In de rubriek “Boeken: welk boek ben jij aan het lezen?” had ik een posting geplaatst
dat ik de leerredenen van de Christelijke Gereformeerde dominee J. Schotel (1850-1914) aan het lezen was.
Ik vroeg medeforumleden of zij iets wisten van deze predikant.
Er kwamen een aantal reacties en zelfs een foto van hem.

Ik ga dit nu niet weer allemaal hier plaatsen. Die informatie is in die rubriek te vinden.
Ik had beloofd een bloemlezing uit deze leerreden te houden. Waaraan ik nu een begin maak.
Vooraf even iets over dit boek.
Allereerst de inhoud van de leerredenen:
Leerrede 1 naar aanleiding van Hebreën 11:6 Eén ding is nodig
Leerrede 2 naar aanleiding van Handelingen 16:30b Een ernstige levensvraag
Leerrede 3 naar aanleiding van Lukas 18:13b De tollenaarsbede
Leerrede 4 naar aanleiding van Jakobus 1:18 Gods vrije gunst jegens Zijn volk
Leerrede 5 naar aanleiding van Kollossenzen 3:4 De Levensbron
Leerrede 6 naar aanleiding van 1 Johannes 3:2 De voornaamste wetenschap.
Waarom heeft ds. Schotel deze leerredenen geschreven?
De Christelijk Gereformeerde Ds. Schotel was al met emeritaat gegaan vanwege zwakke gezondheid toen jij in 1905 deze indertijd uitgesproken leerredenen heeft uitgegeven.
Naast zijn ouderdomszwakte, werd hij met een oogziekte bezocht, die hem het rechteroog geheel ontnam. Er bestond grote vrees dat hij geheel blind zou worden. Hoe graag zou hij zijn kostelijke tijd willen besteden ten dienste der kerk en gemeente. Veel kon hij niet meer, maar door de pen zou hij nog nuttig en stichtelijk kunnen zijn. Hij zag er wel tegenop om voor het publiek te schrijven, wegens onbekwaamheid daartoe. Hij had het spreekwoord: “die aan de weg timmert, wordt bekeken!”

Zichzelf wantrouwende, en ernstig tot de Heere biddende, was zijn vrees voor egoïsme.
Daarom was er geen beter tegengif dan geheel het saldo van de opbrengst van deze leerredenen te storten in één der kassen van de Christelijk Gereformeerde Kerken.
Dit alles is te lezen in het voorwoord van Ds. Schotel in dit boek.
Veelvoorkomende Thema’s
Bij het lezen van de leerredenen ontdekte ik de volgende veelvoorkomende thema’s:
1. Veronderstelde wedergeboorte.
2. Valse lijdelijkheid.
3. Vermenging van Wet en Evangelie.
4. Voorwerpelijke godsdienst.
5. Hopen zonder grond.
6. Strijd tussen geloof en ongeloof.
7. Het zaligmakend geloof.
Het is te veel om deze thema’s in één keer te plaatsen op Refoforum, vandaar dat het mijn voornemen is om elk thema apart te plaatsen.
(Dat is voor de discussie ook wat overzichtelijker). Als eerste thema heb ik gekozen: de veronderstelde wedergeboorte. We moeten de leerredenen wel enigzins plaatsen in de tijd wanneer ze zijn uitgegeven.
In 1892 toen de hereniging begon tussen de Afscheiding en Doleantie, waardoor uiteindelijk de Geref. Kerken in Nederland tot stand kwam, waren er ook Christelijk Gereformeerden die daarin niet meegingen met deze hereniging. Zij bleven Christelijk Gereformeerd mede doordat in de Doleantiekerken de leer van de veronderstelde wedergeboorte van dr. A. Kuyper werd geleerd. De ontstane Christelijk Geref. Kerk toonde bezwaren daar tegen.
Om hun identiteit vast te stellen en te bewaren kwam dit thema, in o.a. de leerredenen van Ds. Schotel, naar voren.
Hierbij een impressie over dit thema uit zijn leerredenen:
Hoe treurig ziet het er in onze dagen met het zich noemend Christendom uit ten opzichte van de leer der wedergeboorte. Velen geloven de noodzakelijkheid der wedergeboorte voor ieder mens; doch zij menen haar reeds te bezitten, omdat zij in hun leven een grote verandering hebben ondergaan op zedelijk gebied.
Zij zien niet, dat heel die verandering een wettische omkering is aan de buitenzijde, zonder hartveranderende genade. Doch een menigte is er, die zeggen dat zij wedergeboren zijn door de waterdoop, een groot bedrog des duivels, die daardoor ook heel wat Protestanten de zinnen verblindt om deze fatale leugen der Roomse kerk te geloven.
Ziet Markus 16:16 “Wie gelooft zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar die niet geloofd zal hebben (al ware hij ook gedoopt) zal verdoemd worden”. Evenwel menen deze lieden, dat de waterdoop het bad der wedergeboorte is.
Weer anderen zeggen (de dolerenden **): de waterdoop wederbaart de mens niet, maar geschiedt hij op wettige wijze, dan deelt de Heilige Geest onder het dopen het geloofsvermogen aan het voorwerp, dat gedoopt wordt, mede;
Dus niet de waterdoop wederbaart, maar de Heere bij de doop, zodat de betekende zaak geschiedt tegelijk met het toedienen van het teken.
De uitkomst wederspreekt het; want dan waren alle gedoopten wedergeboren, en vernieuwde mensen!
En het tegendeel wordt bij duizenden openbaar. Goed, zegt men, doch wij moeten hen evenwel er voor houden en dit bij hen veronderstellen, want het kan jaren duren eer de wedergeboorte bij hen tot openbaring komt. Deze strik des satans is nog gevaarlijker dan wat Rome leert, want dat water de mens zou vernieuwen, is nog wat plomp om te geloven, maar dit laatste heeft wat meer schijn! Doch ook dit gepraat is een philosophische redenering, die alle grond in de Heilige Schrift en in onze belijdenis mist.
Evenwel worden in onze dagen heel wat zielen in die strik gevangen; men zit gerust op die veronderstelde wedergeboorte, terwijl de één na de ander met die veronderstelling de grote eeuwigheid ingaat.
(** het woord:"de dolerenden" heb ik er tussen geplaatst om aan te tonen over wie Ds. Schotel het heeft)