maar met mijn God spring ik over een muur!!
En de wapenrusting Gods, Ef. 6, komt daar bij van pas: 's ochtends, als je opstaat, kun je beginnen met bidden om kracht. Tijdens het aankleden kun je denken: 'dit is het panser der gerechtigheid..' 'dit zijn mijn voeten geschoeid met de bereidvaardigheid..' 'mijn lendenen omgord met de waarheid..' - als je zó de dag ingaat, zul je waakzaam zijn, zul je genade krijgen van God om hulp te verkrijgen te gelegener tijd, en dat is in de verzoeking, dan komt Jezus ons te hulp (Heb. 2:14-18).
In Christus kunnen wij zegevieren over de zonde en de duivel!
De praktijk is de praktijk van elke dag, elke situatie, elke omstandigheid, waarin je een verzoeking merkt tot ongeduld, liefdeloosheid, eisen, begeerte, jaloezie, nijd, twist, antipathie, bezorgdheid etc. etc. Voldoe NIET aan het begeren van het vlees, maar breng de vrucht van de Geest voort, IN ELKE SITUATIE! (Gal. 5:16-24).
Gode zij dank, Christus verlost mij van de wet der zonde en des doods!
[Veranderd op 27/9/02 door roseline]
Als we toch boekjes aan gaan raden, ik heb er ook nog een.
De geestelijke wapenrusting
(n.a.v prekenserie over Ef.6:13,20)
ds. J.H. Velema
195 pag
(maar ik weet niet of dat nog verkrijgbaar is via de boekhandel.)
En, als je met engels uit de voeten kunt:

te bestellen bij: The Trust
klik op "books"
[Veranderd op 28/9/02 door lejo]
De geestelijke wapenrusting
(n.a.v prekenserie over Ef.6:13,20)
ds. J.H. Velema
195 pag
(maar ik weet niet of dat nog verkrijgbaar is via de boekhandel.)
En, als je met engels uit de voeten kunt:

te bestellen bij: The Trust
klik op "books"
[Veranderd op 28/9/02 door lejo]
Rens,
Houd moed en blijf God bidden om kracht!
Jezus haalt de vergelijking van de onrechtvaardige rechter aan die de oude vrouw uiteindelijk haar recht gaf omdat ze niet opgaf.
Hoe veel te meer zal God, onze Vader, jóu niet sterken in de strijd?
Bid om geloof en kracht en ijver en ga door! Als het verkeerd gaat en je valt in zonde, je bent krijgsgevangen genomen, bidt om bevrijding, sta op en volhard! Bij elke gelegenheid biddende in de Geest staat er ergens. En: 'Vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen voor mij ligt, jaag ik naar het doel...'
Als we die gezindheid hebben, zijn we volmaakt gezind. De satan wÃl niets liever dan ons moedeloos te krijgen (het tegenovergestelde van geloof), maar wij mogen hem verjagen, hem afwijzen als hij met zijn mooie praatjes aankomt: Satan ga wèg van mij. Ik heb een vlees waar geen goed in woont, maar ik zà l overwinnen!
Geloof, volharding en geduld heb je nodig. 'Maar die volharding moet volkomen doorwerken, opdat gij onberispelijk zult zijn en in niets tekort schiet' schrijft Jacobus.
Ik ken deze strijd maar al te goed! Als ik kijk naar wat achter me ligt, dan kan ik niet trots zijn op mezelf. Als ik kijk hoe vaak ik nog struikel, dan kan ik moedeloos worden. Ik ben vaak onderuit gegaan omdat ik twijfelde, omdat ik mijn eigen leventje zo lief had, omdat ik toch nog liefde had naar iets van deze wereld, omdat ik niet ten volle geloofde, omdat ik niet ijverig genoeg was... Maar ik zie niet op het zichtbare, maar op het onzichtbare, en dat is dat ik aan Jezus' beeld gelijkvormig zal blijken te zijn bij zijn openbaring (1 Joh. 3:3, Rom. 8:29). En nu, juist in deze tijd, merk ik Gods kracht in mijn leven! Door beproevingen word ik gelouterd als goud, en dat is een proces waarin alle onreinheid en alle ongerechtigheid uit mijn leven zal verdwijnen! Mijn nood is om altÃjd ijverig te blijven, altÃjd heet en branden voor Gods zaak te zijn, want dan zal ik werkelijk gewapend zijn op het moment van verzoeking.
