Mara schreef:RefoCalvinist schreef:Hoe je jezelf bedriegt voor de eeuwigheid? Aan de vruchten kent men de boom. Aan de vruchten van de wedergeboorte kan je zien of in of buiten Christus bent.
Maar moet een ander die vruchten (her)kennen of kun je dat zelf?
Hoe bedoel je het eerste gedeelte van de vraag?
Voor het tweede deel:
a. 1 Korinthe 11 vers 28:
Maar de mens 73
beproeve zichzelven, en 74 ete alzo 75 van het brood en drinke 76 van den drinkbeker.
73 Dat is, onderzoeke zijn gemoed en consciëntie,
of hij ook in zijn hart gevoelt een recht leedwezen en droefheid over zijn zonden, alsook een vast geloof en vertrouwen op de verdiensten van Jezus Christus, en daarenboven een ongeveinsd voornemen om de zonden meer en meer af te sterven, en in een nieuw godzalig leven voor God te wandelen. Zie Gen. 17:1. 2 Kor. 13:5.
74 Namelijk nadat hij zichzelven recht zal beproefd en alzo bevonden hebben.
75 Gr. uit.
76 Gr. uit.
b. 2 Korinthe 13 vers 5:
Onderzoekt uzelven of gij in het geloof zijt, 18beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? Tenzij dat gij enigszins 19verwerpelijk zijt.
17 Namelijk om zekerlijk in uw gemoed overtuigd te worden van de waarheid van mijn apostelschap; want zulks doende zult gij bevinden dat gij het ware geloof in Christus hebt, en dat Christus in u door Zijn Geest leeft, hetwelk gij door mijn Evangelie hebt verkregen.
18
Namelijk aan de ware proeven en merktekenen van het ware geloof en van de ware vereniging met Christus.
19 Of: verworpen zijt, dat is, zodanige lieden zijt die de proef niet zoudt kunnen uitstaan. Het woord enigszins verzacht dit dreigement van den apostel, alsof hij zeide: Zo gij zulks niet bevindt, zo zijt gij in gevaar van verwerpelijk of verworpen te zijn. Want wie in Christus oprechtelijk gelooft, die is wel verzekerd dat hij uitverkoren is, Joh. 6:37; 8:47. Rom. 8:30, enz., maar die de predicatie van het Evangelie door een waar geloof niet aanneemt, en de aangeboden genade verzuimt of veracht, is wel in gevaar van een verworpen mens te zijn, doch men moet van hem niet wanhopen zolang hij leeft; omdat de Heere de mensen ook somwijlen te elfder ure roept, Matth. 20:6, 9, en ook in het laatste ogenblik van hun leven, gelijk den moordenaar aan het kruis, Luk. 23:40, enz. Hebr. 3:7, 13. En daarom kan dit alhier zo niet genomen worden. Anderen nemen dit woord verwerpelijk voor onbekwaam tot het geloof; doch alle mensen zijn daartoe van nature onbekwaam, totdat zij door Gods Geest bekwaam gemaakt worden, 2 Kor. 3:5.
Daarnaast zei je dat je vond dat Ds. M. wel een boodschap heeft voor onbekeerden. Mijn vraag daarop was
Waar blijkt dat dan uit? Kan Hij Christus onvoorwaardelijk aanbieden aan iedereen die onder zijn gehoor zit? Kan hij de gemeente dringen om in te gaan? Neemt zijn verbondsvisie de scherpte van het Evangelie niet weg?
Daarnaast vraag ik mij af wat je van het citaat van blz. 77 vind?