Ja, ik weet wat jij bedoelt, maar ook dat bedoel ik niet. Ik wil het proberen uit te leggen.Anker schreef:Ik wel, uitgelegd als statelijk en standelijk. Dan weet jij vast wel waar ik op doel.Luther schreef:Dat bedoel ik niet.Anker schreef:Alles wordt niet in één dag geleerd, nee.Luther schreef:Dus in de eerste preek geen oproep aan een ontdekte zondaar, maar een proclamatie van Gods Evangelie aan alle hoorders; in de tweede preek een beschrijving van bevindingen die op z'n minst de schijn wekken dat wedergebooret en geloof in Christuis niet voldoende zijn, maar dat er nog enkele andere bijzondere ervaringen moeten ervaren worden, alvorens men de zekerheid des geloofs mag kennen.
Als iemand de zekerheid van het geloof mag kennen en de Heere Jezus lief heeft gekregen als zijn Borg en Zaligmaker, zoals zondag 1 en zondag 7 daarover belijden, dan hoeft daar niets meer bij. Toch komt het voor dat in preken Gods kinderen wordt gezegd dat dat niet voldoende is. Er moet nog wat gebeuren. Het gaat dan om:
- de schuld staat nog open. Of: ze gaan nog met een openstaande schuld over de wereld.
- ze moeten nog onder het recht Gods verloren gaan.
- ze zijn nog niet gerechtvaardigd in de vrijspraak.
- Of (zie het citaat uit een preek van ds. Spaans): "En toch moest het nog dieper, mijn hoorders. (...) , als wij het met God eens mogen worden om eeuwig naar de hel te moeten en eeuwig God te missen..."
Dat leidt tot verwarring. Ik heb kinderen van God gesproken die uit bovenstaande de conclusie trokken: als ik dat dan allemaal nog moet beleven, dan is het dus allemaal niet waar geweest, dan kom ik er nooit. En dat zijn mensen die zondag 1 en 7 helemaal mogen naspreken door Gods genade. Bij wie zaken in het leven gebeurd zijn, waarvan geldt: Geen leed zal het ooit uit mijn geheugen wissen. Die met Paulus mochten zeggen: Toen behaagde het de Heere Zijn Zoon in mij te openbaren. Als zulken horen: Ja, maar dan is je schuld wel bedekt, maar nog niet vergeven. En aan Gods recht moet nog voldaan worden. etc. Dan is het toch zo, dat op z'n minst de indruk gewekt wordt, dat de zaken die in zondag 1 en 7 beleden worden, niet genoegzaam zijn tot zaligheid?