Hemel en hel in de prediking.
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5110
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Hemel en hel in de prediking.
Aandacht in de preek niet om bang te maken voor de hel, niet als doel opzich, maar om de preek meer diepgang te geven. Als de gelovige over de hel hoort, mag hij dankbaar en verwonderd zijn te weten daar van verlost te zijn.
En als de gelovige hoort over de hemel mag het hem extra oproepen om hemelsgezind te leven.
Voor de ongelovige geeft het een grote ernst aan de prediking van het evangelie wanneer er ook echt iets
over de vreselijkheid van de hel wordt gezegt.
En als de gelovige hoort over de hemel mag het hem extra oproepen om hemelsgezind te leven.
Voor de ongelovige geeft het een grote ernst aan de prediking van het evangelie wanneer er ook echt iets
over de vreselijkheid van de hel wordt gezegt.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5110
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Hemel en hel in de prediking.
Op 8 juli 1741 hield Jonathan Edwards een bekend geworden preek over Deut. 32:35: “Zondaren in de handen van een vertoornd God”. Edwards heeft deze aangrijpende preek gehouden in Enfield, op uitnodiging van de plaatselijke predikant, ‘omdat de mensen zo bijzonder ongevoelig waren voor de boodschap van het Evangelie’. De uitwerking van de preek was, dat er, voordat de preek ten einde was, door het gehele gebouw uitroepen als deze werden gehoord: ‘Wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? O, ik ga naar de hel! O, wat zal ik doen om Christus te verkrijgen? Gebruike God ook dit gedeelte uit zijn preek om jou met deze mensen te doen bidden: “Geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Hem is geen leven!”
Goddelozen liggen al onder een vonnis dat hen veroordeelt tot de hel. Zijn verdienen niet alleen rechtvaardig daarin geworpen te worden, maar het vonnis van de wet van God is tegen hen uitgegaan en getuigt tegen hen. Dus zij zijn al tot de hel veroordeeld: “Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld” (Joh. 3:18). Dus eigenlijk hoort ieder onbekeerd mens in de hel thuis; dat is zijn plaats; uit die plaats komt hij: Gijlieden zijt van beneden (Joh. 8:23). Naar die plaats gaat hij beslist, het is de plaats die de gerechtigheid, Gods Woord en het vonnis van Zijn onveranderlijke wet hem toewijzen.
Goddelozen wacht het eeuwige verderf...
De toorn van God brandt tegen hen; hun verdoemenis sluimert niet. De put en het vuur zijn gereed; de oven is al heet, gereed om hen te ontvangen. De vlammen woede en gloeien. Het glinsterend zwaard is gewet en wordt boven hen gehouden, en de put heeft zijn mond onder hen geopend. De duivel staat klaar om op hen aan te vallen en hen als zijn eigendom te grijpen, op het moment dat God het hem zal toestaan. Zij zijn zijn eigendom, hij heeft hun ziel in bezit en heerschappij. De Schrift stelt hen voor als zijn goederen (Luk. 11:21). De duivelen staan op de loer; zij staan altijd bij hen aan hun rechterhand (Zach. 3:1). Zijn staan op hen te wachten als gulzige, hongerige leeuwen die hun prooi zien en verwachten dat ze die krijgen zullen, maar die voor het ogenblik worden tegengehouden. Als God Zijn hand zou terugtrekken, waardoor zij in bedwang worden gehouden, dan zouden ze in één ogenblik op hun arme zielen afvliegen. De oude slang heeft zijn kaken gesperd; de hel opent haar mond wijd om hen te ontvangen, en als God het zou toestaan, dan zouden zij haastig opgeslokt zijn en verloren gaan.
Alle moeite en vindingrijkheid die de goddelozen gebruiken om aan de hel te ontsnappen zolang zij Christus blijven verwerpen en dus goddelozen blijven, beschermt hen niet een ogenblik tegen de hel!
Godsdienst kunt u niet redden...
Het is overduidelijk dat zolang een natuurlijk mens niet in Christus gelooft, hij zich op godsdienstig gebied alle moeiten kan getroosten en gebeden kan doen, die hij maar wil, maar dat God op geen enkele wijze verplicht is hem één ogenblik voor het eeuwige verderf te bewaren. Zo komt het dus dat natuurlijke mensen in de hand van God boven de put van de hel worden gehouden. Zijn hebben de vurige oven verdiend en zijn er reeds toe veroordeeld.
