Ik had dit al eerder gepost. Ik wil er toch nog even de aandacht op vestigen. In deze teksten zien we meerdere keren dezelfde vergelijking. Als voorbeeld:Zie ook Psalm 65:
10. Gij bezoekt het land, en hebbende het begerig gemaakt, verrijkt Gij het grotelijks; de rivier Gods is vol waters; wanneer Gij het alzo bereid hebt, maakt Gij hunlieder koren gereed.
11 Gij maakt zijn opgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen in zijn voren; Gij maakt het week door de druppelen; Gij zegent zijn uitspruitsel.
A. "hebbende het begerig gemaakt" (levendmaking), B. "verrijkt Gij het grotelijks" (de openbaring van Christus)
Degenen die nu durven stellen dat het "hebbende begerig gemaakt" geschiedt mogen dat even uitleggen. In ieder geval ken ik geen oudvader die dat doet/durft.