Anker schreef:Luther schreef:WimA schreef:En de vervolgvraag, is dit middel, het lezen van boeken waarin de zonde wordt gepropageerd, want uit de recensies blijkt wel dat dit boek niet DE Weg aanwijst om uit de leegheid te stappen - gelegitimeerd?
Het is zelfs zeer aan te raden om regelmatig een dergelijk boek te lezen, om stevig kennis te maken met de cultuur waarin wij dagelijks kleven en waarin we als christen ook een taak hebben.
Bovenstaande heb je gesteld. WimA stelde een vraag en jij geeft dit antwoord, en later geef je het voorbeeld van Paulus in Handelingen 17 als Schriftbewijs. Nu moet je niet gaan draaien.
Ik kan me ook een beeld vormen van de cultuur zónder boeken te lezen waarin de zonde wordt gepropageerd, om maar in bovenstaande termologie te blijven. Eilander heeft daar een verstandig antwoord op gegeven. En ook bijv. een onderzoek naar de huidige jeugdcultuur tot je nemen is al wat anders dan boeken te lezen die haaks staan op Gods Woord.
Ik draai helemaal niet. Sta nog steeds achter die posting, en het antwoord van @eilander vond ik eenzijdig. Maar als je het liever zonder boeken doet, ook prima, dan kijk je een avondje SBS-6 of Veronica, of je kijkt een week lang alle films die in een gemiddelde 3e klas HAVO thuis bekeken wordt.
Waarom? Voel wat het met je doet! Voel mee wat het met jongeren doet! En dan hoef je echt niet alles te kijken, te lezen of te bezoeken, maar je zult - om er stevig mee kennis te maken - toch echt even doorheen moeten, zeker als je binnen de reformatorische zuil werkt. Dat geldt voor velen op dit forum niet; voor hen is de noodzaak daarom ook wat kleiner. Maar ik kan me goed voorstellen dat predikanten ook geregeld moderne literatuur tot zich nemen om de ziel van de cultuur te doorgronden. (Kluun is wat mij betreft trouwens geen literatuur.)
Wim vroeg om een Bijbels bewijs hiervoor. Ik heb daarbij o.a. Handelingen 17 genoemd: Paulus wist precies hoe men dacht en wat men kende. Hij heeft ongetwijfeld de Griekse literatuur tot zich genomen (zie citaat van dr. Van Bruggen); dat lijkt me inderdaad een bewijs dat dit de basis is van waaruit je in je eigen cultuur het Evangelie uitdraagt, in welke positie je ook gesteld bent.
Paulus was iemand die midden in de samenleving van toen stond en zocht naar wegen om daarbij aan te sluiten. Dat mogen wij dus ook doen. In Romeinen 1 en 2 lees je dat de werkelijkheid van Gods natuur en onze verplichtingen ten opzichte van Hem er altijd zijn. In elke cultuur is iets te vinden dat getuigt van Gods waarheid, maar tegelijkertijd is in elke cultuur is wel iets afgodisch te vinden.
In 1 Korinthe 1 geeft Paulus daartoe een aanzet. Hij spreekt genuanceerd over de cultuur. Hij is op zoek naar de specifieke zaken bij de Grieken enerzijds en Joden anderzijds waardoor het Evangelie van het kruis aanstootgevend is. Daarbij neemt hij bij de Grieken de culturele afgod van de wijsheid op de korrel; bij de Joden de culturele afgod van het 'moeten'. Joden vonden redding door een kruis ineffectief en zwak. Een Messias moest de Romeinen verjagen, en moest dus vooral iets doen!
Kortom: het Evangelie is voor elke cultuur op een andere manier aanstootgevend. Paulus houdt het echter niet bij een aanval op de grondgedachte van een cultuur, maar doet wijst ook op het gapende gat van onvrede in die specifieke cultuur: Richting de Grieken: het kruis getuigt juist bij uitstek van wijsheid, God kan daardoor gerechtvaardigd worden en de Hij kan daardoor de mens rechtvaardigen. Richting de Joden benadrukt Paulus juist dat het kruis een kracht (geen zwakte) van God is tot zaligheid.
Paulus stelt wél nadrukkelijk de afgodische trekken van de cultuur aan de kaak (Grieken: zucht naar wijsheid / Joden: zucht naar 'moeten' en kracht), maar vult de diepe verlangens erachter juist aan met de boodschap van het Evangelie (Grieken: kruis is wijsheid / Joden: kruis is kracht).
Ofwel: Paulus' benadering van de cultuur is niet totaal confronterend, maar ook niet totaal bevestigend. Paulus probeert af te steken naar de onderliggende verlangens die zich uiten in specifieke culturele afgoderij, en geeft op die verlangens een specifiek antwoord vanuit het Evangelie. Maar dan moet hij die cultuur dus wel tot in de haarvaten hebben doorgrond. Dat kan niet anders dan door het kennis nemen van de uitingen van de cultuur.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)