Kortom, zij hebben geen toevlucht, niets dat zij kunnen aangrijpen. Het is de soevereine, vrijmachtige wil, en de algemene, vrijwillige verdraagzaamheid van een vertoornd God waardoor zij ieder ogenblik bewaard worden.
Waarom zo’n aangrijpende boodschap?
Het nut van dit ontzettende onderwerp kan zijn om onbekeerde mensen in deze gemeente (en ook jou?) te doen ontwaken. Wat u gehoord hebt is het geval met een ieder van u die buiten Christus is. Dus een ieder van u die nooit een grote verandering van hart heeft ondergaan door de machtige kracht van Gods Geest in uw ziel; u die nooit bent wedergeboren en een nieuw schepsel werd: u bevindt zich in de handen van een vertoornd God. Hoe u ook uw leven in veel zaken mag hebben verbeterd en wellicht godsdienstige aandoeningen hebt gehad en een vorm van godsdienst in uw huisgezin en binnenkamer en in het huis van God onderhoudt, toch is het enkel en alleen Zijn welbehagen dat ervoor zorgt dat u niet op DIT ogenblik in het eeuwige verderf wordt verzwolgen.
Laat u met God verzoenen, want u hebt niets om vast te grijpen!
O, zondaar! Denk toch eens na over het vreselijke gevaar waarin u zich bevindt! U hangt aan een dunne draad, terwijl de vlammen van de Goddelijke toorn eromheen flikkeren en hem elk ogenblik kunnen verschroeien en helemaal verbranden. U hebt geen deel aan een Middelaar en hebt niets wat u kunt vastgrijpen om uzelf te redden; niets om de vlammen des toorns van u af te houden; niets van uzelf; niets wat u ooit hebt gedaan, niets wat u kunt doen om God te bewegen u één ogenblik te sparen.
De deur van genade staat wijd open!
Nu nog hebt u een buitengewone gelegenheid, een dag waarop Christus de deur der genade wijd heeft opengezet; en Hij staat binnen met luide stem arme zondaren te roepen; een dag waarop velen tot Hem samenstromen en geweld doen op het Koninkrijk Gods. Vele komen dagelijks van oosten en westen, van noorden en zuiden. Vele die pas nog in dezelfde ellendige toestand waren als die waarin u verkeert, zijn u in een gelukkige staat. Hun hart is vervuld met liefde tot Hem, Die heb heeft liefgehad en hen van hun zonden gewassen heeft in Zijn bloed, en zij verblijden zich in de hoop der heerlijkheid Gods.
Hoe vreselijk is het op zo’n dag te worden achtergelaten! Om zoveel anderen te zien feestvieren, terwijl u wegkwijnt en omkomt! Om zovelen zich te zien te verheugen en te zien juichen van goeder harten, en te huilen van verbreking des geestes (Jes. 65:14). HOE IS HET MOGELIJK DAT U EEN MOMENT IN ZO’N TOESTAND KUNT RUSTEN?
En u, jonge mannen en jonge vrouwen, zult u deze kostelijke tijd die u geniet verwaarlozen, terwijl zovele anderen van uw leeftijd alle ijdelheden van de jeugd vaarwel zeggen en tot Christus komen? U in het bijzonder hebt thans een buitengewone gelegenheid, maar als u die verwaarloost, zal het spoedig met u precies zo zijn als met die mensen die alle kostelijke dagen van de jeugd in de zonde hebben doorgebracht, en nu in zo’n vreselijke blindheid en hardheid zijn terechtgekomen.
En jullie, kinderen die onbekeerd zijn, weten jullie niet dat je naar de hel gaat om de vreselijke toorn te dragen van die God Die nu elke dag en elke nacht op jullie toornt? Zijn jullie ermee tevreden kinderen van de duivel te zijn, terwijl zoveel andere kinderen in het land bekeerd worden en de heilige en gelukkige kinderen van de Koning der koningen geworden zijn?
Laat ieder die nog buiten Christus is en boven de put der hel hangt luisteren naar de luide roepstemmen van Gods Woord en voorzienigheid. Laat daarom een ieder die buiten Christus is nu wakker worden en de toekomende toorn ontvlieden. De toorn van de almachtige God hangt nu ongetwijfeld boven een groot deel van deze vergadering. Laat een ieder uit Sodom vluchten: haast u en behoud u om uws levens wil; zie niet achter u om; behoud u naar het gebergte heen, opdat gij niet omkomt.
Uit: ‘Een Schuilplaats in gevaren’ (Jonathan Edwards)
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Hemel en hel in de prediking.
