Vertroebeld doopwater.
Re: Vertroebeld doopwater.
Dus de doop is een bevestiging op het geloof van de gedoopte, op initiatief van die gedoopte. Daar kan je niet zoveel aan ontlenen dan.
- Bookreader
- Berichten: 175
- Lid geworden op: 09 aug 2007, 16:24
Re: Vertroebeld doopwater.
Voor jou is het dan dus blijkbaar: wie uitverkoren is, moet gedoopt worden.TAF schreef:Dat de maatschappij meer groeps gericht was ben ik met je eens.[Het voorgaande: zie hier]
Toch is de vraag maar of dat juist was en we daarnaar terug moeten willen, je opmerking dat dat gelijk staat aan (bijbelse) goede orde verwerp ik, cultuur speelde daarin meer een rol.
Gezag gesteund door vrijwillige individuele keuzes, heeft nog steeds invloed.
Om een voorbeeld te noemen : voorheen deden gehele volken ook wat hun koning geloofde, maar is dat ware bekering? kan ware bekering voorkomen uit zo'n groepcultuur? dan is individuele basis toch zeer zeker veel eerlijker.
Volle kerkbanken maar lege harten, is niet waar ik naar terug zou willen.
tevens acht ik het onjuist te denken dat onze kinderen worden geboren als Gods volkkinderen.
God verkiest met willekeur en persoonlijk.
kinderen van heidenen worden verkozen, kinderen van gelovigen gaan verloren.
Elk word op zijn EIGEN verkiezing en dus bekering behouden of verworpen.
iemand word pas lid van Gods volk als hij inge-ent is in christus.
Een niet Joods kind word dat dus pas als hij verkozen en bekeerd is.
de gedachte dat de besnijdenis en de doop verwisselbaar zijn in deze verwerp ik dan ook.
en ALS je ze dan toch wilt verwisselen, dan zoals de heidense volken die zich toevoegden aan de God van israel, waarbij wel degelijk als volwassene op individuele basis werd beoordeeld.
Bekeert U en laat U dopen.
Gelooft en laat U dopen.
Sterker nog : gelijk het avondmaal een vloek is voor wie het onterecht eet, is de doop een vloek voor wie hem onterecht ontvangt, echter als wij diegenen tot avondmaal DWINGEN of tot doop, land die vloek (ook) op de hoofden van hen die daartoe dwingen.
daarom : doop toch geen niet verkozenen/bekeerden, om u geen vloek te dopen, en Gods Heiligheid niet met voeten te treden.
en we weten niet van kinderen die nog niet bij jaren van verstand gekomen zijn, of zij dat zijn.
het mag dat je het anders uitlegt, ik heb de doop materie van vele hoeken gebestudeerd, en hoewel ik erachter kwam dat verkiezingsleer juist is... is volwassendoop ook juist en kinderdoop feitelijk een dwaling. (de voors en tegens mekaar afzettend)
en ja daarmee mag je me bij de dopers rekenen, maar wel een van de oude stempel.
(dat evangelische gedoe heb ik grotendeels afgelegd en eigenlijk is het jammer dat er geen goede mennonitische kerk in nederland is of een andere stroming die dopers en gomarius verenigt.
Vanuit een visie die vanuit de verkiezing denkt - zoals het meest nadrukkelijk in de GGiN gebeurt - is dat op zich wel consequent. Het probleem is echter dat wij niet weten wie uitverkoren is. Dat is Gods kant van de zaak, voor ons een verborgenheid. Wat kunnen wij daarmee? Het is ook niet de manier waarop God met Israël te werk ging. (Deuteronomium 29:29)
In de kring van Gods verbondplaats zijn - de kerk - is dan een heel wat tastbaarder en werkbaarder criterium voor de doop dan het uitverkoren zijn. Vergeet niet dat je in de kerk ook niet vrijblijvend kunt zitten, zo van 'ik ben nu eenmaal (nog) onbekeerd' (met eventueel als smoes 'tja, dat gaat zomaar niet'). God eist heiligheid van zijn volk. Wee degene die het bloed van de Zoon van God onrein acht! (Hebreeën 10:29, Een tekst waar zo te zien ook weer iets staat, wat volgens een visie die verbond en verkiezing gelijk trekt, niet kan.) Ik zou zeggen: dan wordt het toch behoorlijk heet onder je voeten, als je als onbekeerde in de kerk zit!
(Ik heb even een paar van de spellingsfouten gecorrigeerd, en wel daar waar het d's en t's betreft, werkwoordsvervoegingen. Dat leest een stuk gemakkelijker en duidelijker voor mij, als dat correct wordt nageleefd. Dan hoef ik niet twee keer te kijken, zo van: wat bedoelt hij nou?)
...en gij zult voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn. (Leviticus 23:40b)