Afgewezen schreef:Mara schreef:Als het zo simpel zou zijn
Ik noemde dit als voorbeeld, maar dat zou door een ieder zelf ingevuld kunnen worden.
Of je weet dat je (bijna) volwassen kind iets gaat doen.
Ik probeer er achter te komen wat nu kwalijk bidden is.
Wat is nu precies je vraag? Of je ervoor kunt bidden als je kind iets gaat doen wat niet goed is of als je zelf iets gaat doen wat niet goed is?
En wat is dan het soort antwoord dat je wilt, want nu blijf je een beetje heen en weer praten.
Ik heb dit topic niet gevolgd dus op het gevaar af dat ik dingen zeg die al gezegd zijn het volgende.
In Job 1 kun je lezen dat Job voor zijn kinderen brandofferen offerde naar hun getal omdat zij in hun feesten misschien zondigden. Dat is natuurlijk geen kwalijk bidden
4 En zijn zonen gingen, en maakten maaltijden in ieders huis op zijn dag; en zij zonden henen, en nodigden hun drie zusteren, om met hen te eten en te drinken .
5 Het geschiedde dan, als de dagen der maaltijden omgegaan waren, dat Job henenzond , en hen heiligde en des morgens vroeg opstond, en brandofferen offerde naar hun aller getal; want Job zeide : Misschien hebben mijn kinderen gezondigd , en God in hun hart gezegend. Alzo deed Job al die dagen.
Over kwalijk bidden uit de Jacobusbrief schrijft Calvijn:
Calvijn schreef:3. "Gij bidt wel, maar gij ontvangt niet". Jakobus gaat nog verder. Hoewel ze het geluk wilden, kregen ze dat terecht niet, omdat ze wilden dat God hun eigen verlangens zou bevredigen. Ze stelden immers geen grenzen aan hun wensen, zoals Jakobus had bevolen, maar leefden zich zonder enige belemmering uit. Ze vroegen dus dingen waarvoor met name een mens die zich bewust is van goed en kwaad, zich zou schamen. Plinius bespot deze schaamteloosheid ergens wanneer hij zegt dat mensen zo verdorven zijn dat ze de oren van God nog misbruiken. Iets dergelijks is al helemaal niet te verdragen van christenen, die van hun hemelse Meester het gebed als opdracht hebben gekregen.
Wanneer we dus God iets durven vragen wat zelfs ons eigen geweten niet goedkeurt, blijkt wel dat we geen eerbied voor Hem hebben en Hem niet vrezen, kortom, dat we geen rekening met Hem houden. Jakobus bedoelde alleen maar dat we onze verlangens moeten beteugelen door ze te onderwerpen aan de wil van God. Hij leert ons bovendien dat we onze bescheiden wensen aan God zelf kenbaar moeten maken. Als we dat doen, zullen we behoed worden voor verderfelijke conflicten, voor bedrog en geweld, en zullen we anderen geen kwaad berokkenen.
Verder lees je in Gebedsgestalten van ds F. Bakker een hoofdstuk over "Kwalijk bidden"
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.