Erasmiaan schreef:Tja, ga jij maar zaaien op grond die niet geploegd is. Veel succes. Er moet diepte van aarde zijn. Denk ook maar eens aan de les van het tarwegraan: het moet in de aarde vallen en sterven. Er moet een wortel komen.
O maar dit ontken ik ook helemaal niet!
Maar jij ging uit de woorden "wel toebereide aarde", die in de gelijkenis van het zaad zou voorkomen, je uitleg onderbouwen dat 'ellende eerst' komt.
En ik liet zien, dat je dit er niet uit kan halen.
Uiteraard is goede aarde een aarde zonder stenen, omploegd, diep genoeg, etc. etc.
Hoe je dat dan verder wil duiden, is weer wat anders, maar Jezus doet het in deze gelijkenis in ieder geval niet.
Erasmiaan schreef:Eerst de wortel; dan vrucht dragen. Niet: eind goed, al goed, maar: begin goed, al goed.
Klopt ook niet wat je zegt: het zaad dat tussen de doorns terecht kwam had ook een goed begin, want het kwam op. Maar de "zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar."
Nogmaals:
en het zaad ontkiemt en wordt lang, zonder dat hij zelf weet hoe
Je wordt in de bijbel nergens afgerekend of je begin al dan niet goed is, maar het gaat erom of het zaad vrucht heeft gedragen.
Of m.a.w.: (Joh15)
1 Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier.
Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.
(...)
Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.
Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.
Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.2 soorten ranken die verbonden zijn met de Wijnstok: 1. zonder vrucht, 2. met vrucht.
1 wordt buitengeworpen
omdat ze geen vruchtdraagt, 2 wordt gereinigd zodat ze nog meer vruchtdragen.
Opnieuw wordt er niet over een begin gesproken, of over ellendekennis, maar of de einde goed is én je in Hem moet blijven (volharding).
Dus eind goed, al goed.