Blijf God zoeken, roep Hem aan, Jezus bad ook onder sterk geroep en tranen, staat er in Heb. 5:7-10. HÃj kende deze strijd, de strijd van het vlees tegen de geest, maar al te goed! Hij heeft een levende weg gebaand, is in alle dingen op gelijke wijze als wij verzocht geweest, doch zónder te zondigen! En daarom hebben wij een hogepriester die ons hulp en kracht kan geven te gelegener tijd, dat is, in de verzoeking! Heb. 2:17-18, 4:14-16. Denk daar aan: Hij kent deze strijd! Ga door, volhard, ga tot de troon der genade, en je zúlt kracht ontvangen!
En weet: zolang je deze strijd merkt, zolang je merkt dat je van jezelf niets kunt, God is met je bezig! 'Hij die een werk in u begonnen is, zal het ook voleinden' schrijft Paulus aan de Filippenzen. Dat is een troost!
Gods zegen, Rose.
Houd moed en blijf God bidden om kracht!
Jezus haalt de vergelijking van de onrechtvaardige rechter aan die de oude vrouw uiteindelijk haar recht gaf omdat ze niet opgaf.
Hoe veel te meer zal God, onze Vader, jóu niet sterken in de strijd?
Bid om geloof en kracht en ijver en ga door! Als het verkeerd gaat en je valt in zonde, je bent krijgsgevangen genomen, bidt om bevrijding, sta op en volhard! Bij elke gelegenheid biddende in de Geest staat er ergens. En: 'Vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen voor mij ligt, jaag ik naar het doel...'
Als we die gezindheid hebben, zijn we volmaakt gezind. De satan wÃl niets liever dan ons moedeloos te krijgen (het tegenovergestelde van geloof), maar wij mogen hem verjagen, hem afwijzen als hij met zijn mooie praatjes aankomt: Satan ga wèg van mij. Ik heb een vlees waar geen goed in woont, maar ik zà l overwinnen!
Geloof, volharding en geduld heb je nodig. 'Maar die volharding moet volkomen doorwerken, opdat gij onberispelijk zult zijn en in niets tekort schiet' schrijft Jacobus.
Ik ken deze strijd maar al te goed! Als ik kijk naar wat achter me ligt, dan kan ik niet trots zijn op mezelf. Als ik kijk hoe vaak ik nog struikel, dan kan ik moedeloos worden. Ik ben vaak onderuit gegaan omdat ik twijfelde, omdat ik mijn eigen leventje zo lief had, omdat ik toch nog liefde had naar iets van deze wereld, omdat ik niet ten volle geloofde, omdat ik niet ijverig genoeg was... Maar ik zie niet op het zichtbare, maar op het onzichtbare, en dat is dat ik aan Jezus' beeld gelijkvormig zal blijken te zijn bij zijn openbaring (1 Joh. 3:3, Rom. 8:29). En nu, juist in deze tijd, merk ik Gods kracht in mijn leven! Door beproevingen word ik gelouterd als goud, en dat is een proces waarin alle onreinheid en alle ongerechtigheid uit mijn leven zal verdwijnen! Mijn nood is om altÃjd ijverig te blijven, altÃjd heet en branden voor Gods zaak te zijn, want dan zal ik werkelijk gewapend zijn op het moment van verzoeking.
Blijf God zoeken, roep Hem aan, Jezus bad ook onder sterk geroep en tranen, staat er in Heb. 5:7-10. HÃj kende deze strijd, de strijd van het vlees tegen de geest, maar al te goed! Hij heeft een levende weg gebaand, is in alle dingen op gelijke wijze als wij verzocht geweest, doch zónder te zondigen! En daarom hebben wij een hogepriester die ons hulp en kracht kan geven te gelegener tijd, dat is, in de verzoeking! Heb. 2:17-18, 4:14-16. Denk daar aan: Hij kent deze strijd! Ga door, volhard, ga tot de troon der genade, en je zúlt kracht ontvangen!
En weet: zolang je deze strijd merkt, zolang je merkt dat je van jezelf niets kunt, God is met je bezig! 'Hij die een werk in u begonnen is, zal het ook voleinden' schrijft Paulus aan de Filippenzen. Dat is een troost!
Gods zegen, Rose.
Rens,
Je gaf zelf al een gegeven:
"En dan rijst onwillekeurig de vraag in mij op: WIL ik God eigenlijk wel oprecht dienen? Is het niet een schijngeloof van mij?"