Wie de hel niet heeft gezien kan er ook niet over preken, en datzelfde geldt ook voor deJ.C. Philpot schreef:Dat is nu exact wat ik in mijn omgeving (rechterflank GB) ook waarneem. Het word echt wel genoemd, maar vaak zo terloops en zo weinig expliciet.Johann Gottfried Walther schreef:Nu mij punt het valt op dat in onze Gereformeerde gemeenten, dat predikanten zo blijven hangen in vast staande uitdrukkingen, in plaats van echt iets over de hemel en de hel te zeggen.
hemel. Wat zich hier doet voelen is dat de beleving der zaken (de bevinding) van de hel
en hemel worden gemist. Ds. zei eens: Welke prediker heeft het meest over de hel gepreekt?
Dat was Christus Zelf. Hij wist wat het was, en wie daar een weinig van kent zal toch
in elle bewogenheid zijn naaste waarschuwen? Ik heb al eerder gewezen op wat John Bunyan
schrijft over Christen. Als hij ziet dat de stad Verderf met vuur verbrand zal worden. Dan gaat
hij zijn huisgenoten waarschuwen. En dat zal toch nooit anders kunnen?
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Hemel en hel in de prediking.
...een bekeerde zondaar is als uit het helse vuur getrokken (kantt. 102 vs 23 Judas 1).
Re: Hemel en hel in de prediking.
Ik ben het regelmatig met je eens Dia, maar nu niet. Want.. Ook al heeft een predikant weinig of niets van de hel gezien, hij heeft de Goddelijke opdracht om zijn hoorders eerlijk te behandelen. Of we er nu veel of weinig van hebben gezien en ingeleefd: de hel is wel een diepe realiteit, die we nooit mogen verzwijgen.-DIA- schreef:Wie de hel niet heeft gezien kan er ook niet over preken, en datzelfde geldt ook voor deJ.C. Philpot schreef:Dat is nu exact wat ik in mijn omgeving (rechterflank GB) ook waarneem. Het word echt wel genoemd, maar vaak zo terloops en zo weinig expliciet.Johann Gottfried Walther schreef:Nu mij punt het valt op dat in onze Gereformeerde gemeenten, dat predikanten zo blijven hangen in vast staande uitdrukkingen, in plaats van echt iets over de hemel en de hel te zeggen.
hemel. Wat zich hier doet voelen is dat de beleving der zaken (de bevinding) van de hel
en hemel worden gemist. Ds. zei eens: Welke prediker heeft het meest over de hel gepreekt?
Dat was Christus Zelf. Hij wist wat het was, en wie daar een weinig van kent zal toch
in elle bewogenheid zijn naaste waarschuwen? Ik heb al eerder gewezen op wat John Bunyan
schrijft over Christen. Als hij ziet dat de stad Verderf met vuur verbrand zal worden. Dan gaat
hij zijn huisgenoten waarschuwen. En dat zal toch nooit anders kunnen?
Ik denk overigens dat je het daarin wel met me eens bent en het anders bedoelt dan je het verwoord hebt.
Re: Hemel en hel in de prediking.
Laten we proberen het met wat andere woorden te zeggen,dennis schreef:Ik ben het regelmatig met je eens Dia, maar nu niet. Want.. Ook al heeft een predikant weinig of niets van de hel gezien, hij heeft de Goddelijke opdracht om zijn hoorders eerlijk te behandelen. Of we er nu veel of weinig van hebben gezien en ingeleefd: de hel is wel een diepe realiteit, die we nooit mogen verzwijgen.-DIA- schreef:Wie de hel niet heeft gezien kan er ook niet over preken, en datzelfde geldt ook voor deJ.C. Philpot schreef:Dat is nu exact wat ik in mijn omgeving (rechterflank GB) ook waarneem. Het word echt wel genoemd, maar vaak zo terloops en zo weinig expliciet.Johann Gottfried Walther schreef:Nu mij punt het valt op dat in onze Gereformeerde gemeenten, dat predikanten zo blijven hangen in vast staande uitdrukkingen, in plaats van echt iets over de hemel en de hel te zeggen.
hemel. Wat zich hier doet voelen is dat de beleving der zaken (de bevinding) van de hel
en hemel worden gemist. Ds. zei eens: Welke prediker heeft het meest over de hel gepreekt?
