Enkele kreten uit dergelijke discussies:
Misschien ligt het aan het feit dat de kerkenraden die een attest verlenen een andere ligging hebben, dan het curatorium. Zoals iedereen wel weet, is er (helaas) nogal wat verschil binnen gemeentes en predikanten in de Ger. Gem.
Ik heb nooit zo gedacht dat het niet aannemen van studenten door het curatorium een motie van wantrouwen is richting de kerkenraad die een attest verleende. Jij opteert dat wel. De kerkenraad geeft een attest. Dat betekent dat de kerkenraad de beslissing bij het curatorium legt. De kerkenraad kan ook een attest niet verlenen. Dan komt zo iemand niet bij het curatorium.
Zelf heb ik me hierin verdiept. Diverse mensen gesproken. En nu krijg ik de indruk dat het niet specifiek negatieve verklaringen hoeven te zijn. Ik ben op drie mogelijke verklaringen gekomen. En dat zonder eigen-wijsheid, slechts van min of meer betrokkenen.Nee, een kerkenraad die een attest geeft, spreekt daarmee uit dat zij deze persoon geschikt acht om met vrucht de gemeenten te dienen als predikant, gehoord hebbende zijn verslag van bekering en roeping.
1) Soms (zei een predikant) weet ik het niet. Dan hoor ik te weinig om 'ja' te zeggen, maar teveel om 'nee' te zeggen. In zo'n geval leggen we het oordeel graag in handen van de curatoren.
2) Een attest wordt afgegeven bij meerderheid van stemmen voor. Niet voor niets moet de stemverhouding van ouderlingen en diakenen apart worden vermeld richting het curatorium, als ook het standpunt van de predikant/consulent. Kort door de bocht: Diakenen voor, meeste ouderlingen tegen en predikant ook tegen, geeft wel een attest, maar doorgaans geen positief antwoord bij het curatorium.
3) Waarom denken mensen wel dat curatoren zich kunnen vergissing, sprak een predikant, maar geloven ze niet dat ik me kan vergissen bij het afgeven van een attest?
Misschien is het nu wel mogelijk hier rustig over te discussiëren?