Ik voel helemaal aan wat je bedoelt. Maar ik had bewust een stukje van een "moderne"SecorDabar schreef:-DIA- schreef:Gelezen:
DE DORDTSE LEERREGELS: ECHTE GENADE IS VRIJE GENADE
Er zijn van die woorden die overbodig lijken. Wie bijvoorbeeld spreekt van een ronde cirkel kan het woordje ‘rond’ natuurlijk gewoon weglaten. Waarom spreken we dan eigenlijk van ‘vrije genade’? Als genade niet vrij is, dan is het toch eigenlijk geen genade?
Helemaal waar! Maar zoals mensen van een ronde cirkel soms een vierkante cirkel weten te maken, zo is het ook met het woordje genade. Het wordt nogal eens verbogen en misbruikt. Dat wordt duidelijk als we letten op de strijd die geleid heeft tot het ontstaan van de Dordtse Leerregels, het laatste belijdenisgeschrift waaraan we onze aandacht geven.
TOETSSTEEN
Waar gaat het eigenlijk over in de Dordtse Leerregels? Als het er op aan komt spreekt elke kerk en iedere christen over genade. Denk alleen maar aan het bekende gezang van John Newton “Amazing Grace” (Verbazingwekkende genade), een lied dar inmiddels is gekaapt door predikers die neits moeten hebben van het calvinisme, door doedelzakspelers van de Schotse Hooglanden en zelfs door wereldberoemde rockzangers. Het lijkt er haast op dat iedereen in genade gelooft.
Toch moeten we nuchter blijven. Wat bedoelen mensen als ze van ‘genade’ spreken? Gaat het om genade in het algemeen, of om genade in de Bijbelse zin van het woord? Om vrije en soevereine genade, of om genade die je zelf kunt pakken? Om helpende genade (genade die aanvult was bij mij ontbreekt), of om verlossende genade (genade die mij uit het moeras van mijn onmacht en vijandschap trekt)?
Is Gods bijzondere genade iets dat ik kan afwijzen, of is zij krachtdadig en onweerstaanbaar? Deze vragen kunnen dienen om een toetssteen in de verwarring op kerkelijk en godsdienstig gebied. Ze zullen ons ook helpen om het grote belang van de Dordtse Leerregels in te zien.
DOOR DE ACHTERDEUR
De Dordtse Leerregels zijn geschreven in de zeventiende eeuw. Ongeveer honderd jaar eerder was het licht gaan schijnen. Hervormers als Luther, Zwingli en Calvijn stelden zich teweer tegen de dwalingen van de Roomse Kerk. Zij waren aan de weet gekomen dat een mens met zijn zogenaamde goede werken niets kan verdienen. Ze leerden dat een arme zondaar alleen maar gered kan worden uit vrije genade, door het geloof in Christus. Zo werd de banier van het Evangelie weer opgeheven.
Helaas, de natuurlijke mens geeft niet zo gauw op, ook niet als hij godsdienstig is. De ‘nieuwe leer’ kreeg dan ook te maken met felle tegenstand. Terwijl de Roomse Kerk een contrareformatie organiseerde, ontstond er ook strijd in het eigen kamp. Sommige protestanten wilden wel toegeven dat je alleen zalig wordt door het geloof, maar zij maakten van dat geloof een werk dat wij tot stand moeten brengen. Heel subtiel ging er een wissel om. De mens kwam in het middelpunt te staan – de gelovende mens, de gewillige mens, de mens die meewerkt met God. Kortom, de dwaling die door de voordeur was uitgeworpen, werd door de achterdeur weer binnengehaald.
VRIJE WIL OF VRIJE GENADE
Nederland heeft de twijfelachtige eer het land te zijn waar djt alles plaatsvond. Het zijn de Nederlanders die de remonstrantse leer op de kaart hebben gezet. In het buitenland worden remonstranten doorgaans Arminianen genoemd – aanhangers van Arminius, een man uit Oudewater die grote onrust verwekte in de vaderlandse kerk. Een jaar na zijn dood, in 1609 stelden zijn volgelingen een ‘remonstrantie’ op (een protest) dat uit vijf punten bestond. Zij vroegen daarin om herziening van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus. Ze geloofden nog wel in een uitverkiezing, maar – zeiden ze – mensen worden verkoren om hun geloof en niet tot het geloof. Zodoende werd de zaligheid afhankelijk van de instemming en volharding van de mens.
Twee jaar later schreven calvinistische predikanten een ‘contra-remonstrantie’. De hele natie raakte verdeeld en het volk begon af te drijven in de richting van een burgeroorlog. Er moest iets gebeuren, en de tijd drong!
NATIONAAL EN INTERNATIONAAL
Op aandringen van Prins Maurits werd in 1618 een belangrijke bijeenkomst belegd: De Nationale Synode van Dordrecht. Deze vergadering had overigens een internationaal tintje door de aanwezigheid van 27 theologen uit Engeland, Schotland, Zwitserland en andere landen. Op de 132e zitting van de synode – het was inmiddels in de lente van 1619 – werden de Vijf Artikelen tegen de Remonstranten aanvaard. Alle ambtsdragers werden aangespoord de leer van vrije genade te bevorderen waar ze maar konden.