Dat was Christus Zelf. Hij wist wat het was, en wie daar een weinig van kent zal toch
in elle bewogenheid zijn naaste waarschuwen? Ik heb al eerder gewezen op wat John Bunyan
schrijft over Christen. Als hij ziet dat de stad Verderf met vuur verbrand zal worden. Dan gaat
hij zijn huisgenoten waarschuwen. En dat zal toch nooit anders kunnen?
Ik denk overigens dat je het daarin wel met me eens bent en het anders bedoelt dan je het verwoord hebt.
omdat ik je niet goed begrijp.
De hel wordt pas een realiteit als je daar kennis mee leert maken.
En dat is niet wat de mens van tegenwoordig zo makkelijk zegt:
Een hel op aarde.
Dat is er verre vandaan.
Ik doel op het bij bevinding weten uit welke grote nood en dood men verlost is.
En het kan inderdaad zijn dat een levend prediker hier voor de zaak staat.
Toch moet hij wel de volle Raad Gods preken. Dan moet hij als het ware preken
van achter het Recht.
Ik denk niet dat een predikant dat zo makkelijk kan. Ook al zal er een beginsel van
het leven in zijn ziel zijn.
Ik doelde op het spreken van achter het Recht.
Op het doorleefde: Ik schatte mij geheel verloren.
Ik mocht van geen vertroosting horen... enz.
Maar laten we als voorbeeld Hizkia nemen.
Hij deed wat recht was in de ogen des Heeren.
Toch, toen de boodschap tot hem kwam:
Gij zult sterven en niet leven, toen kon hij niet sterven.
Waarom niet? Hij was toch bekeerd?
Kijk dat bedoel ik nu. Hij miste de vrijspraak, door de Vader.
Maar toen werd hij in het gericht betrokken:
Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren.
Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer zien, den HEERE, in het land der levenden; ik zal de mensen niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld.
Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, als van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Gelijk een kraan of zwaluw, alzo piepte ik; ik kirde als een duif; mijn ogen verhieven zich omhoog; o HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg.
Daar ontsloot zich de Borg:
Wat zal ik spreken? Gelijk Hij het mij heeft toegezegd, alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al zoetjes voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid mijner ziel.
Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt mij gezond gemaakt en mij genezen.
Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest; maar Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve der vertering niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen.
Want het graf zal U niet loven, de dood zal U niet prijzen; die in den kuil nederdalen, zullen op Uw waarheid niet hopen.
De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden doe; de vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken.
De HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN.
Wie het vat die vatte het.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
- jakobmarin
- Berichten: 3523
- Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42
Re: Hemel en hel in de prediking.
Hmm, volgens mij is het onmogelijk om werkelijk te peilen wat de hel is, evenmin het werkelijk te weten is wat de hemel is.-DIA- schreef:De hel wordt pas een realiteit als je daar kennis mee leert maken.
En dat is niet wat de mens van tegenwoordig zo makkelijk zegt:
Een hel op aarde.
Dat is er verre vandaan.
Ik doel op het bij bevinding weten uit welke grote nood en dood men verlost is.
De hel kan onmogelijk een realiteit zijnvoor ons, aardse schepselen, in dit leven.
Maar dat betekend niet dat je er niet over kan preken, daar kun je zeker wel over preken, er staat genoeg over in de bijbel!
En dan houd je je eigen belevingen en interpretaties ook een beetje achterwege..
Wie zegt 'er is geen waarheid' heeft groot gelijk, want die bestaat wél.
Re: Hemel en hel in de prediking.
Er kunnen wel predikers zijn die hel en verdoemenis preken.jakobmarin schreef:Hmm, volgens mij is het onmogelijk om werkelijk te peilen wat de hel is, evenmin het werkelijk te weten is wat de hemel is.-DIA- schreef:De hel wordt pas een realiteit als je daar kennis mee leert maken.
En dat is niet wat de mens van tegenwoordig zo makkelijk zegt:
Een hel op aarde.
Dat is er verre vandaan.
Ik doel op het bij bevinding weten uit welke grote nood en dood men verlost is.
De hel kan onmogelijk een realiteit zijnvoor ons, aardse schepselen, in dit leven.
Maar dat betekend niet dat je er niet over kan preken, daar kun je zeker wel over preken, er staat genoeg over in de bijbel!
En dan houd je je eigen belevingen en interpretaties ook een beetje achterwege..
Wacht, ik heb een voorbeeld, en zal dat even opzoeken.
Het gaat om een prediker die ooit in onze gemeente (in Rijssen) het Woord
bediend heeft. Even opzoeken, en ik hoop op een beetje geduld.
