De dienst die ik meemaakte had weinig over van ons christelijke verleden.Erik schreef:Je antwoord is veelzeggend. Je weet dus niet eens wat de inhoud is tijdens zo'n dienst. De benaming staat niet aan dus alles moet maar neergesabeld worden.Posthoorn schreef:Ik heb zo'n dienst nooit meegemaakt, een 'dankdienst voor het leven', maar ik vind het een onzinnige benaming. Danken voor het leven doe je er als er iemand geboren, niet als iemand gestorven is.Erik schreef:Het ene sluit het andere niet uit.
Reken maar dat de mensen rouwen en dat er een rouwstemming(innerlijk en uiterlijk) heerst ook voor/tijdens/na de rouw/uitvaart/afscheid/dank dienst.
Het is echt de invulling die bepalend is, niet de naamgeving.
Maar het zal ook wel samenhangen wat je allemaal hebt meegemaakt tijdens zulke diensten.
Ik pleit voor meer nuance. Ook tijdens een begrafenis mag er van mij de blik zijn op het achterliggende leven en het leven na de dood. En de dood als straf op zonde blijft dan ook 100% overeind en wordt niet weggestopt.
De voorgangster sprak tot de overledene, bad zelfs voor zijn hondje, die als enige was overgebleven.
Aan het graf sprak ze een of andere formule uit en legde daarmede de dode 'in de armen van Jezus'.
Betreffende persoon, ik heb hem goed gekend, was nooit te bereiken door het Woord. Hij was wel stil omtrent zichzelf wat zijn geloof betrof, daarover sprak hij nooit. Maar wàt hij ook geloofde: hij was een vijand van de gereformeerde leer.
Bij de voorbereiding van de begrafenis was, toen bleek dat hij niet lang meer te leven zou hebben, was hem gevraagd wat ze zouden zingen: Ik ken geen liedjes, maar psalm 118 was de lievelingspsalm van mijn moeder, doe die dan maar.
Dat geschiedde.
Voor de rest werd er veel gezongen. Het waren het liederen die we normaal niet kennen, en die ook bijna niemand mee kon zingen vanwege de zeer onbekende melodieën.