Een groot wonder was gebeurd. Het had er donker uitgezien in Nederland. Bijna alle rechtzinnige predikers was de mond gesnoerd. De politieke leider van de remonstranten had dominee Rossaeus uit Den Haag spottend toegeroepen: ‘Je staat helemaal alleen!’ ‘Nee meneer’, had deze geantwoord, ‘God de Heere is met mij, en ook de duizenden vromen die er in dit land nog gevonden worden’. Zijn vertrouwen werd niet beschaamd. Binnen een jaar was de valse leer veroordeeld en waren 200 remonstrantse predikanten afgezet.
EEN SCHAT, OOK VANDAAG!
Nu zou iemand kunnen vragen: ‘Maar zijn dit geen dingen uit een grijs verleden? Is het zo belangrijk om deze geschiedenis te kennen en je te verdiepen in dat oude geschrift?’ Het antwoord is: ‘Jazeker!’ De strijd die 400 jaar geleden begon is nooit ten volle gestreden zolang Gods Kerk hier op aarde is. Waarom niet? Omdat de remonstrant nooit sterft! Hij woont in ons hart. Wij kunnen gewoon niet aanvaarden dat vijanden met God worden verzoend. Wij kleden die vijand netjes aan en maken er een deugdzame man of een gewillige gelovige van. Het maakt ons boos dat de Heere niets van ons kan gebruiken. We zien het niet, en we willen het niet ook!
Velen vandaag die zich reformatorisch noemen hebben niet het minste begrip van wat onze vaderen geloofden. Zij gaan ervan uit dat de mens in staat is zich te bekeren en – op eigen kracht, desnoods met hulp van boven – de goede keuze te maken. Als er nog gesproken wordt van de uitverkiezing, dan wordt daar een enorme zwaai aan gegeven. Christus wordt voorgesteld als een Zaligmaker Die voor alle mensen is gestorven, maar voor niemand in het bijzonder. De nieuwe geboorte heet niet langer een eenzijdig Godswerk, maar ‘Gods antwoord op de beslissing van de mens’.
EEN BOODSCHAP
De moderne gelovige voelt weerzin tegen de oude waarheid. Hij wordt er kriegel van. Deze waarheid is niet meer van deze tijd, en mensen worden er maar wanhopig van. Kennelijk vraagt hij zich niet eens af of wanhoop wel eens heilzaam zou kunnen zijn. Het enige wat lijkt te tellen is dat mensen ‘een goed gevoel’ krijgen. Dit mensgerichte evangelie lijkt warm en aantrekkelijk, maar is zij dat ook?
Stel dat iemand in een diep ravijn is gevallen en daar met gebroken ledematen kreunt: ‘Blijf alstublieft uit mijn buurt’, dan heeft hij een redder nodig die afdaalt naar de diepte, hem radicaal op andere gedachten brengt en hem vervolgens naar boven draagt. Een remonstratse prediker werpt eigenlijk alleen maar een touw toe aan de ongelukkige man. ‘Aanpakken!’ roept hij; ‘en vasthouden!’ Dat lijkt barmhartig, maar in feite is het wreed.
Begrijpen we het? Gaat het hier om kleine dingen? We weten het antwoord. Als genade geen vrije genade is, dan is het helemaal geen genade. Maar als genade vrij valt, dan is er nog een boodschap. Dan is er doen aan voor de slechtste van de slechten!
Ds. C. Sonnevelt
Bron: DE SAAMBINDER 15 augustus 2013
Een reactie op het volgende:
De moderne gelovige voelt weerzin tegen de oude waarheid. Hij wordt er kriegel van.
Deze waarheid is niet meer van deze tijd, en mensen worden er maar wanhopig van.
Kennelijk vraagt hij zich niet eens af of wanhoop wel eens heilzaam zou kunnen zijn.
Het enige wat lijkt te tellen is dat mensen ‘een goed gevoel’ krijgen.
Dit mensgerichte evangelie lijkt warm en aantrekkelijk, maar is zij dat ook?
Totzover Ds. C. Sonnevelt.
Mijn vragen hierbij:
1. De weerzin is toch ook van alle tijden? en bovendien ook van de rechtzinnig belijdende kerkmens: ons aller hart van nature?
2. Waaruit blijkt dat de Dordtse Leeregels een wanhopig gevoel geven? Bij de wanhopende gedachten en vragen zijn toch ook hoopvolle antwoorden?
3. Een mensgericht evangelie niet aantrekkelijk? Voor het natuurlijke hart wel, lijkt me.
Wijlen Ds. D. Monster (Oud Gereformeerd Gemeente) van Barneveld zei vaak in zijn preken:
Het Evangelie is niet naar de mens, maar het Evangelie is wel: VOOR de mens!
Niet naar de mens, maar: ter verheerlijking van God.
En omdat het tot verheerlijking van God is, is het Evangelie voor de mens.
predikant genomen. Dan zie je toch wel vaak van die zaakjes die de ouden beslist niet
zo zouden opmerken. Volkomen recht opgemerkt. Ik moet zeggen dat ik ook niet altijd
de gave des onderscheids zo duidelijk heb. Er zijn er ook die het veel nauwer kunnen
opluisteren.