Dan probeer ik het duidelijker te maken.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
- SecorDabar
- Berichten: 1541
- Lid geworden op: 14 okt 2011, 16:18
Re: Hemel en hel in de prediking.
Ik heb eens van Ds. Joh. van der Poel (1909-1981) (OGG, Ede) gelezen dat hij huiverde als dominees zo makkelijk-DIA- schreef:Er kunnen wel predikers zijn die hel en verdoemenis preken.jakobmarin schreef:Hmm, volgens mij is het onmogelijk om werkelijk te peilen wat de hel is, evenmin het werkelijk te weten is wat de hemel is.-DIA- schreef:De hel wordt pas een realiteit als je daar kennis mee leert maken.
En dat is niet wat de mens van tegenwoordig zo makkelijk zegt:
Een hel op aarde.
Dat is er verre vandaan.
Ik doel op het bij bevinding weten uit welke grote nood en dood men verlost is.
De hel kan onmogelijk een realiteit zijnvoor ons, aardse schepselen, in dit leven.
Maar dat betekend niet dat je er niet over kan preken, daar kun je zeker wel over preken, er staat genoeg over in de bijbel!
En dan houd je je eigen belevingen en interpretaties ook een beetje achterwege..
Wacht, ik heb een voorbeeld, en zal dat even opzoeken.
Het gaat om een prediker die ooit in onze gemeente (in Rijssen) het Woord
bediend heeft. Even opzoeken, en ik hoop op een beetje geduld.
Dan probeer ik het duidelijker te maken.
harteloos en koud en onbewogen over de hel en de verdoemenis spraken.
Nee als men beleeft: "ik lag gekneld in banden van de dood,
daar de angst der hel mij alle troost deed missen" (Ps.116)
dan spreekt men ook niet op die afstandelijke manier erover.
Secor Dabar = Gedenkt het Woord (Psalm 119:49)
Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
Re: Hemel en hel in de prediking.
´´u werd als een stuk brandhout dat aan de vlammen ontrukt is,Ontrouwe schreef:...een bekeerde zondaar is als uit het helse vuur getrokken (kantt. 102 vs 23 Judas 1).
maar u hebt zich niet tot Mij bekeerd,
spreekt de HEERE.´´
Deo servire vera libertas -Augustinus
- jakobmarin
- Berichten: 3523
- Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42
Re: Hemel en hel in de prediking.
Die wil ik hebben, die proefuitgave!Jongerenbijbel HSV voor denkers en doeners
De complete HSV-Jongerenbijbel ligt pas op 5 oktober in de winkel,
maar donderdag werd alvast een proefuitgave gepresenteerd.
Daarin staat de tekst van het Bijbelboek Jona, maar ook informatie
over de verschillende rubrieken die in de volledige uitgave zullen staan:
toelichting op belangrijke woorden en Bijbelse personen, landkaartjes, stambomen en foto’s.
(...)
De Jongerenbijbel komt ook digitaal beschikbaar als app voor smartphones en tablets die werken op Android.
De applicatie biedt onder meer extra landkaartjes en foto’s; ook is het mogelijk aantekeningen te maken en die met anderen te delen.
Bron : http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieu ... s_1_732301
De kids alvast interesseren, dan hoeven ze de Jongerenbijbel van de NBV tenminste niet..
Wie zegt 'er is geen waarheid' heeft groot gelijk, want die bestaat wél.
Re: Hemel en hel in de prediking.
]
Laatst gewijzigd door dennis op 19 apr 2013, 14:20, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: Hemel en hel in de prediking.
[/quote]dennis schreef:[Laten we proberen het met wat andere woorden te zeggen,
omdat ik je niet goed begrijp.
De hel wordt pas een realiteit als je daar kennis mee leert maken.
En dat is niet wat de mens van tegenwoordig zo makkelijk zegt:
Een hel op aarde.
Dat is er verre vandaan.
Ik doel op het bij bevinding weten uit welke grote nood en dood men verlost is.
En het kan inderdaad zijn dat een levend prediker hier voor de zaak staat.
Toch moet hij wel de volle Raad Gods preken. Dan moet hij als het ware preken
van achter het Recht.
Ik denk niet dat een predikant dat zo makkelijk kan. Ook al zal er een beginsel van
het leven in zijn ziel zijn.
Ik doelde op het spreken van achter het Recht.
Op het doorleefde: Ik schatte mij geheel verloren.
Ik mocht van geen vertroosting horen... enz.
