In onze tekst is er sprake van dat de deur gesloten zal worden. In dit Bijbelgedeelte wordt het Evangelie vergeleken met een bruiloftsfeest, dat God heeft bereid. De poort staat wijd open en de dienaren worden tot eenieder gezonden met de boodschap: 'Alle dingen zijn gereed.' Maar de tijd is nabij dat de heer van het huis zal opstaan en de deur zal sluiten. Dan zal er niemand meer tot de bruiloft ingaan. Zo was het ook bij de zondvloed. De deur van de ark stond 120 jaar lang wijd open en nodigde zondaren uit in de ark beschutting te zoeken tegen de toekomende toorn. Maar toen de bestemde tijd gekomen was, sloot God Noach in de ark en deed Hij de deur toe.McCheyne schreef:over de volgende tekst: http://statenvertaling.nl/tekst.php?bb= ... d=1#vers25
Zo is het ook met de schaapskooi waarvan Christus de Deur is. Als de gehele kudde zal zijn ingezameld, dan zal de overste Herder verschijnen en de deur sluiten.
Sommigen zeggen: Ik vrees dat de deur voor mij al gesloten is. Ik antwoord: 'Nee, pas als de Heere des huizes zal zijn opgestaan, zal de deur gesloten worden. Christus zit nu nog aan de rechterhand van God. De deur staat nog steeds wijd open. Pas als Christus opstaat, zal de deur van het Koninkrijk worden gesloten.'
'Gij dan zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen!'
Hoe moeten wij het bovenstaande dan lezen in het licht van Hebreeën 6:4?