
Fijn, dat je dat nog zo benadrukt

En pas op voor de poes!
En dan nu maar weer naar Kohlbrugge.
Ik heb geen enkel boek van hem. Is dat een gemis?
Wat is dit nou weer voor een opmerking?keesjanm schreef:Kijk maar uit met die oudvaders.
Natuurlijk, er zijn er die gesticht zijn door deze werken, maar het diepe doorleidende werk, wat we sinds de afscheiding en zeker de laatste 100 jaar zo mooi kunnen beschrijven, vind je er niet in terug....
Ik probeerde DIA's postings samentevatten.Afgewezen schreef:Wat is dit nou weer voor een opmerking?keesjanm schreef:Kijk maar uit met die oudvaders.
Natuurlijk, er zijn er die gesticht zijn door deze werken, maar het diepe doorleidende werk, wat we sinds de afscheiding en zeker de laatste 100 jaar zo mooi kunnen beschrijven, vind je er niet in terug....
Kun je een voorbeeld geven van standen in het geestelijk leven?-DIA- schreef:De reforormatoren en ook Kohlbrugge schrijven meer zakelijk en minder over de standen in het geestelijke leven. Dat lijkt voor verschillende mensen wat aantrekkelijker te lezen. Maar de boodschap is er niet anders door.Chrisje72 schreef:Kan je dat wat verduidelijken, Dia? Met voorbeelden?
Dat is waar, maar ik ondervindt hier ook dat werkelijke verschillen (leergeschillen zo je wilt) ook worden afgedaan met meer het wijzen opaccentverschillen. Daar is wel degelijk verschil waar het door een groot deel niet wordt opgemerkt, en daar is eenheid, wat sommigen als verschillen zien.jakobmarin schreef:Ik denk dat niemand op RF zal zeggen dat er een WEZENLIJK verschil zit in de preken van Kohlbrugge en de bevindelijke predikanten van de laatste 100 jaar. Maar verschil in accenten is er wel. Maar dat is ook helemaal niet erg, het is immers een andere tijd en zijn die accentverschillen juist nodig.-DIA- schreef:Dat is het niet.
Hier wordt verondersteld dat de bevindelijke preken van de laatste
100 jaar anders zouden zijn als die van Kohlbrugge.
Dat is niet het geval, alleen de toonzetting, en de vorm is wat
anders. Daar hoef je niet over te vallen.
Ik kan het niet anders zien als dat hier weer iets verondersteld
wordt dat de mensen van de Afscheiding de laatste 100 jaar iets
WEZENLIJKS anders bedoelden als Kohlbrugge.
Wordt er asjeblieft niet moedeloos van, dat is helemaal niet nodig.
Ieder vogeltje zingt zoals hij gebekt is, wat zwaarder of wat lichter van toon, als het maar te verstaan is.
Ik vind er meer een naargeestig sarcasme in.keesjanm schreef:Ik probeerde DIA's postings samentevatten.Afgewezen schreef:Wat is dit nou weer voor een opmerking?keesjanm schreef:Kijk maar uit met die oudvaders.
Natuurlijk, er zijn er die gesticht zijn door deze werken, maar het diepe doorleidende werk, wat we sinds de afscheiding en zeker de laatste 100 jaar zo mooi kunnen beschrijven, vind je er niet in terug....
De 'standenleer' is een manier om iets te beschrijven. De vraag is dus of datgene wat de standenleer beschrijft, ten tijde van de Reformatie ook aanwezig was.Simon schreef:Voor zover ik weet was er ook tijdens de Reformatie nog geen standenleer.
Wij hebben een dagboek van hem een jaar lang gelezen.Mara schreef:Ik heb nog nooit een vogeltje gehoord met een "bas-toon"![]()
Fijn, dat je dat nog zo benadruktal mag ik hopen gevrijwaard te blijven van getwitter en oppervlakkig gekwinkeleer hier.
En pas op voor de poes!
En dan nu maar weer naar Kohlbrugge.
Ik heb geen enkel boek van hem. Is dat een gemis?
Wondervolle gave, wondervolle ruil! Wat God liefhad en alleen lief kon hebben, scheen Hij te haten.
En wat Hij met een eeuwige haat moest haten, dat heeft Hij liefgehad. Wat in Gods hemelrijk behoort,
gaf Hij over in onze verdoemenis. En wat voor eeuwig door Hem verworpen moest worden, nam Hij
tot Zich voor Zijn troon. Wondervolle gerechtigheid van God! Hoe heerlijk straalt die uit het
Evangelie van Jezus Christus op een arme zondaar. Niet om zich op hem te wreken, maar om hem
voor eeuwig rechtvaardig en zalig te maken! En nog verdenken wij God, Die Zijn Zelfs evenbeeld gaf,
opdat wij in dit Evenbeeld voor Hem genade zouden hebben! (...)