Maar laten we als voorbeeld Hizkia nemen.
Hij deed wat recht was in de ogen des Heeren.
Toch, toen de boodschap tot hem kwam:
Gij zult sterven en niet leven, toen kon hij niet sterven.
Waarom niet? Hij was toch bekeerd?
Kijk dat bedoel ik nu. Hij miste de vrijspraak, door de Vader.
Maar toen werd hij in het gericht betrokken:
Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren.
Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer zien, den HEERE, in het land der levenden; ik zal de mensen niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld.
Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, als van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Gelijk een kraan of zwaluw, alzo piepte ik; ik kirde als een duif; mijn ogen verhieven zich omhoog; o HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg.
Daar ontsloot zich de Borg:
Wat zal ik spreken? Gelijk Hij het mij heeft toegezegd, alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al zoetjes voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid mijner ziel.
Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt mij gezond gemaakt en mij genezen.
Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest; maar Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve der vertering niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen.
Want het graf zal U niet loven, de dood zal U niet prijzen; die in den kuil nederdalen, zullen op Uw waarheid niet hopen.
De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden doe; de vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken.
De HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN.
Wie het vat die vatte het.
Beste dia,
Ik dacht in je reactie te lezen dat predikers die zelf weinig of niets van de hel(waardigheid) kennen, daar ook niet over kunnen preken. Maar dat moet toch wel. Dat is hun opdracht. Ze moeten - net als Bunyan - de mensen wijzen op de ondergang van de stad Verderf, ook al hebben ze daar zelf weinig oog voor.
Re: Hemel en hel in de prediking.
Ik was er nog niet aan toe gekomen. Ik hoop het stukje ter illustratie van wat ik bedoeld vanavond wel te plaatsen. Het is wel een wat extreem voorbeeld, maar er zijn ook zeker minder in het oog springende gevallen. Even geduld a.u.b.dennis schreef:Beste dia,dennis schreef:[Laten we proberen het met wat andere woorden te zeggen,
omdat ik je niet goed begrijp.
De hel wordt pas een realiteit als je daar kennis mee leert maken.
En dat is niet wat de mens van tegenwoordig zo makkelijk zegt:
Een hel op aarde.
Dat is er verre vandaan.
Ik doel op het bij bevinding weten uit welke grote nood en dood men verlost is.
En het kan inderdaad zijn dat een levend prediker hier voor de zaak staat.
Toch moet hij wel de volle Raad Gods preken. Dan moet hij als het ware preken
van achter het Recht.
Ik denk niet dat een predikant dat zo makkelijk kan. Ook al zal er een beginsel van
het leven in zijn ziel zijn.
Ik doelde op het spreken van achter het Recht.
Op het doorleefde: Ik schatte mij geheel verloren.
Ik mocht van geen vertroosting horen... enz.
Maar laten we als voorbeeld Hizkia nemen.
Hij deed wat recht was in de ogen des Heeren.
Toch, toen de boodschap tot hem kwam:
Gij zult sterven en niet leven, toen kon hij niet sterven.
Waarom niet? Hij was toch bekeerd?
Kijk dat bedoel ik nu. Hij miste de vrijspraak, door de Vader.
Maar toen werd hij in het gericht betrokken:
Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren.
Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer zien, den HEERE, in het land der levenden; ik zal de mensen niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld.
Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, als van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Gelijk een kraan of zwaluw, alzo piepte ik; ik kirde als een duif; mijn ogen verhieven zich omhoog; o HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg.
Daar ontsloot zich de Borg:
Wat zal ik spreken? Gelijk Hij het mij heeft toegezegd, alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al zoetjes voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid mijner ziel.
Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt mij gezond gemaakt en mij genezen.
Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest; maar Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve der vertering niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen.
Want het graf zal U niet loven, de dood zal U niet prijzen; die in den kuil nederdalen, zullen op Uw waarheid niet hopen.
De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden doe; de vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken.
De HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN.
Wie het vat die vatte het.
Ik dacht in je reactie te lezen dat predikers die zelf weinig of niets van de hel(waardigheid) kennen, daar ook niet over kunnen preken. Maar dat moet toch wel. Dat is hun opdracht. Ze moeten - net als Bunyan - de mensen wijzen op de ondergang van de stad Verderf, ook al hebben ze daar zelf weinig oog voor.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5110
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Hemel en hel in de prediking.
En vinden jullie Ds. J. Edwards ook een kille en koude, hel en verdoemenisprediker dan?
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"