Het is goed om deze vraag te overwegen. Vergeet één ding niet en dat is dat Satan je o.a. in je gebedsleven en je vragen tot God je zeer tegen kan staan.
Maar wat je aanhaalt is juist een reden om nog meer te gaan vragen naar God.
En als je dan geen antwoord krijg, overweeg dan eens in je hart hoe je dan wel niet tegenover God sta. Want God belooft zelf in Zijn Woord dat die Hem recht zoeken Hem ZULLEN vinden.
Daarom is het denk ik noodzaak dat het niet alleen bij bidden blijft. Ga de Bijbel eens onderzoeken. Neem hiervoor niet verschillende cursussen of iets, maar neem alleen je Bijbel. Sla hem open en begin te lezen en te lezen. Onderzoek de Waarheid over je eigen geestelijke gesteldheid. Spit als het ware de teksten onderste boven. Graaf in Gods Woord, alleen daarin vinden we antwoorden.
Weten we soms niet wat er met bepaalde teksten bedoeld worden? zoek eens een kind van God op, die kan je meer vertellen, of neem een Bijbelverklaring bij de hand (bv van Mathew Henry).
Op deze manier peil je je geestelijke gesteldheid. En als je hier als een goed christen uit komt, dan zal ik je aanraden om nog een keer opnieuw te beginnen en bid om licht over Gods Woord.
Kom je hieruit als een zondaar voor God, leg je hart dan open voor God en erken Zijn heilig Recht. Dat je het niet verdien dat je nog vergeving zou ontvangen.
Ik zeg dit niet om je te ontmoedigen, maar juist om je aan te moedigen om God te zoeken (want dat is onze plicht in dit leven). Als je licht krijg over Gods Woord dan zul je zien dat het niet zo is als wat je zei dat je God wil dienen naar Zijn Woord. Want van nature willen wij dat niet. Alleen door onvangen genade verkrijgen we de drang om God te dienen.
Daarom kan ik je hierin hartelijk een advies geven: Onderzoek je geestelijke gesteldheid tegenover God. Dat alleen zal je duidelijkheid geven.
Je gaf zelf al een gegeven:
"En dan rijst onwillekeurig de vraag in mij op: WIL ik God eigenlijk wel oprecht dienen? Is het niet een schijngeloof van mij?"
Het is goed om deze vraag te overwegen. Vergeet één ding niet en dat is dat Satan je o.a. in je gebedsleven en je vragen tot God je zeer tegen kan staan.
Maar wat je aanhaalt is juist een reden om nog meer te gaan vragen naar God.
En als je dan geen antwoord krijg, overweeg dan eens in je hart hoe je dan wel niet tegenover God sta. Want God belooft zelf in Zijn Woord dat die Hem recht zoeken Hem ZULLEN vinden.
Daarom is het denk ik noodzaak dat het niet alleen bij bidden blijft. Ga de Bijbel eens onderzoeken. Neem hiervoor niet verschillende cursussen of iets, maar neem alleen je Bijbel. Sla hem open en begin te lezen en te lezen. Onderzoek de Waarheid over je eigen geestelijke gesteldheid. Spit als het ware de teksten onderste boven. Graaf in Gods Woord, alleen daarin vinden we antwoorden.
Weten we soms niet wat er met bepaalde teksten bedoeld worden? zoek eens een kind van God op, die kan je meer vertellen, of neem een Bijbelverklaring bij de hand (bv van Mathew Henry).
Op deze manier peil je je geestelijke gesteldheid. En als je hier als een goed christen uit komt, dan zal ik je aanraden om nog een keer opnieuw te beginnen en bid om licht over Gods Woord.
Kom je hieruit als een zondaar voor God, leg je hart dan open voor God en erken Zijn heilig Recht. Dat je het niet verdien dat je nog vergeving zou ontvangen.
Ik zeg dit niet om je te ontmoedigen, maar juist om je aan te moedigen om God te zoeken (want dat is onze plicht in dit leven). Als je licht krijg over Gods Woord dan zul je zien dat het niet zo is als wat je zei dat je God wil dienen naar Zijn Woord. Want van nature willen wij dat niet. Alleen door onvangen genade verkrijgen we de drang om God te dienen.
Daarom kan ik je hierin hartelijk een advies geven: Onderzoek je geestelijke gesteldheid tegenover God. Dat alleen zal je duidelijkheid geven.