Weg met alle harde gedachten van God, alsof wij dat leven eerst nog moeten verdienen, alsof het nog enigszins
van onze vroomheid en van ons werk afhankelijk is! Wij moeten met al onze zonden op het Lam
vertrouwen! Met stervende ogen op de eniggeboren Zoon zien! Hier wordt geen ellendige uitgesloten.
Uit Zijn mond klinkt het: Een ieder die in Hem gelooft, zal het hebben, - heeft het!
De standenleer is misschien een gevolg van langer durende bekeringen, maar dan blijft het on-Bijbels om te leren dat er leven is voor de kennis van Christus in de vergeving der zonden.Afgewezen schreef:De 'standenleer' is een manier om iets te beschrijven. De vraag is dus of datgene wat de standenleer beschrijft, ten tijde van de Reformatie ook aanwezig was.Simon schreef:Voor zover ik weet was er ook tijdens de Reformatie nog geen standenleer.
Ik denk dat de standenleer een gevolg is van het feit dat bekeringen in later tijd vaak 'langer' duren. Inderdaad lees je in de Bijbel alleen van snelle bekeringen. Maar dat is in de kerkgeschiedenis niet altijd zo geweest. Denk eens aan Augustinus, aan Luther. Die hebben ook een lange weg gehad, voor ze tot ruimte kwamen.
De dichter van de 116e psalm zegt in de eerste verzen:eenvoudige schreef:De standenleer is misschien een gevolg van langer durende bekeringen, maar dan blijft het on-Bijbels om te leren dat er leven is voor de kennis van Christus in de vergeving der zonden.
In vers 1 en 2 getuigt hij van zijn liefde tot de Heere, omdat God zijn stem en smekingen gehoord en hem gered heeft. (Dit schrijft hij in tegenw. t.) "Want", schrijft hij in vers 3, "banden des doods hadden mij omvangen en de angsten der hel hadden mij getroffen", enz. (Dit schrijft hij in verl. t.)WimA schreef:De dichter van de 116e psalm zegt in de eerste verzen:eenvoudige schreef:De standenleer is misschien een gevolg van langer durende bekeringen, maar dan blijft het on-Bijbels om te leren dat er leven is voor de kennis van Christus in de vergeving der zonden.
1 Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
2 Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen aanroepen.
3 De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
4 Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: Och HEERE! bevrijd mijn ziel.
5 De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.
Gedurende deze fase in het leven van de dichter, die hij hier in deze verzen beschrijft, was deze dichter toen nog niet levend gemaakt? De levendmaking was pas toen hij het volgende vers (vs 6) in zijn leven meemaakte?
6 De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.
Ik denk niet dat het hier over de bekering van de Psalmdichter gaat.WimA schreef:De dichter van de 116e psalm zegt in de eerste verzen:eenvoudige schreef:De standenleer is misschien een gevolg van langer durende bekeringen, maar dan blijft het on-Bijbels om te leren dat er leven is voor de kennis van Christus in de vergeving der zonden.
1 Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
2 Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen aanroepen.
3 De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
4 Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: Och HEERE! bevrijd mijn ziel.
5 De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.
Gedurende deze fase in het leven van de dichter, die hij hier in deze verzen beschrijft, was deze dichter toen nog niet levend gemaakt? De levendmaking was pas toen hij het volgende vers (vs 6) in zijn leven meemaakte?
6 De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.
Dat gaat over David in zijn vluchten voor Saul. David is in heel de bijbel een levendgemaakte. Er zijn bij mijn weten maar 2 voorbeelden in de bijbel van mensen die eerst niet en later wel levendgemaakt zijn. Alle andere zijn het of niet of wel.WimA schreef:De dichter van de 116e psalm zegt in de eerste verzen:eenvoudige schreef:De standenleer is misschien een gevolg van langer durende bekeringen, maar dan blijft het on-Bijbels om te leren dat er leven is voor de kennis van Christus in de vergeving der zonden.
1 Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
2 Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen aanroepen.
3 De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
4 Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: Och HEERE! bevrijd mijn ziel.
5 De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.
Gedurende deze fase in het leven van de dichter, die hij hier in deze verzen beschrijft, was deze dichter toen nog niet levend gemaakt? De levendmaking was pas toen hij het volgende vers (vs 6) in zijn leven meemaakte?
6 De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.
Dus: de standenleer is aangepast aan de mens?!Afgewezen schreef:Ik denk dat de standenleer een gevolg is van het feit dat bekeringen in later tijd vaak 'langer' duren.
In feite wel ja. We moeten geloven, we moeten aannemen, verblijd zijn, dankbaar zijn.PvS schreef:Dus: de standenleer is aangepast aan de mens?!Afgewezen schreef:Ik denk dat de standenleer een gevolg is van het feit dat bekeringen in later tijd vaak 'langer' duren.
De bekering van Augustinus en Luther waren geen standaard bekering.
Luther zat duidelijk onder een valse leer, dat verklaart misschien de langere bekeringsweg.
Moeten wij daaruit concluderen dat de hedendaagse 'kerken' ook een valse leer leren?